Verzamelde rebellen dagen de militaire junta van Myanmar uit

Een gezamenlijk offensief van gewapende verzetsgroepen tegen de junta in Myanmar heeft de wind in de rug. Nadat het militaire bewind begin november al het gezag verloor over een aantal plaatsen in de noordoostelijke staat Shan, waaronder het strategisch belangrijke dorp Chinshehaw aan de grens met China, melden gewapende oppositiegroepen nu ook de verovering van verschillende plaatsen en militaire bases in het noordwesten van het land.

In Sittwe, de hoofdstad van de staat Rakhine, is een avondklok afgekondigd. Volgens de lokale autoriteiten zijn er in de stad tanks gesignaleerd. Tientallen politieagenten en soldaten van het regime zouden zich in Rakhine hebben overgegeven aan de Arakan Army, een van de drie strijdgroepen die samen de Broederschapsalliantie vormen.

Die lanceerde vorige maand Operatie 1027 – naar de dag waarop het offensief begon. In een gezamenlijke verklaring beloofden de drie groepen niet alleen de „repressieve militaire dictatuur” te verdrijven, maar ook de illegale online gokbedrijven aan te pakken. De sector, die nauwe banden heeft met de junta, opereert voornamelijk vanuit het grensgebied met China en maakt veel Chinese slachtoffers. Sommige analisten leiden daaruit af dat de verzetsgroepen met het offensief met enig succes de sympathie van Beijing hebben geprobeerd te winnen. China geldt officieel als belangrijke bondgenoot van het militaire regime in Myanmar, maar de relatie is verzuurd omdat de junta de gokbedrijven ondanks Chinees aandringen niet aanpakt.

Burgerslachtoffers

In Myanmar zijn van oudsher veel gewapende groepen actief – vaak met een etnische achtergrond – die vechten voor autonomie en tegen het centrale gezag. Het offensief dat door de krachtenbundeling van deze strijdgroepen op gang is gekomen, vormt de grootste uitdaging voor de militaire junta. De Tatmadaw, het Myanmarese leger, greep in februari 2021 de macht nadat de National League for Democracy van Aung San Suu Kyi eind 2020 met overmacht de verkiezingen had gewonnen.

Behalve in Shan en in Rakhine wordt ook in de staten Kayah, Kayin en Chin en in Centraal-Myanmar gevochten. In Kayah, aan de grens met Thailand, zouden verzetsgroepen met het juntaleger in gevecht zijn bij de regionale hoofdstad Loikaw. Bij luchtaanvallen op stedelijk gebied zijn volgens de VN burgerslachtoffers gevallen.


Lees ook
Junta Myanmar verliest terrein aan de Chinese grens

<strong>De Myanmarese juntaleider Min Aung Hlaing</strong> (rechts) ontmoette dinsdag de Chinese minister voor veiligheid Wang Xiaohong. China maakt zich zorgen over de successen van rebellengroepen in het grensgebied van beide landen. Die veroverden deze week een strategisch belangrijke grenspost. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/11/verzamelde-rebellen-dagen-de-militaire-junta-van-myanmar-uit.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Vanuit Chin vluchtten maandag 43 militairen uit het leger van de junta over de grens met de Indiase deelstaat Mizoram. De meesten werden volgens een door persbureau Reuters geciteerde Indiase veiligheidsfunctionaris teruggestuurd naar Myanmar.</p>
<p><a rel=Volgens VN-organisatie OCHA zouden sinds het begin van het offensief 75 burgers zijn omgekomen, onder wie kinderen. Ruim tweehonderdduizend mensen zijn voor het geweld op de vlucht geslagen.

De junta doet berichten over de successen van de rebellen in de staat Shan af als „propaganda”, al geeft ze toe terrein te hebben moeten prijsgeven. De door de militairen benoemde president Myint Swe – die onder de democratisch gekozen regering van Aung San Suu Kyi nog vicepresident was – waarschuwde vorige week dat Myanmar „in stukken uiteen zal vallen” als het bewind de „incidenten in de grensgebieden” niet effectief weet aan te pakken.