Gelukkig hebben we de foto’s nog: hoe een verdwenen gletsjergrot digitaal herleeft

Jakob Kudsk Steensen was net op tijd: als hij negen maanden later naar de Zwitserse Alpen was gereisd, had hij de Arolla-gletsjergrot niet meer kunnen vastleggen. In september 2022 stortte de gletsjer in: er bleef niets meer van over.

Steensen (1987) fotografeerde in de tijd dat hij er nog wel in kon elk hoekje van de grot en maakte van die foto’s een virtueel 3D-model. De gletsjergrot is soms duidelijk herkenbaar in zijn video’s, maar meestal zoomt hij in of uit op zijn onderwerp. Dansende lichtpuntjes op het scherm kunnen het ene moment microscopische details voorstellen, het volgende moment doen ze denken aan de kosmos.

Het resultaat is nu te zien in het Teylers Museum in de tentoonstelling Voorbij de gletsjer. De 3D-modellen die Steensen maakte, bewerkte hij met een game-bewerkingsprogramma, waardoor de toeschouwer langzaam meebeweegt rondom en door de Arolla-gletsjer. Naast het ijs van de gletsjer heeft Steensen ook 3D-scans en hars van Arolla-dennenbomen in zijn video’s verwerkt.

Het levert een spectaculair schouwspel op van kleuren en structuren die continu transformeren. Jammer is echter dat dit virtuele spektakel met name de schoonheid en complexiteit van de natuur laat zien, waardoor het schrijnende feit dat natuurverschijnselen verdwijnen op de achtergrond blijft.

Topje van de Mont Blanc

De Arolla-gletsjer is voor het Teylers Museum geen onbekende: bevindingen erover werden al vroeg vastgelegd in het museum. In de achttiende en negentiende eeuw was er in West-Europa veel belangstelling voor wetenschappelijk onderzoek naar gletsjers in het Alpengebied.

Zo probeerde geoloog Horace-Bénédict de Saussure in 1787 de hoogte van de Mont Blanc te schatten. Eenmaal boven nam hij een stukje steen mee. Het ‘topje van de Mont Blanc’ is te zien in de vaste collectie van het Teylers museum. Ook een prachtig onderdeel van de collectie is een maquette uit 1787 van het gebergte.

In Voorbij de gletsjer toont het museum, naast de video’s van Steensen, ook enkele afbeeldingen uit de achttiende en negentiende eeuw van gletsjers in de Alpen.

De verschillen met de vroegere gletsjer blijken duidelijk uit het boek Travels through the Alps of Savoy and other parts of the Pennine Chain, with observations on the phenomena of glaciers (1843) van de natuurkundige James David Forbes. In het boek wisselt Forbes zijn onderzoeken af met reisverhalen en afbeeldingen. Op een prent van de Arolla-gletsjergrot valt vrijwel meteen het dikke pak ijs op.

Geoloog Carl Hackert (1740-1796) verbeeldde tientallen jaren eerder al Mer de Glace, een gletsjer zo’n zestig kilometer van de Arolla-gletsjer gelegen. Scherpe ijsbrokken strekken zich uit tot in de verte en lijken op golven in zee – dat moet ook de naamgever van Mer de Glace ooit gedacht hebben.

Zee van ijsbrokken

Dikke pakken ijs, een zee van ijsbrokken: het is treffend om de vroegere staat van de Arolla-gletsjergrot in de vitrine te zien. Samen met het werk van Steensen maken de historische afbeeldingen zichtbaar wat we al verloren hebben, of aan het verliezen zijn.

Na het instorten van de gletsjergrot keerde Steensen terug om geluiden rondom de Arolla-gletsjer op te nemen: krakend ijs, windgeruis, vallende druppels. In de soundscape van de video’s overstemt koorzang dikwijls de omgevingsgeluiden, waardoor een plechtige, soms zelfs dramatische sfeer ontstaat.

Geslaagder zijn de citaten van James David Forbes die Steensen als ondertiteling in beeld laat verschijnen. Het zijn daaruit niet de feiten maar eerder de onderzoekende gedachten die Steensen opneemt in zijn werk.

Samen houden de 180 jaar oude observaties van Forbes en de digitale beelden van Steensen de Arolla-gletsjergrot toch nog een beetje in leven.