Welke struikelblokken zijn er op weg naar een rechtse coalitie?

Illustratie Leonieke Fontijn

Analyse

Formatie PVV-leider Geert Wilders wil graag onderhandelen over een rechts kabinet van PVV, VVD, NSC en mogelijk BBB. De definitieve houding van VVD en NSC tegenover zo’n coalitie moet nog duidelijk worden, maar op welke onderwerpen kunnen zij elkaar vinden en op welke niet? Acht thema’s die op de formatietafel komen.

Rechtsstaat

Het PVV-programma staat haaks op artikel 1 , NSC wil burgers beschermen

Loopt de rechtsstaat gevaar bij een coalitie van PVV, BBB, NSC en VVD? Na de opvallende belofte van Geert Wilders, na z’n stembuszege, om niets ongrondwettelijks (meer) te zullen bepleiten, staat juist dát thema in de belangstelling. Wat wil rechts met de rechtsstaat? Het antwoord daarop komt uiteraard pas tijdens de formatie.

Maar inhoudelijk is er al wel een trend te bespeuren. Van de vier mogelijke coalitiegenoten valt vooral NSC op met voorstellen om de rechtsstaat ingrijpend te vernieuwen, met name bedoeld om de vertrouwenscrisis tussen burger en overheid te herstellen. PVV en VVD zien de rechtsstaat vooral in termen van veiligheid en identiteit – de rechtsstaat als bedreigd fort, dat verdedigd moet worden. Vaak met nogal drastische maatregelen, die zélf weer grondrechten aantasten.

De PVV noemt de rechtsstaat in haar programma alleen als slagboom voor buitenlandse diplomaten; erkennen zij de Nederlandse rechtsstaat niet, respectievelijk houden ze vast aan de sharia, dan zijn ze niet welkom. De PVV denkt over de grondwettelijke vrijheid van onderwijs even zwart-wit. Dat grondwetsartikel wil het met zoveel woorden behouden, maar dan weer niet het islamitische onderwijs dat, de Grondwet ten spijt, toch verboden moet kunnen worden.

In de laatste week van de campagne liet Wilders hardop merken „milder” te willen worden. Wat na de beledigingen aan het adres van het „nepparlement”, het „tuig van de richel” van de pers, de wens om tegenstanders voor „tribunalen” te dagen en herhaalde aanvallen op de rechtspraak, nogal een ommezwaai is. Zeker ook als het onderscheid dat het héle PVV-programma domineert (tussen volk en elite, tussen Nederlander en migrant, tussen de christelijk-humanistische cultuur en de islam) intact blijft. Artikel 1 van de Grondwet, die al die verschillen als rechtsgrond juist verbiedt en gelijkheid voorschrijft, staat daar haaks op. Wilders heeft hier dus een geloofwaardigheidsprobleem.

Burgerschapsvorming

Ook BBB ziet de rechtsstaat vooral als een kader waarin politie, rechtspraak en OM de burger moeten beschermen „tegen vandalisme, criminaliteit en ondermijning.” De notie dat de rechtsstaat de burger ook beschermt tegen die overheid, is alleen prominent aanwezig bij NSC. Die partij wil het „borgen van de democratie en de grondrechten” toebedelen aan de premier, die „eindverantwoordelijke” moet zijn. De rechtsstaat moet onderdeel zijn van het onderwijs in burgerschapsvorming. Met vijf mei als nationale vrije dag van de democratische rechtsstaat. Een vernieuwde rechtsstaat is de kern van het sociale contract dat NSC opnieuw wil sluiten tussen overheid en burger.

In de analyse van de Orde van Advocaten van verkiezingsprogramma’s kreeg de PVV op het onderdeel rechtsstatelijkheid de scherpste kritiek. Overigens op de voet gevolgd door de VVD, waar de Orde ook „ernstige risico’s” zag als het gaat om aantasting van de godsdienstvrijheid en overtreding van het discriminatieverbod. Vooral omdat de VVD allerlei toezichtmaatregelen in het onderwijs bepleit, maar dan weer alleen voor de islamitische variant.

Zowel PVV, VVD als BBB willen taakstraffen nog verder beperken of rigoureus afschaffen. Boetes gaan omhoog bij PVV en VVD, niet bij BBB en NSC. BBB ziet graag bij snelheidsovertredingen de menselijke maat terugkeren. Hogere minimumstraffen zijn in deze coalitie ook onomstreden, behalve bij NSC. Dergelijk ingrijpen in de vrijheid van de rechter door de politiek is volgens de Orde „rechtsstatelijk onjuist”. Hetzelfde geldt voor de digitale schandpaal en het denaturaliseren waar de PVV over droomt. Dat gaat over het afpakken van het paspoort van sommige veroordeelden, waarna statenloosheid dreigt.

VVD én PVV willen dan weer vaker volwassenenstrafrecht toepassen op jeugdigen vanaf 14 jaar – wat strijdig is met het kinderrechtenverdrag.

