„Je hebt in Nederland meer dan 20.000 kilometer berm en 17.000 kilometer dijk. Waarom zou je al die oppervlakte niet kunnen benutten voor meer biodiversiteit? Dat is het idee achter mijn bedrijf Honey Highway. Samen met lokale hoveniers, landschapsarchitecten, overheden en partners zoals Rijkswaterstaat werken we aan het redden van onder meer de wilde bijen door grote oppervlaktes in te zaaien met bijvoorbeeld inheemse bloemen. Het ziet er mooier uit, en is nog goed voor de omgeving ook. De bijen kunnen vervolgens ook andere wilde planten bestuiven, alle groenten die bloeien, alle bomen met bloesem. Het helpt bij het gezond houden van ons landschap.
„Het begon in 2015 nadat ik het boek Bijen van Rudolph Steiner uit 1923 had gelezen. Hij beschrijft daarin hoe door het verdwijnen van de bijen er nog veel meer soorten zullen verdwijnen. Die man heeft 100 jaar terug voorspeld waar wij nu middenin zitten: dat het monocultuur-graslandschap, het landbouwgif en onze kunstmatige omgang met de natuur een oorzaak van de bijensterfte zou zijn. Het liet me niet los.
„Ik kom uit een ondernemersgezin. Dus dacht ik, ik moet iets doen, zelf. Dus toen ben ik me gaan verdiepen in wat het probleem is van de bijen. Ik ben in 2012 gewoon zelf naar Rijkswaterstaat gestapt. In eerste instantie omdat ik er door te praten met maaiers achter kwam waarom zij alle bermen al voor 1 juli maaiden: dat stond blijkbaar in de contracten met Rijkswaterstaat.
„Toen dacht ik: als dat nou úít die contracten gaat, als ze alleen al zouden wachten met maaien van alle bermen ná het begin van de zomer, dan zou er veel meer begroeiing blijven staan waar insecten wat mee kunnen. Dat is uiteindelijk ook gebeurd, nadat ik allerlei brieven heb geschreven en na weet ik veel hoe veel lunches en kopjes koffie met mensen die hierover gingen.
„Daarnaast kreeg ik ook het idee om de berm aan te pakken langs de toen net aangelegde A4 tussen Delft en Rotterdam, die langs ons huis liep. Die hebben we toen samen met allerlei lokale bewoners en partijen helpen inzaaien met inheemse bloemen. Nu begint het idee veel navolging te krijgen: veel meer bermen worden niet of later gemaaid, en ingezaaid met inheemse planten voor insecten. Dat doen wij natuurlijk niet allemaal zelf, ik ben blij dat het wordt opgepikt: het gaat mij om het redden van de bij. Dus niet alle eer is voor mij als persoon alleen hoor. Er zijn veel meer mensen ineens naar buiten gaan kijken en gaan nadenken: zo’n bloemenberm, dat wil ik ook wel. Maar er is wel een beweging in gang gezet, absoluut.
„En na de bermen en dijken ben ik nog niet klaar. Wat dacht je van al die grote grasoppervlaktes in Nederland, zoals Schiphol, of al die bedrijventerreinen? Daar zit ook echt een businessmodel in, ja. Daar maak ik ook geen geheim van. Veel van die bedrijven willen heus wel graag wat doen voor de biodiversiteit. Zij maken daarvoor ook budget beschikbaar. Ik zoek ergens de grond die het meest geschikt is, en ik realiseer daar een bloemenveld of een bijenpark, en zorg ervoor dat het beheer goed geregeld wordt. Het is wel meer werk dan een stukje gras, ja.
„Laatst hebben we bijvoorbeeld een groot stuk grond van consultancybedrijf Accenture ingezaaid, samen met allerlei mensen van dat bedrijf zelf. Dan werkt het ook verschillende kanten op: je merkt dat zij meteen meer zingeving ervaren, het is goed voor de teambuilding, en mensen snappen ook beter wat biodiversiteit is en waarom het belangrijk is.”
Heeft u tips? Mail mij dan op [email protected]. Abonneer u vooral ook op de wekelijkse nieuwsbrief Future Affairs: www.nrc.nl/futureaffairs