Anderhalve week geleden werd Open AI-topman Sam Altman ontslagen. Een totale verrassing voor iedereen, juist omdat het zo goed gaat met het bedrijf achter de succesvolle chatbot ChatGPT. Inmiddels is hij weer terug. Hoe zit dat? Techredacteur Stijn Bronzwaer legt uit waarom deze interne strijd voor iets veel groters staat.
Via deze link kunt u zich abonneren op de wekelijkse AI-nieuwsbrief.
Miljardair en bitcoinfan Howard Lutnick is door aankomend president Donald Trump voorgedragen als minister van Handel. Hij krijgt een belangrijke rol bij het invoeren van de importtarieven die Trump heeft beloofd tijdens zijn verkiezingscampagne.
De 63-jarige Lutnick is nu topman van effectenmakelaar en investeringsbank Cantor Fitzgerald. Samen met Linda McMahon is hij voorzitter van het transitieteam van Trump. In die rol is hij verantwoordelijk voor het voordragen van kandidaten voor belangrijke posten.
„Importtarieven zijn een geweldig middel voor de president”, zei Lutnick in september in een interview met CNBC. „We moeten Amerikaanse arbeiders beschermen”. Trump beloofde tijdens de campagne tarieven van 10 tot 20 procent op de import uit alle landen in te voeren en voor import uit China zelfs van 60 procent. Veel economen zijn sceptisch over die protectionistische maatregel van Trump, maar in Lutnick heeft hij een enthousiaste medestander gevonden.
De aankomend minister van Handel is in tegenstelling tot veel andere bankiers op Wall Street erg te spreken over de cryptomunt bitcoin. „Ik ben een fan van crypto, maar laat me heel precies zijn: van bitcoin, alleen van bitcoin”, zei hij vorig jaar in een podcast van CNBC. „Die andere munten zijn helemaal niks”.
11 september
Lutnick kreeg na de aanslagen van 11 september 2001 nationale bekendheid, omdat twee derde van het personeel van zijn bedrijf Cantor Fitzgerald daarbij om het leven kwam. De kantoren van het bedrijf waren gevestigd op de 101e tot 105e verdieping van de door een vliegtuig getroffen en later ingestorte noordelijke toren van het World Trade Center in New York.
Hij werd ook genoemd als mogelijke minister van Financiën, maar die cruciale rol zal waarschijnlijk worden vervuld door iemand die beter valt in financiële kringen en geen negatieve reactie zal veroorzaken op de door Trump uiterst belangrijk geachte aandelenmarkten.
Liveblog Amerikaanse politiek
Donald Trump bevestigt zijn plannen om het leger in te zetten voor massadeportaties van migranten
Anderhalf uur nadat Rosanne Hertzberger en Femke Zeedijk hun vertrek uit de Tweede Kamerfractie van NSC bekend hadden gemaakt, zit Hertzberger achter een tosti en een kop thee in een café in Den Haag. Ze had op een chaotisch persoploopje gezegd dat „we de aanhoudende neiging van de PVV om minderheden te beledigen niet normaal mogen vinden”. En dat „helaas bij meer partijen de remmen los zijn”. Zeedijk had gezegd: „Voor mij heeft discriminatie een gezicht gekregen. Ik trek hier mijn grens. Dit is niet wie ik ben.”
Rosanne Hertzberger (40) wil met NRC over haar afwegingen praten. Hertzberger, van huis uit microbioloog en tussen 2009 en 2023 columnist van NRC, heeft in haar periode als Kamerlid een proces doorgemaakt, dat afgelopen vrijdag tot een climax kwam. „Het was een glijdende schaal, al maandenlang”, zegt ze.
Wanneer nam u het besluit uit de fractie te stappen?
„De afgelopen weken werd het alleen maar erger. Afgelopen vrijdag, toen Nora vertrok, dacht ik: dit kan niet zonder consequenties blijven. Ik kan niet stil blijven.”
Op vrijdag nam staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) ontslag vanwege, zoals zij het noemde, „de polariserende omgangsvormen” in het kabinet.
U bedoelt dat haar aftreden een gevoel bevestigde dat u al had?
