‘Ik heb een fascinatie voor alles wat voorbij is’

Schrijver, dichter en acteur Ramsey Nasr in zijn Wunderkammer.


Foto Annabel Oosteweeghel

Interview

Ramsey Nasr | verzamelaar Het Amsterdamse appartement van dichter, schrijver en acteur Ramsey Nasr oogt als een museum. Over deze Wunderkammer start woensdag een tv-serie. „Het nadeel is dat je geen ruimte voor jezelf meer hebt.”

De lege dozen staan nog opgestapeld in zijn keuken, op tafel pronken de nieuwste aanwinsten van Ramsey Nasr (48), gevierd dichter, schrijver, acteur – en verzamelaar. Wie voor het eerst zijn bescheiden appartement binnenkomt weet even niet waarop te focussen: zelfs het gemiddelde museum oogt leger en staat minder vol met kasten en vitrines vol voorwerpen, die stuk voor stuk schreeuwen om bekeken te worden.

Opgezette vogels, kasten met exotische vlinders, glazen stolpen met hier een goliathkever, daar een wandelend blad. Kristallen. Fossielen. Vaasjes. En, naast een gigantische cd-collectie met alleen al van Bach een paar strekkende meter: boeken, heel veel – vooral historische – boeken. Een duizelingwekkende collectie aan prachtige, oude objecten, samengepakt in een voor- en achterkamer op tweehoog. Een Wunderkammer noemt Nasr het zelf, en de schatten waarmee die is gevuld deelt hij al enkele jaren via zijn Instagramaccount @drnasrswunderkammer.

Foto Annabel Oosteweeghel

Nasr is blij met zijn jongste bezit: een enorm blinkend kristal vol dikke woeste punten. „Die kwam gisteren binnen met de post”, vertelt hij. „Soms vallen dingen tegen, want ik koop veel op online veilingen en dan heb je niet altijd een goed beeld. Hierover had ik wel gelezen hoe groot hij was, maar hij is echt kolossáál”, lacht hij. „Ik vind hem fenomenaal mooi, nog mooier dan ik had durven dromen.” Een kwarts cluster uit Madagaskar is het, „in het wit zit een soort oranje-roze-bruine zachte gloed, dat is van het ijzer dat in het mineraal zit, en dat vind ik eigenlijk nog het mooist.” Opgetogen: „Ik kan hier dus uren naar kijken.”

Vervolgens toont hij een fraai fossiel varenblad uit het carboon „met een soort holografisch effect”. Die groene glans op het blad, dat is gümbeliet, legt hij uit: door de hitte en de druk van vulkanische krachten eronder werd een glanzend laagje afgezet op het fossiel zelf, waardoor het deze heldergroene kleur kreeg. Nu lijkt het net of dit de kleur van het oorspronkelijke blad is. „En daar hou ik dus van, als er iets afwijkends mee aan de hand is. Hier, net zoals dit, woestijnroos, ook zandroos genoemd.” Hij pakt een abstract bruingekleurd voorwerp dat uit verschillende haaks op elkaar staande ronde schijven bestaat. Wie niet beter weet denkt met een gebeeldhouwd kunstwerkje van doen te hebben. Maar nee: een woestijnroos is „een volmaakt gevormd vrijstaand gesteente”, door vocht gekristalliseerd; wie zijn arm diep in het Saharazand steekt en geluk heeft, kan zo’n wonderlijk verschijnsel er zo uit trekken.

Dan zet Nasr iets op tafel dat even doet vrezen in de maling te worden genomen. Want dit is gemaakt door mensenhanden, toch? Een brokje steen met daarop geplakt prachtige zilver/bronsachtige glimmende vierkante blokjes. Maar nee: dit is pyriet. „En dat kristalliseert dus zo: in de vorm van volmaakte kubussen. En de ene kubus groeit weer uit de andere kubus.” Nasr heeft er verschillende, de één nog fraaier dan de ander. Pyriet werd vroeger fool’s gold genoemd, vertelt hij: „De mensen dachten dat ze goud hadden gevonden.”

Een stekeloester (weekdier met een pantser tegen de buitenwereld) en een fossiel varenblad uit het carboon; de groene glans is gümbeliet.
Foto’s Annabel Oosteweghel

Afwijkingen

Dat laatste dacht vermoedelijk ook de NTR, want Ramsey Nasrs passie leidde tot het tv-programma Dr Nasrs Wunderkammer, vanaf woensdag wekelijks te zien op NPO2. In zes afleveringen, elk rond een thema, onderzoekt Nasr met hulp van deskundigen de achtergrond van de objecten die hij verzamelde. Naar het gros daarvan was hij trouwens helemaal niet op zoek, vertelt hij. „Dat vind ik het interessante aan een verzameling aanleggen: je stuit op iets, of een handelaar of veilingorganisator komt op je af en zegt: ik denk dat ik iets voor je heb. Een verzameling ontstaat óók ad hoc.”