De meeste PVV-wensen bij migratie veronderstellen een Nexit – geen vrij verkeer meer volgens EU-normen, maar soevereiniteit en eigen landsgrenzen. De wens van BBB om niet meer dan 15.000 statushouders per jaar toe te laten, is in strijd met de mensenrechten en „rechtsstatelijk niet toelaatbaar”, vindt de Orde. Net als de automatische levenslange gevangenisstraf bij de derde veroordeling, dat die partij van de Verenigde Staten afkeek. Het is een aantasting van de rechterlijke vrijheid en overigens ook van mensenrechten.

Migratiesaldo

Een migratiesaldo van 50.000 dat NSC wenst, is eveneens in strijd met het internationale recht. Hetzelfde geldt voor de meeste VVD-plannen met migranten, van het opschorten van asielaanvragen tot het maximaal ontregelen van gerepatrieerde uitreizigers – strijdig met „de mensenrechten en geldende internationale wet – en regelgeving”. Kortom, deze eventuele coalitie zal heel wat EU-regels en wetten moeten aanpassen en nogal wat internationale verdragen moeten opzeggen.

Folkert Jensma

Migratie

Minder arbeidsmigranten, meer migratiedeals en strengere grensbewaking

Een van de weinige dingen waar partijen van links tot rechts het met elkaar over eens zijn, is dat Nederland grip op migratie moet krijgen. Zeker ook PVV, NSC, BBB en VVD, die de frase als bezweringsformule omarmen. Discussies over het migratievraagstuk werden tijdens de campagne breder gevoerd dan alleen over asiel. Zo benadrukte NSC-leider Pieter Omtzigt tijdens debatten en andere optredens dat arbeid de dominante reden is voor nieuwkomers om zich in Nederland te vestigen. In 2021 besloegen arbeidsmigranten een derde van het totaal aantal binnengekomen immigranten.

Dat het aandeel van arbeidsmigranten juist in de afgelopen jaren is gegroeid, wordt opvallend genoeg nauwelijks verbonden aan de Nederlandse openmarkteconomie. Als deze partijen ongecontroleerde arbeidsmigratie echt willen „afwenden”, zegt migratieonderzoeker Hein de Haas, dan moeten ze een „fundamentele discussie” met elkaar gaan voeren. Met als hoofdonderwerp de inrichting en flexibilisering van de arbeidsmarkt. De Haas, auteur van het boek Hoe migratie echt werkt (2023), noemt Japan als voorbeeld. Dat land heeft „structureel” met minder migratie te maken; niet alleen omdat het een eiland is, maar vooral omdat het „een veel meer gereguleerde arbeidsmarkt” heeft. Mensen werken er bovendien vaak tot op hoge leeftijd en veel sectoren maken gebruik van robots.

De haalbaarheid van de PVV-wens om ook van Europese arbeidsmigranten een werkvergunning te eisen, is zeer discutabel. Dit idee druist namelijk in tegen een fundamenteel principe van de Europese rechtsorde: het vrije verkeer van personen. Desondanks wil ook NSC de komst van EU-arbeidsmigranten reguleren, mogelijkheden hiertoe moeten volgens de nieuwe partij in ieder geval worden verkend. Wilders en Omtzigt kunnen elkaar ook vinden in het voorstel om bacheloropleidingen alléén in het Nederlands toe te staan. Zij hopen hiermee de komst van internationale studenten te beperken.

VVD schrijft in het verkiezingsprogramma dat er „kritischer” gekeken moet worden naar de „behoeften” van de arbeidsmarkt. Anders gezegd: duidelijker moet worden waar de arbeidstekorten zitten en dus of het legitiem is om voorbij het Nederlandse arbeidsaanbod te gaan werven. Bedrijven die gebruik willen maken van arbeidsmigranten moeten wat de partij betreft aan strengere eisen worden onderworpen.

Strenger asielbeleid

Alle genoemde partijen staan voor een veel strenger asielbeleid. Daar komt bij dat de PVV véél water bij de wijn moet doen: ze is sinds jaar en dag voor een totale asielstop. Tijdens de campagne is niet gebleken op welke asielbeloften Wilders wil inleveren. Het opzeggen van het VN-Vluchtelingenverdrag is bijkans onmogelijk, vanwege de doorwerking ervan in Europese wet- en regelgeving. Eerlijke spreiding van asielzoekers over alle gemeenten in Nederland is voor NSC, VVD en BBB pas bespreekbaar als er grip is bereikt op asielmigratie. PVV is principieel tegen de spreidingswet, die eerlijkere verdeling van (desnoods onder dwang van de minister van Justitie) asielzoekers over alle gemeenten moet regelen. Mogelijk stemt de Eerste Kamer nog voor het Kerstreces over de wet.