„Ja. Ik was altijd al een van de mensen in de fractie die de grootste problemen had met de samenwerking met de PVV. Ik heb dat intern vaak gezegd, en in de zomer twee keer in het openbaar. Rond de beëdiging van het kabinet, schreef ik op LinkedIn dat de PVV gewoon doorgaat met ophitsen, en dat we daar waakzaam voor moeten zijn.”
Achahbar stapte op, maar NSC bleef in de coalitie zitten. Stond u alleen op die dag?
„Vrijdag en in het weekend hebben we als fractie online vergaderingen gehad. Iedereen mocht wat zeggen. Toen ik aan de beurt was, zei ik: ‘Ik vind dat we zo niet verder kunnen. We zitten op alle manieren in de knel.’ En daar waren ze het mee eens hoor, dat het echt onacceptabel was wat er met onze staatssecretaris was gebeurd. Maar in de fractie zagen ze tóch weer kansen op verbetering. En ze zeiden: ‘We zijn op zo veel fronten goed bezig, moeten we dat dan opgeven?’”
Was dat de reden dat de fractie ervoor koos toch door te gaan?
„Er heerste een gevoel van: wij moeten ons sterk houden. We zijn ook hard nodig.”
Was u teleurgesteld door het gebrek aan bijval? In de fractie heeft altijd verzet geleefd tegen samenwerking met de PVV.
„Er zitten grijstinten in. Iedereen denkt er natuurlijk ook nét iets anders over. Ik was altijd een van de meest stellige fractieleden, samen met Femke. Er zijn er ook die heel kritisch zijn, maar er niet de conclusie aan wilden verbinden die wij trokken.”
Heeft u geprobeerd die critici alsnog over te halen?
„Ik wilde dat we met zijn allen naar de uitgang gingen. Of dat er op zijn minst zicht zou komen op een uitweg. Ik heb tot maandagavond geprobeerd te zoeken naar gezamenlijkheid. Maar die kwam niet. Ze hebben me aangehoord, maar zaten er toch positiever in.”
Waarom stapt u nu op, en niet al eerder? Zoals u net zei, heeft u deze grote bezwaren altijd al gehad.
„Ik heb het ook heel lang een kans willen geven.”
Je kunt niet over vermeende gendefecten bij minderheden praten, dat is heel problematisch
De PVV heeft nooit een geheim van haar agenda gemaakt. Kon u dit op voorhand niet voorspellen?
„Ik heb me die vraag ook vaak gesteld, en intern hadden wij die discussie ook toen de PVV die grote verkiezingswinst boekte. Hadden wij tegen Nederland moeten zeggen: wij gaan onder geen beding met de PVV samenwerken, ondanks haar grote democratische mandaat? Kunnen we het niet tóch proberen, met rechtsstatelijke waarborgen, met goede afspraken vooraf? Het is een proces van acceptatie geweest, het is in stapjes gegaan. Ook bij mij.”
Wat had NSC, de partij van goed bestuur, bij deze samenwerking te winnen?
„Pieter [Omtzigt] had al langer ideeën over meer licht, meer lucht in de politiek. Die is er wel gekomen. Met een extraparlementair kabinet, veel mensen van buiten, onder wie de premier. Dat is een unicum. Daar waren we blij mee. Maar toen de PVV met ministers Reinette Klever en Marjolein Faber kwam, heb ik intern wel gezegd: jongens, deze mensen hebben zich wel heel extreem uitgelaten.”
Juist de extraparlementaire constructie die NSC zo graag wilde, heeft de PVV in de kaart gespeeld, omdat Wilders de handen vrij heeft in de Tweede Kamer.
„Ja.”
Denkt u dan niet: wat hebben we gedaan?
„Het heeft voor- en nadelen. Net als dat instappen in de coalitie een dilemma voor ons was. Dingen zijn nooit zwart-wit.”
U was al lange tijd ongelukkig in de coalitie, maar nam uw besluit pas na het vertrek van Nora Achahbar. Waarom?
