N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Film Weekoverzicht van nieuwe films in de bioscopen en op streamingdiensten.
Sabeth Snijders
‘House Party’, met (vlnr) Tosin Cole, Jacob Latimore en D.C. Young Fly.
House Party Regie: Calmatic. Met: Tosin Cole, Karen Obilom, Jacob Latimore, Andrew Santino. Lengte: 101 min.
Remake van komedie uit de jaren negentig waarin maatjes Damon (Tosin Cole) en Kevin (Jacob Latimore) besluiten een feest te organiseren in de dure villa waar ze hebben schoongemaakt. Die blijkt van basketbal-ster LeBron James te zijn.
Anno 1967 voelden oudere bioscoopgangers zich door The Graduate danig geschoffeerd. Life Magazine zag het als een strijdkreet: „Vertrouw niemand boven de dertig.” Ondanks zuinige kritieken – ook filmcritici waren dertig plus – werd Mike Nichols’ sekskomedie in de VS de best bezochte speelfilm van 1967.
The Graduate, deze week terug in de bioscoop, was een jeugdfenomeen en het werd in 1967 een kantelpunt voor Hollywood: door The Graduate en Bonnie and Clyde – sexy jonge gangsters versus de gevestigde orde – zagen bejaarde studiobazen in dat ze niet langer op pa en ma moesten mikken, maar op hun rebelse boomer-kinderen.
The Graduate exploreerde de ‘quarterlife-crisis’, de weerzin om volwassen te worden. We volgen de ouwelijk geklede, stuurse modelstudent Benjamin Braddock (Dustin Hoffman) die met zijn bachelordiploma op zak terugkeert in de ouderlijke bungalow. Daar dringen oude mensen zich tijdens een poolparty op om hem in te lijven: „Just one word: plastics. There’s a great future in plastics.”
„U probeert mij te verleiden. Ja toch?”, stamelt Benjamin angstig in een fameus shot onder Mrs. Robinsons verleidelijk gebogen been door.
Roofdierprints
Benjamin wil ‘iets anders’ en verstopt zich op zijn jongenskamer, waar Mrs. Robinson (Anne Bancroft) hem besluipt, een oudere dame gekleed in roofdierprints. „U probeert mij te verleiden. Ja toch?”, stamelt Benjamin angstig in een fameus shot onder Mrs. Robinsons verleidelijk gebogen been door. Het eindigt in overspel in een hotelkamer, noir gefilmd, met dreigende schaduwen en zonlicht dat in traliepatroon door de vitrage valt.
Waarna Benjamin maandenlang lethargisch in het zwembad en het bed van Mrs. Robinson ronddobbert en volwassen wordt. De machtsbalans kantelt als zij vertelt dat ze ooit als studente zwanger werd en haar aspiraties inruilde voor de liefdeloze veiligheid van de buitenwijk – zo verloor ze haar voornaam, werd ze ‘vrouw van’. Het wekt geen empathie bij Benjamin; Mrs. Robinson, eerst hautain en manipulatief, wordt nu zielig, een boze heks die kansloos is als Sneeuwwitje zich aandient in de vorm van haar eigen dochter Elaine. Want na een nare date met haar valt Benjamin voor de tranen en onschuld van deze studente en stalkt haar in Berkeley als zij hem afwijst – zij weet dan van zijn relatie met haar moeder. Ten slotte behoedt hij Elaine na een ‘run for love’ voor net zo’n liefdeloos huwelijk als haar moeder en kaapt haar in bruidsjurk bij het altaar weg. Dan volgt de veelbesproken eindscène: Benjamin en Elaine uitgelaten lachend in een bus na de nipte ontsnapping uit burgermansland. Oude buspassagiers kijken afkeurend, hun lach verandert langzaam in een bezorgde frons: doek. Omdat ze beseffen dat ze toch volwassen en gedesillusioneerd worden?
Regisseur Mike Nichols deed iets ongewoons door Dustin Hoffman te casten als Benjamin, een iele, Joodse toneelacteur met een nasale stem.