Herinvoering van het tweestatusstelsel is een grote wens van NSC en VVD, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen mensen die zijn gevlucht om persoonlijke redenen (vrees voor vervolging wegens bijvoorbeeld religie, seksuele geaardheid, etniciteit) en mensen die voor hun leven te vrezen hebben vanwege oorlog of willekeurig geweld. Dit stelsel werd aan het begin van deze eeuw afgeschaft, omdat het de IND en rechters juist meer werk opleverde. Voorstanders van herinvoering wijzen op beperkingen die je aan oorlogsvluchtelingen kunt opleggen, met name op het vlak van gezinshereniging.

Migratiedeals

Alle partijen zijn voor strengere EU-grensbewaking en het sluiten van migratiedeals met landen van herkomst en doorreis. Migratiedeals worden gezien als middel om de uitstroom van migranten zonder verblijfsrecht te vergroten. Of Tunesiëdeal-achtige overeenkomsten het beoogde effect zullen halen, blijft ongewis. Sinds het sluiten van de Tunesiëdeal zijn er méér migranten bij Italiaanse kusten aangekomen. De Haas wijst erop dat het openstellen van legale migratieroutes de kans op tijdelijke migratie vergroot, terwijl uit onderzoek ook is gebleken dat strenge immigratieregels vooral de terugstroom afknijpen.

Wafa Al Ali

Wonen

PVV en VVD willen buiten de stad bouwen, BBB wil landbouwgrond beschermde status geven

Over de aanpak van de woningnood, een van de grote problemen van Nederland, zitten PVV, NSC, BBB en VVD grotendeels op één lijn.

Net als het demissionaire kabinet willen de vier partijen meer betaalbare en passende woningen, voor starters tot senioren. Regels die bouw belemmeren moeten worden geschrapt of versimpeld. Zowel steden als dorpen krijgen aan de randen „een straatje erbij” – wat vriendelijker klinkt dan een hele wijk.

Een gedeelde visie biedt nog geen garantie voor een snelle oplossing, natuurlijk. Mochten deze partijen tot een coalitie komen, dan krijgen zij ook te maken met belemmeringen als de hogere rente, inflatie, gestegen bouwkosten en stikstofregels.

Alle vier de partijen zijn het eens dat migratie een belangrijke oorzaak is voor de gestegen vraag naar woningen. Ze noemen in hun verkiezingsprogramma’s wel verschillende doelgroepen die voorrang moeten krijgen op de woningmarkt. De PVV wil meer sociale huur, middenhuur en koopwoningen bouwen voor „Nederlanders” in het algemeen. BBB en NSC noemen woningzoekenden met een lokale of sociale binding aan de gemeente, en NSC en VVD noemen ook mensen met maatschappelijke beroepen zoals verpleegkundigen of agenten voor (huur)woningen.

Het betekent overigens niet dat de partijen geen woningen meer aan migranten willen toewijzen. De PVV heeft het wel over een „asielstop”, en wil studie- en arbeidsmigratie „fors” beperken. BBB wil net als NSC en VVD „meer grip” op migratie en schrijft: „Arbeidsmigranten verdienen goede huisvesting tegen een marktconforme prijs.” VVD wil de huisvesting van arbeidsmigranten regelen in een ‘Bouwakkoord’ met bouwers, corporaties en provincies.

Alle vier de partijen willen sneller en meer bouwen. NSC, VVD en BBB pleiten daarbij voor meer regie door het Rijk-, en NSC en VVD voor dwingende afspraken met de markt of gemeenten en provincies. De versnelling moet onder meer komen van innovatie (zoals de bestaande prefab woningbouw in fabrieken) en minder vertragende bouwprocedures.

Buiten de stad bouwen

Waar gebouwd mag worden, kan mogelijk discussie opleveren tussen de vier partijen. De PVV wil „ook zeker buiten de stad” woningen bouwen, de VVD schrijft dat natuur en woningen „geen tegenpolen” hoeven te zijn. Maar BBB wil landbouwgrond een beschermde status geven en vindt dat nieuwbouw boeren in de omgeving niet mag belemmeren. BBB wil wel meer woningbouw in dorpen (naast steden), maar liefst bínnen bestaande bebouwing. Gemeenten mogen wel zelf bepalen waar wel en waar niet gebouwd mag worden, benadrukt BBB.

De PVV en VVD zien legalisering van permanente bewoning van vakantiehuizen als een snelle oplossing voor de woningnood. NSC wil de „wildgroei” aan vakantiewoningen beteugelen, juist omdat ze ten koste zouden gaan van woongelegenheden.

Huurprijzen moeten betaalbaar zijn vinden de vier partijen, al zie je hier wat verschillen. De PVV wil sociale huren verlagen en de huurtoeslag verhogen. De VVD daarentegen heeft het over het remmen van de stijging van de huurprijzen. NSC is voor het reguleren van een deel van de middenhuur, zoals ook het demissionaire kabinet wil. BBB wil deze regulering juist bevriezen, omdat lagere middenhuren investeerders kan afschrikken, waar de Raad van State onlangs ook voor waarschuwde.

NCS en VVD zijn geen fans van erfpachtconstructies: „complex, duur, onduidelijk en onvoorspelbaar”, vindt NSC. De partij wil een wettelijke consumentenbescherming om te hoge erfpacht te voorkomen.

