De afgelopen slapeloze weken heb ik beelden en filmpjes gezien die me altijd zullen blijven achtervolgen. Palestijnse ouders dragen de verkoolde en verminkte lichamen van hun kinderen in plastic zakken naar provisorische mortuaria, hele families liggen met drie generaties verpletterd onder hun zelfgebouwde huis, uitgeputte artsen werken wanhopig met zaklantaarns en opereren patiënten zonder verdoving, een van de oudste kerken ter wereld, waar ontheemden onderdak vinden, is gebombardeerd. Naar verluidt zijn tot nu toe meer dan 10.000 Palestijnen omgekomen – na een maand al meer dan het aantal burgers dat na twee jaar oorlog in Oekraïne is gedood.
De Israëlische oorlogsmachine is altijd gruwelijk meedogenloos. Maar dit keer zijn we getuige van een geweldsniveau dat niet meer is gezien sinds de Nakba in 1948 – toen zo’n 70 procent van de Palestijnse bevolking met geweld werd verdreven en meer dan 500 gemeenschappen volledig werden weggevaagd. Al bijna vier weken heeft het Israëlische bewind nu de stroom afgesloten en de toegang tot het internet beperkt, waarmee het contact met de buitenwereld is verminderd en de volle omvang van de aanval voor de wereld is verborgen. Enkele Palestijnen in Gaza weten nog enige communicatie in stand te houden door telefoons in auto’s op te laden en stroom te gebruiken van de zonnepanelen die er nog zijn. Onder hen zijn ook Palestijnse journalisten – minstens 32 medewerkers van media zijn sinds het offensief van Hamas op 7 oktober omgekomen – die hun leven wagen om ons te laten zien welke verwoesting hun wordt aangedaan.
Maar ondanks de overvloed aan foto’s, filmpjes en getuigenissen die de laatste weken naar buiten zijn gekomen, verkeren de Palestijnen eens te meer in een positie waarin hun de zeggenschap over hun eigen ervaringen wordt ontzegd en ze niet als geloofwaardig worden gezien. Dit bleek bij uitstek na het bevel van het Israëlische leger aan 1,1 miljoen mensen om Noord-Gaza te ontruimen en de wereld werd voorgehouden dat de Palestijnen veilige routes zouden krijgen om naar het zuiden te gaan. Maar ook deze ‘veilige routes’ werden gebombardeerd, waarbij in één geval een konvooi werd getroffen en minstens zeventig Palestijnen omkwamen, onder wie ook kinderen. Onafhankelijk onderzoek bevestigde wat de Palestijnen al die tijd hadden gezegd: dat er geen ‘veilige routes’ uit Noord-Gaza bestónden.
Vals bewijs
Terwijl Palestijnse journalisten fenomenaal dapper en uitvoerig verslag hebben gedaan, wenste een te groot deel van de internationale reguliere media per se geloof te hechten aan vertegenwoordigers van het Israëlische bewind: bijvoorbeeld toen deze ‘bewijs’ leverden van een opname van een gesprek tussen Palestijnen die de verantwoordelijkheid voor de bomaanslag op het Al-Ahli ziekenhuis opeisten. Op grond van de accenten en de dialoog stelden de Palestijnen meteen dat het vervalst was. In onderzoek van Channel 4 News werden twee onafhankelijke journalisten aangehaald die hadden vastgesteld dat de opname niet „geloofwaardig” was.
Het verbluffende is nog altijd dat een bewind dat onder het internationaal recht als bezettingsmacht wordt gezien en dat volgens veel mensenrechtenorganisaties een apartheidssysteem oplegt, wordt vertrouwd in de informatievoorziening over zijn eigen wreedheden. Intussen stuiten de Palestijnen in Gaza doorlopend op twijfel en vraagtekens. Zelfs hun doden worden in twijfel getrokken, zoals toen de Amerikaanse president Joe Biden zei dat hij geen „vertrouwen” had in het aantal omgekomen Palestijnen. Het ministerie van Volksgezondheid in Gaza heeft een lijst opgemaakt met alle namen van de doden plus hun identiteitsnummers die bij de Israëlische autoriteiten zijn geregistreerd.
‘Menselijke dieren’
Het Israëlische bewind blijft de Palestijnen ontmenselijken als onderdeel van zijn tactiek om twijfel aan hun verklaringen te zaaien en de wreedheden die het begaat te rechtvaardigen. De Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant zei dat ze tegen „menselijke dieren” vochten en premier Benjamin Netanyahu noemde de Palestijnen in een weer verwijderde tweet „kinderen van de duisternis”. De Israëlische minister van Erfgoed opperde zelfs de mogelijkheid om een atoombom op Gaza te gooien. Er is zoveel berichtgeving die tot deze ontmenselijking van de Palestijnen bijdraagt, zoals de Palestijnse activist Mohammed El-Kurd opmerkte toen hij in de Britse media verscheen. „Onze dood is zo alledaags”, schrijft hij, „dat journalisten daarover berichten alsof het om het weer gaat.” We zien dan ook vaak de aloude taalkundige gymnastiek waarbij Israëliërs worden gedood en Palestijnen eenvoudigweg ‘omkomen’.
De Palestijnen zijn nu zelfs zozeer ontmenselijkt dat ook als ze hun vermoorde kinderen voor de camera omhoog houden en ze aan de wereld laten zien, er nog altijd mensen zullen zeggen dat ze voor de dood van hun eigen kinderen verantwoordelijk zijn. Maar vergis u niet: onder onze ogen ontrolt zich in Gaza een genocide en de Palestijnen laten de wereld zien hoe deze er in de praktijk uitziet.
Dit artikel verscheen eerder in The Guardian.