Mark Rutte heeft zich na duizend ontkenningen bedacht en besloten zijn carrière in Brussel en niet voor de klas als schoolmeester voort te zetten. Als hij niet door de Estse premier Kaja Kallas wordt verslagen, want zij wil ook wel de chef van de NAVO worden. Mark Rutte is daarvoor ongeschikt. Tien bedenkingen.
In de eerste plaats: Rutte de (a)historicus. Hij heeft eind februari gezegd dat de 21ste eeuw de eeuw van Amerika is. Dat is, helaas misschien, niet het geval. Tenzij hij de common wisdom dat een grootmacht als China de Pax Americana uitdaagt of wellicht zelfs overvleugelt, kan weerleggen. Zijn vooruitziende wijsheid is op zijn minst voorbarig, want hij kan niet weten wat ons te wachten staat als Trump volgend jaar de presidentsverkiezingen wint.
In de tweede plaats: Rutte de onwaarachtige. Veel van de defensiebezuinigingen zijn tijdens zijn premierschap gerealiseerd. Sterker nog: eind vorig jaar presenteerde NRC een fraaie reconstructie van die bezuinigingen, met daarin een persoonlijke ingreep van Rutte die Nederland zijn laatste tanks kostte. Tijdens zijn premierschap gaf de Algemene Rekenkamer de krijgsmacht een schrobbering, omdat die bij lange na niet gereed was (59 procent), te weinig munitie had en sommige uitgaven zelfs ‘onrechtmatig’ deed.
Ten derde: Rutte de fantast. Mark Rutte is tegenwoordig een sterk pleitbezorger voor verhoging van het defensiebudget. Hij gaf president Trump alle credits, „1000 procent” zelfs. Hij begreep kennelijk niet dat het VS-budget ook alle mondiale uitgaven en dus niet alleen NAVO-bestedingen meerekent. Zelfs iemand als de havik John Bolton amuseerde zich in zijn memoires over de ‘steun’ van Rutte. Ondertussen noemde Trump Poetin geniaal en zette hij Kyiv onder druk tegen Biden en diens zoon Hunter. Maar misschien had Rutte daar geen actieve herinnering aan.
2 procent-norm
Ten vierde: Rutte de dealmaker. Op migratie heeft Rutte totaal geen visie, alleen kortetermijnoplossinkjes. Aan de vooravond van de Turkijedeal in 2016 liet hij zich en passant bij Buitenhof nog ontvallen dat hij de instroom naar nul hoopte terug te brengen. Vervolgens eigende hij zich de Turkijedeal toe, die uit Duitsland kwam, en door ‘pushbacks’ vanaf Griekse eilanden werd ontsierd, en dat is dan nog zacht uitgedrukt. Om de VVD enigszins te sussen praalde hij met de ongelukkige deal met Tunesië, een drama dat in 2023 sneefde met tv-beelden van vluchtelingen die de Tunesisch-Libische woestijn werden ingedreven.
Ten vijfde: Rutte de bondgenoot. Turkije ondernam in 2018 de operatie-Olijftak. Een fraaie term voor nietsontziende militaire expedities tegen in Syrië en Irak levende Koerden. In plaats van deze raids te veroordelen werd deze NAVO-bondgenoot met fluwelen handschoenen aangepakt. Het kabinet-Rutte III had in datzelfde jaar „begrip” voor de vergeldingsaanval van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk op het Syrië van Assad, terwijl een volkenrechtelijke grond of VN-mandaat ontbraken. Een Nederlands novum. Met straks een vervolg in de NAVO?
Ten zesde: Rutte de aan-zijn-laars-lapper. De welbekende 2 procent-norm: in 2014 spraken de lidstaten van de NAVO in Wales af dat ze koersten op 2 procent van het bbp in 2024 als norm voor defensiebestedingen. Lippendienst ook van Rutte, maar in zijn regeertijd heeft Nederland dat nooit gehaald.
Lees ook
Mag Rutte een functie elders bij de NAVO van Timmermans en Omtzigt?
Gebroken belofte
Ten zevende: Rutte de blunderaar. Israëlgedoe. De inmiddels beruchte onthouding van stemming bij de Algemene Vergadering van de VN, die in meerderheid voor een staakt-het-vuren stemde, was een debacle. De pendeldiplomatie met Qatar en zijn „vriend” Netanyahu was een armzalige poging er humanitair nog het beste van te maken, maar in het spoor van de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken Blinken een machteloze onderneming om Netanyahu van zijn voornemens tot wraak af te helpen. De valse tegenstelling Israël-heeft-het-recht-om-zich-te-verdedigen versus staakt-het-vuren speelt op tv in op het publieke pro-Israëlsentiment, maar is in juridische vakkringen zeer omstreden. Nu een voorganger van Rutte, de Deen Anders Fogh Rasmussen, niet ‘vierkant achter Israël’ staat maar openlijk voor een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza heeft gepleit, wordt een draai best lastig. Hoort er allemaal bij, zal Rutte zeggen.
Ten achtste: Rutte de beloftenbreker. In juli 2015 bereikten de EU-leiders een Griekenlanddeal, die Nederland op een paar miljard euro kwam te staan. Dat was in strijd met de campagnebelofte uit 2012 waarin Rutte had beloofd dat er „geen cent meer naar Griekenland” zou gaan. „Een slechte zaak”, erkende hij.
Ten negende: Rutte de jokkebrok. We kennen allemaal het glasharde ‘neen’ toen Rutte in het voorjaar van 2021 werd gevraagd of er in de kabinetsformatie was gesproken over de positie van het Kamerlid Pieter Omtzigt. Hij moest even later toegeven dat dat wél was gebeurd.
Ten slotte en ten tiende: hij heeft nooit een zier om het buitenland gegeven. Dat hij de langstzittende premier is van het gezelschap is geen kwaliteitscriterium.