De peilers zagen de eindspurt van de PVV wel, maar de hoeveelheid zetels van Geert Wilders’ partij is door alle peilers stevig onderschat. Peilingbureau Ipsos zat er in de slotpeiling, een dag voor de verkiezingen, tien zetels naast, Maurice de Hond acht zetels. En de onderzoekers van I&O peilden 28 zetels, waar de partij van Geert Wilders – met bijna alle stemmen geteld – inmiddels kan rekenen op 37 zetels.
Volgens de Peilingwijzer, een gewogen gemiddelde van een aantal peilingen, kon Wilders op de dag voor de verkiezingen op zo’n 17 tot 18 procent van de stemmen rekenen. Het werd 23,7 procent. Aan de andere kant werd het resultaat van de VVD juist weer overschat. In de Peilingwijzer stond de partij op ongeveer 18 procent van de stemmen. Het werd 15,2 procent.
Dat betekent niet dat peilingen structureel de plank missloegen, zegt Sjoerd van Heck, onderzoeker en politicoloog bij Ipsos. „Alle peilers registreerden de opwaartse trend bij de PVV in de laatste week voor de verkiezingen. Een dag voor de verkiezingen hebben we allemaal hetzelfde sentiment opgepikt. Peilingen zijn geen voorspelling, maar een momentopname.”
Lang zweven
Die opwaartse trend zet ook na de laatste peiling door, bedoelt Van Heck. Veel kiezers besluiten pas in het stemhokje op welke partij ze stemmen. Ditmaal lag dat percentage, volgens onderzoek van Ipsos, op 15 procent. Daarvan stemde een grotere groep dan verwacht op de PVV zegt de onderzoeker. „Partijen die net voor de verkiezingen een eindsprint maken, schieten op verkiezingsdag vaak door. Er ontstaat dan positiviteit rondom een partij, een zichzelf versterkend effect. Dat zagen we ook bij D66 in 2021”, zegt Van Heck.
Peilingen kunnen bijdragen aan dit zogenaamde bandwagon effect. Sinds afgelopen zaterdag was er, ook in NRC, veel media-aandacht voor een peiling van Maurice de Hond. De opiniepeiler signaleerde een forse zetelwinst van de PVV, waarmee de partij van Geert Wilders in de peilingen op gelijke hoogte kwam met VVD, NSC en GroenLinks/PvdA.
Van alle peilers schatte De Hond de winst van de PVV het beste in: hij zat er acht zetels naast. Bijna binnen de marges die ruimte laten voor drie zetels minder of vijf zetels meer, zegt De Hond. „Aan de bovenkant heb ik de PVV 34 zetels gegeven. Dit is een van de grootste verschuivingen ooit in de Tweede Kamer en ik heb de volgorde van de eerste tien partijen goed voorspeld. Daar ben ik best wel tr
De Hond verklaart het succes van de PVV aan de hand van de strategische stem op rechts. Die groep kiezers kon deze verkiezingen lang zweven, zegt hij. Strategische stemmers kiezen bijvoorbeeld vaak voor een bepaalde coalitie of premierskandidaat, zoals tussen Diederik Samsom (PvdA) en Mark Rutte (VVD) in 2012. Ditmaal ontbrak zo’n tweestrijd en waren politici vaag over met wie ze wilden regeren, vindt De Hond.
Versterkend effect
Naar eigen zeggen kijkt De Hond naar meer dan alleen de pure statistiek. Hij weegt ook eerdere verkiezingsuitslagen mee. De grote groep BBB-stemmers van de Provinciale Statenverkiezingen van afgelopen voorjaar zag De Hond in zijn panel bij die partij weglopen, eerst naar NSC en toen, uiteindelijk op de valreep, naar de PVV. De abrupte omslag die De Hond op basis van zulke analyses zaterdag meldde, heeft hij „de afgelopen twintig jaar maar drie à vier keer meegemaakt”.
Pas na de publicatie van zijn zaterdagse peiling, werd de inzet van de strategische stem duidelijk, zegt De Hond. De partijen dreven daarmee een deel van hun achterban naar de PVV, omdat ze „Wilders buiten de coalitie wilden houden”, zegt de opiniepeiler. „De campagnes van VVD, NSC en Timmermans hebben gezamenlijk hun best gedaan om de uitslag van de PVV zo hoog mogelijk te maken.”
Van Heck viel het op dat partijen tijdens de campagne veel bezig waren met onderlinge overeenkomsten en mogelijke opties voor de formatie. „De kiezers zagen daardoor de verschillen tussen partijen niet goed en waren gevoeliger voor gunstige peilingen, of een goede prestatie in een debat. Dat komt niet eens zozeer door de peilingen zélf, maar vooral door de manier waarop over de peilingen wordt gepraat én de mate waarin dat gebeurt.” Kortom, hoe meer gewicht wordt toegekend aan een peiling én hoe vaker dat gebeurt, hoe meer die kiezers beïnvloedt.
Peter Kanne, senior onderzoeksadviseur bij I&O, benadrukt dat een slotpeiling geen voorspelling is van de uitslag. „We zagen al weken een opwaartse trend bij de PVV. In de laatste dagen trok de PVV ook extra strategische kiezers die wilden voorkomen dat Frans Timmermans in het Torentje zou belanden. Door een combinatie van deze factoren wist de PVV de verkiezingen met overmacht te winnen.”
De peiling van zaterdag heeft een belangrijke rol gespeeld, stelt De Hond. „Ik denk dat een paar honderdduizend mensen op de PVV hebben gestemd die dat vier weken geleden nooit van zichzelf hadden verwacht. Een peiling maakt zichtbaar wat onder de kiezers leeft. En omdat iedereen het daar dan over heeft, versterkt dat elkaar.”
Lees ook
De campagne ging over winnaars en peilingen, breken met dertien jaar Rutte deed bijna niemand écht
Lees ook
Wie zitten er achter de peilingen? 9.500 meningen, een hap soep en een bon van Bol.com
Update 24/11/2023, 15:00 uur: Dit artikel is aangevuld met een reactie van I&O.