N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Klimaatverandering, migratie, woningnood en gezondheidszorg zijn de thema’s die de kiezers uit 24 buurten in Nederland het belangrijkste vinden aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen, zo blijkt het Buurtonderzoek 2023 van NRC. De redactie selecteerde de buurten op basis van geografische spreiding, bevolkingsdichtheid, de economische positie en al of geen migratieachtergrond. Gezamenlijk benaderen de geselecteerde buurten het gemiddelde opleidingsniveau, de gemiddelde leeftijdsopbouw van Nederland en de landelijke uitslag van de verkiezingen van 2021. De verslaggevers hebben hun best gedaan om in hun buurt zoveel mogelijk verschillende mensen te spreken: jong en oud, bewoners van koopwoningen naast die van sociale huurwoningen etc. In de praktijk bleek het lastig om jongeren te interviewen, net als mensen met een migratieachtergrond.
Lioessens, Noardeast-Fryslân
De meesten stemmen op NSC, ook omdat er een bekende Fries op de lijst staat
Klaas Dijkstra (67) heeft zijn camper midden op de oprit van bouwbedrijf Dijkstra geparkeerd, het bedrijf van twee van zijn zoons. Hij is net terug van zeven weken Spanje met zijn vrouw. Het wéér, zegt hij. Veel betekende blik. „28 graden. Geen zuchtje wind!”
Maar hij heeft de kleinkinderen gemist. Zalig om in Lioessens thuis te komen. Een dorp met bijna vierhonderd inwoners in de gemeente Noordoost-Friesland, vlak bij de Waddenzee.
Klaas Dijkstra woont hier al zijn hele leven, net als zijn vier kinderen en twaalf kleinkinderen. En wie een ronde door het dorp maakt hoort: wie eenmaal in Lioessens woont, wil er niet meer weg.
Het geheim?
Klaas Dijkstra gaat de sleutel van café De Bûnte Bok halen. De kroeg zit hier al zeker vijftig jaar, en kende veel verschillende eigenaars. Een plek die ooit de thuishaven was van walvisvaarders en zelfs even De Mislukking heette.
Voor het pand wijst hij omhoog. „Het kajuitje zit er weer op” – een dakkapel met zwierig houtwerk – „de dakgoten en de dakpannen: hélemaal in oude staat hersteld.”
Het had niet veel gescheeld of de kroeg was onlangs uit het dorp verdwenen.
Hij is een zwager van mijn zoon. Ik kies voor eerlijk, en Soepboer is te vertrouwen
Klaas Dijkstra
De vorige eigenaars hadden moeite de zaak draaiende te houden, vertelt Dijkstra. Steeds vaker bleven de deuren dicht. En toen in 2020 de coronacrisis uitbrak, besloten zij het pand te koop te zetten. Maar een nieuwe koper kwam er niet.
Eind 2020 kwamen zes vrienden uit het dorp bijeen om een reddingsplan te maken. Ze besloten samen een bod uit te brengen. Adol Braaksma is één van hen: „De volgende dag was het café van ons.”
De zes wisten toen al dat ze er niets aan zouden verdienen, De Bûnte Bok is nu een stichting zonder winstoogmerk. En omdat de eigenaars allemaal een fulltime baan hebben, zijn ze volledig afhankelijk van de inzet van anderen. „Maar dit café mocht niet verloren gaan”, legt Adol Braaksma aan de telefoon uit. „We komen er allemaal sinds we jong zijn. Tijdens de coronacrisis kwamen we erachter hoe belangrijk zo’n ontmoetingsplek eigenlijk is.” Dorpsbewoners spraken in die maanden onderling nog wel af, voor een biertje in de achtertuin. Maar het waren wel steeds dezelfde clubjes mensen, in dezelfde achtertuinen. Het leek wel, vertelt Braaksma, alsof de samenhang uit het dorp verdween.
Omtzigt
De zes nieuwe kroegbazen knapten met hulp van andere dorpsbewoners het pand volledig op. Tegen de gloednieuwe geïsoleerde wanden werden de oorspronkelijke schrootjes teruggezet. Ieder schilderijtje kwam op zijn oude plek terug.
De Bûnte Bok is de huiskamer van Lioessens, zeggen dorpsbewoners. De lijm. Het kloppend hart. Vorige maand werd het café heropend. Nu kom je er de leden tegen van de biljartclub, de kaartclub, de Oranjevereniging, de begrafenisvereniging, de kaatsvereniging, het schoolbestuur, de kerk. Op de straat voor het pand zijn witte lijnen geschilderd. De overblijfselen van het ei-gooien, vertelt Klaas Dijkstra – een wedstrijd waarbij deelnemers eieren moeten vangen over een zo groot mogelijke afstand. „Dat doen we hier ieder jaar.” Braaksma, die behalve kroegbaas drie andere vrijwillige functies heeft in het dorp: „We doen het hier met z’n allen. Als er een volleybaltoernooi is, en ik ben er niet, dan word ik daar op aangesproken.”
Veruit de meeste inwoners denken erover op Nieuw Sociaal Contract te stemmen, de partij van Pieter Omtzigt. Er staat een Fries op de lijst die ze in het dorp goed kennen. Klaas Dijkstra: „Aant Jelle Soepboer was hier wethouder voor de FNP [Friese Nationale Partij]” en is nu nummer zeven op de lijst van Omtzigt. Dijkstra komt hem tegen op verjaardagen. „Hij is een zwager van mijn zoon. Ik kies voor eerlijk, en Soepboer is te vertrouwen.”
Soepboer maakte naam als een politicus die het belang van tradities ziet. Toen enkele jaren geleden de regels voor optochten met versierde wagens zo werden aangescherpt dat de gewoonte uit de Friese dorpen dreigde te verdwijnen, schreef hij een open brief namens de jongeren in Noordoost-Friesland, waartoe ook Lioessens behoort. Hij noemde de wagens „cultureel erfgoed”. En schreef: „ Dat kun je toch niet zomaar met een verbod aan de kant schuiven?”
Door Lineke Nieber en Tatjana Tempel
Nijlân, Leeuwarden
‘De tokkies bepalen wat er in de buurt gebeurt’
Van gezinswijk naar afvoerputje van de stad. Johan Houkes (49) heeft de buurt Nijlân in Leeuwarden zien veranderen, in de meer dan twintig jaar dat hij er woont. Een jaren-zestig-wijk met flats, eengezinswoningen, maar ook patio-bungalows aan de randen. Een typische naoorlogse wederopbouwbuurt. Met scholen, florerende middenstand en vooral veel groen. „Er is vergrijzing”, zegt Houkes. „Mensen worden ouder. Maar er is ook veel instroom van mensen elders in de stad. Omdat de woningen hier relatief goedkoop zijn.”
Zo’n vierduizend mensen wonen er in Nijlân. En jaarlijks sterven er meer buurtbewoners dan er geboren worden. Onderlinge saamhorigheid is er steeds minder. Meer dan de helft van de inwoners van achttien jaar en ouder voelt zich eenzaam, zo blijkt uit de gezondheidsmonitor van het RIVM. 15 procent noemt zichzelf „ernstig eenzaam”. Scholen zijn er niet meer, jonge stellen met gezinnen mijden de buurt of willen er weg.
Bouwen mag niet, vanwege stikstof en vleermuizen, maar zo’n racecircuit in Zandvoort wordt er wel doorheen gedrukt
Johan Houkes
Zoals de 29-jarige wijkverpleegkundige, Jildou Vink. Ze groeide op in de buurt, bij haar ouders die er nog steeds wonen, maar met gezinsuitbreiding op komst wil ze elders kopen. „Er zijn geen voorzieningen meer, mijn oude basisschool is verdwenen en de buurt is er niet op vooruitgegaan. Er is een ander slag mensen komen wonen.”
De flats zijn gerenoveerd en opgeknapt, aldus Houkes. „Ouderen hadden eerste voorkeursrecht en keerden terug. Maar behalve die ouderen zijn er vooral veel tokkies bijgekomen. Die bepalen wat er in de buurt gebeurt. En hebben met enige regelmaat ook politie voor de deur staan.”
Er is wel sociale cohesie in de wijk. Zo is er een buurt-app. Houkes: „Niemand is hier anoniem, we kennen elkaar wel omdat we allemaal aan pleintjes wonen. Zo zit er hier ook een tussen die als ‘pedo’ beschouwd wordt en die heeft om de zoveel maanden zijn ramen eruit. Dat gaat dan via die buurt-app. Zo van: we gaan er vanavond weer even langs.”
PvdA-bastion
De buurt telt ook veel opvanghuizen voor kwetsbare groepen: mishandelde vrouwen, statushouders en asielzoekers. Of woongemeenschappen voor kwetsbare groepen. Formeel zijn dat zogenaamde ‘geheime adressen’, zegt Renée, een docente op een basisschool elders in de stad die niet met haar achternaam in de krant wil. „Maar iedereen weet ervan. En maakt de overlast én de onrust mee van mensen die onverwachts met onbekende bestemming weer vertrekken. Iedereen kent hier ook de verhalen over hoe vanuit die opvang criminaliteit georganiseerd wordt. Tot vrouwenhandel aan toe.”
De buurt was een PvdA-bastion, zoals heel Leeuwarden dat was. En bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 was de PvdA de grootste, op de voet gevolgd door GroenLinks. Of dat straks bij de Tweede Kamerverkiezingen ook nog het geval is, betwijfelen veel buurtbewoners. BBB en PVV scoorden goed bij de provinciale verkiezingen. De verwachting is nu dat NSC van Pieter Omtzigt goed gaat scoren. Maar op een enkeling na, heeft geen van de ondervraagde buurtbewoners al een keuze gemaakt.
Houkes weet het wél: hij gaat voor BVNL van Wybren van Haga: „Er is een bestuurselite die de touwtjes in handen heeft. Bouwen mag niet, vanwege stikstof en vleermuizen. Maar zo’n racecircuit in Zandvoort wordt er wel doorheen gedrukt.”
Scholen en traditionele gezinsstructuren zijn verdwenen en volgens Fred Dalsheim uiteindelijk ook de Friese mentaliteit. Dalsheim runt een foto/videozaak aan de rand van de wijk, in een winkelcentrum dat op de nominatie staat gesloopt te worden. „We bieden onderdak aan mensen die op de vlucht zijn. De Friese oorspronkelijkheid komt daarmee in de knel. De buren worden steeds asocialer omdat ze elkaar niet kennen. Friesland, ook deze buurt, verliest een beetje zijn gezicht. We worden verstedelijkt. En raken daardoor het zicht kwijt op onze eigen kwaliteit en identiteit.”
Door Jos Verlaan
Margrietpark, Midden-Groningen
Nee, ze zijn geen racisten, maar waarom worden asielzoekers voorgetrokken?
Brader, een met een stratenmaker getrouwde hulp in de huishouding, is niet de enige bewoner van het Margrietpark in Sappemeer, Midden-Groningen, met een voorkeur voor de PVV. Een echtpaar dat de hond uitlaat in het park en een rechtenstudente van 21 in de Violenstraat delen haar mening.
Geen van hen wekt de indruk een ‘boze burger’ te zijn. Vriendelijk en welbespraakt leggen ze uit geen racisten te zijn, beslist niet. Vluchtelingen, échte vluchtelingen, moeten worden geholpen. Maar ze vinden het oneerlijk dat asielzoekers, die naar hun idee massaal en ongelimiteerd het land binnenkomen en zich onder meer in Midden-Groningen vestigen, alles gratis krijgen – een huis, geld, zorg – terwijl zij het ondanks hard werken financieel moeilijk hebben en hun kinderen geen woning kunnen vinden.
Mijn zus heeft lang in de vluchtelingenopvang gewerkt. Dat zie je dat wat mensen denken, niet altijd klopt
Kristiaan Kremer
Geen vluchteling te bekennen trouwens, op een woensdag en een zaterdag in oktober. Wel veel mensen die hun hond uitlaten, zodat de kleine politieke enquête waarmee ik op pad ben ook een beeld geeft van hoe hondenbezitters over de dingen denken. Dat doen ze meestal niet in de weloverwogen categorisering van de enquête, maar in de soundbites waarmee iemand met een enkel woord toont het spel te doorzien: ‘Groningen’, ‘de toeslagenaffaire’, waarin Rutte herinnerd zal worden als ‘glad’ en Omtzigt erg ‘integer’ is.
Sommige geïnterviewden zeggen niet meer te stemmen. Zijn de dames en heren politici eenmaal gekozen, dan komt er van hun mooie beloftes niets terecht, zegt de bestuurder van wijkcentrum ’t Spinneweb. Dan gaat het ze alleen maar hierom, zegt een bejaarde jeux-de-boules-speler, terwijl hij een denkbeeldige portemonnee volpropt met biljetten. „Het boeit ons niet,” zegt een jong, kibbeling etend stel op een bankje. Een deel van de afhakers verklaart vroeger PvdA te hebben gestemd, maar die partij heeft „de gewone man in de steek gelaten”.
