Het is, zacht gezegd, een ongebruikelijk gezicht. Als de bewoners van de Houthavens in Amsterdam op donderdagochtend 2 november wakker worden, staat het water in de gracht tegen de raampjes van hun souterrain. Op sommige plekken tot bijna 10 centimeter. „Ik zie de vissen hier voorbij zwemmen”, grapt een bewoner in een van de buurtapps, waar al snel foto’s gepost worden. Paniek is er die ochtend niet, vertelt bewoonster Heather Watson. Wel ongemak. „Ik voelde meteen stress.”
De Houthavens is een nieuwe stadswijk, pal aan het IJ. Het maaiveld ligt er lager dan elders in de stad. Stijgt het peil in het IJ en het Noordzeekanaal, dan merken de bewoners van de Houthavens dat als eerste. En dat is precies wat er aan de hand is op 2 november, de dag dat storm Ciarán over het land trekt. Door een samenloop van omstandigheden – overvloedige regenval en een storing in het sluizencomplex bij IJmuiden – bereikt het waterpeil in het IJ in de vroege ochtend een recordhoogte: -12 centimeter Nieuw Amsterdams Peil (NAP).
Amsterdam houdt die dag droge voeten. In de Houthavens daalt het water in de loop van de ochtend weer tot onder de raampjes, die waterproof blijken. Maar wat vrijwel niemand zich op dat moment realiseert, is dat de stad die dag mogelijk is ontsnapt aan een fikse calamiteit. Als de waterschappen en Rijkswaterstaat niet snel en radicaal hadden ingegrepen, zeggen betrokkenen, was het water gegarandeerd nóg hoger gekomen – met een ongewisse uitkomst voor Amsterdam en omstreken. En, voegen ze daaraan toe, de stad kan zich maar beter goed voorbereiden: vanwege klimaatverandering zal zo’n snel stijgend waterpeil in de toekomst vaker voorkomen.
Een reconstructie.
Dinsdag 31 oktober, 21.05 -35 cm NAP
Regen, regen, regen. Deze oktober was de natste ooit gemeten en dat merken de waterbeheerders in Amsterdam en omstreken. Ook in het laatste etmaal van de maand. Vijfenveertig millimeter regen is er op 31 oktober gevallen – zó veel dat het gemaal naast de sluizen bij IJmuiden zijn maximale afvoercapaciteit naar zee heeft bereikt. Bij Rijkswaterstaat, dat het complex beheert, voorziet adviseur waterbeheer Wout Veelenturf aan het begin van deze dinsdagavond dat het waterpeil in het Noordzeekanaal gaat stijgen tot boven -30 centimeter NAP. Hij heeft hulp nodig.
IJmuiden is het eindpunt van de boezem Noordzeekanaal-Amsterdam-Rijnkanaal, een gebied dat loopt tot aan Wijk bij Duurstede aan de Lek. Al het water in dit gebied staat in open verbinding, op hetzelfde peil – vergelijk het met een badkuip. Het streefpeil voor deze boezem is -40 cm NAP. Staat het water hoger, dan volgen er signaalwaardes, met bijpassende maatregelen. Tien centimeter stijging geldt als „alarmeringspeil”, bij nog eens 5 cm is er sprake van een verhoogde waterstand en een peil boven de -15 cm geldt als code oranje: „hoogwater”. In de buurt van de 0 meter NAP overstromen de rioleringen, lopen de kelders onder en staat het water in Amsterdam op straat.
Ook Maarten Ouboter ziet op de avond van 31 oktober het waterpeil stijgen. Hij is een ervaren watersysteembeheerder bij Amstel, Gooi en Vecht (AGV), het waterschap waar Amsterdam grotendeels onder valt. Die week heeft hij piketdienst, net als zijn collega Veelenturf bij Rijkswaterstaat. Ouboter is niet verbaasd als hij een verzoek krijgt van Veelenturf: kan AGV het gemaal bij Zeeburg, aan de oostkant van Amsterdam, in werking stellen? Op die manier kan het stijgende peil een halt worden toegeroepen. Om vijf over negen ‘s avonds krijgt Ouboter het signaal van zijn operateurs: de pompen in Zeeburg staan aan.
Nu het gemaal zijn werk doet, daalt het waterpeil weer. Het ziet er rustig uit, constateren de waterbeheerders in de boezem (behalve Rijkswaterstaat en Amstel, Gooi en Vecht nog drie andere waterschappen) in de gezamenlijke WhatsAppgroep genaamd ‘NZK-ARK’. Ze plannen alvast een overleg op donderdagochtend 2 november. Dan bespreken ze of ze kunnen afschalen. Er is namelijk nog iets dat ze goed in de gaten moeten houden: storm Ciarán komt eraan, vanuit het zuidwesten.