Sukkel
Naast het originele gebruik van Simon & Garfunkel-hitjes in de soundtrack deed Mike Nichols iets ongewoons door Dustin Hoffman te casten als Benjamin, een iele, Joodse toneelacteur met een nasale stem. De studio zag liever blonde mooiboy Robert Redford. Nichols zag Benjamin eerder als een loser dan als een rebel tegen het establishment, noch deelde hij het in flowerpowerjaar 1967 zo sterke geloof dat de boomers de wereld radicaal gingen veranderen. Desondanks maakte de vileine satire op de conformistische, materialistische levensstijl van de ouders en het feit dat alles door zijn ogen wordt gefilmd Benjamin Braddock tot de vaandeldrager van zijn generatie.
Dus ging The Graduate de geschiedenis in als dé film over de generatiekloof, boomers en de seksuele revolutie. Dat laatste bleek anno 1967 vooral iets voor de man, die zichzelf en zijn toekomstige vrouw bevrijdt nadat hij het op een oude fiets heeft geleerd. Elaine is niet meer dan een speelbal, Mrs. Robinson een harpij.
Tijdloos blijkt de humor van The Graduate niet: er is te veel veranderd in de relatie tussen de generaties én de seksen. Maar als tijdsbeeld blijft hij interessant.
Surveillance en voyeurisme lenen zich goed voor thrillers. Klassiekers als Blow Out, The Conversation, Rear Window en The Truman Show toonden de gevaren, machtsrelaties, en verleiding van het gluren. Maar passen die films nog bij de huidige tijd? Surveillance werd vaak voorgesteld als iets particuliers, of de aangelegenheid van een niet te vertrouwen overheid.
Niet wat het tegenwoordig óók geworden is: alomtegenwoordig. Iets wat overheden, bedrijven, en burgers kunnen. En ook doen, of ze nu willen of niet.
Dat is het uitgangspunt van Stranger Eyes. Het Singapore van regisseur Yeo Siew Hua is een omniopticon: één grote surveillance-orgie, waarin iedereen elkaar en zichzelf constant vrijwillig en onvrijwillig begluurt. Met één cameratelefoon kan een gluurbuur duizenden levens tegelijk in de gaten houden.
En tóch verdwijnt ‘kleine Bo’ spoorloos. Op klaarlichte dag, te midden van kinderen, ouders, stalkers, bewakingscamera’s en honderden balkons van omringende torenflats. Hoe vinden ze haar terug? Nog meer surveillance. En dus delen vader Junyang en moeder Peiying flyers uit en kijken ze op politie-advies oude homevideo’s op zoek naar schimmige figuren op de achtergrond: autosurveillance.
Maar plotseling verschijnen er dvd’s bij de voordeur. Stalkerfilms, opgenomen door iemand uit de belendende portiekflat. We zien Junyang en Bo in de supermarkt, in de mall. Iemand volgt ze al maanden. Peiying, een internet-dj, blijkt zelfs met hem gesproken te hebben.
Stranger Eyes belandt vanaf dit moment in een spiraal van cross- en countersurveillance, de helft van de film volgen we de stalker. Maar de film wordt nooit een platte dystopie. De film onderzoekt met oprechte interesse hoe een leven zonder enige privacy is. Daarover heeft Stranger Eyes heel veel ideeën. Soms iets te veel. Zijpaadjes over helikoptermoeders en de giftige symbiose tussen influencer en stalker komen wat haastig voorbij.
Lees ook
In de actuele thriller ‘Stranger Eyes’ is iedereen spion, stalker en exhibitionist
Maar op de beste momenten ontstaan inzichten via de ontwikkeling van de personages. Junyang verandert namelijk, wanneer hij zich bewust wordt van alle ogen die op hem gericht zijn.
Voyeurisme wordt voorgesteld als een soort drug. Het is overal verkrijgbaar, niemand kan de verleiding echt weerstaan. In een scène kijkt de grootmoeder van Bo met een verrekijker naar haar eigen appartement. Langzaam glijdt haar blik af, langs de andere woningen. Ze blijft net te lang hangen bij een intieme scène: een meisje dat alleen danst in haar woonkamer. Zoals iedereen is grootmoeder slachtoffer én dader.
