Deze herfst won eerst de populistische Smer-partij de Slowaakse verkiezingen. Vervolgens boekte de radicaal-rechtse AfD het beste resultaat in een West-Duitse deelstaat ooit. Daarna werden de radicaal-rechtse en populistische regeringspartijen PiS en SVP opnieuw de grootste in respectievelijk Polen en Zwitserland.
En de populistische triomftocht is vermoedelijk nog niet voorbij. Volgende week kan in Nederland BBB, net als in maart, opnieuw flink winnen bij de stembus. Voor de verkiezingen in Vlaanderen en Oostenrijk, volgend jaar, gaan de radicaal-rechtse populisten van respectievelijk het Vlaams Belang en de FPÖ in de peilingen voorop.
In de opinierubrieken van Europese media wordt al weken gewaarschuwd voor een nieuwe rechts-radicale en populistische golf. De vrees groeit dat deze nationale trends zich bij de Europese Parlementsverkiezingen in juni volgend jaar zullen vertalen in een rechts-populistisch front binnen de Europese Unie. Alarmisten roepen de keuze voor Trump en Brexit in 2016 in herinnering. Dat hielden veel analisten vooraf ook niet voor mogelijk.
Volgens critici is het gevaar reëel dat rechts-populistische partijen als ze eenmaal aan de macht zijn – zoals nu in Hongarije, Italië, Finland en Zweden – maatregelen nemen die de rechten inperken van minderheden of van belangrijke democratische instanties, zoals onafhankelijke rechtbanken of de vrije pers. Die maatregelen kunnen de termijn van één regering overstijgen.
Polen is het schrikbeeld, met zijn de facto verbod op abortus en aanvallen op rechters en journalisten. Ook als PiS nu geen regering meer kan vormen, zit de partij nog overal in de instituties en kan ze van daaruit democratische hervorming verhinderen.
Lees ook
Een nieuwe Poolse regering zal afbraakbeleid van PiS niet zomaar kunnen terugdraaien
Debat over definitie
Maar dat is nog slechts angst. Eerst een definitie, en de cijfers. De definitie van populisme is onderwerp van academisch debat, maar over het algemeen wordt aangenomen dat een populist een tegenstelling benoemt tussen ‘wij, het ware volk’ en ‘zij, de voorgetrokken anderen’. De anderen zijn doorgaans ‘de corrupte elite’, maar kunnen bijvoorbeeld ook de immigranten zijn, of de EU. Radicaal-rechtse populistische partijen voegen daar de ideologie aan toe dat staten exclusief door de oorspronkelijke bewoners moeten worden bevolkt en propageren autoritair gezag.
Over de classificatie van politieke partijen bestaat evengoed debat, maar politicologen maken veel gebruik van de rubricering door The PopuList, een initiatief vanuit de Universiteit van Amsterdam, en van het Amerikaanse onderzoekscentrum Pew. Beide classificeren partijen als de Poolse PiS, het Hongaarse Fidesz, de Zweden-Democraten (SD), de Nederlandse PVV, de Fratelli d’Italia van de Italiaanse premier Giorgia Meloni, de Duitse AfD, het Vlaams Belang en het Franse Rassemblement National (RN) als radicaal-rechts en populistisch. BBB is volgens The PopuList ook populistisch, en vanwege haar strenge immigratiestandpunt een grensgeval van radicaal-rechts.
De VVD neigt volgens The PopuList ook naar radicaal-rechts, maar is niet als grensgeval aangemerkt omdat het uitsluiten van migranten niet zou horen bij de kernideologie van de partij. NSC van Pieter Omtzigt is weliswaar kritisch op het establishment, maar niet populistisch, volgens het team van The PopuList, omdat de partij niet ‘het goede volk’ tegenover ‘de slechte elite’ plaatst.
Uit onderzoek van dat team bleek dat bij nationale verkiezingen in Europa vorig jaar 32 procent van de stemmen naar een populistische of een andere anti-establishmentpartij ging. In jaren nul was dat aandeel nog 20 procent en tien jaar eerder 12 procent. Een gestage en stevige stijging dus. Ongeveer de helft van de populistische stemmen ging vorig jaar naar radicaal-rechtse partijen. Die groeien het hardst, ten koste van middenpartijen. Vorig jaar stemde volgens Pew 58 procent van Italië populistisch, net als 54 procent van Hongarije en 44 procent van Frankrijk.
Het Britse weekblad The Economist becijferde onlangs dat radicaal-rechtse partijen in 15 van de 27 EU-lidstaten in de peilingen meer dan 20 procent van de stemmen halen. Het gaat om elke grote lidstaat (behalve Spanje, waar de rechts-populistische partij Vox slecht scoorde bij de verkiezingen in juli). Bijna vier op de vijf Europeanen leeft nu in een land waar radicaal-rechts de voorkeur heeft van tenminste een op de vijf kiezers.