Ouderwets links hart
In een minderheid van de huizen klopt nog een ouderwets links hart. Zoals bij verzekeringsadviseur Kristiaan Kremer. Na een echtscheiding was hij zelf een tijdje een werkende arme. Hij heeft nu een betere baan en is hertrouwd, maar hij weet hoe snel het kan verkeren. In het sociaal vangnet zitten gaten. „Ik hoop op een socialer beleid. In de verdeling van gelden gaat er iets niet goed.”
Met Sonja en zijn dochter woont hij op een krappe bovenwoning, waar de ruimte wordt ingenomen door een kooi voor een grote hond, een klimtoestel voor drie katten en een hele grote tv. Zijn zoon, die bij zijn moeder aan de andere kant van het land woont, is het weekend over.
Anders dan veel buurtgenoten maakt Kremer zich zorgen over de opwarming van de aarde en vindt hij niet dat boeren geen strobreed in de weg mag worden gelegd. Hij gelooft niet dat vluchtelingen worden voorgetrokken. „Ik heb veel moeite met mensen die dat denken. Mijn zus heeft lang in de vluchtelingenopvang gewerkt. Dat zie je dat wat mensen denken, niet altijd klopt.”
Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in maart kwam BBB in ’t Spinneweb met 33 procent van de stemmen als veruit de grootste uit de bus. Nu zegt geen van de geïnterviewden nog op die partij te gaan stemmen. Wel op de PVV dus, op Omtzigt („da’s een hele goeie hoor ik”) of toch op Baudet. Zolang de ‘gevestigde politiek’, die inmiddels al lang zo gevestigd niet meer is, maar weer een verdiende duw krijgt.
Door Bert Nijmeijer
Wedde, Groningen
Straks is ze anderhalf uur onderweg naar het streekziekenhuis
„Praten over politiek? Nou, kom maar binnen dan.”
Mevrouw Van der Molen (79) schuifelt naar een grote fauteuil in haar woonkamer, waar ze voorzichtig op gaat zitten. Er staat een praatshow van Ongehoord Nederland op. Ze dempt het geluid voor het gesprek. „Pak die stoel tegenover me maar, dan kan ik je het beste verstaan.” Ze heeft vanochtend een coronaprik gehaald. „Ik voel me niet helemaal lekker.”
Ze maakt zich zorgen over de toekomst, vertelt ze, want ze is vanwege haar leeftijd pas geleden gekeurd voor haar rijbewijs, en wacht de uitslag daarvan af. „Wat nou als ik word afgekeurd en mijn rijbewijs kwijtraak?” Voor alle sociale activiteiten die ze onderneemt, gebruikt ze haar auto: eens per week met een vriendin boodschappen halen in Vlagtwedde, vijf kilometer verderop. Vrijdags naar de markt. En ze gaat regelmatig met haar auto naar de begraafplaats, waar haar man ligt.
Wat blijf er over van haar leven als ze niet meer mag rijden, vraagt ze zich af. „Je moet hier een auto hebben. Winkels zijn er niet.” Ja, er gaat eens per uur een bus naar Winschoten, een kwartiertje reizen, maar met die plaats heeft Van der Molen-Nap niet echt een binding, evenmin als veel dorpsgenoten. En dan moet ze wel helemaal naar de bushalte lopen, dat is zeker vijf minuten.
Wat nou als ik word afgekeurd en mijn rijbewijs kwijtraak?
Mevrouw Van der Molen
Wedde is een klein dorp zónder supermarkt, maar met een huisarts, een basisschool, een buurthuis, cafetaria’s en een tweedehandswinkel die niet open is op de dag dat NRC er is. Bij de koopwaar staat een paraplubak vol wandelstokken en krukken. Bijna 30 procent van de inwoners is ouder dan 65 – dat is bijna 10 procent boven het landelijk gemiddelde. Niet zo gek dus dat veel mensen zich zorgen maken over mobiliteit: blijven ze in Wedde wonen, dan raken ze op een gegeven moment aan huis gekluisterd. Van de politiek, regionaal of landelijk, verwachten zij dat die ervoor zorgt dat de mensen uit Wedde hun omgeving goed kunnen bereiken. „Als ik naar het ziekenhuis wil moet ik eerst naar Winschoten, en daar kan ik pas de bus naar Scheemda nemen”, zegt zij. Die reis duurt bijna anderhalf uur, terwijl het een streekziekenhuis is.
Jan, in de tachtig, is vanwege het gebrek aan voorzieningen op zoek naar een andere huis. „Als oudere kun je hier niet blijven wonen. We denken nu aan Winschoten, al hebben we eigenlijk niets met die plaats.”
Vrolijk briefje voor de postbode
Achter bijna alle ramen in Wedde hangt een vaak vrolijk briefje voor de postbode: „We zijn er even niet, leg het pakketje maar in de tuin!” Uit sommige voordeuren steekt de huisdeursleutel. „Het was de moeite niet om de sleutels uit de deur te halen, want ik ga zo weer weg”, zegt een bewoner. De buren vertrouwen elkaar haast blindelings. Ze zijn dan ook op elkaar aangewezen. Een tachtigjarige vrouw die oude bladeren uit de tuin raapt, vertelt dat haar buurman iedere twee weken boodschappen voor haar haalt. Zelf heeft ze geen auto en weinig geld, dus dit is de enige manier. „Wat een lieverd hè? Gelukkig eet ik niet veel.”
Maar gaat het om de autoriteiten, de politiek, dan is het vertrouwen bij veel mensen heel laag in dit dorp, waar bij de vorige (provinciale) verkiezingen de BBB, de PVV en de PvdA het populairst waren. De gaswinning, de overstromingen in Limburg, de Toeslagenaffaire: die hebben er flink ingehakt bij mensen met alle politieke kleuren. Sindsdien kunnen ze Rutte niet meer vertrouwen, zegt ook mevrouw Van der Molen. „Gelukkig gaat hij weg.”
Mevrouw Van der Molen hoopt net als veel van haar dorpsgenoten op een kabinet dat zich verdiept in de kiezers . Een kabinet dat met de bevolking praat in plaats van over ze. Van der Molen wijst naar het tv-scherm. „Ik keek laatst naar RTL Z. Die rijke mevrouw van Heineken was erop. Ze had geloof ik dertien miljard, maar vond desondanks dat ze teveel belasting moest betalen.” Op een ander kanaal was een interview met een slachtoffer van de Toeslagenaffaire. „Die wachtte nog steeds op een vergoeding voor de geleden schade.” Van der Molen schudt haar hoofd. „Dat is toch scheef? Wat is dat nou voor beleid?”
Door Kim Bos
Vredeveld, Assen
Welke politieke partij maakt zich nou hard tegen de eenzaamheid?
„Dit was eerst allemaal gras.” Met de snoeischaar in de hand wijst Renée Bakker (67) naar het plantsoen midden in woonwijk Vredeveld in Assen. Zomaar een veldje tussen de rijtjeshuizen; niemand die er ooit naar omzag. „Hier staan uien, aardappelen, groente. En daar” – wijzend naar de pluktuin – „heel veel dahlia’s, gekregen van een bollenkweker in de buurt.”
De tuin is onderdeel van het buurtinitiatief Assen Bloeit dat vorig jaar de deuren opende in het naastgelegen kerkgebouw De Open Hof. Het gebouw zou worden verkocht en was bijna in handen van een projectontwikkelaar gevallen. Uiteindelijk wist een groep betrokken buurtbewoners het aan te kopen samen met kerken en sociale investeerders en hebben ze er eigenhandig een gemeenschapshuis van gemaakt.
Als je hier niks te doen hebt, dan word je toch helemaal gék!
Renée Bakker
Renée Bakker, die zelf vroeger een bloemenzaak had, is nu coördinator van het groenteam. Maar er is ook een klusteam en een ‘team gastvrij’ en een ‘team stralend’ (voor de schoonmaak) en een creatieve werkplaats. En elke donderdagavond verzorgt het kookteam in het zelf opgerichte restaurant Boca Boca een driegangenmaaltijd voor buurtbewoners à vijf euro (of meer) per persoon.
En ja, het bloeit. In en rondom het gemeenschapshuis is het ook op een doordeweekse middag een drukke bedoening. De mensen lopen als bezige bijtjes rond met versiering voor de aanstaande kerstmarkt in de grote zaal, ze staan in de keuken, lopen met een ladder door de gang en kletsen in de woonkamer, ingericht met tweedehands meubilair. Ruim honderd vrijwilligers in een jaar tijd hebben zich al gemeld. Van jong tot oud. En dat het zó goed zou lopen had ook vrijwilliger Renée Bakker…
„…Mag ik even storen?” Een medevrijwilliger onderbreekt, want er staat verderop een meneer in een keurig blauw pak te wachten.
Nieuwe aanwas, blijkt. „Renée, heb je vrijdag even tijd voor een intake?”
„Heeft ’ie ook iets met bloemen?”
„Klussen, bloemen, macramé. Van alles!”
„Laat maar komen vrijdag.”
Boca Boca
De meneer in het pak is een vluchteling van het nabijgelegen azc. Want ook daar weten ze het buurtinitiatief inmiddels te vinden, net als de Oekraïners in de wijk. Ze kunnen vaak wel een beetje Engels, en anders gebruiken de Nederlandse vrijwilligers een vertaalapp om contact te maken. „Ik denk dat ze vooral wat om handen willen hebben”, zegt Renée Bakker. „Als je hier niks te doen hebt, dan word je toch helemaal gék!” Hetzelfde, weet Bakker, geldt voor ouderen hier in de buurt. Veel zitten hele dagen thuis, “écht achter de geraniums.”
Het sociaal isolement in Nederland is groter dan we denken, beseft Bakker nu ze ziet hoe graag de buurtbewoners komen. Niet alleen ouderen, óók jongeren uit de wijk. Ze willen iets bijdragen. Iets – het maakt niet eens uit wat. Gezien worden, contact maken, gezelligheid. Want dat is wat ze missen. Zoals de bewoners van de Rode Flat even verderop die nu elke donderdagavond met twintig mensen komen eten. En soms nemen ze een nieuwe mee, „zo voorkom je sociaal isolement”.
En nee, Renée Bakker weet nog niet wat ze gaat het stemmen. Ze zou graag kiezen voor een partij die opkomt voor de gemeenschapszin en die de eenzaamheid bestrijdt. Maar welke politieke partij maakt zich daar nou hard voor? In het geïndividualiseerde Nederland voelt ruim vier op de tien Nederlanders zich volgens CBS-cijfers eenzaam, maar het woord ‘eenzaamheid’ komt in de meeste verkiezingsprogramma’s amper – tot helemaal niet – voor.
Gelukkig ziet de huisarts in de buurt de urgentie inmiddels wél. Die had laatst een dame doorverwezen die haar man had verloren en veel op zichzelf zat. De huisarts had haar niet doorverwezen naar de zorg, niet naar een of andere psycholoog of dure therapiesessie, maar gewoon, naar de gezelligheid in het gemeenschapshuis van Assen Bloeit. Ze meldde zich aan voor Boca Boca en de creatieve werkplaats. Bakker: „En nu trekt ze de kar!”
Door Freek Schravesande
Oud-Odoorn, Borger-Odoorn
De Oringers waarderen de scheidende premier, vooral ‘als staatsman’
Bij Janny en Wil Eefting (beiden zeventig jaar) ligt de tafel bezaaid met paperassen. Losse velletjes, sommige in mappen. Het echtpaar zit midden in de voorbereiding van de Sinterklaasintocht in Odoorn. Ze zijn een drijvende kracht in deze gemeenschap, in Oost-Drenthe een kleine tien kilometer boven Emmen. Sinterklaas, de kerstmarkt, maar ook met Pasen: het hele jaar door houden ze zich bezig met Odoorn. „We zijn niet voor niets geridderd”, zegt Janny Eefting.
Oud-Odoorn is een kleine buurt, met zo’n 150 huizen in totaal, bijna allemaal vrijstaand met ten minste één auto voor de deur. Slechts een enkeling is op straat, met een hond, of fietst voorbij. Alleen aan de Hoofdstraat is het dankzij het doorgaand verkeer wat drukker. Bewoners zijn wel thuis, maar hebben veelal maar weinig trek in bezoek van een verslaggever. „Wij hebben geen interesse”, klinkt het dan. Een bewoner die tijdens het thuiswerken wordt opgeschrikt door de bel, sluit resoluut de deur.
Als je niet stemt moet je ook niet klagen
Lucas Eefting
Toch zijn de Oringers, zoals inwoners van Odoorn zichzelf noemen, niet zo stug als deze eerste rondgang doet vermoeden. Via-via zwaaien de deuren wel degelijk open. En als je met één contact hebt, volgen er vanzelf meer. Zoals het echtpaar Eefting.