„Nora zou nooit zomaar opstappen. Ze was in de perfecte positie om echt iets aan de hersteloperatie na het toeslagenschandaal te doen. En het is heel ironisch dat de Marokkaans-Nederlandse staatssecretaris zich niet weet te handhaven op precies dit dossier. Het dossier waarvan we weten dat de Belastingdienst er discriminerende en racistische werkwijzen op nahield. Het maakt uit wie ons land bestuurt. En dat zíj dit wilde doen. Dat heeft bij mij heel zwaar gewogen.”
Lees ook
Dat ‘powerwoman’ Achahbar als enige opstapte, verbaast Marokkaanse Nederlanders niets: ‘Racisme aankaarten is heel gevaarlijk’
Femke Zeedijk zei dat discriminatie een gezicht heeft gekregen. Bent u het daarmee eens?
„Dat weet ik niet. Maar er zijn voor en achter de schermen echt ontoelaatbare uitspraken gedaan. Dat een staatssecretaris [PVV’er Chris Jansen] nog altijd achter de ‘minder Marokkanen’-uitspraak staat. Jurgen Nobel [staatssecretaris van Participatie en Integratie, VVD] die echt zijn boekje te buiten was gegaan.”
Nobel zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden” niet onderschrijven.
Weet u wat er tijdens de ministerraad vorige week gezegd is?
„Nee. Maar over alles wat er gezegd is, waren Nora, maar ook andere NSC-bewindspersonen echt geschokt. En ik geloof Nora. Trouwens: de NSC’ers in de fractie geloven haar óók. Als de uitspraken die in het kabinet zijn gedaan voor haar de druppel waren, dan trek ik die afweging niet in twijfel.”
Om welke uitspraken ging het?
„Ik heb het bewindspersonen gevraagd, maar kreeg geen antwoord. Ze zijn roomser dan de paus, hè? Ze klappen niet uit de school over de ministerraad. Maar ze waren visueel geschokt. Laat ik het daarop houden.”
Vindt u het belangrijk om te weten wat daar precies gezegd is?
„Iedereen concentreert zich nu op wat er in de ministerraad is gezegd, en of dat racistisch was. Maar kijk naar wat er vóór de schermen gebeurt. PVV’ers hebben openlijk gezegd dat antisemitisme in het dna van moslims zit. Je kunt niet over vermeende gendefecten bij minderheden praten, dat is heel problematisch. Dat weet ik als lid van de Joodse gemeenschap maar al te goed.”
Is het racistisch, vindt u?
„Daarin ben ik dan weer heel erg NSC: ik voel me juridisch niet onderlegd om dat oordeel te geven. Maar de uitspraken die zijn gedaan kwetsen mensen, hitsen mensen tegen elkaar op. In een commentaar van NRC werden uitspraken van kabinetsleden ‘kroegpraat’ genoemd. Dat is een belediging voor de kroeg. Het is het landsbestuur, het Catshuis. Alleen al die plek, die verantwoordelijkheid, geeft een extra gewicht aan woorden.”
De bewindspersonen van NSC waren geschokt, maar bleven wel zitten.
„Ik had liever gezien dat we met zijn allen waren gegaan. Maar ter verdediging van mijn collega’s: er zit voor sommige NSC’ers een groot verschil tussen ontoelaatbare uitspraken en ontoelaatbare wetten.”
Kunt u dat uitleggen?
„Vanaf het begin zeggen we tegen elkaar: we laten ons niet de hele tijd afleiden door de chaos, door een nieuwe tweet van Wilders. We gaan niet steeds vergaande uitlatingen recenseren. We gaan niet op alles slaan. Er is een rechtsstaatverklaring, we concentreren ons op goede wetten. Het gevolg is dat we dat benoemen te wéínig hebben gedaan.”
Bij VVD en BBB zie je een mate van radicalisering met weinig remmingen. Het ging véél te hard
Het geloof dat gehecht wordt aan wetten, woorden en verklaringen, is dat niet typisch NSC?
„Ik ben daar ook een beetje een droogkloot in. Er is een verschil tussen wat je zegt en wat uiteindelijk de wet wordt. Pieter zal altijd zeggen, en terecht, dat de Belastingdienst de wet met voeten heeft getreden. Wettelijke kaders zijn belangrijk, als die worden geschonden, gaan dingen mis. Daarom zochten we ook houvast bij de rechtsstatelijke basislijn die we met de drie coalitiepartijen afspraken.”