Onder de golven
Maar welk verhaal vertellen deze cijfers? Allereerst is het de vraag of er echt een golf te zien is. „Volgens veel collega’s zitten we sinds eind vorig jaar in de tweede populistische golf”, zegt onderzoeker Natalia Mamonova via een videoverbinding vanuit het Noorse Trondheim, „na de eerste golf, die begon met de verkiezing van Trump en het Brexit-referendum in 2016 en duurde tot en met 2018”.
Maar ver voor Trump waren er ook al populisten, benadrukt Mamonova. De FPÖ werd eind jaren negentig al de tweede partij in Oostenrijk. Front National, de voorganger van RN, haalde in 2002 al de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Volgens Mamonova kan het geen toeval zijn dat tussen deze twee zogenoemde golven de coronapandemie losbarstte en er een oorlog uitbrak in Europa. „Het populisme groeit gestaag. De media keken gewoon even de andere kant op.”
En wat gebeurt er onder de golven? Volgens Daphne Halikiopoulou, hoogleraar politicologie aan de universiteit van York en medewerker van The PopuList, is de groeiende groep populistische kiezers geen direct gevolg van maatschappelijk onbehagen. Zij is, op basis van wetenschappelijk onderzoek, ervan overtuigd dat de stijging aanbodgedreven is, niet vraaggestuurd. Dat rechts-populisme aan de winnende hand is, komt volgens haar niet doordat kiezers immigranten zat zijn. Nee, het succes van de populisten is hoofdzakelijk een politiek fenomeen.
Dat is volgens Halikiopoulou zowel te danken aan de populisten die het establishment uitdagen als aan het establishment zelf, dat hier geen goed antwoord op heeft. Wat middenpartijen vaak doen, is de retoriek overnemen, waardoor ze in de richting van het rechts-populisme opschuiven. Dom, aldus Halikiopoulou, „want onderzoek laat zien dat kiezers voor het origineel gaan, de partij die het onderwerp echt opeist, niet voor de goedkope kopie. Bovendien horen kiezers dan op de radio alleen nog maar over migratie, terwijl ze zich eigenlijk zorgen maakten om hun energierekening”.
Vier minaretten
Halikiopoulou ontdekte ook dat ongeveer een derde van het radicaal-rechtse electoraat in Europa helemaal geen probleem heeft met immigratie. Er is zelfs geen correlatie tussen rechts-populisme en aantallen migranten. „Kijk naar Nederland. Een relatief gelukkige en stabiele samenleving, zonder hoge werkloosheid of migratiegolven, en toch hebben jullie radicaal-rechts populisme.”
Denk ook aan het minarettenverbod in Zwitserland, in 2009. Heel Zwitserland telde maar vier minaretten, die niet eens opriepen tot gebed. Deze herfst won de rechts-populistische SVP er opnieuw de verkiezingen met een anti-immigratiecampagne. Voor het eerst voerde de partij echter óók campagne rond de gestegen kosten voor het levensonderhoud.
Economische tegenwind is volgens Halikiopoulou evenmin een doorslaggevende rede voor een stem op populistisch-rechts. Bewijs daarvoor vindt ze bijvoorbeeld in Portugal en Spanje. „Daar was geen radicaal-rechts populisme tijdens de diepe economische crisis vanaf 2008. Dat betekent niet dat alle Spanjaarden en Portugezen migranten omarmden. Maar ze stemden op andere partijen.”
Natuurlijk zijn kiezers wel degelijk gevoelig voor onderliggende stromingen, zoals inflatie, migratie en de oorlog in Oekraïne. Maar zorgen zijn er altijd. En mensen stemmen volgens Halikiopoulou op een partij die overtuigend belooft dat zij hun concrete problemen zal oplossen.
„Populisten doen dat heel slim. Neem de huizenmarkt. Middenpartijen hebben op dat vlak gefaald. Nu komen de populisten, die zeggen: ‘Lukt het niet betaalbare huisvesting te vinden? Dat komt door de immigranten, dat gaan we oplossen. Ben je bezorgd over je veiligheid? Dat komt door de terroristen uit het Midden-Oosten! Die gaan we uitzetten.’ Ze zijn heel goed in het gebruiken van migratie als een oplossing voor alle problemen en onzekerheden”, zegt Halikiopoulou via een videoverbinding vanuit het Britse York.
Boerenissues
Op deze manier wordt de agenda van populisten diverser. Klassieke thema’s van radicaal-rechtse populisten, zoals migratie, strenger straffen en euroscepsis, worden aangevuld met onderwerpen als klimaatadaptatie en de kosten van het dagelijks leven.