Aan de grote tafel in de hoek van de woonkamer vertellen de vroege zeventigers hoe de verkiezingen hen bezighouden. Politiek gezien zijn de twee water en vuur. Zij altijd VVD, hij PvdA. „Twee partijen op een kussen, daar slaapt de duivel tussen”, grapt zij. „Nou, dat gaat dus niet zo bij ons.” De onderlinge verschillen zijn klein. Haar echtgenoot: „We zijn het eigenlijk best wel met elkaar eens.”
Veiligheid en de gezondheidszorg zijn voor beiden belangrijke thema’s, migratie nog meer. Wil Eefting: „Laat ze de procedures aanpassen.” Janny Eefting is stellig, zij vindt de situatie in Ter Apel (vijftien kilometer oostwaarts van Odoorn) „mensonterend en tenhemelschreiend”. „Maar als ik zie welke mensen daar komen, denk ik: veiligelanders, ho ho.”
Waar Oringers het over eens zijn: stemmen is belangrijk. „Je mag niet meepraten als je niet hebt gestemd”, vindt Wil Eefting. Hun 38-jarige buurman Lucas Eefting – „familie, maar heel ver weg” – is het daarmee eens. „Als je niet stemt moet je ook niet klagen.” Hij neigt naar NSC, de partij van Pieter Omtzigt.
Lucas Eefting heeft het gevoel dat de geluiden vanuit Noord-Nederland niet écht tot in Den Haag doordringen. Hij werkt in de „olie- en gasbusiness” en kwam voor zijn werk veel in Groningen. „Als je ziet dat sommige huizen al vijf jaar in de steigers staan denk je, help die mensen gewoon.”
‘Veiligelanders, ho ho’
In het centrum van Oud-Odoorn staat het kerkplein, met een hotel en aan de overkant van de Hoofdstraat is de bibliotheek gevestigd. Op de bovenverdieping zijn kamers van hetzelfde hotel waar enige tijd Oekraïense vluchtelingen werden opgevangen.
Naast de kerk zit een kapperszaak. Het haar van Trea (57) zit door het blondeermiddel strak naar achter. Ze vertelt op fluistertoon hoe ze vanuit haar werk bij de politie Emmen te maken krijgt met asielzoekers die naar Ter Apel moeten. „Dat gaat niet zonder slag of stoot”. Voor haar wordt het – opnieuw – de VVD. Lijsttrekker Dilan Yesilgöz ligt haar wel, ook over Mark Rutte was ze goed te spreken.
De scheidende premier wordt door de Oringers gewaardeerd, vooral „als staatsman”. Ook door de 83-jarige Willy Hooiveld, hij volgt de politiek op de voet. „Ik vond Rutte een sterke premier, maar wat hij achterlaat is niet goed.”
Zelf was Hooiveld mede-oprichter van een lokale partij, Gemeentebelangen. Zijn vrouw Aaltje (81) tovert van de houten kast een oorkonde tevoorschijn. Willy Hooiveld overhandigt het document plechtig. Lid van verdienste, afgegeven door de partij. Tientallen jaren ondersteunde Hooiveld de fractie.
Vooral stikstof, migratie en het functioneren van de overheid houden hem bezig. Maar wat het in het stemhokje moet worden, daar is Hooiveld nog niet uit. Hij neigt naar de PVV. Zijn echtgenote houdt zich niet met politiek bezig, zij stemt meestal met haar man mee. Als het gaat over de inflatie en hoge gasprijzen schuifelt ze, zittend op een rollator, wat dichterbij. „Wilders, die zegt de waarheid, precies zoals hij erover denkt.”
Door Marijn Joop
Schellerlanden, Zwolle
Zo wisselend als de politieke betrokkenheid is, zo divers zijn de politieke voorkeuren
Het verzoek om drie keer te toeteren voor de verjaardag van iemand die vijftig is geworden, hangt aan diverse bomen langs de Burgemeester de Vos van Steenwijklaan in Zwolle. Aan de overige bomen zijn geprinte privéfoto’s van de jarige vastgeniet, voorzien van ludieke onderschriften. Op één ervan ligt de man te zonnen op een boot, één hand half in zijn zwembroek. „Al vijftig jaar de hand in de broek, maar nog steeds vooraan in de rij voor ieder kroegbezoek!”
Het leven lacht veel inwoners van Schellerlanden toe. Veel bewoners zijn tevreden en waarderen hun leven desgevraagd met een zeven of hoger. Ze stemden tot nu toe vaak op een van de gevestigde middenpartijen.
De buurt in het zuidelijke deel van de Hanzestad telt veel koopwoningen, het gros werd vanaf de jaren tachtig gebouwd. Overzichtelijke straten met namen als Steurkolk en Distelvlinder. De architectuur is die van veel nieuwbouwwijken uit die tijd: praktisch vormgegeven eengezinswoningen met een tuin, waarvan de waarde ieder jaar steeg. Voor de deur staan degelijke middenklassers.
Neem Lonneke Treffers en haar man. Ze wonen met plezier aan de Citroenvlinder, al wordt het huis inmiddels wat krap met hun twee kinderen. Verhuizen binnen de stad naar een grotere woning is financieel onhaalbaar. Ze werkt als marketeer, haar man is docent geschiedenis.
Ik heb vertrouwen in Frans Timmermans als het gaat om het grootste probleem van deze tijd: het klimaat
Lonneke Treffers
Uitwijken naar de omgeving is de enige optie. Maar ook daar zitten beperkingen aan. Christelijke dorpen als Elspeet aan het einde van de bible belt vallen op voorhand af. „Dat is niks voor ons.” In pittoreske plaatsen als Hattem, Dalfsen, Heino en Ommen stuiten ze op een ander probleem: „Onbetaalbaar”, zegt Treffers. En dus is het buitenland inmiddels een serieuze optie. „Zuid-Duitsland lijkt ons wel iets.”
Tot het zover is, blijft het gezin in Zwolle, waar Treffers „zeker” gaat stemmen. „Op Frans Timmermans. Dat is iemand waar ik vertrouwen in heb als het gaat om het grootste probleem van deze tijd: het klimaat.”
Iets verderop, waar straten met huurwoningen tussen de sloten en het groen opgaan in de wijk, is de animo beduidend minder. Herman Alberts (74) aan de Kolbleikolk schudt zijn hoofd. „Nee, nee, nee. Dat is de grootste flauwekul die er is”, zegt de voormalige filiaalmanager van een supermarkt. „Het is daar één grote zwendelzooi.”
Zo wisselend als de politieke betrokkenheid is, zo divers zijn de politieke voorkeuren. De bewoonster van een woonwagenkamp aan de Luzernevlinder stemt PVV („Tegen de asielzoekers”), pensionado Ab Buis kiest een straat verder niet langer voor het CDA. Met overtuiging steunt hij Pieter Omtzigt. „Ik hoop met een stem op hem op een fatsoenlijke overheid.”
Zwendelzooi
Exemplarisch voor de grote politieke diversiteit in Schellerlanden is de Baarskolk. De straat scheidt het deel van de buurt met bescheiden huurwoningen van het deel met veel riante koopwoningen, zoals aan de Vosseveld. Daar vertelt Marloes (37), marketingmanager bij een grote verzekeraar, dat ze „uiteraard” gaat stemmen. „Al was het maar omdat ik als moeder een voorbeeldfunctie heb.”
De vorige keer ging haar stem naar D66. Ze kijkt er teleurgesteld bij. Wat ze dit keer zal kiezen, weet ze nog niet. Omtzigt is een mogelijkheid. „Maar gaat zo’n nieuwe, onervaren partij echt iets neerzetten?” Ze twijfelt. „Ik heb eigenlijk echt nog geen idee.”
Honderd meter verderop, in de deuropening van haar huurwoning aan de Steurkolk, verontschuldigt Amber Gieliam (24) zich voor de rotzooi in haar huis. „Ik ruim meestal op als de kinderen naar bed zijn.” Op de vraag of ze van plan is om te gaan stemmen, zegt ze: „Nee, ik weet niets van politiek.”
Op de bank ligt haar oudste kind onder een dekentje. Ze kijkt naar de tv, waarvan het geluid de muziek op de radio ruimschoots overtreft. Boven ligt haar jongste kind te slapen, vertelt Gieliam. Op de kleine eettafel ligt een berg schone was tussen wat speelgoed en een paar lege borden.
Tot ze gaat beginnen aan een nieuwe baan werkt ze bij een tankstation aan de nabijgelegen IJsselallee. Ruimte voor politiek is er niet in haar hoofd. „Ik ben er totaal niet mee bezig”, zegt ze. Of de politiek haar leven zou kunnen beïnvloeden? Ze haalt haar schouders op. „Ik denk het niet. Maar ik heb me er eerlijk gezegd nooit in verdiept.”
Ze heeft haar leven na een vroege zwangerschap tijdens haar opleiding weer op de rails, vertelt ze. „Dat is nu het belangrijkste.”
Door Hugo Logtenberg
Albergen, Tubbergen
‘Het is hier een asielland, het is geen Nederland meer’
Albergen, zegt Hendrik Wolbers (82), is een dorp van gewone mensen. „Weinig kunstenaars, maar mensen die werken. Sociaal, met een goed verenigingsleven.” Een plaatsje dat normaal zelden tot nooit de kranten of de avondjournaals zou halen.
Tot in augustus 2022 in Landhotel ’t Elshuys – even buiten het dorp, halverwege Almelo – asielzoekers opgevangen moesten worden om de grote druk elders te verlichten. De plotse komst van het azc leidde tot grote verontwaardiging en protest in het dorp.
Albergen verandert, merken de inwoners. In de jaren vijftig, vertelt de 83-jarige Koos, woonde hij nog midden in het dorp en was er op de kerk en zijn buren na niet veel. Sindsdien is het dorp uitgebreid. Aan de randen verrijzen grote wijken met relatief nieuwe, vrijstaande huizen. De kerk werd verkocht aan een IT-bedrijf en huisvest nu kantoren.
„We kijken nog een beetje naar elkaar om”, zegt Ceciel Koopman. „Maar het noaberschap verandert.” Het dorp wordt individualistischer, zien zij en haar man Harry (71). Minder gebonden aan kerk, familie en verenigingen, maar aan hun vriendengroepen. „Het dorpse karakter is veranderd, hoewel Albergen op de nationale tv wel als één geheel op leek te staan tegen de komst van het azc hier.”
We kijken nog een beetje naar elkaar om
Ceciel Koopman
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) zette met zijn besluit om in Albergen een azc te vestigen de gemeente Tubbergen buitenspel. Het COA had het hotel al gekocht. De eigenaresse moest onderduiken, en probeerde later bij de rechter de verkoop ongedaan te maken. In maart zal het centrum openen. Er is plek voor 150 asielzoekers.
Wie al tegen de komst van migranten was, zoals PVV-stemmers Renate (51) en Fred (72), lijkt verhard in het verzet. „Moet je goed luisteren, en ik wil niemand beledigen, maar we zijn vol”, zegt Renate die niet met haar achternaam in de krant wil. „Onze kinderen kunnen geen huis huren of kopen, terwijl de woningbouw stilligt.” Ans ter Haar (75) stemt niet meer: „Niemand heeft hier in Nederland nog wat te zeggen. Het is hier een asielland, het is geen Nederland meer.”
Overdag zijn de straten stil. Een gesprekje aanknopen bij de voordeur lukt nog wel, maar zodra het woord ‘politiek’ valt worden de ogen glazig. Men vindt naar eigen zeggen niet zo veel en heeft sowieso weinig tijd.
Op straat speelt Rik Mensink (38) met zijn tweejarige zoontje. Hij werkt bij een deurenfabrikant in het dorp en zou graag meer aandacht zien voor „binnenlandse politiek”, zoals het stikstofbeleid en voor mensen die het minder hebben. Zelf kunnen hij en zijn vrouw nog rondkomen, maar ze merken de gevolgen van de inflatie wel. Met het azc heeft hij minder moeite: „Draai het om, hè? Een mens gaat niet zomaar weg.”
Andere inwoners, zoals een gepensioneerde elektrotechnicus, schrokken van de felheid van het verzet tegen het azc. „Buurtbewoners gingen rond met protestborden, die moesten wij in de tuin plaatsen. Dat heb ik geweigerd.” Wil Veenstra (72) vindt dat het conflict veel te hoog opgelopen. „Er moet toch opvang zijn voor die mensen? Wat óók inhoudt dat er dus een goede keuring moet komen, van wie wel echt nodig heeft, en wie niet.”
Wat voor- en tegenstanders van het azc in Albergen delen, is kritiek op het gebrek aan transparantie. Daarmee hebben de gemeente Tubbergen en de rijksoverheid hun eigen weerstand georganiseerd, vinden ze. Ceciel Koopman: „Wat is de draagkracht van een dorp? Zoiets moet in overleg. En dat wordt moeilijk, want geen enkele gemeente wil de opvang in zijn eigen achtertuin.” Renate, die PVV stemde, maar ditmaal nog een stem op Omtzigt overweegt, zegt: „De mensen worden al jaren niet meer gehoord. Zo’n azc krijg je gewoon in de strot geduwd.”