Zoals Pieter Omtzigt het ook wil.
„Pieter is een belangrijke leermeester. Voor mij ook. Wetten doorspitten, wegblijven bij de waan van de dag. Maar het buitenkantje, hè? Daar zijn we niet zo goed in, daarin zijn we het tegendeel van populistisch. Successen vieren we ook veel te weinig. Ik heb het nog altijd over ‘we’, merk ik.”
In uw verklaring heeft u het ook over ‘basale normen van fatsoen’ die worden geschonden, onder meer door ‘hoe je spreekt over collega’s’.
„Het is niet de kern geweest, maar ik heb het buitengewoon giftige klimaat en de vijandigheid in de coalitie mee laten wegen in mijn besluit. Je ziet hoe de andere coalitiepartijen kwaad spreken over elkaar en ons achter de schermen, tegen de media. Daar heeft iedereen in de fractie last van. Als je voortdurend onder vuur ligt, altijd alleen maar in het defensief bent, dan is het heel lastig het tij te keren.”
U doelt op de VVD, waar bij NSC veel onvrede en wantrouwen over heerst?
„Mag ik het omfloerst zeggen? Ik merkte dat sommige partijen in de coalitie constructiever in de wedstrijd zitten dan andere partijen.”
Dat is wel heel omfloerst.
„De wil om samen te werken, om het echt samen te doen, ontbreekt soms in de coalitie.”
Bij PVV, VVD én BBB bedoelt u?
„Ja. En het werkte dan zo dat NSC altijd de partij wordt die moeilijk doet. Bij VVD en BBB zie je, en daar maakte ik me zorgen over, een mate van radicalisering. Ik heb weinig remmingen gezien. Het ging veel te hard, echt véél te hard.”
Woog voor u mee dat alles gebeurde in de nasleep van de rellen in Amsterdam, waarbij geweld werd gebruikt tegen Israëlische voetbalsupporters?
„Amsterdam was zo’n griezelige gebeurtenis. De schrik in mijn Joodse gemeenschap zit er enorm in. Kinderen die naar een andere school moeten, mensen die niet meer over straat durven. Wij zijn zo kwetsbaar, zo zichtbaar. Dus het was goed dat we daar als coalitie hard op reageerden, maar de andere drie partijen gingen helemaal los in hun reacties. In taal, in hoe groepen tegenover elkaar werden geplaatst. Hoe er in zondebokkentaal over andere bevolkingsgroepen werd gesproken. Taal maakt uit.”
Lees ook
Twee NSC-Kamerleden opgestapt, maar Van Vroonhoven houdt vol: ‘NSC is stabiel’
Hij is een selfmade man die niets cadeau heeft gekregen. In een kwart eeuw heeft Moustafa ‘Moba’ Aoulad ben Arroun (56) een uitzendimperium opgebouwd met kantoren in onder meer Capelle aan den IJssel, Velp, Gorinchem, Amsterdam en Polen. Dagelijks werken zo’n 10.000 mensen via bedrijven die onder zijn uitzendholding vallen. Die hoort volgens vakblad FlexNieuws bij de twintig grootste uitzendbureaus van Nederland.
Arbeidsmigranten uit onder andere Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Polen werken via Aoulad ben Arrouns bedrijven bij de grootste vleesverwerkers van Nederland: Vion (5,3 miljard euro omzet in 2022) en Van Rooi (774 miljoen omzet in 2022). De uitzendbedrijven zijn lid van brancheorganisaties en beschikken over een keurmerk van de uitzendbranche.
Begin 2024 zien inspecteurs van de Arbeidsinspectie een opmerkelijk verschijnsel bij Aoulad ben Arrouns bedrijven: met name buitenlands personeel wordt er op grote schaal op staande voet ontslagen. Waar deze ontslagconstructie normaal gesproken slechts zelden voorkomt, is zij bij deze bedrijven eerder regel dan uitzondering. Ook opmerkelijk: een klein deel van de ontslagen medewerkers komt even later gewoon weer in dienst, zonder zelf te weten dat ze ontslagen zijn.