Rond verduurzaming van woningen zijn de verschillen groot. De PVV wil stoppen met het gasvrij maken van woningen en geen verplichte warmtepomp. NSC, BBB en VVV pleiten juist voor verduurzaming van huizen met allerlei maatregelen; de VVD gaat zover dat gemeenten verhuurders het geven van een korting aan huurders kunnen opleggen, zolang zij hun woningen niet isoleren.

Eppo König

Bestaanszekerheid

In haar wens om fraude ‘keihard aan te pakken’ staat PVV alleen

Het minimumloon volgend jaar al fors verhogen van 13 naar 16 euro: de PVV ziet het wel zitten. Onlangs riep de partij het demissionaire kabinet op om dit te regelen. De andere voorstanders? SP, GroenLinks-PvdA, PvdD, Denk en BIJ1.

Rond sociaal-economische onderwerpen stemt de PVV vaak mee met linkse partijen. Dus als het tot een formatie komt met VVD, NSC en BBB, kan Geert Wilders het nog moeilijk krijgen zijn wensen verwezenlijken.

Over het minimumloon bijvoorbeeld, zijn de andere drie partijen terughoudender. Daar zijn zij vóór. Maar een gunstig vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven is ook belangrijk, zeggen zij. En al te sterke loonsverhogingen zullen ondernemers doorberekenen in hun prijzen, vrezen deze partijen, waardoor de burger er niets mee opschiet. Dus als het tot een akkoord komt met deze partijen, blijft het waarschijnlijk bij een bescheiden verhoging van het minimumloon, waarbij ook de bijstand en de AOW-uitkering omhoog gaan.

PVV: verlaag AOW naar 65 jaar

Op veel meer onderwerpen heeft de PVV een afwijkende mening. Haar wens om de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar, wat verder alleen de SP bepleit, is weinig kansrijk aan de formatietafel. De kosten daarvan zijn hoog: op korte termijn zo’n 4,5 miljard euro per jaar, op lange termijn nog meer. Voor VVD en NSC zal dat onacceptabel zijn: zij bepleiten financiële degelijkheid en zien de komende jaren weinig ruimte voor extra uitgaven.

Fraude en misbruik met uitkeringen wil de PVV „keihard aanpakken”, staat in haar verkiezingsprogramma. „We laten ons niet meer belazeren.” De PVV en FVD zijn de enige partijen die nog vragen om streng beleid. Sinds de Toeslagenaffaire vinden de meeste partijen het tegenovergestelde: het fraudebeleid is juist doorgeschoten. De regels gaan „te veel uit van het gevaar van fraude en oneigenlijk gebruik”, staat in het NSC-programma. Mensen worden geconfronteerd met „hoge boetes of terugvorderingen door een klein foutje”, ziet de VVD. Rutte IV is al begonnen met het versoepelen van de frauderegels, een volgend kabinet zal daar waarschijnlijk mee doorgaan.

Simpeler toeslagensysteem

Wat zich moeilijker laat voorspellen, is de toekomst van de toeslagen. Het belasting- en toeslagensysteem moet simpeler, zeggen deskundigen al jaren. De toeslagen zijn voor veel mensen een bron van onzekerheid, door de voorschotten die daarna weer gecorrigeerd moeten worden. Wie een fout maakt, of zijn situatie ziet veranderen, moet soms ineens veel geld terugbetalen.

Weinig concreet

Er zijn al stapels rapporten die schetsen hóé het belasting- en toeslagenstelsel simpeler kan. Maar in verkiezingsprogramma’s zijn de meeste partijen er weinig concreet over. De PVV heeft zelfs niets over dit onderwerp opgeschreven. De VVD spreekt de wens uit dat het „eenvoudiger” moet, maar werkt dit niet uit. NSC wil dat een speciale parlementaire commissie hiernaar gaat kijken.

Lees ook: Van de toeslagen kom je niet zomaar af

Alleen BBB noemt een concreet alternatief. Zo overweegt de partij om de eerste 30.000 euro inkomen voor iedereen belastingvrij te maken. Dat zou slecht nieuws zijn voor de laagste inkomens, die er dan fors op achteruitgaan. Zij betalen te weinig belasting om voluit te profiteren van zo’n belastingkorting, maar raken wél hun toeslagen kwijt. „Wij zijn dit nog aan het uitwerken”, zei de nummer vier van BBB, Henk Vermeer, toen hij hier onlangs mee geconfronteerd werd in de BNR-podcast En gratis bier voor iedereen.

Voor NSC is nog iets anders belangrijk: deze partij wil strategisch overheidsbeleid om basisvoorzieningen als energie, water en voedsel toegankelijk en betaalbaar te houden. Omtzigt zal in een formatie dan ook proberen om bestaanszekerheid niet alleen te laten gaan over het inkomen, maar ook over de uitgaven van mensen.

