OM: 7,5 miljoen euro boete voor houder milieuvergunning Chemelot-terrein

Het Openbaar Ministerie eist tegen Chemelot Site Permit BV (CSP) een boete van 7,5 miljoen euro, waarvan 5 miljoen euro voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Volgens justitie heeft het bedrijf, houder van de overkoepelende milieuvergunning voor een groot bedrijventerrein in Zuid-Limburg, zijn coördinerende en toezichthoudende rol niet goed genoeg waargemaakt.

De vrijdag uitgesproken eis, op de achtste dag van het zogenaamde Castor-proces, volgt op eerdere eisen tegen vier afzonderlijke bedrijven op het Chemelot-terrein vanwege een reeks van calamiteiten in de periode 2015-2018. Het gaat daarbij onder meer om lekkages en branden. Daarbij vielen ook gewonden en een dode. Chemieconcern Sabic Limburg BV hoorde eerder in het proces de hoogste boete tegen zich eisen: 25 miljoen euro.

Loketfunctie

Chemelot is met een grootte van achthonderd hectare na het Botlekgebied het grootste chemiecluster en een van de grootste aaneengesloten bedrijventerreinen van Nederland. Er zijn 8.500 werknemers en 1.200 studenten actief. De gemeenten Sittard-Geleen, Beek en Stein grenzen direct aan het terrein.


Lees ook
Op Chemelot ging het geregeld fout: vijf bedrijven staan nu voor de rechter

De Geleense woonwijk Krawinkel, grenzend aan chemiecomplex Chemelot.

Volgens het OM deed CSP te weinig om „een proactieve, leidende rol” te pakken. „Die is des te noodzakelijker, omdat op Chemelot gebruik wordt gemaakt van installaties die voor een belangrijk deel dateren uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw.” CSP draagt daarom, vindt het OM, medeverantwoordelijkheid aan incidenten bij de afzonderlijke bedrijven op haar site.

Volgens Francien Rense, advocaat van CSP, spreekt justitie haar cliënt aan op een functie die het niet heeft. Het bedrijf heeft volgens haar alleen een loketfunctie. „CSP is geen waakhond of toezichthouder. De verantwoordelijkheid ligt bij de bedrijven op het Chemelot-terrein. Alleen na incidenten en in gevallen van grote nood, bij bedrijfsoverstijgende impact, komt CSP in beeld.” Rense eist vrijspraak voor alle tenlastegelegde feiten.

Afwezigheid

De rechtbank uitte haar teleurstelling over de afwezigheid van vertegenwoordigers van Chemelot Site Permit BV. Dat liet zich vertegenwoordigen door drie advocaten. Andere verdachte ondernemingen stuurden wel leden van hun directie. „Feiten kunnen bespreken is een groot goed”, zei de voorzitter van de rechtbank.

Het OM was nog veel scherper over de afwezigheid van CSP: „Je ziet die proceshouding vaker, maar dan vooral bij verdachten van een heel ander kaliber.” Volgens justitie past het niet bij een bedrijf met een belangrijke rol op het gebied van toezicht. „En dat is een hard gelag voor werknemers en omwonenden die er voor veilig werken en wonen op zijn aangewezen.”

Volgens Rense is er slechts sprake „van niet onderbouwde betrokkenheid, waardoor alleen juridische vragen overblijven”. Reden voor CSP om weg te blijven, ook omdat het OM volgens het bedrijf doof bleef voor uitleg in een eerder stadium.

De rechtbank doet 30 januari uitspraak in alle zaken van het Castor-proces.