De Arbeidsinspectie schrijft dat de bedrijven „misbruik” maken van de constructie, om er „financieel voordeel” mee te behalen. Door arbeidscontracten per direct te beëindigen, hoeven ze achterstallig loon en vakantiegeld niet uit te keren. Zo is 1 tot 5 miljoen euro bespaard, schat de Arbeidsinspectie, die eind mei een rapport over de praktijken naar buiten brengt. De uitzendbureaus noemt ze niet bij naam, maar volgens bronnen binnen de inspectie vallen alle bureaus onder Aoulad ben Arrouns holding.
Het rapport brengt de politieke discussie rond arbeidsmigratie in een stroomversnelling. Na de publicatie zegt toenmalig minister Karien van Gennip (CDA, Sociale Zaken) de geopenbaarde misstanden hard te willen aanpakken. „Dit kan echt niet meer”, schrijft ze aan haar ambtenaren. Ze roept de uitzendbranche en de vleessector op het matje en eist maatregelen. Beide bedrijfstakken zeggen een meldpunt voor misstanden toe. Ook komt er een ‘taskforce’ met vertegenwoordigers van overheid en de twee branches, die zal onderzoeken hoe malafide bureaus te bestrijden. Het Rijk wil ook opnieuw een certificeringsplicht voor uitzendbureaus, maar zo’n toelatingsstelsel opzetten duurt nog een aantal jaar.
Zelfregulering ‘werkt niet’
Rond uitzendbureaus die arbeidsmigranten laten werken in onder meer de Nederlandse vleesindustrie, komen geregeld signalen over misstanden naar buiten. Dan gaat het bijvoorbeeld om ontslagconflicten en onderbetaling, maar ook over slechte huisvesting en gebrekkige toegang tot gezondheidszorg. Hoe probeert de overheid die misstanden te bestrijden? En hoe kan het dat dit nauwelijks lijkt te lukken?
De basis voor de huidige problemen ligt in de jaren negentig, als de vergunningplicht voor uitzendbureaus wordt afgeschaft. Die kwam er twee decennia eerder, om sjoemelende ‘koppelbazen’ van legitieme bedrijven te scheiden. Maar dat stelsel blijkt te makkelijk te omzeilen.
Daarna verschuift het accent in de overheidsaanpak – de uitzendbranche moet vooral zichzelf reguleren. Bonden en werkgevers spreken in 1996 af uitzendpersoneel meer rechten te geven. Zo moeten uitzendbureaus en inleners uitzendkrachten bij ziekte doorbetalen en ontvangen ze voortaan bij ontslag een vergoeding.
Aoulad ben Arroun is zoon van een arbeidsmigrant. In de jaren zeventig kwam hij als kleuter met zijn ouders uit Marokko naar het Twentse Haaksbergen. Daar ging zijn vader in een kabelfabriek aan de slag. Zelf begon hij op zijn negentiende als uitbener van varkens in een vleesfabriek in Borculo, vertelt hij op de website van een van zijn bedrijven.
Als hij achtentwintig is, neemt zijn carrière een vlucht: hij wordt mede-eigenaar van een uitzendbureau dat vleesverwerkers voorziet van uitbeners en slagers. Niet lang daarna, in 1999, start Aoulad ben Arroun zijn eerste eigen uitzendbureau, Horizon Meat Services BV. Zijn bedrijf maakt een groeispurt door vanaf 2004, nadat Polen, Letland, Litouwen en later Roemenië toetreden tot de Europese Unie. Hij neemt meerdere uitzendbureaus over.
Aoulad ben Arrouns expansiedrift is exemplarisch voor de arbeidsbemiddeling in de afgelopen twintig jaar. Uitzendbureaus, detacheerders en payrollbedrijven groeien razendsnel. Statistiekbureau CBS telt er vierhonderd in 2004, en bijna twintigduizend vorig jaar. Samen zijn ze goed voor 46,2 miljard euro omzet in 2023. Cijfers van de Kamer van Koophandel, opgevraagd door NRC, tonen ook flinke beweging in de branche: in 2023 waren er bijna zevenhonderd nieuwkomers, terwijl ruim zeshonderd bedrijven stopten.