Door Rik Wassens
De Heeze, Apeldoorn
Een opvallend gemêleerd beeld – van Thierry Baudet tot Partij voor de Dieren
Wie met de auto over de Europaweg Apeldoorn inrijdt, komt op weg naar het centrum langs de Heeze. „Een buurt waar ooit alleen wat sloperijtjes zaten en wat kermisklanten woonden”, vertelt Jan-Cees Wouters. De vroege zeventiger heeft net de schaatsen van zolder gehaald en is deze met zijn vrouw aan het poetsen.
Maar dat kan wel even wachten, zegt hij, als blijkt dat hij met een journalist van doen heeft. „Al moet ik dan wel Ongehoord Nieuws missen, maar dat neem ik wel even op”. Als lid van de omroep van Arnold Karskens mist hij geen uitzending.
Meneer Wouters mist sowieso maar weinig van de wereld, met een abonnement op dagblad Trouw en een wekelijkse gang naar de sigarenboer voor De Andere Krant overziet hij het hele spectrum aan meningen, zegt hij.
Denk je nu echt dat die jongens die nu het land binnenkomen straks op mijn negentigste bij mij aan het bed staan?
Jan-Cees Wouters
Het is goed toeven in deze buurt, zegt hij. Hij woont er al sinds 1987, samen met zijn vrouw. Het is dat ze afgelopen weekend een bruiloft hadden, anders zouden ze zeker naar het straatfeest zijn gegaan. De buren laten elkaar met rust, maar zijn er voor elkaar als ze elkaar nodig hebben zegt hij. „Dit zou je eigenlijk iedereen wel gunnen.”
Zijn stem op Forum voor Democratie is er niet op gericht zijn wereld te veranderen, maar om deze te behouden. En zijn grootste wens is dat Geert Wilders na deze verkiezingsronde „eindelijk serieus” wordt genomen. „Migratie blijft het belangrijkste punt, voor mij. Als je ziet wie hier binnenkomt. Dat zijn vooral mannen van tussen de 20 en de 30. Terwijl, als je echt in een oorlogsgebied ziet, dan wil je toch vooral je gezin in veiligheid brengen?”
Hij begrijpt ze wel hoor, „als ik in zo’n land zou wonen zou ik ook deze kant op willen”. Maar de overheid moet daar paal en perk aan stellen. Ook als er straks vanwege de vergrijzing onvoldoende handen aan het bed zijn om hem te verzorgen? Hij antwoordt met een wedervraag: „Denk je nu echt dat die jongens die nu binnenkomen straks als ik 90 ben bij mij aan mijn bed staan?”
Speksteencursisten
Wouters woont pal naast appartementencomplex de Graanhof, waar onder andere een apotheek en een buurtcentrum zijn gevestigd. De ouderen die daar deze dinsdag aan het eind van oktober samen speksteen aan het bewerken zijn, hebben andere politieke zorgen dan buurman Wouters. „Mijn kinderen noemen me een milieufreak”, zegt de 80-jarige Tineke Burgstede lachend. Ze twijfelt tussen GroenLinks/PvdA en Partij voor de Dieren, waar ze de vorige keer op stemde. „Ze zouden het openbaar vervoer moeten verbeteren”, zegt ze. De andere speksteencursisten vallen haar bij. „Met de huidige staat van het OV jaag je mensen de auto in.”
Vol trots toont ze in de stromende regen een nieuw kunstwerk, dat zij met een commissie buurtbewoners wist te realiseren, pal aan de Europaweg. „Zodat je je een beetje welkom voelt”, zegt ze. Het kunstwerk bestaat uit vijf levensgrote paddenstoelen. „Onder de grond zijn die met elkaar verbonden. Dat vonden we een mooi beeld.”
Tussen Forum voor Democratie en Partij voor de Dieren in vertoont De Heeze een opvallend gemêleerd beeld. Achter geen enkele voordeur die opengaat wordt hetzelfde gestemd – NRC kan vrijwel iedere partij op het stembiljet wel een keer noteren.
Opvallend veel bewoners kondigen middels een sticker aan dat wie ongevraagd aanbelt, 25 euro per gesprek in rekening gebracht krijgt. Verkopers en evangelisten worden hier niet gewaardeerd. Links, rechts of van het midden: men blijft hier graag dichtbij zichzelf en de eigen kring. Oud-basisschooldocent Griet van der Linden, ook aanwezig op de speksteencursus, weet wel waarom. „Het typisch Apeldoornse huis is klein, maar vrijstaand. Je hoeft weinig grond te hebben, als je maar een beetje op jezelf kunt wonen. Zo hebben de mensen het hier graag.”
Door Karel Smouter
Bovenbuurt, Wageningen
‘Er is verandering nodig na die ellendige jaren met Rutte’
Het is borreltijd bij Lidy (68) en haar man. Het getrouwde stel, dat omwille van hun privacy niet met hun (achter)naam in de krant wil, zit aan een tafel in hun woonkamer in hun rijtjeshuis in Wageningen. Ze hebben biertjes en een bakje pinda’s voor zich op tafel.
Lidy staat op en pakt er een roodgroene poster bij met een hert en de tekst ‘meer natuur’ erop. “Kijk hier”, zegt ze, en ze tikt met haar vinger op de PvdA in Groenlinks-PvdA. „Dat is al heel lang mijn partij.”
Lidy stemt al jaren op de PvdA en aankomende verkiezingen wordt dat Groenlinks-PvdA. Waar Lidy op hoopt? „Frans Timmermans!”, roept ze uitgelaten, en ze steekt haar handen in de lucht. „Ik hoop op een mooie coalitie, bijvoorbeeld met de ChristenUnie. En dan hoop ik op stabiliteit, vrede en een sociaal beleid. Dingen moeten eerlijk verdeeld worden. Er is echt verandering nodig na die ellendige jaren met Rutte. De Toeslagenaffaire… En het gedoe in Groningen is nog niet opgelost.” Lidy’s man is zwijgzamer, maar voegt dan toe: „En onder Rutte werd niets aan het grootkapitaal gedaan.”
Ik heb het idee dat andere dingen er niet toe doen, als we ten onder gaan aan klimaatverandering
Tessa de Bie
De gepensioneerde innovatie-econoom weet nog niet zeker wat hij gaat stemmen. Misschien D66, misschien GroenLinks-PvdA. „Het zou ook nog CU kunnen worden, maar die kunnen geen vuist maken.” Achter hem, op de vensterbank ligt een boek van de Franse econoom Thomas Piketty .
Hij is niet de enige in de wijk ‘Bovenbuurt’ in Wageningen die een aantal weken voor de verkiezingen nog niet zeker weet wat te stemmen, maar wel naar links of naar het ‘redelijke midden’ neigt. „Ik hoop op meer duurzame ontwikkelingen”, zegt Tessa de Bie in haar rijtjeshuis. „Ik heb het idee dat andere dingen er niet toe doen, als we ten onder gaan aan klimaatverandering.”
De Bovenbuurt ligt aan de noordkant van Wageningen, tegen de universiteitscampus aan. Er wonen véél studenten. Het is rustig en groen. Kleine flatjes met appartementen worden afgewisseld door huizen, vaak rijtjeshuizen of twee-onder-eenkapwoningen. Aan sommige huizen wappert een in Wageningen ontworpen ‘We stand with Ukraine-vlag”. Zo’n 60 procent van de bewoners heeft een hbo- of universitaire opleiding.
Redelijke midden
Biologiestudent Levi Hendriksen (21) vouwt de was in de woonkamer van zijn studentenhuis en zegt: „Ik zou het liefst stemmen op een partij die liberaal is, maar ook op klimaat, en natuur let. Groenrechts bestaat geloof ik niet echt. Een beetje progressief is leuk, maar we moeten het goede wel behouden.”
„Wanneer zijn de verkiezingen eigenlijk?”, vraagt student bioinformatica, Sanne van der Stam. „Ik neig naar D66 of GroenLinks, daar stemde ik de vorige keer geloof ik op.”
Een paar straten verderop loopt Nina Zwart (25), projectleider bij een ingenieursbureau, haar kat Japie achterna de trap op naar haar appartement. Ook zij vindt klimaat belangrijk en gaat weleens naar demonstraties. Ze twijfelt nog tussen Volt en GroenLinks-PvdA. „Ik hoop echt dat mensen een bewuste keuze maken, maar ik denk dat dit moeilijk is in deze tijd van social media-bubbels.” Ze denkt dat mensen soms vast blijven zitten in hun eigen gelijk. „Mijn ouders hebben een melkveebedrijf en zij horen mensen weleens zeggen: ‘Als mijn kind op GroenLinks zou stemmen, zou ik niet meer met haar praten.’ En dat gebeurt andersom ook.”
Nina’s buurvrouw, Ida Vreven (36) is kok. Ze woont met haar man en kind in de verder typische studentenflat. „Ik vind dat wel prima.” Ook zij moet zich nog verdiepen, zegt ze. Ze hoopt echt op „verandering”. „Ik had weinig vertrouwen in Mark Rutte.” Vreven zou BBB graag groot zien. Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas spreken haar aan. Ze denkt dat zij betrouwbaar zijn. „Dat is een gevoel”.
Door Marit Willemsen
Urk-Kom, Urk
‘De vissersvloot is kapotgemaakt door de politiek’
Acht mannen zitten op een hoekbankje in het historische hart van Urk, Urk-Kom, met uitzicht op het IJsselmeer. Ze zijn allemaal boven de zeventig en komen hier elke dag, behalve zondag. Wat ze stemmen? „Geert!” buldert Jan Kramer (75), verwijzend naar Geert Wilders van de PVV. „Geert is voor de visserman. De meeste partijen hebben ervoor gezorgd dat alle vissersboten van Urk aan de kant liggen. Ze hebben alles kapot gemaakt.”
Praten op Urk is praten over de vissersvloot. Over hoe die „kapotgemaakt is” door „de politiek”. Terwijl de industrie voor visverweking nog altijd bloeit, met hulp van arbeidsmigranten, kent iedereen wel iemand die visser was – en niet meer is. „De visserij is de ziel van het dorp”, zegt Roel van Slooten (55), die met zijn hond een ommetje maakt. „En als ik bij iemand het hart of de ziel eruit ruk, houdt die op te bestaan.”
Die focus op de visserij leidt lang niet altijd tot dezelfde politieke keuze. Van oudsher krijgt de SGP op Urk de meeste stemmen. Van Sloten, autoverkoper, stemde ook lang SGP, maar straks BBB. Noodzakelijk, zegt hij, „want er moet wat tegengeluid komen tegen de VVD. Die is te links geworden en ik ben tegen links. De VVD is zijn verkiezingsbelofte niet nagekomen, dat is sowieso gepruts.”
Ik hoop dat Omtzigt premier wordt, dan krijgen we een heel andere wereld. Positiever
Willemien Woort
Hij doelt op migratie. „Ik ben niet tegen mensen in nood, wel tegen gelukszoekers. Ze weten in Den Haag niet hoe die te stoppen en de toestroom blijft doorgaan. Vluchtelingen krijgen direct geld en zorg hier, maar kijk eens naar wat Nederlanders nodig hebben”, zegt hij. „Ik wil niet discrimineren, maar we moeten eerst zelf onze huishoudelijke zaakjes op orde hebben. En dat hebben we niet.”
Ook Maria van Lenten (35) is resoluut in haar antwoord op de vraag welke thema’s ze belangrijk vindt. „De vluchtelingenstroom is echt ziek. Ze nemen ons land over, wat is er nog over voor de burgers? Die worden steeds armer.” Zelf heeft ze er „gelukkig nog geen last van”, zegt ze, „maar alles wordt duurder, merk ik.”
Van Lenten, die een eigen kapsalon heeft, gaat regelmatig naar Amsterdam. „Naar de Dam, daar zie je nu alleen maar Palestijnse vlaggen, het staat er vol moslims.” Ze roept haar hondje, Gucci, die staat te blaffen tegen voorbijgangers. „Ik vind dat moeilijk, benauwend. Niet dat iedereen zo is, ik heb ook vrienden met een buitenlandse achtergrond. Maar de meesten hebben geen werk. Daar gaat veel geld naartoe, dat moet een keer klaar zijn. Er zijn veel Oekraïners op Urk, dat begrijpt iedereen. Maar het gros maakt er toch een klerebende van.”
Klimaatverandering boeit niet
Het vertrouwen in de politiek is gering bij veel geïnterviewden. Maar er zijn ook gematigder stemmen. Zoals Willemien Woort (62), die in haar voortuin staat. Het gaat goed met Urk, zegt ze. „Er zijn hier veel arbeidsmigranten, maar dat is wel goed.” Wel moet er meer voor de ouderen worden gedaan, vindt ze. Dus stemt ze op Omtzigt. „Ik hoop dat hij premier wordt, dan krijgen we een heel andere wereld. Positiever.”