Het meest beklemmende inzicht ontstaat echter uit de beantwoording van de centrale vraag – hoe kon Bo verdwijnen? Iedereen ziet alleen zichzelf. De politie ziet een crimineel, een slachtoffer ziet een dader, de supermarktmedewerker ziet zijn eigen falen, trauma, of obsessie. Iedereen gebruikt iemand anders om zichzelf te vormen. Dat leer je aan het einde van de film wel. Dan blijkt dat ook jouw aannames over de personages al die tijd niet klopten.
Swamp Dogg, wat is je levensfilosofie? „Wees gewoon cool. En het is ook leuk om jezelf te zijn. That’s fun like a motherfucker.”
Jij kent Jerry ‘Swamp Dogg’ Williams misschien niet, maar je favoriete artiest kent hem wel. Swamp Dogg is sinds de jaren 70 een cultlegende. Hij werkte aan meer dan tweeduizend songs, als arrangeur, schrijver, producent, performer. Stond onder contract bij zowat elk gerenommeerd muzieklabel (al werd hij onherroepelijk steeds na één vreemd country-funk-R&B-album ontslagen). En hij was „de grootvader van west-coast hiphop” als producent van de electroband World Class Wreckin’ Crew waar Dr. Dre en DJ Yella in zaten.
Nu heeft hij een documentaire die zo vreemd en uniek is als hijzelf. Swamp Dogg Gets His Pool Painted vindt de tachtigjarige muzikant hangend naast het zwembad van zijn „vrijgezellenhuis voor oudere muzikanten”. Het is een documentaire zonder voorbedachte rade, als een jamsessie. Terwijl een kunstenaar het zwembad schildert, zit Swamp Dogg met wisselende gezelschappen in zijn tuinset. Vooral met huisgenoten Guitar Shorty (die waterig naar oude beelden van zijn optredens kijkt), en de alieneske muzikant Moogstar. Maar ook Jackass’ Johnny Knoxville komt langs, en animator Mike Judge. Zelfs Tom Kenny, de stem van Spongebob, slaat een arm om zijn schouder. Soms leest Dogg wat teksten voor. „Ik probeer geen Mark Twain te zijn. Maar ik denk dat ik net zo goed met mijn shit ben, als hij met zijn shit is.”
Paniekaanvallen en drugs
Duidelijk is dat deze documentaire niet om volledigheid draait, meer om vibe. Regisseurs Gale, Olson en McMurry volgen de uitwaaierende verhalen en illustreren ze met Scooby Doo-achtige animatie, archiefbeelden en muzikale kwinkslagen. Doggs Wurlitzer-jukebox slaat aan, en op synthesizer-golven en strandgitaar zweven we langs familiefoto’s en gouden platen. We leren iets van Doggs eerste hitjes als Little Jerry Williams in de jaren 60. Iets van zijn grote successen: het maffiamansion, privévliegtuig en de negen auto’s. En iets van de keerzijde van de schaduw van de roem: paniekaanvallen en drugs. Maar het moet wel leuk blijven: snel door naar de volgende anekdote.
De losse aanpak werkt vaak goed. Er is ruimte voor Moogstars hilarische zijpaden: hij bezocht diep in de nacht met groupies het graf van Evel Knievel waar hij een witte uil ontmoette die nu zijn beschermheer is. En Swamp Dogg vertelt meer over die keer dat hij Beatles-nummers liet coveren door honden dan over zijn drugsproblemen back in the day.
Dit is het knappe aan Swamp Dogg Gets His Pool Painted: het is waarlijk een verlengstuk van de artiest. Maar dat maakt de film ook een beetje een botloos lijf. Het zwabbert alle kanten op, anekdotes drijven af, of worden niet afgemaakt. Wil je concrete info? Dan leer je meer op de Wikipediapagina.
Je moet ervan houden. Swamp Dogg Gets His Pool Painted is een cocktail pijnstillers en psychedelica. Wat heb je nu echt geleerd? Niet zoveel. Wat staat je bij? Tja, Swamp Dogg in kimono, Moogstar die zichzelf op de kont slaat… Het is een beetje een waas. Maar was het leuk? Absoluut.