Christiaan Pelgrim

Zorg

PVV en BBB willen fors geld uitgeven, NSC en VVD zijn terughoudender

Het eigen risico afschaffen, de tandarts terug in het basispakket, terugkeer van de bejaardenhuizen. Als het aan de PVV ligt, worden de komende jaren miljarden extra in de zorg geïnvesteerd. Maar daarvoor is steun nodig van de andere grote rechtse partijen. BBB wil ook fors meer geld uitgeven. NSC en vooral de VVD zijn terughoudender.

Dat verschil is logisch, zei gezondheidseconoom Xander Koolman van de Vrije Universiteit op Radio 1: „Partijen die hun programma niet hebben laten doorrekenen door het CPB [onder meer PVV en BBB, red.] geven veel meer cadeautjes weg dan partijen die dat wel hebben gedaan. Maar het is niet duidelijk hoeveel al die leuke zorgplannen gaan kosten.”

Waar kunnen de partijen elkaar vinden? In elk geval: bij de tandarts. NSC wil alleen de jaarlijkse controle voor volwassenen (kinderen tot 18 jaar zijn al gratis) terug in het basispakket, bij de PVV gaat het ook om het vullen van gaatjes, bij BBB is dat onduidelijk. Controles en gaatjes kosten bij elkaar zo’n 1,5 miljard euro per jaar. Yesilgöz zei hierover tijdens het SBS-verkiezingsdebat liever andere maatregelen te nemen zodat mensen „geld in de zak overhouden”.

Het ministerie van VWS toonde zich eerder ook weinig enthousiast over gratis tandzorg. Tot 2006 was de tandarts gratis, aldus VWS, maar evengoed gingen zo’n miljoen mensen nooit. Daarnaast zal de premiebetaler die extra kosten weer in zijn premie terugzien.

De meeste partijen zijn het ook eens over de beteugeling van de marktwerking in de zorg, behalve de VVD, die daar niets over zegt in het programma. BBB noemt de marktwerking „doorgeslagen”, NSC vind dat „zorg voor mensen geen markt is”. De PVV wil de acute zorg uit de marktwerking halen.

Marco Varkevisser, hoogleraar marktordening en gezondheidseconomie in Rotterdam, noemt het „valide” te kijken naar het PVV-voorstel. Op een spoedeisende hulp, bijvoorbeeld, voegt concurrentie immers weinig toe. „Hetzelfde geldt voor de complexe geestelijke gezondheidszorg.” NSC en BBB vinden elkaar ook in hun standpunt over de zorgverzekeraar: die moet een kleinere rol krijgen, de zorgprofessional juist een grotere. De BBB wil dat verzekeraars voortaan afspraken maken met „collectieven” (zoals brancheverenigingen) in plaats van individuele zorgverleners – iets wat nu niet mag omdat het als kartelvorming wordt gezien.

Medicijnen

Nog een punt waarop PVV, NSC en BBB elkaar vinden: minder afhankelijkheid van het buitenland bij geneesmiddelen. Ook hierover zegt de VVD niets. Zowel BBB als NSC willen ook het preferentiebeleid loslaten, waarbij de verzekeraar alleen de goedkoopste merken van generieke geneesmiddelen vergoedt. Veel lastiger lijkt de discussie over het schrappen van het eigen risico van 385 euro. PVV is voor, BBB wil het „sterk verlagen” en wellicht later afschaffen. NSC en VVD willen het eigen risico behouden maar wel ‘opknippen’, zodat patiënten niet in één keer het volledige bedrag moeten betalen. Exact dat wil het demissionaire kabinet ook: mensen betalen maximaal 150 euro per behandeling tot de 385 euro is bereikt. Volledig afschaffen van het eigen risico kost zo’n 5 tot 6 miljard euro en leidt weer tot een hogere zorgpremie.

Wat ook lastig ligt: de terugkeer van bejaardenhuizen. PVV en BBB presenteerden onlangs een initiatiefwetsvoorstel om dit mogelijk te maken, maar de andere twee partijen volgen de lijn van het kabinet om ouderen „zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen”. Voor meer plekken in het verpleeghuis – er is nu een wachtlijst van 21.000 mensen – is dan weer wel bredere steun.

Lees ook: Als het aan de PVV en BBB ligt, keert het bejaardenhuis terug: ‘60-plussers denken: wat gebeurt er in 2040?’

Alle vier de partijen doen suggesties het personeelstekort in de zorg (deels) op te lossen, bijvoorbeeld door meer geld vrij te maken voor nieuw personeel en het aloude mantra ‘minder bureaucratie’. NSC en BBB doen voorstellen die lastig verenigbaar lijken met die van de PVV: NSC wil eenvoudigere erkenning van buitenlandse diploma’s en betere begeleiding van statushouders naar zorgbanen, BBB wil buitenlandse zorgprofessionals aantrekken. Méér arbeidsmigratie dus.