Even verderop in Urk-Kom nodigt Hans Nentjes (52) de verslaggever uit voor een kopje koffie. Vrolijk vertelt de vishandelaar dat „Nederland een beetje vol is”, dat Urk wel veilig is, maar de rest van Nederland steeds minder en dat de zorg op Urk onder druk staat – nog een thema waar veel mensen zich zorgen over maken.
Gevraagd naar klimaatverandering, zegt Nentjes wat andere Urkers ook zeggen: „Het boeit mij niet. Maar als ik zie dat er miljarden worden uitgegeven om de wereld 0,005 graad kouder te maken, dan denk ik: pomp dat geld dan in onderwijs en veiligheid. Dat leeft wel sterk hier op Urk.”
Trekken de vissen niet weg, omdat de wateren warmer worden? „Nee, dat heeft meer te maken met de windmolens in de Noordzee, die maken rare geluiden”, zegt hij. „Daardoor gaan de vissen weg.”
Door Floor Boon
De Manege, Dronten
Eerst de woningmarkt en dan het asielbeleid aanpakken, zeggen de Drontenaren
Het gehinnik, getrappel en gebries aan de rand van de Drontse wijk De Manege is verstomd. De Flevomanege verdween; en maakte plaats voor de toekomstige nieuwbouwwijk de Zuiderweide. Op de plek van de vroegere manege ligt nu alleen nog maar zand. Volgend jaar begint de bouw van in totaal 141 starters- en seniorenwoningen, appartementen en hofjes. Verkoopprijzen beginnen vanaf ruim drie ton. Voor ict’er en woningzoekende Mick van der Woude (23) zit er niks bij: „Voor mij te duur.”
Van der Woude wil graag in Dronten blijven wonen. Hij staat inmiddels drie jaar op de wachtlijst voor een sociale huurwoning en woont nog bij zijn ouders. „Mijn vader vindt het na 23 jaar ook wel mooi geweest”, vertelt hij. „Ik hoor mijn eigen richting op te gaan, maar met deze woningnood is dat bijna onmogelijk. Mijn vrienden lopen tegen hetzelfde probleem aan.”
Ik zie die kentering bij vrienden die vijf jaar geleden nog positief waren over asielbeleid
Henk
Een nieuwe premier moet volgens Van der Woude als eerste werk maken van de woningmarkt, gevolgd door een strenger asielbeleid. „Ik zou graag zien dat er minder mensen hier naartoe komen, want we hebben al weinig ruimte in ons kleine land.” Voor Van der Woude voelt het alsof asielzoekers woningen krijgen waar hij ook had kunnen wonen. Hij overweegt op Omtzigts NSC te stemmen.
„Nu wonen kinderen tot hun dertigste thuis omdat er niks anders is”, zegt Richard van Toorn (48). Hij is service and delivery-manager bij een bedrijf dat technologie aan defensie levert. Van Toorn heeft „totaal begrip” voor mensen die „echt moeten vluchten, uit bijvoorbeeld Afghanistan of Oekraïne”, maar wil „minder tolerantie” voor zogenoemde veiligelanders: „Met vijf minuten weer op het vliegtuig terug”.
Hij overwoog eerder op BBB te stemmen om „de boel op te roeren”, maar ziet daar inmiddels vanaf. „Omdat Caroline van der Plas niet weet waar ze het over heeft. Het verhogen van het minimumloon is heel populair om te roepen, maar waar ga je het van betalen?” Van Toorn is van plan de Stemwijzer in te vullen en „te kijken het beste past”.
Toch maar geen BBB
Veel buurtgenoten beginnen over „balans”, „een beetje eerlijkheid” en „evenwicht”, maar hebben daar verschillende interpretaties van. Voormalig gevangenismedewerker Henk – zijn achternaam wil hij niet noemen – is van plan strategisch te stemmen om tegenwicht te bieden aan „Timmermans”. Volgens hem heeft het Brusselse klimaatbeleid van Timmermans Nederland „bewegingsvrijheid” ontnomen en „vastgezet”.
„Door het stikstofbeleid zijn de beperkingen voor boeren, huizenbouwers, wegenbouwers erg groot geworden. Timmermans heeft zich met klimaat willen profileren en dat is ten koste van ons gegaan. Datzelfde geldt voor migratie. Ik heb het in mijn werk van nabij meegemaakt. Er komen veel jonge mannen tussen 18 en 35 deze kant op, en dat is allemaal economisch.”
Hij wil een strenger migratiebeleid en refereert aan het woningtekort: „We doen onszelf heel erg tekort en dat roept weerstand op. Ik zie die kentering bij vrienden die vijf jaar geleden nog positief waren over asielbeleid.” Henk overweegt VVD te stemmen.
Anderen willen juist méér klimaatbeleid en méér macht delegeren naar Europa, en denken aan partijen zoals Volt en ChristenUnie. Voor CU-stemmer en voormalig dominee Wim Terlouw (67) is integriteit van groot belang; zeker nu de Toeslagenaffaire en het Groningse gasdossier zijn politieke vertrouwen „een flinke knauw” hebben gegeven.
Volgens zwevende kiezer Gert (57), werkzaam in een elektriciteitscentrale, kan de energietransitie niet zo snel als de politiek wil. „Sommige bedrijven en huizen kunnen in Flevoland niet meer aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Politici roepen een hoop, bijvoorbeeld over van het gas afgaan, maar het aanbod wordt niet gecreëerd. Dat vind ik een beetje jammer.”
Door Rosa Uijtewaal
De Meern-zuid, Utrecht
‘Wij hebben het niet slecht, anderen wel’
Hoveniers, constructiebedrijven, dakdekkers, installatietechniek. In de betegelde voortuintjes van De Meer-zuid, onder de rook van Utrecht, staan allemaal auto’s van kleine ondernemers geparkeerd. Veel rijtjeswoningen van twee verdiepingen. En bijna de helft ervan is ‘koop’, waarvan de waarde in de afgelopen tien jaar met 66 procent is gestegen, meer dan in de stad Utrecht, meer dan het gemiddelde van Nederland.
Maken de ondervraagden zich hier daarom geen zorgen over hun financiële situatie? Armoede kennen ze alleen van ánderen. Ze komen het tegen in de supermarkt, waar Wilma Grondhuis (51) caissière was, en waar ze zag hoe klanten producten uit hun mandje moesten halen omdat ze niet genoeg geld hadden. „Soms schoot ik een paar euro voor”, zegt Grondhuis.
Die achterlijke Kamp die mensen in de Toeslagenaffaire de armoede in dreef en dan God betere érelid wordt gemaakt van de VVD
Karel
Of ze zien het op scholen, waar Jos Bol (62) culturele evenementen begeleidt. In één school, in een andere gemeente, krijgt zo’n 30 procent van de leerlingen ontbijt in de klas. „Omdat hun ouders daar niet voor konden zorgen”, zegt Bol.
Of ze zien het als ze bij hun vrienden op bezoek gaan in het verzorgingshuis, zoals de 89-jarige meneer Van Paassen (die zelf in een seniorenwoning woont), die mensen tegen elkaar hoort zeggen dat hun geld op is.
Of ze zien het aan de schimmels in de woningen, zoals de 77-jarige Karel, een gepensioneerde timmerman en fitter, die zó hard vloekt op oud-minister Henk Kamp dat hij niet met zijn achternaam in de krant wil. „Die achterlijke Kamp” die mensen in de Toeslagenaffaire de armoede in dreef en dan „God betere’ érelid wordt gemaakt van de VVD”.
Of zoals de achttienjarige Amber Nouwens, die voor het eerst mag stemmen en haast niet kan wachten. Met haar moeder Mirjam somt ze op wat is wegbezuinigd – in de zorg, in het onderwijs. Maar, opnieuw: „Wij hebben het niet slecht, anderen wel.”
Omtzigt: ‘capabele man’
Op welke partij stemmen deze kiezer? Ze stemmen óf heel erg rechts, zoals Wilma Grondhuis die „altijd op Geert Wilders” heeft gestemd. Of links, zoals Jos Bol die „altijd op GroenLinks” stemt. Of zoals Karel die altijd op de SP heeft gestemd, maar nu toch met een schuin oog naar de partij van Pieter Omtzigt kijkt. „Capabele man.”
Wie níét vinden dat armoede momenteel het belangrijkste probleem is, dat zijn de ondervraagden die zeggen dat ze op de VVD (denken te) gaan stemmen. Voor Jeffrey Koch, 39 jaar en projectmanager bij een bedrijf dat warmtepompen fabriceert en installeert, zijn de woningmarkt en ondernemerschap belangrijke thema’s. Aan de orderportefeuille van zijn werkgever ziet hij dat politieke besluiteloosheid tot stilstand leidt. „Er zijn niet de goede keuzes gemaakt.” En dat lijkt hij vooral D66 te verwijten, „de partij waar ik de vorige keer op heb gestemd”.
Ruben, een marketeer van 38 die alleen met zijn voornaam wil worden geciteerd, gaat ook op de VVD stemmen. Hij hoopt op een coalitie die „niet links is”. Zijn verwijt aan het huidige kabinet is, dat het „alle problemen heeft afgekocht”. Ze hebben geld uitgegeven op krediet en dat „vind ik onverantwoordelijk”. Hij hoopt dat een rechtse coalitie „meer rust, meer stabiliteit” brengt.
Dat hoopt ook de 39-jarige basisschoolonderwijzeres die alleen anoniem wilde antwoorden omdat ze met haar voornaam „voor iedereen herkenbaar” zou zijn. Het onderwijs is er, sinds ze vijftien jaar geleden aantrad, niet prettiger op geworden. „We zijn steeds meer gaan vastleggen in administratiesystemen.” Ze is inmiddels wel tevreden over haar eigen inkomen: „In de afgelopen vijftien jaar is met ons salaris veel gebeurd, dankzij de vakbonden.” Ze is lid van het CNV. Stemt ze dan ook CDA of CU, als ze bij een christelijke vakvereniging is aangesloten? Nee. „Toch VVD”, zegt ze, met een bijna verontschuldigend lachje.
Door Bas Blokker
Molenvliet-Oost, Woerden
‘Ik wil hoop voor de mensen. Dat je het gevoel krijgt dat er vooruitgang mogelijk is’
Boven het snerpende geluid van de plantsoenendienst die boomtakken door de hakselaar haalt, vertelt de 71-jarige Arjan Polderman uit Woerden waar hij op hoopt. „Dat we met elkaar de schouders eronder zetten om van Nederland weer een fatsoenlijk land te maken.” Een land waar mensen naar elkaar luisteren en op elkaar letten. Een land waar partijen over hun eigen stokpaardjes heen stappen. Een land waar niet zo star wordt vastgehouden aan de regels, maar de menselijk maat centraal staat.
Afzonderlijk van elkaar verkondigen opvallend veel buurtbewoners een soortgelijk sentiment. „Ik wil hoop voor de mensen. Dat je het gevoel krijgt dat er vooruitgang mogelijk is”, vertelt bijvoorbeeld een 52-jarige notarieel werknemer. De 25-jarige projectmanager Lars wil „een stukje optimisme”. Een echtpaar hekelt de brede maatschappelijke onvrede en wil dat „het samenleven met elkaar weer goed gaat”. Een 52-jarige vertaler heeft het over het belang van „mensgerichtheid”.
Ik hoop dat we met elkaar de schouders eronder zetten om van Nederland weer een fatsoenlijk land te maken
Arjan Polderman
Molenvliet-Oost, gelegen aan de rand van het Utrechtse Woerden, is een groene buurt, met hofjes, speeltuinen, grasvelden en bomen. Kloppend hart voor de ruim 3.600 bewoners is een plein met onder meer een zonnestudio, fietsenwinkel, bloemist, tatoeagezaak en supermarkt. De woningen boven de winkels kijken uit over het Orakel van Woerden: een metershoge stalen bal, kegel en halve cirkel. „Je kan er zelf van maken wat je wil qua betekenis”, lichtte Rotterdammer Han Goan Lim, maker van het beeldwerk, vijf jaar geleden toe toen de plaatselijke tv hem vroeg wat het precies moest voorstellen.
In 2021, bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen, werd de VVD in deze buurt de grootste, op de voet gevolgd door D66 en met de PVV, CDA en GroenLinks op gepaste afstand. De uitslag bij het stembureau Orakel van Woerden week daarmee nauwelijks af van de landelijke uitslag. Het enige verschil is dat landelijk niet GroenLinks maar de SP de vijfde partij werd.
Hele zaak opschudden
Hoe de buurt deze keer gaat stemmen moet blijken, maar ook in Molenvliet-Oost valt nu geregeld de naam van de man die twee jaar geleden nog op de CDA-lijst stond. „De hele zaak moet opgeschud worden”, zegt de gepensioneerde analytisch scheikundige Hans die zich onder meer zorgen maakt over de woningmarkt en het openbaar vervoer en van plan is op Pieter Omtzigt te stemmen.