Bij de campagne in Hessen ageerde de AfD bijvoorbeeld tegen maatregelen voor CO2-reductie, zoals warmtepompen, en pleitte ze voor meer asfalt. Volgens Halikiopoulou kunnen rechtse partijen profiteren van de klimaatcrisis, omdat die de stemkloof tussen stad en platteland vergroot en links verdeelt. Linkse partijen willen het namelijk opnemen voor het klimaat én voor de achtergestelde arbeider die een dure warmtepomp moet aanschaffen. Dat laat zich lastig uitleggen.
Ook boerenissues doen het goed in populistisch Europa – niet alleen in Nederland, maar onder meer ook in Zwitserland, Scandinavische landen, Polen en Frankrijk. Volgens onderzoeker Mamonova zijn de boeren de verliezers van het neoliberale kapitalisme, dat op het platteland tot ontvolking en banenverlies leidt en boeren te afhankelijk heeft gemaakt van schaalvergroting, banken en supermarktketens. Dat maakt boeren volgens haar vatbaar voor populisten, zeker als die zich afzetten tegen de heersende stedelijke elite.
Andersom zijn boeren een aantrekkelijke doelgroep voor populisten, want hun problematiek raakt aan iedereen. Voedsel ligt mensen van nature na aan het hart. Landbouw is belangrijk voor de export. En boerenprotest is lekker zichtbaar, met die trekkers. „Populisten buiten dat uit, om publiciteit te trekken”, aldus Mamonova. In het Europees Parlement werpt de christen-democratische Europese Volkspartij, de moederpartij van het CDA, zich steeds nadrukkelijker op als boerenbelangenhartiger, waarbij ze populistische retoriek niet schuwt.
Lees ook
Ook in Duitsland wankelt nu de ‘brandmuur’ rond radicaal rechts
Samenwerken
Een andere trend die politicologen waarnemen is dat populisten – die in wezen tegen het establishment zijn – steeds meer mainstream worden. Ze nemen steeds vaker deel aan regeringen, hebben minder last van maatschappelijke intolerantie en politieke cordon sanitaires. Zo kreeg de CDU in Thüringen in september een wetsvoorstel met steun van de AfD door het deelstaatparlement. In Berlijn was de schrik groot, want samenwerken met de AfD – die geldt als bedreiging voor de democratische orde, en in de landelijke peilingen groeit – was tot voor kort taboe.
Volgens Mamonova is deze normalisering „heel gevaarlijk”, omdat populisten op deze manier veel meer invloed krijgen, ook in Brussel. De Slowaakse Smer zou bijvoorbeeld de Europese eenheid ten aanzien van Rusland bedreigen. Maar volgens Mujtaba Rahman, analist bij adviesbureau Eurasia Group, is dit „complete flauwekul”.
Aan de telefoon vanuit Londen betoogt Rahman dat het populisme van nu heel anders is dan dat van de afgelopen decennia. „Als je kijkt naar Trump of Brexit was dat type populisme bepalend voor de geschiedenis, het had consequenties tot ver over de grenzen.” Het populisme van vandaag de dag, zegt Rahman, is gericht op bepaalde gemeenschappen binnen de landsgrenzen. „Het is veel specifieker en lokaler, en heeft veel minder consequenties en risico’s, in mijn optiek.” Zijn werkgever analyseert politieke risico’s en kansen, vooral voor internationale investeerders en bedrijven.
De ontwikkelingen in Slowakije worden ten onrechte vaak vergeleken met Hongarije, aldus Rahman. Smer haalde 23 procent van de stemmen, Fidesz heeft een absolute meerderheid. Smer moet een coalitie vormen met meerdere partijen en dus haar toon matigen. „Misschien zorgt Smer voor iets meer frictie en vertraging bij Europese besluitvorming, maar de kans dat Smer serieuze impact kan hebben op het evenwicht op Europees niveau is nagenoeg nul.”
Sowieso is het populisme van heden ten dage minder anti-Europees, ziet Rahman. Na het debacle van de Brexit wil niemand meer uit de EU of de euro stappen. Niemand gaat vol op het orgel tegen de NAVO of de Verenigde Staten. Ook Meloni zwakte haar anti-Europese retoriek na de verkiezingen af. Rahman. „Ze kan het geld uit het coronaherstelfonds helemaal niet missen.”
Voor een rechts-populistische coalitie in het Europese Parlement na de verkiezingen van volgend voorjaar vreest Rahman allerminst. Ten eerste omdat de betrokken partijen niet genoeg stemmen zouden krijgen. Ten tweede omdat de kans dat populistische partijen op rechts gaan samenwerken zeer klein zou zijn. „Ze zijn gewoon te verschillend.” Het risico van rechts-populisme voor de EU is, volgens Rahman, „volstrekt ongerijmd en overdreven”.