„Vóór de repetities begonnen, was ik bang dat het misschien erg beladen zou worden. Maar dat is helemaal niet zo.” Stanley Burleson denkt tussen de drukte van de try-outs door terug aan de totstandkoming van de musical Boni. „Het is natuurlijk wel een beladen geschiedenis, vooral als je speelt voor een publiek van Nederlanders, die in dit verhaal eigenlijk de agressors zijn – degenen die het leed veroorzaakten. Maar het is voor mij heel belangrijk om een stuk neer te zetten waarbij iedereen die na het kijken naar buiten loopt zich niet per se hoeft te schamen, maar vooral ergens begrip voor heeft gekregen. We komen dichter tot elkaar wanneer we elkaar begrijpen.”
Burleson heeft al 36 jaar ervaring in de musicalwereld: hij speelde in grote producties als Cats, Les Misérables en Aladdin en verzorgde de choreografieën van onder meer The Adams Family en Was getekend, Annie M.G. Aan die lange lijst kan hij nu nog een ervaring toevoegen: hij regisseert de nieuwe musical Boni, over de gelijknamige Surinaamse verzetsheld uit de achttiende eeuw. In de binnenlanden van Suriname ontpopte Boni zich tot leider in de strijd tegen de slavernij. Zijn levensverhaal wordt verteld met een mix van hedendaagse en traditionele muziekstijlen: van rap en gospel tot r&b en musical.
Burleson wordt bijgestaan door een cast van jonge mensen. „Die vertellen het verhaal van Boni in hun eigen taal”, zegt Burleson. „Als je dat combineert met traditionele invloeden uit de Surinaamse muziek en cultuur, krijg je een heel mooie combinatie, en eigenlijk ook iets wat nog niet zo duidelijk bestaat – terwijl er zo veel jonge Surinamers in Nederland zijn. Het is heel belangrijk dat de jeugd die in Nederland tussen twee culturen opgroeit, gaat begrijpen dat die twee ook iets opleveren: een nieuwe cultuur. Hun cultuur. Dat ze leren dat die cultuur er mag zijn en ergens vandaan komt, zodat ze met trots naar hun verleden en hun voorouders kijken.”
Nog meer Surinamer worden
Zelf groeide Burleson op met een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader, in een dorpje in Noord Holland. „Mijn vader was één van de twee zwarte mannen in de gemeente en heeft zich heel snel aangepast aan het leven in dat dorpje.” Burleson en zijn broer „groeiden op als witte jongetjes. We hadden een zwarte vader en aten af en toe rijst: dat was het enige verschil. Ik ben niet ondergedompeld geweest in de Surinaamse cultuur.”
In de jaren negentig vertolkte Burleson een hoofdrol in de musical Faya: een liefdesverhaal tussen een Creoolse jongen en een Hindoestaans meisje, tegen de achtergrond van de Surinaamse onafhankelijkheid. „Dat was mijn eerste aanraking met echte Surinaamse cultuur. Boni is de tweede productie over Suriname waar ik aan meewerk, en ik leer weer veel van mijn acteurs over de cultuur. Het is eigenlijk een heel leuke manier om nog meer Surinamer te worden.”
Ook voor de cast zelf is de musical een bijzondere ervaring, zegt Burleson. „De acteurs staan voor het eerst op het toneel zonder ‘de uitzondering’ te zijn: de hele cast is zwart. En ze vertellen hun eigen geschiedenis. Iedereen in de cast heeft wel een link met het slavernijverleden.” Ze hebben bijvoorbeeld Surinaamse voorouders, of zijn zelf in Suriname opgegroeid.
Tijdens de totstandkoming van de musical voerde Burleson gesprekken en discussies met zijn cast over het verhaal dat ze zouden vertellen. Burleson: „Onze voorouders, zwart en wit, hebben een geschiedenis meegemaakt die goddank is opgelost, maar waar we nog wel de echo’s van voelen. Dat kan hem zitten in heel kleine dingen.” Hij haalt het voorbeeld aan van zijn regieassistent, die de achternaam draagt die een slaveneigenaar ooit aan zijn voorouders gaf. „Hun echte naam is verdwenen, die weet niemand meer. Je gaat dan dus door het leven met de vraag: wat zou mijn échte naam geweest zijn? Bij welke familie hoor ik dan?”
Zo konden er tijdens de repetities veel gevoelens loskomen, zag Burleson. „Maar wanneer het gaat over de culturele achtergrond en het verleden, wordt de cast er eigenlijk heel erg blij van om juist dat verdriet op te zoeken, en om vreugde bij elkaar te zoeken. Het is een soort helingsproces. Ik merk dat het heel veel mensen in de cast sterkt om dit verhaal met trots te mogen vertellen. En dat het publiek die blijdschap en trots omarmt.”
Leren zichzelf niet onderschatten
De kans is daarbij aanzienlijk dat het publiek nog niet bekend is met het verhaal van Boni. „Toen ik op de middelbare school zat leerde ik over de Soldaat van Oranje, over Hannie Schaft. Alle Nederlandse verzetshelden werden erin geprent. Het verbaast me nu dat een aantal acteurs dat in Suriname op school heeft gezeten, daar precies hetzelfde heeft geleerd – maar níét over de Surinaamse geschiedenis. Niet over Boni.”
Terwijl verhalen als dat van Boni juist waardevol zijn voor jonge mensen, zegt Burleson: „Vooral voor deze generatie van jongeren die bijvoorbeeld in een land wonen waar ze niet zouden wonen zonder deze geschiedenis. Het is belangrijk dat ze leren zichzelf niet te onderschatten. Je hoeft geen underdog te zijn, niet lijdzaam je lot te ondergaan. Je kunt je eigen lot bepalen en invloed uitoefenen.”