Maar lang niet iedereen die vindt dat Nederland echt een nieuwe koers in moet slaan, geeft zijn stem aan Omtzigt. Groenlinks-PvdA wordt veelvuldig genoemd als partij die voor een omslag zou kunnen zorgen. En er zijn Molenvliet-Oosters die het belang van samenleven met elkaar benadrukken en daarom PVV willen stemmen, omdat ze migratie als belangrijke oorzaak zien van dat het samenleven nu niet goed gaat.
En een aantal mensen is er ook gewoon niet uit. Neem de 59-jarige artiest Mariecke. Ze stemde de vorige keer Volt en hoopt nu op een „vermenselijking” van de maatschappij. Een maatschappij waarbij niet alles op winst gericht is en de verwaarlozing van de zorg en onderwijs wordt teruggedraaid. En daar hoort ook betere beloning bij. „Applaus? Dat kan echt niet”, verwijst ze naar het ‘klappen voor de zorg’ in coronatijd. Los van de overheid moeten de inwoners van Nederland ook naar zichzelf kijken, vindt zij. In plaats van zo veel online te zitten, kunnen ze ook zelf wat doen. „Vroeger gingen wij de straat op om te demonstreren.”
Door Camil Driessen
’t Rak-Zuid, Alkmaar
De bewoners willen hier zo min mogelijk met de buitenwereld te maken hebben
„NEE. Ik wil niets kopen. Ik wil geen abonnement. Ik wil niet van mijn geld af. Ik wil niet over god praten. DUS BLIJF VAN MIJN BEL AF. Dank U.”
De zeven zinnetjes op een voordeur in de Stempelmakerstraat vertellen eigenlijk het hele verhaal van de buurt. ’t Rak-Zuid in Alkmaar is in zichzelf gekeerd, met mensen die het liefst zo weinig mogelijk met de buitenwereld te maken hebben.
De wereld is gek geworden. Dít [wijst naar bloemen en planten] is belangrijk voor mij. De rest niet
Man in tuin
Wie de deuren langs gaat met vragen over de aanstaande verkiezingen, ontvangt er vrijwel overal een resoluut ‘nee’. Soms op tamelijk eerlijke en directe manier. „Heb ik geen zin in.” „Nee, absoluut niet in geïnteresseerd.” Vaker nog zeggen mensen dat ze „geen verstand van politiek” hebben of zich „nog helemaal niet verdiept” hebben in de verkiezingen. Een variant die regelmatig te horen valt bij vrouwelijke bewoners: „Mijn vriend/man” – op dat moment niet thuis – „is wél bezig met politiek.” Een oudere man van Afrikaanse afkomst die bezig is zijn tuin, zegt: „De wereld is gek geworden”. Hij wijst op zijn bloemen en planten: „Dít is belangrijk voor mij. De rest niet.”
Het Rak-Zuid is een typische groeikern uit de jaren tachtig. Ruim opgezette woonerven met eengezinswoningen in straten die vernoemd zijn naar ambachtelijke beroepen. Sociale huur en – voorheen – betaalbare koop. Ooit was het hier goed toeven voor de middenklasse; de laatste twee decennia is het woonplezier zichtbaar verpieterd door verloedering. Vruchtbare grond voor protestpartijen: bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 deden PVV en FVD het hier uitstekend.
Verloedering
In Rak-Zuid vind je weinig naambordjes en veel gesloten gordijnen en luxaflex. De coronacrisis lijkt de sociale samenhang hier nog een extra knauw te hebben gegeven. Op verschillende deuren hangen nog steeds briefjes dat pakketten niet persoonlijk in ontvangst genomen worden ‘wegens het virus’. Meerdere bewoners vertellen over buren die in de complot-hoek zijn beland, inclusief blokken zout voor de deur tegen de vermeend schadelijke G5-straling.
Publieke voorzieningen? Die zijn er niet in Het Rak-Zuid. Het winkelcentrum bevindt zich buiten de wijk, in Het Rak Noord. Hetzelfde geldt voor de bibliotheek en het activiteitencentrum. Buurthuis ’t Ambacht ging begin oktober dicht: het gebouw is tot op de draad versleten en staat op de nominatie om gesloopt worden. Met de sluiting verdween ook het eetcafé voor eenzame ouderen dat buurtbewoners Harrie en Lucia tien jaar met veel liefde bestierden. Op een nieuw buurthuis is voorlopig geen zicht, vertelt de tijdelijke huurder van het pand, die actief is in de verslavingszorg.
Er is één hoekje van Het Rak-Zuid dat zich onttrekt aan de misère. Als je het bruggetje overgaat bij de Breeuwerstraat, vind je twee straten met vrijstaande koophuizen, in drie windrichtingen grenzend aan een park. Hier geen gesloten rolluiken en vijandige teksten op de deur. De bewoners – veelal hoogopgeleide, welgestelde ouderen – doen zonder brommen de deur open en praten honderduit over de verkiezingen. Ze gaan geen PVV of FVD stemmen, maar Omtzigt of GroenLinks-PvdA. De naam waaronder een van de huizen op Airbnb wordt aangeboden, is – bedoeld of onbedoeld – veelzeggend: ‘Oase appartement’.
Door Thijs Niemantsverdiet
Meerwijk, Uithoorn
‘Het kan niet goed zijn, al die vliegtuigen die de hele dag over je hoofd opstijgen’
Op de parkeerplaats naast het gemeentehuis van Uithoorn praten Chiara Jansen (54) en Tineke Henskes (63) na over de inspraakronde bij een commissie van de gemeenteraad de avond ervoor. Jansen was een van de insprekers. Henskes, in sportkleding, fiets aan de hand, heeft meegeluisterd via de livestream. Om te voorkomen dat ze té boos of emotioneel zou worden, zegt ze.
De avond draaide om de dertig bomen die nu nog rond de parkeerplaats staan, aan de rand van natuurgebied Zijdelmeer, waar hun wijk Meerwijk naar is genoemd. De gemeente is van plan die te kappen om extra parkeerplaatsen te maken. Een idioot plan, vinden beiden. Jansen: „De luchtkwaliteit ís in Uithoorn al zo laag.”
Het verzet tegen het kappen van de bomen laat zien waar het in Meerwijk wringt. Het is een groene wijk van voornamelijk eengezinswoningen, omringddoor landelijk gebied en water. De ultieme Nederlandse buitenwijk, met steeds meer zonnepanelen op daken en aansluitingen voor elektrische auto’s. Voor het vele groenafval uit de tuinen is een aparte inzamelplek. Een groen ommetje kan vanuit huis en alle voorzieningen zijn om de hoek. Maar ook hier is de druk op de schaarse ruimte in Nederland voelbaar. Het dorpse karakter staat onder druk, ervaart Henskes, iets waar meer inwoners zich zorgen om blijken te maken.
Ik maak voor mijn werk ook gebruik van Schiphol. Het is lekker dichtbij
Rutger
De gemeente wil de extra parkeerplaatsen omdat er plannen zijn voor de bouw van een toren van elf verdiepingen met woningen en kantoren. En de terrassen aan de Amstel, aan andere kant van het winkelcentrum, trekken bezoekers uit de wijde omgeving. Die willen vlakbij parkeren.
Trek een kleine cirkel om Uithoorn en de rust van Meerwijk blijkt een oase tussen de drukte van Schiphol, de logistiek rond het Nederlandse centrum van de bloemenhandel, FloraHolland en het verkeer van en naar Amsterdam. Op bus 174 die de wijk uitkomt staat ‘Hoofdkantoor KLM’, een grote werkgever in de gemeente.
Verkiezingsprogramma’s worden hier onder meer beoordeeld op de plannen van partijen met Schiphol. Loyaliteit aan de luchthaven overheerst. Dat geldt vooral mensen die zijn opgegroeid in de omgeving en die er hun leven lang al aan gewend zijn ‘een paar tellen hun mond te houden’ als er een vliegtuig overkomt.
Rutger (46) woont met zijn vrouw en dochter sinds drie jaar in de wijk. Hij werkt in de financiële sector in Amsterdam, een deel van de week kan dat vanuit huis. „Ik maak voor mijn werk ook gebruik van Schiphol. Het is lekker dichtbij. Maar het geluid en qua gezondheid… Het kan gewoon niet goed zijn al die vliegtuigen die de hele dag over je hoofd opstijgen.” Uiteindelijk geven ‘natuur en milieu’ de doorslag bij het bepalen van zijn stem. „Voortschrijdend inzicht”, noemt hij dat.
Plannen met Schiphol
In de speeltuin tegenover de twee basisscholen van Meerwijk laten drie vrouwen uit India na schooltijd hun kroost nog even uitrazen. Ze zijn deel van de snel groeiende Indiase gemeenschap in Uithoorn. Bij het busstation zit een Indiaas restaurant. Nishta Saxena (36) checkt de omvang van de onderlinge app-groep. Toen ze hier vier jaar geleden kwam wonen waren er „drie of vier Indiase gezinnen”, schat ze. Nu heeft de app-groep 369 leden, allemaal Indiase vrouwen in Uithoorn. Het is overloop uit Amstelveen, waar een grote Aziatische gemeenschap zit.
De expats in de speeltuin zijn met hun mannen meegekomen, die software ontwikkelen. En ze zijn gefrustreerd over de mogelijkheden om zelf aan een baan te komen, hoewel ze hoogopgeleid zijn. Saxena heeft een master biochemical engineering. Engels is haar eerste taal, maar haar Nederlands is na vier jaar nog niet goed genoeg. Dat obstakel ervaren de andere twee ook.
Saxena volgt de Nederlandse politiek wel. En ze ziet dat het veel over boeren en over migratie gaat. „Ik begrijp dat expats, migranten op uitnodiging, geen groot politiek thema zijn.” Maar wat meer aandacht lijkt haar slim. Expats krijgen nu de eerste jaren korting op hun belastingen. „Dat helpt, want een internationale verhuizing is duur”, zegt ze. „Maar vervolgens zou het helpen als echtgenoten gemakkelijker aan werk komen. Dit is toch zonde?”
Door Marloes de Koning
Componistenbuurt, Gouda
Ze stemden links maar zijn naar rechts opgeschoven. Belangrijkste reden: migratie
„Ik stem Palestina!” De jonge jongen houdt zijn voordeur op een kier. En met de aankomende verkiezingen? Even denkt hij na. „Die Mark Rutte heb ik niks mee.” Hij is 22, zegt dat hij zelf ook in de media werkt, maar zijn naam mag niet in de krant. „Ik ben influencer, ik heb 19.000 volgers op Instagram.” Zijn vader komt er aan, een kale man, hij houdt zijn blik op de witte plavuizen gericht. Tegen zijn zoon zegt hij: dit mag niet, dit is privé. Zijn zoon zegt nog: „Jongeren gaan elke minuut dood!” Dan doet hij de deur dicht.
Eén voordeur verder. „Waar ik me druk om maak? Dat Joodse mensen toch weer de lul zijn”, zegt een boomlange, vriendelijke man. Hij zegt: „Jammer dat er geen normale partij is die er ook zo over denkt.” Zijn naam is Louis, hij raakte arbeidsongeschikt nadat hij als lasser een loodvergiftiging opliep. Hij stemt PVV.
Weet je, discriminatie is slecht. Maar het zit wel in de mens. Wie zegt dat hij niet discrimineert, liegt
Louis
De influencer met 19.000 volgers is naar buiten gekomen. „Alles is privé!”, tiert hij. Louis blijft onbewogen in zijn deuropening staan.
De Goudse Componistenbuurt ligt aan de rand van de stad, ingeklemd tussen woonwijken, het spoor en de polder. De meeste bewoners hebben een rijtjeshuis, met betegelde voortuinen en aangeharkte achtertuinen. Ze kunnen hun auto, keurige middenklassers, op de eigen oprit parkeren. Hun ramen zijn afgeplakt met folie, bedekt met gordijnen. En opmerkelijk veel deurbellen hebben een ingebouwde camera, die automatisch begint te filmen zodra er aangebeld wordt. Rond vijf uur dampt de geur van avondeten uit de huizen.
In de Componistenbuurt lijkt er op het eerste oog niets te klagen, en toch.
De bewoners die NRC op een druilige dinsdagmiddag spreekt, zeggen bijna allemaal dat ze ooit links stemden. PvdA. SP. Maar nu zijn ze naar rechts opgeschoven. De belangrijkste reden: migratie.
Een man van 76 jaar die tot zijn pensioen telefoonaansluitingen aanlegde, zegt: „Ze hebben de deuren wagenwijd open gezet.” Hij heeft de gezelligste voortuin van de straat. Met een tuinset, plantenbakken. Hij is een van de eerste bewoners van de wijk, zegt hij, en betrok het huis 25 jaar geleden, net nadat het was gebouwd. „Sindsdien is er een hoop veranderd.” Mensen kijken niet meer naar elkaar om, zegt hij. „Er wonen allemaal mensen met een Marokkaanse achtergrond.”
‘De deur is wagenwijd opengezet’
Een vrouw in een lange spijkerrok, die van huis uit SGP stemt, zegt: „Vroeger schaatsten we hier voor de deur. Maar nu is er geen ijs meer en spelen kinderen niet meer buiten.” Ze overweegt Omtzigt te stemmen.