Juliët Boogaard en Oscar Vermeer

Cultuur

Minder woke en meer volkscultuur – de vier partijen zijn eensgezind

In de culturele sector is bezorgd gereageerd op de verkiezingswinst van Geert Wilders. De partij zegt te willen stoppen met alle kunst- en cultuursubsidies. Er is reden om aan te nemen dat ze het menen; in Tweede Kamerdebatten laat cultuurwoordvoerder Martin Bosma zonder uitzondering weten dat gesubsidieerde cultuur een linkse, elitaire deughobby is, betaald met gemeenschapsgeld. „Niemand wil die D66-woke-ellende nog zien. Een wokeversie van Die Zauberflöte van Mozart trekt ook vanavond weer vooral een lege zaal. Proficiat, prachtig. En al deze onzin wordt geslikt als zoete koek door de volledige Nederlandse kunstwereld”, aldus Bosma op 1 augustus bij een debat over cultuur.

Subsidie is van groot belang in de cultuursector. Hoewel enkele musicals en grote muziekacts zonder steun kunnen, zijn er zo’n vierhonderd instellingen die meerjarige subsidie krijgen van het Rijk, omdat ze artistiek en cultureel belangrijk worden geacht: van symfonieorkesten en theatergezelschappen tot rijksmusea.

Een verlaging van cultuursubsidie zou goed denkbaar zijn in een rechtse coalitie. Cultuur werd in ieder geval niet gespaard in de bezuinigingen van het eerste kabinet-Rutte (2010-2012), met gedoogsteun van de PVV. Onder leiding van staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) werden instellingen flink gekort en moesten ze veel eigen inkomsten genereren. Ook nu staat in het partijprogramma van de VVD dat gesubsidieerde instellingen „worden gestimuleerd” meer te gaan ondernemen. Bovendien zullen, als het aan de VVD ligt, de ticketprijzen hoger worden; de partij wil het huidige btw-tarief op culturele producten verhogen van 9 procent naar 21 procent.

Daar staat tegenover dat in het laatste kabinet-Rutte, vooral op initiatief van D66, er juist meer geld ging naar cultuur en er eindelijk zicht kwam op een betere betaling van werkenden in de culturele sector. De VVD schrijft ook in haar huidige programma: „We dragen cultuur een warm hart toe en zorgen ervoor dat zoveel mogelijk mensen kunnen meedoen met en genieten van cultuur.”

Bibliotheek

Sommige kunstsectoren zullen veiliger zijn dan anderen. NSC en VVD noemen nadrukkelijk de grote waarde van de bibliotheek en NSC wil steun voor „nationaal cultureel erfgoed, musea en tentoonstellingen”. Een verschuiving richting ‘volkscultuur’ lijkt aannemelijk. NSC, VVD en BBB wijzen nadrukkelijk op het belang van de niet nader gedefinieerde volkscultuur, in het geval van BBB onder het afwijzen van „opgelegde inclusie- en diversiteitspolitiek”. De afkeer van de PVV van ‘woke’ kunst is bekend.

De VVD wil dat volkscultuur een volwaardig onderdeel van de culturele basisinfrastructuur wordt, en er moet worden geïnvesteerd in „het behoud van regionale tradities en volkscultuur”. De BBB ziet cultuur als belangrijk, verbindend onderdeel van de culturele identiteit. „Deze verbinding zie je terug in de rijke tradities van het carbidschieten in Noordoost Nederland, de dorpskermissen, het carnaval in Brabant en Limburg.” NSC wil dat er een apart stimuleringsfonds komt voor nieuwe streekproducties met toneel, musical en film.

Regionale spreiding

Dit alles gaat gepaard met grote eensgezindheid over betere regionale spreiding van cultuursubsidies. De middelen voor kunst en cultuur moeten worden „herverdeeld”, zegt NSC – er moet meer naar het „landelijk gebied”. Dat zegt ook de VVD: „Nu wordt meer dan 90 procent van de cultuurgelden in de Randstad ingezet. (…) Het regionale belang van cultuur moet bij de verdeling van subsidie worden betrokken.” BBB wil dat cultuursubsidies „evenredig over Nederland worden verdeeld”.

NSC pleit voor de komst van een Nationaal Historisch Museum, „dat alle facetten van onze nationale en regionale geschiedenis tot uitdrukking brengt”. Dit oude plan (2006, uit de koker van SP en CDA) strandde destijds op een strijd over vestigingsplaats en inhoud. Wel zijn, als vervangend compromis, de nationale canon bij het Openluchtmuseum in Arnhem en het canonnetwerk van musea opgezet. De vraag is of er bij deze partijen veel steun voor is. Het Nationaal Historisch Museum stond ook al in het regeerakkoord van het laatste kabinet-Rutte, maar dat is nog geen bewijs van enthousiasme onder de VVD: dat punt was namelijk ingebracht door het CDA.

Elsje Jorritsma

Buitenland

Een pragmatischer en chauvinistischer Nederland, dat internationaal vaker op de rem trapt

De verkiezingen in Nederland afgelopen woensdag zorgden voor een kleine internationale aardschok, die werd gevoeld van Brussel tot Moskou. Russische staatsmedia reageerden opgetogen op de eclatante verkiezingsoverwinning van de PVV, Brussel fronste de wenkbrauwen.

