Hedendaagse Afrikaanse kunst in vijf stappen

‘Nu moderne Afrikaanse kunstenaars op steeds meer aandacht kunnen rekenen en hun werk op veilingen recordbedragen oplevert, is het lastig om de culturele betekenis van Afrikaanse kunst te overschatten”, schrijft Osei Bonsu, de Brits-Ghanese curator bij Tate Modern, in het vorig jaar verschenen boek African Art Now. Hoewel het moeilijk is te stellen dat er iets overkoepelends als ‘Afrikaanse kunst’ bestaat, net zo onmogelijk als het is om over ‘Europese kunst’ te praten, noemt hij toch enkele terugkerende kenmerken van 21ste-eeuwse kunst van jonge Afrikaanse kunstenaars. Overeenkomsten in hun werken zijn volgens hem bijvoorbeeld zwartheid, het terughalen van de eigen geschiedenis, grenzeloze identiteiten, de (post)koloniale dystopie, het portret en klimaat & globalisering.

Natuurlijk is dat kort door de bocht, en dat weet Bonsu ook. Wie echter de expositie Afrika Supernova in Kunsthal Kade in Amersfoort ziet, merkt wel dat die kenmerken goede handvatten bieden om grip te krijgen op zo’n groot gebied. Bij Afrika Supernova zijn werken van kunstenaars uit 33 verschillende Afrikaanse landen te zien (en enkele Afro-Amerikaanse en Caribische kunstenaars onder de noemer diaspora, maar op zo’n overvolle tentoonstelling hadden die achterwege kunnen blijven), die de afgelopen jaren door het Nederlandse echtpaar Pieter en Carla Schulting zijn verzameld. Een blik op deze expositie met Bonsu als leidraad:

Isshaq Ismail: Fati (2020, acryl op doek, 150×127 cm)
Foto Nii Amugu Agyei

1. Het (familie)portret

Het fotobewerkingsprogramma van mijn telefoon heeft een bijzondere manier om te kijken naar het schilderij By the Window (2021) van de Nigeriaanse kunstenaar Johnson Ocheja. Ik kom er bij toeval achter wanneer ik er een foto van maak en de retoucheerfunctie uitprobeer waarmee je op foto’s zaken kunt ‘weggummen’ die je niet wilde vastleggen. Een toevallige voorbijganger, bijvoorbeeld. Voor het schilderij heeft het programma een opvallende suggestie. Op het schilderij zie je namelijk twee zwarte mensen in de vensterbank zitten, voor een raam, met een landschap erachter. De Android-app suggereert om de foto te verbeteren en de twee figuren in het venster weg te halen. Wat je dan overhoudt, is slechts een landschap, door een raam, zonder mensen. Met andere woorden: de app haalt de essentie weg, de twee zwarte mensen. Noem het algoritmisch racisme (want zo’n app doet dat niet bij witte mensen), in elk geval biedt de tentoonstelling Afrika Supernova er een remedie tegen, met de vele realistische portretten in vaak harde kleuren en met grote contrasten, met nadruk op kapsels (en het verzorgen ervan).

Voor de Ghanese kunstenaar Isshaq Ismail zal het algoritmische racisme waarschijnlijk geen verrassing zijn. Ismail speelt namelijk met vooroordelen en de stereotypes van de zwarte mens: dikke lippen, dikke neus. Obaasima (Ideale vrouw, 2022) noemt hij een portret spottend.

Ook de Zuid-Afrikanen Neo Matloga (1993) en Lunga Ntila (1995-2022) veranderen het portret. Zij maken collages van samengestelde gezichten, om aan te geven dat het gezicht van zwarte mensen door de buitenstaander als samenraapsel wordt gezien van wat ze denken hoe een zwarte man of vrouw eruitziet.

Niyi Olagunju: Baga Nimba (2019, hout en aluminium met chroomcoating, 133×35×58 cm)
Foto TAFETA

2. Terughalen van je geschiedenis

Het terughalen van je eigen verleden gebeurt nu doordat Afrikaanse landen roofkunst terugvragen. Dat terugvragen is niet nieuw, alleen gaan we er nu anders mee om. Toen in de jaren dertig van de vorige eeuw de Benin-beelden van Duitsland werden teruggevraagd, kreeg Nigeria het aanbod replica’s van die beelden terug te kopen, met als extra pijnlijk ‘detail’ dat op de onderkant de mededeling ‘oorlogsbuit’ stond.

Het gaat niet alleen om het terugkrijgen van je eigen erfgoed, maar ook om de invulling van de betekenis. Vroeg 20ste-eeuwse Europese kunstenaars als Picasso en Emil Nolde gebruikten bijvoorbeeld Afrikaanse maskers voor hun eigen werk, zonder oog te hebben voor de oorspronkelijke betekenis van het artefact.