Sommigen zeggen dat door migratie de straten verloederden. Anderen, veelal vijftigers, zeggen dat door migratie hun kinderen nergens meer kunnen wonen.
„Ik geef een proteststem, zegt een arbeidsongeschikte cv-monteur. Hij heet Martin, heeft als enige van zijn rijtje een derde verdieping op zijn huis laten zetten. Maar waar moeten zijn dochters, die in de zorg werken, wonen? Hij stemt PVV.
Ook Hans, die het onderhoud van een golfbaan verzorgt, begint in zijn deuropening meteen over zijn dochter te vertellen. Omdat ze in Gouda geen huurhuis kon vinden („Ze kan geen 1.400 euro per maand betalen”), is ze naar Brabant vertrokken. Eigenlijk wil ze weer terug, maar dat kan niet. Hans zegt: „Ze gooien die poorten wagenwijd open joh.”
Kom anders binnen, zegt hij. Hij verwarmt zijn woonkamer met een terracottapot met waxinelichtjes eronder. Zo hoeft de verwarming nog niet aan, zegt hij. „Dat is trouwens meer vanwege de kosten dan vanwege het milieu.” Hij weet nog niet wat hij gaat stemmen. Hij heeft drie stemwijzers ingevuld, maar: „Ze zeggen allemaal iets anders.” Misschien Omtzigt, „hij is in elk geval eerlijk.”
Het milieu? Daar houdt Louis zich niet mee bezig. „Ach, dat vind ik iets voor rijke mensen.” Vlak voor hij zijn voordeur sluit, bedenkt hij nog één ding. „Weet je, discriminatie is slecht. Maar het zit wel in de mens. Wie zegt dat hij niet discrimineert, liegt.”
Door Romy van der Poel
Oost-Delfgauw, Pijnacker-Nootdorp
‘Rutte kon soms recht lullen wat krom is, maar hij was geen wegloper’
Arie van Elst rookt een sigaret in de voortuin. Achter het raam doet zijn vrouw de afwas. „Weet je voor hoeveel geld mijn vader dit huis kocht? Voor vierduizend gulden. Was toen heel veel geld.” Van Elst, vrijwilliger voor de dagbesteding, woont zijn hele leven in dezelfde straat in Oud-Delfgauw. Nooit verhuisd, waarom zou hij? „Het is hier hartstikke mooi.”
In Oud-Delfgauw, het oudere gedeelte van het Zuid-Hollandse dorp Delfgauw, valt ogenschijnlijk weinig te klagen. In leefbaarheidsonderzoeken van de gemeente Pijnacker-Nootdorp geven inwoners de buurt steevast een 8 als rapportcijfer. De wijk bestaat voornamelijk uit jarendertig-koophuizen. Café’s of winkels zijn hier niet; het kloppend hart van Oud-Delfgauw is de Hubo-bouwwinkel langs een straat die naar Delft loopt. Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen in 2021 stemden de meeste wijkbewoners VVD. Veel mensen die deze middag in de miezer de Hubo passeren, zijn dat opnieuw van plan.
We twijfelen over Omtzigt. Is het wel haalbaar, wat hij allemaal wil?
Johan de Gier
Zoals Johan de Gier (65), die arm in arm met zijn vrouw Yvonne (64) langsloopt. „We twijfelen over Omtzigt”, zegt hij. „Is het wel haalbaar, wat hij allemaal wil?”
Yvonne: „In een tijd waarin zo veel eendagsvliegen opstaan.”
Johan: „Hij is opeens booming, en natuurlijk moet er wat veranderen. Maar we moeten ook evenwicht in de boel houden.”
Johan en Yvonne zijn bang dat de politiek al te radicale beslissingen doorvoert, zoals het terugdringen van Schiphol. Het zou de Nederlandse economie alleen maar schaden. Daarom wordt het toch weer VVD. „Het was fijn om Rutte als stabiele factor in roerige tijden te hebben.”
Praatjesmaker, geen echte vent
Zo denken meer bewoners erover. Arie van Elst in zijn voortuin: „Natuurlijk, hij kon soms recht lullen wat krom is, maar Rutte was geen wegloper. Dat gevoel heb ik wel bij Omtzigt: een praatjesmaker. Geen echte vent.”
Naast ‘stabiliteit’ noemen ze in Oud-Delfgauw migratie als reden om voor de VVD te kiezen. Niet dat ze er in de wijk zelf mee te maken hebben. „In onze straat woont één buitenlands stel. Uit India, ze zijn hier voor werk. Toch heb ik het gevoel dat Nederland vol is”, zegt Arie van Elst.
„Dit is een vreselijke witte wijk” , zegt Sandy, die werkt in de jeugdzorg. „Maar in Den Haag, waar ik werk, zie ik wel wat voor grote problemen migratie veroorzaakt. Veel jeugdcriminaliteit hangt daar toch mee samen.” Ook Sandy neigt naar de VVD. Ze was „fan” van Rutte én is enthousiast over de nieuwe lijsttrekker Dilan Yesilgöz. „Een vrouw heeft mijn voorkeur.”
Ook voor schoonheidsspecialiste Nadine (45) is migratie het belangrijkste verkiezingsthema. „Doordat je zoveel mensen binnenhaalt, is het woningtekort zo groot”, zegt ze. Ze is dit jaar met haar gezin in Noorwegen geweest, en vond het daar veel rustiger. Het is dan wel een veel groter land – maar toch. „Er waren niet zoveel migranten. De Noren doen gewoon zelf het laaggeschoolde werk.”
Hoewel ze eigenlijk op „Dilan” zou willen stemmen, heeft ze zichzelf voorgenomen géén VVD te kiezen. „Vanwege corona.” Tijdens de lockdown maakte Nadine gebruik van de subsidieregeling om haar schoonheidssalon overeind te houden. Dat moet ze nu terugbetalen. Ze neemt het de VVD kwalijk. „Die coronatijd heeft voor heel veel ondernemers een heel vervelend staartje gekregen”, zegt Nadine. „We zullen die ellende nog jaren achter ons aanslepen.”
Door Andreas Kouwenhoven
Schoonenburg-Groot Abeele, Vlissingen
Doe eens iets aan de armoede en stuur niet al die miljarden naar Oekraïne
Noem het geen buurt, Oost-Souburg, het is een dorp. Op papier mag het hier dan ‘Schoonenburg-Groot Abeele’ heten in de gemeente Vlissingen, in de deuropening van hun huizen hebben mensen het over „wij”, „het dorp” en „Oost-Souburg”. Wij, zegt bijvoorbeeld Hennie van Heumen, „horen erbij, maar toch ook weer niet”.
De wijk wordt verdeeld door een doorgaande straat, de Lekstraat. In het hart is een klein winkelcentrum en een buurthuis. Sta je daar met je rug naar toe en ga je dan linksaf, dan tref je best wat mensen die best wat zorgen hebben, maar met wie het zelf vrij aardig gaat.
De armoede onder de mensen. Daar heeft de politiek te weinig oog voor
Annelies
Hans Hilbert (77) is gepensioneerd, maar maakt zich vooral druk om de jongeren. Hij heeft vier kleinkinderen, hij weet dat ze een studieschuld hebben en weet ook dat ze het daardoor moeilijker zullen krijgen een huis te kopen. Áls ze al een huis vinden. „Dat verontrust me.” Hilbert was „praktisch altijd een PvdA’er”. Maar van Frans Timmermans is hij niet overtuigd. „Hij heeft een naam, maar ik vertrouw hem niet helemaal.” Misschien wordt het daarom dit keer Pieter Omtzigt: „Die is belazerd, maar sterk teruggekomen.”
Een paar straten verderop vertelt een vrouw (58), ze wil niet met haar naam in de krant, bevlogen dat ze SGP gaat stemmen. Niet uit overtuiging, wel uit „recalcitrantie”. Ze begint over het woningtekort, haar zoon zocht lang maar heeft nu eindelijk iets gevonden. Van haar dochter mag ze het niet zeggen, zegt ze, maar waarom krijgen vluchtelingen wél een huis? „Waarom moeten we als klein landje alles maar oplossen?”
De voortuinen in dit deel van Oost-Souburg zijn netjes aangeharkt, of versteend maar goed onderhouden. Op veel daken liggen zonnepanelen. Er zijn straten waar bijna elk huis een andere voordeur heeft; koop – en velen hebben een ‘slimme deurbel’, eentje met een camera. Bij één zo’n huis vertelt Annelies (67) dat ze haar keuze al heeft gemaakt. „PvdA, zoals altijd.” Waar ze zich zorgen om maakt? Resoluut: „De armoede onder de mensen. Daar heeft de politiek te weinig oog voor.” Nee, in haar eigen omgeving ziet ze het niet. „Maar je hoort het wel veel.”
Netjes aangeharkt
Je ziet het ook als je vanaf het buurthuis rechtsaf gaat. Ook dáár hangen veel slimme deurbellen, maar veel deuren zijn er van monotone, gele kunststof: sociale huur. In de opening van één van die deuren vertelt Hennie van Heumen (65) dat ze de inflatie hard voelt. Ze doet minder boodschappen. Misschien, stelt ze voor, „kan er speciaal winkeluurtje komen” voor de armen. Omdat het zo’n pijn doet om te zien hoe anderen wél zonder problemen een volle winkelwagen afrekenen, zegt ze.
Haar buurvrouw, Anca, „zag veel van het leven”, en vertelt dat ze elke maand precies uitrekent hoeveel ze kan uitgeven voor zichzelf en haar zoontje. Ze houdt nét haar hoofd boven water, maar vertelt ook dat ze recent nog hulp van vrienden nodig had. Anca, geboren in Roemenië en als kind geadopteerd, is afgekeurd. Daarvoor werkte ze als beveiliger, onder meer in een asielopvang. „Zij kregen allemaal een huis, terwijl ik al jaren op de wachtlijst sta.” Zoals meer mensen in de wijk gaat ze Wilders stemmen.
Aan de ene kant van de wijk is armoede abstract maar zorgelijk; aan de andere kant is het concreet. Maar wat je aan beide kanten hoort: dat politici dáár eens iets aan moeten doen, voordat ze miljarden euro’s besteden aan oorlogen in Oekraïne en Israël. Anca: „We moeten als Nederlanders een keer een grens trekken.”
Door Mark Lievisse Adriaanse
Ouwerkerk, Schouwen-Duivenland
Geen school, werk of winkel – toch wil iedereen hier wonen
Ouwerkerk, een dorp met zo’n zeshonderd inwoners op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland, barst uit zijn voegen. Voor jongeren die er zijn opgegroeid en er willen blijven wonen, is niet genoeg plek. Dat er na de sluiting van de laatste winkel, de school en de voetbalvereniging vrijwel geen voorzieningen meer zijn, deert hen niet. Wie je het ook vraagt, allemaal zeggen ze: het is hier fijn wonen, vanwege de rust, de natuur en de saamhorigheid van de dorpsgemeenschap.
Woningbouw staat hoog op het wensenlijstje van de inwoners. Sinds begin jaren tachtig is er weinig bijgebouwd. Huizen die vrijkomen zijn al snel weer bezet.
Hoewel het hart wordt gevormd door de Sint Geertruidkerk, is het niet streng christelijk in het ‘rooie dorp’. Al zijn het er steeds minder, nog steeds vind je hier mensen die al hun hele leven PvdA stemmen, zoals Anthon de Bruijn (87), oud-inspecteur van de waterpolitie. Hij en zijn vrouw wonen hier nu 38 jaar. „Al in 1929 werd hier kermis gehouden, terwijl dat in andere dorpen niet mocht van de dominee”, vertelt hij. Ook speelde de voetbalclub op zondag.
„Iedereen laat elkaar in zijn waarde”, zegt Werner Berghout (54), die vijftien jaar geleden met zijn vriendin vanuit Zierikzee naar Ouwerkerk verhuisde. Ze wonen in een huis waar het zout van de Watersnoodramp in 1953 nog steeds uit de muren komt. „De mensen die geloven en de mensen die niet geloven, dat gaat goed samen.”
De mensen die geloven en de mensen die niet geloven, dat gaat goed samen
Werner Berghout
In het dorpshuis wordt gezongen, koersbal gespeeld en stamppot gegeten. In de zomer is de barbecue, in de winter de Sinterklaasintocht. In het eetcafé aan de Ring treden bandjes op. De kerk organiseert koffieochtenden. En op 1 februari worden op de begraafplaats de dorpsgenoten die verdronken bij de Watersnoodramp herdacht. Dorpsblad het Aollegaertje doet maandelijks verslag.
Voor werk, school, boodschappen of de dokter moet je het dorp uit. De meeste mensen pakken de auto. Er is wel een buurtbus, bemand door vrijwilligers, maar die rijdt eens per uur. Middelbare scholieren fietsen het dorp uit, naar de bushalte aan de N59. Op een boerenerf is een fietsenrek voor hen neergezet.