Donderdag 2 november, 06.00 -24 cm NAP
Waterbeheerders houden van vroeg opstaan. Als je in de piketdienst zit, vertelt Maarten Ouboter, word je ’s nachts vanzelf ieder uur wakker – zeker onder ongewone omstandigheden. Waakzaamheid zit ingebakken in de beroepsaard.
In vroege ochtend van 2 november kijkt Ouboter om 05.00 uur op zijn telefoon naar de waterstanden in het Noordzeekanaal. Een beetje aan de hoge kant, maar niet alarmerend. Tussen twee en vier uur ’s nachts, wanneer het eb is, gaat in IJmuiden de spui open – via grote kokers loopt het zoete kanaalwater de Noordzee in. Als die spui ten einde is en de kleppen gaan dicht, staat het water doorgaans wat hoger.
Om 05.30 werpt Ouboter opnieuw een blik op zijn telefoon: verdraaid, het waterpeil wil maar niet dalen. Wat is er aan de hand? Als hij om 06.00 nog eens kijkt, beseft hij dat er iets goed mis is: -24 cm NAP, ruim boven het alarmeringspeil. Zijn telefoon gaat: Ben Staring, een collega die géén piketdienst heeft maar altijd vroeg wakker is. Hij heeft het waterpeil ook gezien en is bijzonder ongerust. Eb is voorbij, vloed in aantocht – en ook nog een storm, die het water op zal stuwen. Ze moeten ingrijpen.
De waterbeheerders beleggen meteen een telefonische vergadering. Er is iets mis met de spui in IJmuiden, vertelt Wout Veelenturf van Rijkswaterstaat: een monteur is met grote spoed onderweg om de oorzaak te achterhalen. Veelenturf heeft alvast een verzoek aan de waterschappen: kunnen ze per direct de pompen en gemalen uitzetten die water lozen in het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal?
Ouboter heeft inmiddels een drastisch besluit genomen: het IJ-front gaat dicht. Dit stelsel van 14 sluizen dat de stad beschermt tegen het IJ is sinds 1998 niet meer gesloten. De operatie is sindsdien alleen ‘koud’ gedaan, in een oefening. Vier operateurs gaan op pad: twee in een boot, twee met een busje. Alle keringen, van de Westerkanaalschutsluis in West tot de Zeeburgersluis in Oost, moeten handmatig gesloten worden, via een knop in een kastje op de kade. Voor de hele operatie staat ongeveer zes uur.
Rond half zeven heeft de monteur in IJmuiden de oorzaak van het hoge waterpeil gevonden: een technische storing in de spui, waardoor de kokers niet sluiten en – het is inmiddels vloed – zeewater het Noordzeekanaal instroomt.
Donderdag 2 november, 07.26 -13 cm NAP
Terwijl de operateurs bezig zijn, in IJmuiden en in Amsterdam, blijft het peil maar stijgen. Om zeven uur staat het water bij het meetpunt aan de Surinamekade in het IJ op -15 cm NAP: officieel hoogwater in de boezem. Een half uur later: -13. Weer een half uur later: -12. Dit is het moment dat de bewoners van de Houthavens het water tegen hun raampjes zien klotsen. In een zij-arm van het Noordzeekanaal in Velsen-Zuid staat het water inmiddels zo hoog dat tuinen van woonarken zijn ondergelopen.
Maarten Ouboter pleegt aan de lopende band telefoontjes. Met de mensen van het afvalwater, vanwege het dreigende gevaar van overstromende rioleringen. Met de ambtenaren van het drinkwaterbedrijf: het zoute zeewater zou mogelijk kunnen optrekken tot aan de drinkwaterplas aan het Amsterdam-Rijnkanaal. En met de afdeling Varen van de gemeente Amsterdam: nu de sluizen dichtgaan, zijn er ernstige beperkingen voor boten in de grachten.
Dijkgraaf Joyce Sylvester, de hoogste bestuurder van waterschap Amstel, Gooi en Vecht, is ook wakker gebeld. Ze verstuurt appjes naar de Amsterdamse wethouder Water en burgemeester Femke Halsema. Ze vraagt de burgemeester paraat te blijven: als het water blijft stijgen, dreigt er een calamiteit – en moet de Veiligheidsregio bijeen komen.
Om 07.26 komt er verlossend nieuws uit IJmuiden. De storing is verholpen, de kokers van de spui zijn dicht. Er stroomt geen zeewater meer het Noordzeekanaal in.
