Beter model om te berekenen hoeveel een land per saldo precies uitstoot aan CO2

Beleidsmakers en wetenschappers gebruiken twee verschillende methodes om te berekenen hoeveel CO2 een land uitstoot, waardoor het soms onduidelijk is hoeveel dat land zijn uitstoot moet terugdringen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.

Daarom maakte een team internationale wetenschappers een model om de cijfers van die verschillende methodes te vergelijken. De onderzoekers beschrijven hun model in het vakblad Nature. Hiermee konden ze het verschil berekenen in hoe snel landen in de toekomst hun CO2-uitstoot genoeg hebben teruggedrongen onder verschillende scenario’s.

Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, beloofden veel landen hun CO2-uitstoot terug te dringen naar nul, net zero. Dat is nodig om de doelstellingen van Parijs van 2015 te halen. Daar spraken landen af om de opwarming van de aarde ten opzichte van het pre-industriële niveau ruim onder de 2 graden Celsius te houden, liever nog onder 1,5°C. Met iedere fractie van een graad opwarming neemt de kans op hittegolven, bosbranden en overstromingen toe.

Landgebruik

Net zero betekent niet dat landen helemaal geen CO2 meer mogen uitstoten; er is ruimte voor compensatie van uitstoot door bijvoorbeeld bomen te planten die de uitgestoten CO2 weer opnemen. Zolang de totale uitstoot onder de streep maar op nul uitkomt. Om dat voor elkaar te krijgen, berekenen landen ieder jaar hoeveel CO2 ze uitstoten en hoeveel ze weer opnemen. Een soort kasboek.

Dat wetenschappers en beleidsmakers verschillende methodes gebruiken om de CO2-uitstoot van landen bij te houden, is al langer bekend. Het is niet zo dat de ene methode wel klopt en de andere niet; ze zijn anders omdat wetenschappers met modellen werken, terwijl beleidsmakers inventariseren in de echte wereld. Het IPCC, het wetenschappelijk klimaatbureau van de Verenigde Naties, probeert al langer een universele meetmethode te ontwikkelen.

Het verschil zit hem vooral in de berekeningen van de CO2-uitstoot gerelateerd aan veranderingen in landgebruik, bijvoorbeeld het kappen of aanplanten van bos of het droogleggen van veengrond. „Het IPCC, de wetenschappers, kijken met hun modellen alleen naar door de mens veroorzaakte verandering op land”, zegt klimaatwetenschapper Ronald Hutjes van de Wageningen Universiteit. Hij is niet bij de studie betrokken. „Neemt een bos meer CO2 op omdat mensen daar bomen hebben geplant? Dan mag het volgens de IPCC meegenomen worden in de boekhouding. Groeit in Siberië nieuw bos aan door de opwarming van de aarde, dan mag een land dat niét aftrekken van hun uitstoot. Dat is geen inspanning van een land om CO2-emissies terug te dringen.”

Aan de beleidskant, het VN-klimaatbureau UNFCCC is het moeilijk om dat onderscheid te maken. Beleidsmedewerkers willen weten hoeveel CO2 er wordt opgenomen. Dat wordt bijvoorbeeld berekend met behulp van satellieten die de omvang van een bos in een beheerd gebied zien, of ze tellen bomen. Daarbij is niet duidelijk welk deel van de groei komt door menselijke inspanning en welk deel komt door bijvoorbeeld toenemende CO2-concentraties. Bomen hebben CO2 nodig om te groeien.

Vijf jaar sneller

De onderzoekers vergeleken wanneer de landen in de komende decennia net zero zouden bereiken volgens de meetmethode van het UNFCC en volgens de modellen van het IPCC. „Daarvoor gebruikten we een simpel, bestaand klimaatmodel”, zegt de hoofdauteur van de studie, Matthew Gidden van het Oostenrijkse instituut IIASA. „We deden duizenden runs waarin we keken hoe het klimaat veranderde en hoe bijvoorbeeld bossen daarop reageerden.”

Wat bleek? „We zagen dat de wereld tot wel vijf jaar sneller op net zero kan uitkomen volgens de methode van het UNFCC in vergelijking met de wetenschappelijke methode van het IPCC.” Het kan dus zo zijn dat landen eerder zeggen dat ze net zero hebben gehaald, terwijl dat volgens het strengere IPCC niet het geval is.

Hutjes: „Dit laat weer eens zien hoe belangrijk het is om rekening te houden met verschillen in meetmethodes. De manier waarop je CO2 -opname of uitstoot uitrekent, maakt vooral uit voor bosrijke landen zoals Canada. In Nederland weegt veranderingen in bossen niet op tegen de hoeveelheid CO2 uitgestoten door de verbranding van fossiele brandstoffen.