Nu heb ik natuurlijk veel te veel shit

Ramsey Nasr schrijver, dichter, acteur en verzamelaar

Gaandeweg verandert er overigens wel iets, zegt hij – „want nu heb ik natuurlijk veel te veel shit”. Terwijl hij de kamer rondloopt en her en der art-decovaasjes aanwijst: „Van die roze had ik er bijvoorbeeld twee, dan geef ik die ander cadeau aan iemand.” Maar vaker gaat het precies andersom. „Soms koop ik – dat is een beetje slecht van me en nu komen we dus bij de afwijkingen – een prachtig boek, en dan denk je: dit is zó mooi! En een week later zie je datzelfde boek, maar dan met de appendix erbij, of een net vroegere druk, of waarbij twee van de honderd prenten mooier zijn afgedrukt. En dat wil ik dan óók hebben. Dan maak ik mezelf wijs: het eerste boek verkoop ik dan. Maar dat verkoop ik natuurlijk niet.”

Voorlopig komt er dus alleen maar bij.

Nasr lacht hard.

Maar serieus: je hebt nog niks weggedaan?

„Nou, weggegeven wel, maar nog niet verkocht. Maar: ik heb nu boven allemaal oude dingen staan waar ik vanaf wil.”

Objecten kunnen hem echt raken. „Daar ga ik dan van aan, zoals dat tegenwoordig heet.” Hij pakt een schelp met aan de buitenzijde lange, stevige naalden. „Neem deze stekeloester, die heeft een prachtig pantser ontwikkeld tegen de buitenwereld. Met dat pantser kan hij overleven – hier binnenin zit, het heet niet voor niets een weekdier, dan ook het weekste, kwetsbaarste dier dat je je kunt voorstellen.”

Zo’n harnas heb je ook als mens nodig, vindt Nasr. „Een inwendig harnas, om de wereld aan te kunnen. Anders zouden we letterlijk gek worden. Als je naar het journaal kijkt en je ziet de beelden van wat er gebeurt over de hele wereld; dat is om woedend, om gek van te worden.” Al moet dat pantser, voegt hij daar meteen aan toe, ook weer niet zo dik worden dat je gaat denken: ach, ik kan er toch niks meer aan doen, wat heeft het allemaal voor zin. „Ik kom weleens iemand tegen die zegt: ‘De kranten lees ik niet meer hoor, daar word ik alleen maar somber van’; maar dát is niet de oplossing. Het is ook gevaarlijk: als jij niet meer weet wat er in de wereld speelt, word je heel vatbaar voor misinformatie.”

Pyriet kristalliseert in de vorm van „volmaakte kubussen”.Foto Annabel Oosteweeghel

Hijzelf heeft die neiging ook wel, zegt hij: „Ik denk de laatste tijd geregeld: ik ga gewoon ergens in de bossen wonen. Dat zou heerlijk zijn. Maar het is ook de impulsieve way out.” Bovendien is hij ook echt een stadsjongen. „En daarom is dit” – weids armgebaar – „voor mij een manier om een vorm van natuur om me heen te bouwen, een soort systeem te ontwerpen, me te omringen met dingen waarbij ik me thuisvoel, me prettig voel.” De voorwerpen, dieren, cd’s, foto’s en boeken voelen, zegt hij, voor hem als een soort vrienden.

Zijn zelfgeschapen wereld is overigens niet automatisch alleen maar een mooie wereld, benadrukt Nasr. „Ik verzamel ook oorlogsfotografie, gruwelijke foto’s die je niet wilt zien; die bewaar ik als bewijsmateriaal, als getuigenverslagen uit de geschiedenis.” Hij staat op en pakt een dun boekje hoog uit de kast: Entartete „Kunst”, een catalogus bij een tentoonstelling waarin modernistische kunst door nazi-Duitsland belachelijk werd gemaakt. Allemaal werk van kunstenaars die wij vandaag bewonderen. „Voor mij is dit een waarschuwing. Iedereen weet nu: dat waren nazi’s; verschrikkelijk wat die gedaan hebben. Maar de manier waarop in Nederland soms over hedendaagse kunst wordt gesproken, ook door bepaalde politici – dat gebeurt nog steeds in dezelfde termen.” Niet dat die mensen nazi’s zijn, benadrukt hij, „ik bedoel te zeggen dat wij mensen door alle eeuwen heen een mechanisme hebben ontwikkeld in onszelf om te oordelen over anderen, en daarbij eenzelfde manier van denken volgen, gelijkaardige argumenten gebruiken”.

Kijk naar hoe er in Nederland over vluchtelingen wordt gesproken: „Als wij zo over mensen gaan denken die geen uitweg meer hadden, als wij daar onszelf niet langer in herkennen, als we over ‘de ander’ gaan spreken – dan moet dat ons aan het denken zetten. Het mechanisme van uitsluiting is altijd hetzelfde. Dus nee, we leven niet in de jaren dertig, en daar moeten we blij om zijn. En nee, de geschiedenis herhaalt zich niet – maar de ingrediënten die de geschiedenis bepalen zullen altijd dezelfde zijn. Altijd. Want die zijn gebaseerd op de grondemoties en de grondbeweegredenen van de mens. Daarom is het handig om te weten hoe dat werkt. En wat de gevolgen kunnen zijn.”