Geert Wilders, zo kopte het Amerikaanse Politico, is ‘the EU’s worst nightmare’. Met premier Wilders aan de vergadertafel van de Europese regeringsleiders verschuift de machtbalans in Europa, schrijft Politico: „Plotseling is beleid als klimaatmaatregelen, EU-hervormingen en wapens voor Oekraïne ter discussie komen te staan.”

In zijn verkiezingsprogramma windt Wilders er geen doekjes om: ‘Eigen land eerst’. Volgens de PVV moet er een referendum komen over het EU-lidmaatschap, moet alle ontwikkelingshulp worden geschrapt en gaan er geen wapens meer naar Oekraïne. Maar inzake een referendum over een ‘Nexit’ zal de soep niet zo heet worden gegeten – al was het maar omdat de meeste Nederlanders behoorlijk tevreden zijn over de EU.

Een kabinet met NSC, BBB en VVD zal vrijwel zeker resulteren in een pragmatischer en chauvinistischer Nederland, dat in internationaal opzicht vaker op de rem zal trappen.

Vooral in Kyiv zal men zich zorgen maken over de fall-out van de Nederlandse verkiezingsuitslag. In 2018 bracht Wilders nog een bezoek aan Rusland en zei hij dat president Poetin „voor het Russische volk opkomt”. Ook de PVV veroordeelt de Russische invasie in Oekraïne, maar in de Kamer heeft de partij steeds protest aangetekend tegen massale militaire steun van de Nederlandse regering. Daarmee loopt de PVV nogal uit de pas met VVD, NSC en BBB, die zich vierkant achter Oekraïne scharen. De militaire steun aan Kyiv (waarvoor het komend jaar 2 miljard euro is uitgetrokken) zal daarom niet zo snel sneuvelen aan de formatietafel. Dat Nederland onder premier Wilders een internationale voortrekkersrol zal blijven spelen, lijkt echter onwaarschijnlijk. Zo vinden zowel NSC als BBB een snelle toetreding van Oekraïne tot de EU onwenselijk – wat lijnrecht indruist tegen het beleid van EU-voorzitter Ursula von der Leyen.

De relaties tussen Den Haag en Brussel zullen verschuiven onder Wilders I. Uit de verkiezingsprogramma’s van zowel NSC als BBB spreekt een eurosceptische houding. Zo waarschuwt de NSC voor een „sluipende uitholling van de nationale soevereiniteit” door de uitbreiding van Brusselse bevoegdheden, bijvoorbeeld door het instellen van Europese belastingen en het harmoniseren van het financiële beleid. De BBB ziet wel de voordelen van de gemeenschappelijke markt, maar stelt onomwonden dat daarvoor „een gemeenschappelijke munt” niet nodig is – waarmee de partij de deur op een kier zet naar het einde van de monetaire unie. Daarmee bevindt de VVD – van oudsher huiverig voor Europees vlagvertoon – zich ineens op de eurofiele linkerflank.

De koopman, niet de dominee

De kans dat Nederland de komende jaren instemt met verdere Europese integratie, lijkt onder een rechts kabinet nihil. En in de relaties met het globale zuiden zal vooral de koopman de boventoon voeren, niet de dominee. Alleen NSC wil de mensenrechten duidelijk laten meewegen bij het toekennen van ontwikkelingshulp. De rest van de mogelijke coalitie wil de verhoudingen met ontwikkelingslanden grondig herzien: omdat je liberale waarden beter kunt verspreiden via vrijhandel dan „vermanende toespraken” (dixit VVD), of omdat ontwikkelingsgelden beter kunnen worden besteed „aan onze eigen mensen” (PVV). Het Nederland van BBB „staat midden in de wereld”, schrijft de partij in haar programma, „maar heeft het eigen belang altijd in het achterhoofd”. Over dat laatste zal nauwelijks verschil van mening bestaan bij de komende coalitieverhoudingen.

Steven Derix

Lees ook: De formatie wordt een complexe puzzel met veel vragen

Klimaat

Bij de VVD is klimaatbeleid ingeburgerd, van de PVV mag het door de shredder

Voor de VVD zou het een nieuwe ervaring zijn: in een coalitie stappen waarin ze het meeste klimaatbeleid wil voeren. De regeringspartij was tot voor kort geen groot pleitbezorger van allerhande klimaatmaatregelen. We moeten niet doorslaan, zei Mark Rutte vaak, en kunnen blijven barbecueën.

Die terughoudende opstelling veranderde tijdens Rutte IV. De VVD was enthousiast over het voornemen twee kerncentrales te bouwen en was trots op de groene industriepolitiek die het gevallen kabinet wilde voeren. Grote industriebedrijven zouden afspraken maken met het kabinet om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen, in ruil voor miljarden aan subsidies.