Zicht houden op deze markt is lastig, zegt zelfstandig arbeidsmarktonderzoeker Peter Donker van Heel, die de positie van uitzendkrachten onderzocht. De handhaving van regels is „enorm verkokerd”, zegt hij. Diverse instanties controleren elk een eigen deelterrein: gemeenten zien toe op de huisvesting van arbeidsmigranten, de Arbeidsinspectie kijkt naar arbeidsverhoudingen en -omstandigheden, de Belastingdienst naar de fiscale administratie. „De regelgeving is enorm complex en niemand overziet het geheel”, aldus Donker van Heel.
En dan kent de branche nog verschillende organisaties en keurmerken. Die passen bij de zelfregulering die de overheid van de bedrijfstak verwacht. Zo geeft het keurmerk van de SNA (Stichting Normering Arbeid) aan dat een uitzendbureau zijn administratie op orde heeft; bij dit keurmerk zijn 4.900 bedrijven aangesloten, die tweemaal per jaar controle krijgen. Een garantie biedt dit keurmerk niet; in 2014 bleek dat de bezitters ervan nauwelijks minder vaak de wet overtraden dan ondernemingen zonder keurmerk. Vakbonden CNV en FNV trokken daarom in 2016 hun handen van het keurmerk af.
Ook uitzendbureaus met een slechte reputatie kunnen in het bezit zijn van een SNA-keurmerk. Zo doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar uitzendbureau RMS Meat (voorheen Reyhan). Dit bedrijf, met SNA-keurmerk actief in de vleesverwerkende industrie, zou 2 miljoen euro aan lonen achterovergedrukt hebben.
„De klungelaars, die pakken we wel, maar de echte boeven richten hun administratie over het algemeen wel goed in”, zegt SNA-voorzitter en burgemeester van Nijmegen Hubert Bruls.
Over de zelfregulering in de branche kan onderzoeker Donker van Heel kort zijn: „Die werkt niet.” De SNA-inspecteurs komen alleen bij de aangesloten bedrijven, zegt hij, terwijl Nederland tienduizenden bedrijven telt die aan arbeidsbemiddeling doen.
In 2013 krijgt een uitzendbureau van Aoulad ben Arroun, dat over het SNA-keurmerk beschikt, de Arbeidsinspectie al over de vloer. Een Slowaakse uitbener bij vleesgigant Van Rooi heeft nog bijna 2.400 euro tegoed, blijkt uit een interne rapportage ingezien door NRC. De man is onverwacht teruggereisd naar Slowakije vanwege familieproblemen, en zegt dit netjes gemeld te hebben bij Aoulad ben Arroun.
Maar volgens de directeur van het uitzendbureau klopt dat niet, en is hij zonder iets te zeggen vertrokken. Bij wijze van „schadevergoeding” heeft Aoulad ben Arroun het achterstallige loon niet gestort. De Slowaak „heeft zich nooit bij ons gemeld, niet per mail noch per telefoon”, zegt hij in het gesprek met de inspecteur. Zelf deed hij ook geen poging de man te bereiken. Volgens de inspecteur is de Slowaak helemaal niet onaangekondigd vertrokken. Aoulad ben Arroun krijgt geen boete, maar de inspecteur maant hem het salaris en vakantiegeld alsnog over te maken en waarschuwt dat hij onderzoek zal doen naar andere „beëindigde arbeidscontracten en het niet uitbetaald loon”.
Werknemer is de dupe
In de jaren erop begint het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek naar één van Aoulad ben Arrouns uitzendbureaus. Het OM verdenkt het bureau van arbeidsuitbuiting en valsheid in geschrifte. Maar de beschuldiging van uitbuiting wordt na vier jaar door het OM zelf geseponeerd. En eind vorig jaar tikte de rechter het OM op de vingers: de andere verdenking was zo oud en het belang te beperkt om Aoulad ben Arroun er nog voor te vervolgen. Tot „de avond voor de inhoudelijke behandeling” was onterecht de beschuldiging van arbeidsuitbuiting „blijven hangen boven het hoofd” van Aoulad ben Arroun, schreef de rechter. Het OM heeft de 275.000 euro die Aoulad ben Arroun uitgaf aan advocaten, accountants en reizen vergoed.
