Rosa da Silva wil niet meer denken: binnenkort ga ik gelukkig zijn. Ze wil geluk niet meer uitstellen, geen „was ik maar of had ik maar” meer. Eenvoudig vindt ze dat zeker niet. Soms verlangt ze namelijk hevig terug naar haar jongere zelf die geen verantwoordlijkheden had, vertelt ze in A vida rosa. Op die momenten wil ze dansen en niet nadenken. Maar ze vraagt zich af: is dat wel bestendig geluk?
Het tweede cabaretprogramma van Rosa da Silva, (musical)actrice en winnaar van de jury- en publieksprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival van 2019, gaat over die worsteling: je kan wel bedenken dat je je leven anders gaat leiden, maar het daadwerkelijk doen is toch echt iets heel anders. Deze strijd bezingt Da Silva hoofdzakelijk in liedjes. Haar praatjes tussendoor zijn kort en vaak ter inleiding van een lied. Da Silva heeft een geweldige stem en veel liedjes zijn best catchy.
Toch weet ze die tweestrijd niet altijd goed invoelbaar te maken. Op het podium strijden twee verlangens van Da Silva om voorrang. De helft van het programma speelt ze de persoon die ze wil zijn, die zingt over liefde en geluk dat er al om haar heen ís, als ze maar goed kijkt. De andere helft speelt ze de persoon die ze was en soms nog mist, die denkt dat ze geluk moet gaan zoeken en halen. Dan trekt ze haar dansjurk aan en zingt met een scheutje Portugese vurigheid (daar ligt een deel van haar roots) over een leven als losbol, een vrije geest die op niemand wacht, „dus wacht ook niet op mij”.
Het is een leuke theatrale act, potentieel een geschikte manier om het gelijk van die ándere persoon te bewijzen. Deze versie van zichzelf speelt namelijk overduidelijk een rol. Dat kan even leuk zijn, maar niet om je hele leven te blijven spelen, maakt ze duidelijk. „Ik ben zo klaar met de musical van mijn leven”, zegt Da Silva nadat ze weer gezongen en gedanst heeft als de extravagante versie van zichzelf.
Meeuwen die langs wolken strijken
Fijner lijkt het duurzame geluk dat ze kan vinden in de liefde voor haar jonge dochter en fijne vriend. Het is jammer dat Da Silva ook het karakter dat deze kant van haar vertolkt, vaak te dik aanzet. Ze acteert de gevoelens waarover ze zingt wel erg nadrukkelijk. Ook klinken sommige teksten, met zinnen over „meeuwen die langs de wolken strijken” en „zwaarden om de monsters te verslaan”, nogal gezwollen of gekunsteld. De grens tussen melodrama en oprechte emoties wordt schimmig, waardoor deze nummers weinig effect sorteren.
Gelukkig zijn er voldoende nummers die wel raak zijn. In liedjes over haar fysiotherapeut en de avonturen van een meisje dat haar liefdesgeluk beproeft in een hele rits bekende datingprogramma’s op tv, horen we Da Silva’s komisch talent. Ontroerend is het lied dat ze zingt over haar ‘lief’. In klare zinnen vraagt ze zich af of hij niet te goed is voor deze wereld. Het raakt, omdat ze dit zingt zonder intense gezichtsuitdrukkingen. Even zien we geen rol of personage, maar speelt ze gewoon zichzelf.
Lees ook
Nep is bij Rosa da Silva’s eerste solovoorstelling overtuigender dan echt