Inmiddels is klimaatbeleid bij de partij van Rutte zo ingeburgerd dat de VVD zijn plannen liet doorrekenen door het Planbureau voor de Leefomgeving. En zelfs een extra klimaatdoel wil afspreken: in 2040 de uitstoot van broeikasgassen met 85 procent reduceren.

Gapend gat

Zet dat af tegen wat de PVV wil en je ziet een gapend gat. Geert Wilders wil alle klimaatbeleid direct door de shredder halen. Nederland heeft als klein land weinig invloed op de opwarming van de aarde en moet daarom stoppen met „de hysterische reductie van CO2”, volgens het verkiezingsprogramma. Het huidige klimaatbeleid is „onbetaalbare waanzin”, Nederland moet uit het akkoord van Parijs stappen en de klimaatwet intrekken. Bovendien wil Wilders de klimaatuitgaven en vergroeningssubsidies voor bedrijven schrappen en dat geld teruggeven aan „onze mensen”.

Over het precieze klimaatbeleid dat NSC en BBB voorstaan, is nog veel onduidelijk. NSC committeert zich in het verkiezingsprogramma aan het akkoord van Parijs, maar is verder vrij summier. BBB merkt in het verkiezingsprogramma op dat Nederland maar 0,4 procent bijdraagt aan de wereldwijde uitstoot, maar schrijft ook dat Nederland zich maximaal moet inzetten om de Europese klimaatdoelen te halen. Beide partijen zijn kritisch op het klimaatfonds waarin het kabinet-Rutte IV 35 miljard euro reserveerde tot aan 2030. Volgens NSC ontbreekt het aan democratische controle op de uitgaven. De partij wil bovendien bekijken of strenge normen en belastingen op uitstoot niet beter werken dan de subsidies die uit het klimaatfonds betaald worden.

Toch zijn er ook duidelijke overeenkomsten. Ze willen alle vier kerncentrales bouwen. Drie van de vier zijn voor het aanboren van nieuwe gasvelden in de Noordzee (BBB schrijft er niks over in zijn programma). Wilders wil kolencentrales openhouden, van BBB mogen de modernste openblijven zolang er geen alternatief is. Alle vier willen belastingen verlagen waar burgers last van hebben. VVD, NSC en BBB lijken grotendeels gelijk op te willen trekken met de rest van Europa. Fossiele subsidies zouden bijvoorbeeld samen met andere Europese landen moeten worden verminderd.

De grote vraag is wat er in een rechtse coalitie zal gebeuren met de bouw van windparken op zee. Tot 2031 moet er 16,5 Gigawatt aan windparken bijkomen. Dat plan is belangrijk om in 2030 de uitstoot van broeikasgassen te halveren. VVD en NSC zijn voor, PVV tegen. BBB wil de bouw van molens op zee „temporiseren” en stoppen „afhankelijk van hoe snel alternatieve vormen zoals zonne- en kernenergie en biogas opgeschaald kunnen worden”.

Zorgen bij bedrijven

In het bedrijfsleven bestaan grote zorgen over de verkiezingsuitslag. Komt de energietransitie onder een mogelijk kabinet met de PVV, BBB, NSC en VVD tot stilstand? Niet doorgaan met de bouw van windparken op zee zou de energietransitie direct vertragen, zeggen experts, ook degenen die voor kernenergie zijn. De komende jaren groeit de vraag naar stroom snel: meer mensen gaan met een elektrische auto rijden, bedrijven willen hun productieproces elektrificeren.

Verduurzaming op de rem?

Veel bedrijven hebben reeds miljarden geïnvesteerd in die transitie. De beheerder van het landelijke stroomnet, Tennet, gaf dit jaar al 4 miljard euro uit aan het verzwaren van het stroomnet, om de grootschalige elektrificatie van het bedrijfsleven en huishoudens mogelijk te maken. Shell is net begonnen met de bouw van een ‘groene’ waterstoffabriek op de Maasvlakte, à 1 miljard euro.

Als de verduurzaming op de rem gaat, komen dat soort projecten mogelijk in gevaar – en nieuwe projecten waarschijnlijk moeilijker van de grond. Zonder wind van zee kan de elektrificatie van de industriegebieden aan de kust bijvoorbeeld niet doorgaan. Shells groene waterstoffabriek heeft eveneens windenergie nodig. De net begonnen aanbestedingsprocedure voor een volgend windparken (‘IJmuiden Ver’) wordt misschien wel een lakmoesproef. Want welke windmolenbouwer wil nog meedingen onder zo’n gesternte?

Een woordvoerder van Tennet zegt: „Je proeft een soort nostalgisch nationalisme bij sommige partijen. Ze willen terug naar vroeger toen de Groningse gasbel ons ‘grote geluk’ was. Maar in feite is de Noordzee dat nu. De windenergie die we daar kunnen opwekken is oneindig, en als de windmolens er eenmaal staan goedkoop.”

Chris Hensen en Marike Stellinga

Illustraties: Leonieke Fontijn