Het lijkt redden wat er nog te redden valt voor de VVD, één dag voor de verkiezingen. Op NPO Radio 1 zegt Dilan Yesilgöz dat ze het niet ziet zitten, „dienen” onder „premier Wilders”. Dat is sinds het weekend opeens een serieus scenario geworden. Al sinds Yesilgöz op vrijdag 18 augustus had gezegd dat ze de PVV niet uitsluit om mee samen te werken omdat ze geen kiezers wil uitsluiten, is die partij in de peilingen aan het stijgen. En sinds het laatste campagneweekend al helemaal.
Maar dát was nooit de bedoeling geweest van de VVD-strategie om Dilan Yesilgöz met een andere boodschap te laten komen dan Mark Rutte: scherper anti-migratie, en anders in de omgang met de PVV. Rutte moest van samenwerking met de PVV al jaren niets meer weten.
En dus komt opeens deze verwarrende boodschap: de VVD sluit PVV-kiezers alleen uit als het er te veel zijn.
De dag na de verkiezingen mag Kamerlid Eelco Heinen als campagneleider van de VVD redden wat er te redden valt. Op een bijeenkomst in perscentrum Nieuwspoort, donderdagochtend, zegt hij dat Yesilgöz op de radio had bedoeld: ze zag zo’n verkiezingsoverwinning van Wilders „niet gebeuren” en daarom vond ze die vraag „niet relevant”.
VVD’ers in Den Haag die een kabinet met de PVV niet zien zitten, leggen de reddingspoging van Eelco Heinen zo uit: als je de gesprekken met Wilders over een kabinet de komende tijd laat mislopen, moet hij daarna niet de kans krijgen om te zeggen dat de VVD het nooit echt heeft gewild. En de 2,3 miljoen kiezers van de PVV dus ook nooit echt serieus heeft genomen. Luister maar naar dat radio-interview.
VVD’ers in Den Haag die zo’n kabinet wél zien zitten, denken dat ze Heinen horen zeggen: misschien heeft ze het wel zo gezegd, maar niet zo bedoeld. En dus gaat de VVD gewoon onderhandelen met de PVV.
Lees ook
Wie bezorgde PVV de winst: Dilan Yesilgöz of Wilfred Genee?
Diep verdeeld
De eerste en tot nu toe enige keer dat de VVD met de PVV samenwerkte was in 2010 in het kabinet Rutte I, van VVD en CDA met een gedoogrol voor Wilders. Het CDA raakte zo diep verdeeld door die samenwerking dat toen nauwelijks opviel hoe moeilijk óók Kamerleden van de VVD het ermee hadden. In de gangen van de Tweede Kamer vroegen collega’s soms: „En, hoe is het nu in Bruin 1?”
De fractie van de VVD kreeg in die tijd strenge discipline opgelegd: Mark Rutte wilde in zijn partij geen openlijke kritiek horen op de PVV. Hij had het al moeilijk genoeg, vond hij, met het wankele CDA.
Dat dat toen niet opviel, wil niet zeggen dat Rutte I voor VVD’ers niets meer betekent. Er zijn er nog steeds voor wie het voelt als een trauma. In VVD-appgroepen gaan leden sinds de verkiezingsuitslag van woensdag heftig tekeer tegen zo’n nieuw avontuur met Wilders.
Ook de Tweede Kamerfractie van de VVD lijkt er verdeeld over te zijn. Er zijn Kamerleden die zeggen dat het vooral om de standpunten gaat, en veel minder om principes over rechtstaat en democratie. En dat de standpunten van GroenLinks-PvdA veel verder af staan van de VVD dan die van de PVV. Er zijn er ook die er niet aan moeten denken om met de partij van Wilders in een kabinet te zitten.
Bij de Kamerleden is het verkiezingsverlies van de VVD, die het met tien zetels minder moet doen en niet meer de grootste is, hard aangekomen.
Maandenlang leek het erop dat de partij met een strak geplande campagne en een extreem boodschapvaste lijsttrekker een bijzondere prestatie ging leveren: overeind blijven bij verkiezingen ondanks het vertrek van een populaire leider. Dat is mislukt.
Daar komt nog bij dat ook in de VVD, al is het binnenskamers, klinkt wat nu vooral ándere partijen in Den Haag zeggen: dat de VVD de PVV flink heeft geholpen met groeien. En dat ze het daar met z’n allen nog eens goed over moeten hebben.
In Nieuwspoort, donderdagochtend, zegt CDA-campagneleider Bart van den Brink dat Yesilgöz „de campagneleider van Wilders” werd toen ze in augustus net voor een vergadering van de ministerraad „quasi-nonchalant” de deur had opengezet voor de PVV. Eelco Heinen reageert er fel op: uit eigen VVD-onderzoek kwam volgens hem dat vooral veel kiezers van BBB en NSC in het laatste weekend van de campagne waren overgelopen naar de PVV.
‘Is dit nog mijn land?’
VVD’ers vinden dat het in het elk geval óók met Pieter Omtzigt te maken heeft, die volgens hen te lang treuzelde met zich uitspreken over het premierschap. En met BBB van Caroline van der Plas, waar veel mis ging in de campagne.
Donderdagmiddag, bij de VVD in de Tweede Kamer, zegt Dilan Yesilgöz dat de 37 zetels voor Wilders laten zien dat je „niet mag voorbijgaan aan de échte zorgen van mensen”. „Dat maakt waarom we nu op dit punt staan, en dat is waar de VVD al maanden op hamert: de zorgen van die mensen zijn reeël.”
Ze zegt ook weer: „De instroom is te hoog, mensen vragen zich af: is dit nog wel mijn land? Daar gaat het over.”
‘Een nieuwe werkelijkheid’
En dat Yesilgöz niet met ‘premier’ Wilders in een kabinet wilde? Daar heeft haar partij iets op bedacht. Er is, zegt ze nu, door de verkiezingsoverwinning van de PVV „een nieuwe werkelijkheid” ontstaan. Die overwinning zag ze niet aankomen, ze wil de uitslag laten „bezinken”.
De VVD-kiezers weten het volgens een onderzoek van EenVandaag al wél: van hen wil 84 procent dat hun partij met de PVV gaat regeren. En met Geert Wilders als premier? Dat vindt tweederde van de VVD’ers geen probleem.