Probeer je met dit programma de mensen ook aan het denken te zetten?

„Nou, ja… dat is wel wat je hoopt.” De tweede aflevering gaat bijvoorbeeld over de blik op de ander, vertelt hij. „Ik verzamel ook Midden-Oostenfotografie, vanaf de vroegste tijd. Dat zijn telkens dezelfde beelden, door westerse fotografen gemaakt. Ze hebben geleid tot de clichés die wij vandaag de dag nog steeds ervaren over het Midden-Oosten.” Gesluierde óf blote vrouwen, groezelige steegjes, bedelaars; nooit eens de nijverheid en rijkdom die er óók was, zegt hij. Het is „geheel en al de projectie van de koloniale westerse man: ‘ze’ hebben ons nodig, en het is maar goed dat ‘we’ daar zijn.”

Boek met eenzijdige beelden van het Midden-Oosten. Foto Annabel Oosteweeghel

Kijk ook naar de discussie over excuses voor het slavernijverleden: „Waarom is die nu zo zwaar, zo hevig? Omdat mensen eindelijk, eindelijk het gevoel hebben dat er naar hun verdriet wordt geluisterd. Dat raakt me enorm.” Zoals ook de Palestijnse zaak Ramsey Nasr – zoon van een Nederlandse moeder en Palestijnse vader – enorm raakt. „En om op dat pantser terug te komen: het gevaar van een te dik pantser is dat je ongevoelig wordt voor de kwetsuren van anderen. En ik denk: als ik wil dat er in Palestina en Israël een oplossing komt, zal ik me open moeten stellen voor de kwetsuren van de Joodse geschiedenis. Dat móét ik doen, en dat moet ieder doen. Het is onze plicht – en eveneens vice versa.”

Ik ben niet een of ander wereldvreemd type; ik leef in déze wereld. Alleen ervaar ik de wereld misschien met een iets andere blik

De dingen die hij verzamelt „lijken over het verleden te gaan. Maar ze gaan over ons, nu. Ik probeer altijd verbanden te leggen met het heden.” Zijn fascinatie voor vroeger noemt hij zelf „een manco”. „Ik zie het soms als een gebrek. Maar zo zit ik kennelijk in elkaar, en op een bepaalde leeftijd moet je gewoon accepteren: zo ben ik nou eenmaal. Ik ben grenzeloos nieuwsgierig. En heb altijd een fascinatie gehad voor alles wat voorbij is, voor oudere mensen, voor de vroegste geschiedenis van het eerste meercellig leven, van de vroegste mens.” Wijst naar vuistbijlen van neanderthalers: „Ik vertrek vanuit de geschiedenis om de wereld nu te begrijpen.”

Foto Annabel Oosteweeghel

„Tuurlijk heb ik een loep”, vervolgt hij, „en zit ik soms als een 19de-eeuwse professor dingen te bekijken onder een stereomicroscoop. Maar ik probeer via mijn verzameling een programma te maken over hyper-hedendaagse thema’s. Kijk, ik ben niet een of ander wereldvreemd type; ik leef in déze wereld. Alleen ervaar ik de wereld misschien met een iets andere blik. Ik hoef me in de Wunderkammer niet te verantwoorden voor wie ik ben, hoe ik denk, hoe ik voel. En in die zin voel ik me thuis in dit systeem.”

Heb je in je huis ergens nog een ruimte die je bewust leeg laat?

„Nee, en dat is het grootste probleem: het is heel leuk om in een eigengeschapen museum te wonen, maar het nadeel is dat je geen ruimte voor jezelf meer hebt. Ook in mijn slaapkamer staan objecten, maar niet omdat ik dat wil. Dan denk ik: tja, dan gaat nu mijn slaapkamer er maar aan. En nu de keuken.” Meer en meer ondervindt hij de praktische gevolgen: „Dat het leven onleefbaar wordt, hahaha.” Sinds kort heeft hij een partner. „En dat gaat ook wel wat verandering teweegbrengen, hoop ik. Ik wil dus ook echt dingen gaan verkopen. Kijk, je begint met verzamelen, verzamelen, verzamelen – allemaal leuk en aardig, maar op een gegeven moment moet je wel keuzes gaan maken; wat wil ik met mijn verzameling, maar ook: wat wil ik met mijn leven? De richting die ik nu uitga maakt andere vormen van leven redelijk onmogelijk. Dus ja, wat te doen? Verhuizen? Het roer omgooien? Hoe of wat, dat weet ik nog niet, ik zit middenin die fase nu.”

Uiteindelijk zal er hoe dan ook een oplossing komen, verwacht hij: „Ik ben zowel nostalgisch als radicaal. Ik houd met andere woorden de dingen graag bij me – dat doe ik al mijn hele leven. Maar ik kan ook breken met dingen als het genoeg is. Dus het zou zomaar kunnen dat ik over een tijd alles, maar dan ook alles de deur uit doe.”

Ramsey Nasr: „Ik ben grenzeloos nieuwsgierig.”
Foto’s Annabel Oosteweghel
Dr. Nasrs Wunderkammer, vanaf 11 januari elke woensdag om 22.08 uur bij de NTR op NPO2.