Een paar maanden later komt de Arbeidsinspectie de grote aantallen op staande voet ontslagen werknemers bij Aoulad ben Arrouns bedrijven op het spoor. Bij een van de bedrijven wordt tot 80 procent van het vertrekkend personeel op staande voet ontslagen, schrijft de Arbeidsinspectie in het rapport van mei dit jaar. In de hele uitzendbranche kwam dit de afgelopen vier jaar bij minder dan 1 procent van het vertrekkend personeel voor, blijkt uit cijfers over de uitzendbranche die vorige week met de Tweede Kamer zijn gedeeld.
De werknemers zijn de dupe: die bouwen niet de extra rechten op, omdat ze continu in de laagste schaal blijven zitten, schrijft de inspecteur-generaal van de Arbeidsinspectie in een toelichting bij het rapport. Daarnaast vervalt het recht op een uitkering en ligt dakloosheid op de loer – veel arbeidsmigranten huren woonruimte via een uitzendbureau. Soms blijken werknemers het uitzendbureau zelfs geld verschuldigd, omdat ze een vergoeding moeten betalen (om vervanging te regelen), die ten minste gelijk is aan wat ze aan loon tegoed zouden hebben. „Zo komt de eindafrekening uit op nul of is die zelfs negatief”, aldus een bron binnen de inspectie.
Moba Aoulad ben Arroun las over het rapport in het nieuws, en dacht dat het wel eens over een van zijn uitzendbureaus kon gaan, vertelt hij op zijn kantoor in Gorinchem: een lichte ruimte met een systeemplafond en grote kamerplanten, aan de rand van een bedrijventerrein. Terwijl een verdieping lager arbeidsmigranten worden ingeschreven, belt de directeur een van zijn managers: „Jarek, kun je even de cijfers komen laten zien?”
Het klopt dat hij de afgelopen jaren duizenden arbeidsmigranten op staande voet heeft ontslagen, zegt Aoulad ben Arroun, maar dat er sprake is van misbruik, bestrijdt hij: de medewerkers vertrokken „met de noorderzon” en hij heeft geen idee waarom.
Businessmanager Jarek Sas klapt zijn laptop open, op het scherm staafdiagrammen van in 2024 uitgestroomd personeel bij een van Aoulad ben Arroun uitzendbureaus. Ook dit jaar ontsloeg de directeur ongeveer een derde van de werknemers van dit bureau op staande voet. Maar hij kan niet anders, zegt hij. „Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan. In de wet staat: geen werk, geen loon.”
Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan
Naar elke werknemer die verdwijnt stuurt Aoulad ben Arroun drie of vier brieven, zegt hij. Als ze na tien dagen niet terug zijn, ontslaat hij ze op staande voet. Per weggelopen kracht kost dat zo’n 2.000 tot 3.000 euro aan misgelopen inkomsten en uitgeleende beschermingsspullen, zegt hij, zoals stalen handschoenen en een schort, die vaak niet worden ingeleverd.
Advocaat Bas Hengstmengel, die gespecialiseerd is in flexibele arbeidsverhoudingen en tien jaar lang cao-controles in de uitzendbranche uitvoerde, vindt Aoulad ben Arrouns lezing weinig plausibel. „Je hebt er als werkgever vooral voordeel van, want je hoeft allerlei afdrachten niet te verrekenen, en ook geen ontslagvergoeding te betalen.”
Hengstmengel erkent dat arbeidsmigranten weliswaar geregeld zomaar vertrekken, maar merkt op dat andere uitzendbureaus de constructie blijkbaar niet zo massaal toepassen. Als onduidelijk is of mensen weer terugkomen, kunnen werkgevers ook een loonstop overwegen, zegt Hengstmengel. „Dat is veel minder ingrijpend.” Ontslag op staande voet is volgens hem alleen voor „extreme gevallen als diefstal of fraude” bedoeld. „Iemand die wordt ontslagen en daarna weer naar het werk komt, past niet in dat beeld.”