Donderdag 2 november, 09.30 -28 cm NAP
In de crisisruimte van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht hangt nog altijd een gespannen sfeer. Daar, op de eerste verdieping van het hoofdkantoor aan de Amstel, hebben alle waterbeheerders met piketdienst zich verzameld. Medewerkers zijn op de fiets gesprongen om foto’s te maken van het sluiten van sluizen – deze unieke gebeurtenis moet worden gedocumenteerd.
Om exact 09.00 uur volgt opnieuw een positief bericht: het IJ-front is dicht. In drie uur tijd, twee keer zo snel als voorzien, hebben de operateurs alle veertien waterkeringen aan het IJ weten te sluiten. Nadat de deuren van de sluis – vanwege het peilverschil – met een knal zijn dichtgevallen, zijn ze met een pin gezekerd.
Het water daalt nu gestaag: -24 cm NAP om 09.00 uur, -28 cm om 09.30. Toch blijft het spannend – vanwege de ‘klots’. Het hoge water beweegt zich met een golf door de boezem: van IJmuiden naar Wijk bij Duurstede en terug. Heen en weer, heen en weer, zoals in een badkuip. Hoe hoog de terugkerende golf in Amsterdam zal zijn, is onzeker – zeker met Ciarán op komst.
Donderdag 2 november, 20.00 -40 cm NAP
De storm is op zijn hoogtepunt: veel regen, windstoten van 110 kilometer per uur. Maar het goede nieuws is dat het waterpeil blijft dalen. De klots is meegevallen: rond drie uur ’s middags staat het waterpeil in het IJ onder de -30 cm, om acht uur ’s avonds is het streefpeil van -40 cm bereikt. De andere waterschappen hebben hun gemalen weer aangezet; water van elders kan het Noordzeekanaal weer instromen. Wel besluiten ze in de crisisruimte om de sluizen aan het IJ nog de hele nacht gesloten te houden. De keringen nu al opengooien vinden ze te riskant.
Lees ook
Nederland kan tot 3 meter zeespiegelstijging aan, maar dat gaat zeker niet vanzelf
De toekomst
Kantje boord – dat is het gevoel dat de waterbeheerders in Amsterdam en omstreken hebben overgehouden aan 2 november. „Het is echt heel spannend geweest”, zegt Wout Veelenturf van Rijkswaterstaat. „Ik heb de waterstand nog nooit zo hoog gezien, en oudere collega’s ook niet. Je staat natuurlijk altijd klaar voor zoiets, maar je schrikt toch.”
Maarten Ouboter van waterschap Amstel, Gooi en Vecht: „Het voelde toch een beetje als Hansje Brinker met zijn vinger in de dijk. Toen ik ’s ochtends in Amsterdam naar het crisisoverleg fietste, had ik de neiging om mensen op straat aan te houden en te zeggen: weten jullie wel wat er aan de hand is?”
Natuurlijk, zeggen de waterbeheerders, ‘2 november’ was een uitzonderlijke situatie: én een storing én bakken regen. Toch zal het niet nog eens vijfentwintig jaar duren voordat Amsterdam weer moet worden afgesloten van het IJ – dat weet Ouboter zeker. „Het gaat in de komende jaren opnieuw gebeuren. De vraag is niet óf, alleen wannéér.” De reden dat het Amsterdamse waterpeil volgens hem in de nabije toekomst onherroepelijk weer door alle alarmwaardes heen zal stijgen: extreem weer, veroorzaakt door klimaatverandering. Ouboter wijst op de regenval die twee jaar geleden de grote overstromingen in Zuid-Limburg veroorzaakte: zo’n ‘waterbom’ zou ook prima tweehonderd kilometer noordelijker kunnen vallen. „Als Amsterdam zoiets overkomt, staat de stad een maand lang onder water.”
Zo’n twintig jaar geleden, tijdens de planvorming van de Houthavens, deed het waterschap een aanbeveling aan de gemeente Amsterdam: hoog het maaiveld op met zeker een halve meter, want de wijk ligt direct aan het IJ, onbeschut door de sluizen. Het advies werd in de wind geslagen. „Dat betreuren we”, zegt dijkgraaf Joyce Sylvester. „En je ziet nu de consequenties.”
De gemeente Amsterdam zegt dat ophoging destijds niet nodig was: „waterdicht bouwen” zou genoeg bescherming bieden. „De woningen in de Houthavens zijn tot +80 cm NAP waterdicht”, zo laat een woordvoerder weten. „Deze maatregelen zijn voldoende om het huidige waterpeil het hoofd te bieden.”
Bewoonster Heather Watson van de Houthavens is er niet gerust op. „Nogal een afwimpeling”, zo noemt ze de opmerking over de 80 cm. „Dit voelt voor ons niet veilig genoeg.”