Zowel de maskers als de Benin-beelden komen terug in het werk van de uit het huidige Benin afkomstige kunstenaar Wabi Dossou (1991). Hij verwerkt tradities van de riten van de Fon en Yorùbá in zijn beeldhouwwerken. Zijn maskers zijn verwant aan de oude Benin-beelden, alleen dragen ze in zijn werk Gèlèdesque – Le Paparazzo (2022) fototoestellen op hun hoofd. De foto’s die ermee gemaakt zouden kunnen worden, geven het beeld weer dat de ‘paparazzi’, gluurders, op West-Afrikaanse cultuur hebben om er daarna hun eigen voordeel mee te doen.

Edson Chagas: Salvador D. Kimbangu, Tipo Passe (2014, C-print, 100×80 cm)
Foto APALAZZOGALLERY

3. Niet de kaart bepaalt de grens

De grenzen tussen Afrikaanse culturen lopen niet langs lijnen zoals ze ooit door de kolonisator zijn bedacht, maar langs culturen en etniciteit. Dat blijkt goed uit het werk van de in Madagaskar geboren Joël Andrianomearisoa. Hij gebruikt verschillende materialen en werkwijzen om te benadrukken dat een land wel begrensd kan zijn, maar dat de Afrikaanse cultuur op veel plekken fluïde is. In zijn zwart-witte textielwerk Zonder titel benadrukt hij die fluïditeit door de zwarte horizon bewust niet strak te trekken, maar met enorme uitschieters in het witte deel erboven te plaatsen.

Het werk van de Ethiopische kunstenaar Tegene Kunbi ziet er al even abstract uit. Verschillende lagen verf op hout vormen samen een soort kaart van (culturele) geschiedenissen en plekken die mensen innamen buiten de landsgrenzen om.

Tegene Kunbi, Don’t Talk (2023, olieverf en textiel op doek, 200×165 cm)
Foto Bode

4. Grondstoffen en recyclen

De verwerking van grondstoffen in kunst kennen we van bekende Ghanese kunstenaars als El Anatsui en Ibrahim Mahama. Hun ‘recyclewerk’ is inmiddels te kostbaar en hangt niet bij Afrika Supernova, maar dat van hun landgenoot Serge Attukwei Clottey (1985) is er wel. Uit plastic en koperen draadjes ontstaat Commit Yourself to Excellence (2019). ‘Afrogallonism’ noemt hij zijn werk, waarin hij pleit voor hergebruik van plastic (inclusief plastic jerrycans voor olie).

Een vergelijkbaar idee hebben de in Oeganda geboren Sanaa Gateja (1950) en de Marokkaanse kunstenaar Amina Agueznay (1963), die met natuurlijke producten installaties maken om een eigen invulling te geven aan de relatie tussen traditie en het ecosysteem.

Neo Matloga, Ramatla (2020, collage op papier, 77×55 cm)
Foto Jonathan de Waart

5. Kolonialisme

Op Les Cheminots du Dakar Niger, 1938-1947 (2016) van de Senegalese fotograaf Omar Victor Diop (1980) staan zestien mannen in een blauw pak. Ze hebben verschillende hoofddeksels, maar allemaal hetzelfde gezicht. Ze refereren aan een spoorwegstaking in 1947. De werkers wilden dezelfde rechten als hun Franse collega’s. De staking, die enkele maanden duurde, was een succes. Diop verwerkt in zijn foto’s vaak koloniale geschiedenissen, waarbij hij zijn eigen hoofd gebruikt om het portret te plaatsen in de koloniale geschiedenis die hij wil aankaarten. De vaak vergeten geschiedenis krijgt zo letterlijk zijn gezicht, maar geeft ook aan in hoeverre zijn land is gevormd door de Franse overheersing.

De Nigeriaanse kunstenaar Kelani Abass (1979) omschreef in een interview in NRC de thema’s die veel van zijn generatiegenoten aansnijden als het gaat om „de perverse geschiedenis van het kolonialisme”. Casing History is de veelzeggende titel van zijn werken. Hierin brengt hij oude archieffoto’s van families terug tot vakjes in een letterkast.

Ook de Zimbabwaanse kunstenaar Dan Halter (1977) pakt met Out of Zimbabwe het verleden aan. Op een borduurwerk met vierduizend namen van witte boeren in Zimbabwe die hun boerderij kwijt raakten tijdens het Mugabe-regime, staat in gekleurde letters: ‘I Had A Farm In Africa’ (2021). Ze geven niet zozeer de huidige situatie van de boeren aan, het gaat hier vooral om de verwijzing naar de beginregels van de beroemde memoir Out of Africa (1937) van Karen Blixen, die als eigenaresse van een koffieplantage in Kenia in de jaren twintig van de vorige eeuw haar verhaal met deze woorden begon. Halter weeft zo de witte aanwezigheid in Afrika fascinerend door elkaar, met de beroemde zin van Karen Blixen als een laatste restje tuttig borduursel.

Afrika Supernova is t/m 7 januari te zien in Kunsthal kAdE, Amersfoort. Info: kunsthalkade.nl


Lees ook
Waarom verkoopt kunst van Afrikaanse makers opeens zo goed?

Werk van de Congolese kunstenaar Hilary Balu in de Parijse galerie Magnin-A, vorige maand op Paris+ par Art Basel.