Wat als je als homoseksuele man verliefd wordt op een vrouw?

In zijn beige outfit is John soms bijna onzichtbaar. Hij hapert en twijfelt, hapt als een vis op het droge naar adem als hij een keuze moet maken. Eigenlijk heeft hij geen idee wie hij echt is. Zelf omschrijft hij het zo: ooit had John zolang stemmetjes nagedaan, dat hij niet meer wist hoe hij zelf klonk. Daaraan moet hij denken, nu hij – een homoseksuele man – verliefd wordt op een vrouw. Hoe hij zijn hersens ook pijnigt: hij kan niet kiezen tussen háár en zijn vriendje.

Het toneelstuk Cock is geschreven door de Engelse Mike Bartlett (onder meer auteur van de bekroonde BBC-serie Doctor Foster). De productie ging in 2009 in première op West End, met Ben Whishaw en Andrew Scott in de hoofdrollen. De voorstelling bestaat uit een reeks dialogen, waar je steeds middenin valt. Het ene moment staat John te discussiëren met zijn vriend, vervolgens wordt het toneel pikzwart en zit je plotseling in een volgend gesprek. Het maakt de voorstelling dynamisch en zorgt voor een prettig ritme.

De Nederlandse versie van de Britse theaterhit is strak geregisseerd door Char Li Chung. De scènes spelen zich af in een grote kobaltblauwe doos, die kan draaien en met led-strips is omlijst. Dit indrukwekkende ontwerp doet toch minimalistisch aan door de strakke lijnen en het ontbreken van andere decorstukken. De focus ligt op het spel en de tekst.

https://youtu.be/e52MY3lpsn8

Homoseksuele identiteit

De dialogen in Cock zijn fel en komisch. De personages sparen elkaar niet. Acteur Sander Plukaard spat van de bühne als het uitgesproken vriendje, dat dominant en levenslustig is. Hij trekt moeiteloos het ene na het andere lachsalvo uit de zaal.

Dat geldt ook voor Daniel Cornelissen, maar ‘zijn’ John is ingetogen en opportunistisch. Hij is als een spriet helmgras die tegen de grond wordt geduwd bij de minste windvlaag. Door zijn besluiteloosheid verzamelt hij problemen om zich heen als zandkorrels op een duin. De twijfels over zijn identiteit – voorbij zijn geaardheid – worden steeds groter. Zijn vriendin (Joy Delima) is lang begripvol en vriendelijk, maar laat uiteindelijk niet over zich heenlopen.

John blijkt zijn homoseksuele identiteit moeilijk te kunnen loslaten. Uit de kast komen, was uitkomen voor ‘wie hij werkelijk was’, jubelde de buitenwereld. Wie is hij dan, als hij met een vrouw is? Dit vraagstuk zorgt voor interessante omkeringen, zoals wanneer de vader van het vriendje (Peter Blok) zich afvraagt of Johns heteroseksuele verliefdheid geen fase is – iets dat jonge gays juist vaak te horen krijgen over hun homoseksualiteit.

Scènes lang blijft John heen en weer zwiepen. Hij móet kiezen tussen zijn vriend of vriendin, tussen homo of hetero. Dat hij ook bi- of panseksueel kan zijn, wordt niet echt overwogen. Aan polyamorie wordt helemaal niet gedacht. In de vijftien jaar sinds de eerste opvoering van Cock is een divers palet aan seksualiteiten ‘mainstream’ geworden. Dat zie je nauwelijks terug op het toneel. Toch is Cock een fascinerende en brutale performance, die aan het denken zet over seksualiteit en al te starre hokjes.