Aoulad ben Arroun slaat met zijn hand op tafel. „Als mensen zelf stoppen, hebben ze helemaal geen recht op ontslagvergoeding. Denkt die advocaat dat ik als Al Capone een organisatie leid en elke dag nabel hoeveel mensen op staande voet zijn ontslagen? Hoelang moet zo’n loonstop dan wel niet duren?”
Uitzendverbod
Inmiddels heeft ook de nieuwe minister Eddy van Hijum (NSC, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de publicatie over het ontslag op staande voet aangegrepen om harde maatregelen te eisen, mogelijk zelfs een uitzendverbod voor „probleemsectoren”, zoals de vleessector. „Op een gegeven moment moet je een streep trekken als er geen verbetering in zit”, zei hij deze zomer tegen De Telegraaf. Momenteel wordt onderzocht of zo’n verbod „juridisch” mogelijk is en wat de impact ervan is op de arbeidsmarkt, zegt een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken. In de Nederlandse vleesbranche werken dagelijks 12.000 mensen, van wie 80 procent uit het buitenland komt.
Naast de politiek reageerden ook de uitzend- en vleessector verontwaardigd op het rapport van de Arbeidsinspectie. „Een schande” noemde brancheorganisatie NBBU het. „Onacceptabel!” stond er boven een persbericht van COV, branchevereniging voor werkgevers in de vleesindustrie, waarvoor Aoulad ben Arroun cao-onderhandelingen voert. Hoewel het een van hun eigen leden betreft, zeggen COV en uitzendkoepel NBBU niet te weten om welke uitzendbureaus het gaat.
Ondertussen kijkt ook het huidige kabinet weer vooral naar de branche zelf om misstanden tegen te gaan. Het is de „eigen verantwoordelijkheid” van de sector om mensen goed te behandelen, schreef Van Hijum onlangs aan de Tweede Kamer. Een meldpunt waar misstanden gemeld kunnen worden, is ondergebracht bij vleesgigant Vion. Werkgeversorganisaties en uitzendkoepels moeten via een checklist hun eigen leden vragen of ze hun zaken op orde hebben.
Het nieuwe toelatingsstelsel, dat malafide uitzendbureaus van de markt moet weren, is er voorlopig nog niet. Afgelopen maand informeerde minister Van Hijum de Tweede Kamer dat het stelsel vanwege problemen in de uitvoering voor de tweede keer vertraging heeft opgelopen. Hij verhoogde de boetes en de capaciteit van de Arbeidsinspectie, die er 35 fte bij krijgt – afgelopen jaar telde de inspectie 1.753 voltijdbanen. Ook neemt minister Van Hijum meer tijd om te onderzoeken wanneer het stelsel kan worden ingevoerd. Dat is sowieso niet voor 2026.
De ruim zevenduizend op staande voet ontslagen arbeidsmigranten schieten er weinig mee op. Zij vallen onder het ontslagrecht en daar controleert de Arbeidsinspectie niet op. „Helaas blijkt dat op dit moment geen van de betrokken organisaties bevoegd is om misbruik van ontslag op staande voet aan te pakken”, schreef minister Van Hijum op 12 november aan de Tweede Kamer. Het aanpakken van het misbruik en controleren „van het einde van de arbeidsverhouding op juistheid” zijn niet de taak van de Arbeidsinspectie, UWV of de Belastingdienst, aldus Van Hijum.
De inspectie kan de ontslagen arbeidsmigranten wel naar goede advocaten en een juridisch loket verwijzen, maar vanwege hun precaire situatie maken de arbeidsmigranten zelden de gang naar de rechter.
De Arbeidsinspectie kan nu niet nader ingaan op vragen over de rapportage over het ontslag op staande voet, omdat er nog een onderzoek loopt. Het is nog niet duidelijk welke vervolgstappen worden genomen door de inspectie en andere handhavers, of wat de gevolgen voor de bureaus van Aoulad ben Arroun zijn.