Opinie | De crompouce is als Nederlandse talkshows en Kamerdebatten: jammer van het niveau, maar we overleven het wel weer

Elk land krijgt de hype die het verdient. Een volk dat sinds mensenheugenis de aardappelen en groentes met grof geweld door elkaar prakt kan wachten op een rage als de crompouce. Zalig zijn de onwetenden, maar ik zal het toch uitleggen: een crompouce is een kruising tussen een croissant en een tompouce. Het doet me denken aan dat ene joch op de naschoolse opvang dat de rest probeerde te entertainen door én stroop én chocopasta én honing én jam én smarties op zijn pannenkoek te smeren. Kinderachtig, dat zeker, maar hij was dan ook een kind.

Voor de crompouce staan net zo goed volwassenen in de rij. Het marketingteam van bakkersketen Van Maanen zette het product groots in de markt en één viraal TikTok-filmpje deed de rest. Wat volgde was een crompouce-pop-up-store (House of Crompouce) en allerlei nieuwe variaties op Instagram als de ‘wafelpouce’, ‘oliepouce’ en ‘panpouce’. „Hilarisch dat het zo wordt opgepakt”, aldus retaildeskundige Paul Moers. Ook hilarisch volgens Moers: heksensoep en broodje poep.

De crompouce laat zien dat we in dit land niet alleen een probleem met smaak maar ook een probleem met humor hebben. Het is niet bijzonder leuk om twee zoete producten lukraak bij elkaar te gooien, maar zie de mensen dat maar eens uit te leggen. In theorie zou je zo eindeloos kunnen doorvariëren en in de praktijk zie je dat we dat ook doen. Voor de crompouce waren er de cronut en de cruffin. Er bestaan paaseieren in de smaken worteltaart, citroen meringue en pornstar martini. Van stroopwafelcakemix of strawberrycheesecake-ijs kijkt helemaal niemand meer raar op. Vies ja, dat sowieso, maar ook niet heel geinig. Je ziet het helaas vaker, dat de meest fantasieloze ellende moet doorgaan voor creativiteit, ook bij die andere, nieuwe eethype: eten dat is vergroot. Zie bijvoorbeeld de halve meter lange croissant die influencer Bas Smit onlangs op een terras nuttigde. Bas weet wel wat lachen is. Of zie de door House of Crompouce op Instagram geïntroduceerde Mega Crompouce: een crompouce die zo groot is dat het meisje in het filmpje hem op een horecadienblad presenteert.

Tien Mega Crompoucen op elkaar gestapeld, zou dat niet nog leuker zijn? Van Maanen mag me bellen.

Begrijpelijke emotie

Niet iedereen kan lachen om de crompouce. Een verontwaardigde patissier merkte op dat je „overal wel room tussen kunt stoppen, of fondant op kunt smeren”. Onder een Instagram-post van Albert Heijn, want ook de Ahold-gieren proberen natuurlijk mee te profiteren, zegt ene Gijs: „Jullie fucking monsters, hoe kan je zoiets perfects als een croissant zo verpesten. Ik eet liever een pizza Hawaï dan die meuk.”

Allemaal begrijpelijke emotie. Tegelijkertijd zou het stom zijn om te denken dat winkeliers altijd de intentie hebben om een mooi, ambachtelijk product op de markt te zetten. Het gaat om geld en voor geld heb je naamsbekendheid nodig en voor naamsbekendheid sociale media. Heb je een visueel achterlijk product (de crompouce, de reuzecroissant) dan is de kans groot dat mensen het op de socials zetten, hoewel succes niet is gegarandeerd. Bij mij in de straat zit een koekjeswinkel waar ze gigantische koeken voor zeven euro vijftig per stuk verkopen. Die winkel is lang niet zo populair als de crompouce-store, maar er staat wel al weken een hek met een rood fluwelen lint voor de deur om de hypothetische klanten een nette rij te laten vormen. Aan alles ruik je dat ze zitten te wachten op de goedkeuring van één populaire TikTokker, eentje maar. Hebben zij niet ook een heel mal product dat leuk op de foto kan? Kijk dan hoe maf, je kan het nauwelijks met één hand vasthouden. Waar blijft hun succes? Het is bijna zielig.

Met de crompouce is het als met de Nederlandse talkshows en de meeste Tweede Kamerdebatten: jammer van het niveau, maar we overleven het wel weer. Kwestie van moed houden en zoveel mogelijk wegkijken. En hopen op inkeer, natuurlijk. Of meteen een suikertaks.


Lees ook
Zo grappig zijn al die mannetjes op televisie niet

Arjen Lubach in ‘De avondshow met Arjen Lubach’.