„Het vervoer op het eiland ligt op z’n kont”, zegt Anthon de Bruijn. Vorige maand bleek dat geen enkel vervoersbedrijf zich had ingeschreven voor de aanbesteding van het busvervoer in de provincie. Het leidde tot Kamervragen en een staatssecretaris die beloofde dat er hoe dan ook bussen blijven rijden in Zeeland.
Buurtbus
Dat politieke partijen het in verkiezingstijd hebben over het verbeteren van de leefbaarheid op het platteland vindt William Remeeus (64), eigenaar in ruste van een autobedrijf, „allemaal politieke praat, dat gaat niemand echt realiseren”. Er is hier weinig werk. Veel mensen forenzen naar Rotterdam of Brabant. „Op den duur willen ze een huisje en een gezinnetje en dat kan hier niet. Die gaan hun werk achterna en dan zijn ze weer weg hier.” In zijn huis, met uitzicht op de weilanden, zegt hij: „Ze prediken nu: overal moet er een straatje bij. Maar dat hadden ze dertig jaar geleden al moeten doen. Eigenlijk is het voor dit dorp te laat, want de school is al gesloten.”
Een werkgroep lobbyt bij de gemeente Schouwen-Duiveland voor nieuwbouw. Een plan voor tiny houses op het terrein van de voormalige voetbalclub lijkt gesneuveld. De hoop is nu gericht op het terrein van de basisschool, die sinds de sluiting antikraak wordt bewoond.
Elders op Schouwen-Duiveland zijn al wel concrete bouwplannen. De gemeente heeft rijksgeld gekregen voor woningbouw in Zierikzee en Scharendijke. Twee derde ervan is bestemd voor Oekraïense vluchtelingen. Leanne Vermeer (54) las het in de krant. „Vluchtelingen zijn welkom”, zegt ze. „Maar dit vind ik wel een beetje moeilijk.” Ze woont zelf al haar hele leven in het dorp, in een van de Noorse noodwoningen die na de ramp werden geschonken. Waar moeten haar twee opgroeiende kinderen heen, vraagt ze zich af. „Die willen straks ook een huisje. Maar er is gewoon niks.”
Door Claudia Kammer
Schouwbroek, Eindhoven
In de speeltuinkantine is de sfeer van: ‘Ik vertrouw ze geen van allen niet’
Beppie Habraken (70) – bril met roodgekleurde glazen, geblondeerd haar – komt de kleine kantine van de speeltuin binnenlopen. De speeltuin ligt in Schouwbroek, een buurt aan de rand van de Eindhovense binnenstad. In de kantine zit een aantal buurtbewoners koffie te drinken en chips te eten. „Ik heb gezegd dat ik niet weet op wie ik moet stemmen, want ik vertrouw ze geen van allen niet. Wie er ook komt te zitten, die krijgt dit nooit meer opgelost!” Zonet, toen ze buiten stond te roken, zei ze dat ze daarom waarschijnlijk op de Partij voor de Dieren gaat stemmen. Voor mensen is er toch geen hoop meer.
„Bep kan veel lullen en niks zeggen”, zegt Rolan van den Nieuwenhuijzen (60), die aan de grote tafel zit. Hij giert het uit. „Heur wie da zegt”, zegt Habraken.
Schouwbroek is een buurt met huurhuizen uit de jaren tachtig. Je ziet er veel mensen met hun hond wandelen. Middenin de buurt ligt een grote speeltuin met een hek en openingstijden. In de kantine annex opslagruimte staat een kan koffie op tafel, en suikerklontjes, koffiemelk, geruite kartonnen bekertjes. Er ligt ook een folder van het Kruidvat en een boekje met woordzoekers.
Achter Van den Nieuwenhuijzen staan plastic doorzichtige bakken met snoep. Habraken is naast hem gaan zitten. Tussen hen in zit een blond meisje chips uit een zakje te eten. Ook aan tafel: haar moeder, en Jannie (Sjan) Leenders (64), die de speeltuin beheert. Door de boxen klinkt Cher: „Do you believe in life after love? I can feel something inside me say: I really don’t think you’re strong enough”
Ik ben de sociaalste die hier aan tafel zit!
Rolan van den Nieuwenhuijzen
Van den Nieuwenhuijzen wil ook wel wat vragen beantwoorden. „Maar dat wordt wel lastig hoor, want ik word hier aangesproken op wat ik zeg”, grapt hij.” Hij stemt altijd. „Ik ben ook lid van de Socialistische Partij.”
“Héél sociale jongen”, zegt de moeder tegenover hem. „Maar dat is ook zo”, zegt Habraken. Van den Nieuwenhuijzen: „Ik ben de sociaalste die hier aan tafel zit!” Habraken: „Nou, dat wil ik niet zeggen.” „Kijk, daar heb je het al.”
„Ik hoop,” zegt Van den Nieuwenhuijzen, „dat we naar een ander politiek bestel gaan, we hebben te veel partijen en zo kun je nooit geen beleid uitzetten. Dat we maar eens gaan werken naar een kiesdrempel, want iedereen die iets dwarszit, begint voortaan een eigen partij. Dan kun je geen echt beleid uitzetten om problemen op te lossen. Snap je dat? Nou fijn, dan ben je de eerste die me hier snapt!”
Leenders: „Hoezo?! Denk je dat wij dombo’s zijn?!”
Habraken: „Ja, dat denkt -ie wel hoor!”
Leenders: „Maarja, eigenlijk is dat wel zo, want ik luister en dan denk ik: wat zegt-ie nou toch weer? Van die dure woorden.”
‘Onze Lilian’
Van den Nieuwenhuijzen gaat verder met zijn verhaal. „Armoedebestrijding vind ik heel belangrijk. En een gezonde energietransitie. We moeten het niet doen zoals we het nu doen, dat iedereen binnen drie weken van ’t gas af moet. Er zijn heel veel mensen die het financiële vermogen niet hebben om over te schakelen van bijvoorbeeld de gasketel naar de warmtepomp. Wat ik ook vind, want nou kom ik op dreef, ik vind het toeslagensysteem een waardeloos systeem voor een rijk land, want alles wordt hier met toeslagen en lapmiddelen gerepareerd.”
De moeder: „Je blijft van m’n toeslagen af, hè! Nee, grapje, grapje.”
Van den Nieuwenhuijzen: „Ik zeg alleen dat het een lapmiddel is. Vorig jaar zag je dat we allemaal een energietoeslag kregen van 190 euro. Die kwam ook in Wassenaar terecht, dan denk ik: wat moeten die mensen daar allemaal met die toeslagen? En die invalide mensen die hier aan de beademing lagen, die kregen maar één keer toeslag.”
Habraken: “En wat denk je van Groningen?!”
Van den Nieuwenhuijzen: “lk vind wel dat onze Lilian [Marijnissen, SP-partijleider] het goed doet.”
Habraken trekt een vies gezicht. “Ieeeuw! Ik zeg niks….”
Leenders: „Iedereen mag stemmen op wie die wil stemmen.”
„Nee, ja, zeker!”
„Dat wordt me hier dadelijk heel mijn leven nagedragen”, zegt Van den Nieuwenhuijzen geamuseerd.
Leenders: „Nee hoor, want ik stem Wilders en het boeit me toch niet wat een ander ervan vindt.”
Eerder zei Leenders dat ze op de Partij voor de Dieren zou gaan stemmen, net als Habraken.
„Ja, dat heb ik gezegd, maar ik ga toch weer naar Wilders.”
Van den Nieuwenhuijzen: „Als je over een uur terugkomt, is het weer iets anders.”
„Neee, nee.”
„Dan kan het goed Caroline van der Plas zijn.”
„Nee, ik stem op Wilders, altijd.”
Door Denise Retera
Elsendorp, Gemert-Bakel
‘Over vijf jaar dragen onze vrouwen een hoofddoekje’
Of de opvattingen van de mensen in Elsendorp verband houden met de aanwezigheid van gevluchte Oekraïners of van Roemeense arbeidsmigranten is niet na te gaan. Feit is wel dat een meerderheid van de door NRC ondervraagde inwoners van het Oost-Brabantse Elsendorp vindt dat Nederland te royaal is bij de toelating en opvang van asielzoekers en economische vluchtelingen.
„Ik heb een Oekraïense vriendin tegen wie ik het eerlijk zeg: jullie moeten ook eens meebetalen met de rest van Nederland”, zegt Nolly Silverenberg (61). Ze woont schuin tegenover de pastorie van de katholieke kerk die binnenkort zal worden gesloten, wegens tegenvallende bezoekcijfers. ‘Wie gelooft, haast zich niet!’ staat er op de gevel. Daar woont nu een aantal Oekraïners. Nolly Silverenberg ziet hen ’s winter binnenshuis „in hun onderbroek lopen” omdat ze gerust de verwarming hoog zetten. „Terwijl er veel oudjes in Nederland in de kou zitten.”
Nolly Silverenberg vindt het „niet kunnen” dat de Oekraïners gratis wonen en kunnen sparen terwijl veel Nederlanders krap bij kas zitten. „Ik vind het heel erg dat sommige mensen in Nederland in de kou zitten en geen stukje vlees kunnen betalen, of wat ze ook maar willen eten.”
Ik heb een Oekraïense vriendin tegen wie ik het eerlijk zeg: jullie moeten ook eens meebetalen
Nolly Silverenberg
Veel Elsendorpers hebben niets tegen buitenlanders, racistisch zijn ze al helemaal niet, maar ze vinden dat Nederland het zich niet meer kan permitteren veel asielzoekers toe te laten en Oekraïense oorlogsvluchtelingen na anderhalf jaar nog steeds zo ruimhartig te herbergen.
Een huisschilder meent te zien dat immigranten „altijd commentaar hebben op wat wij in Nederland doen” en vreest zelfs dat de Nederlandse cultuur daar onder gaat lijden. „Over vijf jaar hebben onze vrouwen een hoofddoekje om.” Een jonge melkveehouder vindt dat economische vluchtelingen „meteen weer moeten worden teruggestuurd” en alleen oorlogsvluchtelingen moeten „sober” geholpen worden. „Als wij straks een watersnoodramp hebben, hoeveel graan krijgen wij dan uit Oekraïne? Ik denk maar een klein beetje.”
Bijna niemand van de ondervraagden is van plan op de PVV van Geert Wilders te stemmen. Maar het stellen van een limiet aan het aantal nieuwkomers, zoals NSC-leider Pieter Omtzigt onlangs voorstelde, klinkt hun als muziek in de oren. „Dan kun je ook veel beter zorgen voor de mensen die hier wel worden toegelaten”, zegt oud-huisarts Jan Hoevenaars. „Dan kunnen die mensen ook echt inburgeren.” Vanuit zijn huis heeft hij zicht op het plein naast de kerk waar op een bankje regelmatig een eenzame vrouw uit Oekraïne zit. „Voor zo iemand moeten we beter zorgen”, zegt hij. „Zorg dat ze niet alleen huisvesting heeft, maar zeg: wees welkom in onze wereld.”
Buurthuis met biljart
Intussen gaat het leven in Elsendorp, dat valt onder de gemeente Gemert-Bakel, gezellig door. Er is helaas geen supermarkt meer maar er is wel een medisch centrum met huisarts. Er is een lagere school en een bibliotheekje en een kinderopvang. Een buurthuis met biljart. Een voetbalclub en twee koren. Er is een restaurant met feestzaal en er is een cafetaria, gerund door een Chinese man die zegt dat hij „net genoeg” klandizie heeft. Ook aanwezig is ‘uw zelfslachtende slager’ Vogels, bij wie je ook brood kunt bestellen dat elders wordt gebakken en op zaterdag kan worden afgehaald.
Er is ook een relatief nieuw wijkje, met ruime woningen, veelal in eigendom van jonge gezinnen die ze vaak zelf hebben gebouwd, met steun van elkaar. Dat scheelt in de kosten, is de verklaring. Er zijn enkele boeren, hoewel niet meer zo veel als vroeger. Er is natuur. En er is een naturistencamping, niemand in het dorp begint erover. Maar het belangrijkste is: dat iedereen elkaar helpt, dat iedereen voor elkaar klaar staat als er iets loos is, als iemand ziek is. Aan de dorpsrand staat een bord met de tekst ‘Small village, great people’. Of we dat hebben gezien, vraagt Irene Eikholt. „Zo is het hier.” De geboren Elsendorpse (61) werkt als bode op het gemeentehuis en laat in de motregen een piepklein hondje uit. „Er is hier voor elk wat wils. En iedereen helpt elkaar. Er zijn heel veel vrijwilligers. Ik vind het geweldig om hier te wonen.”
Door Arjen Schreuder
Nulland, Kerkrade
‘Ik ben geen racist hoor, maar ik begrijp die gelukszoekers niet’
„Zullen we een colaatje delen?”, vraagt Paul Halbach (65) aan zijn 72-jarige maat Jo Curfs. „Is goed, jongen”, antwoordt hij. De vrienden Curfs en Halbach zijn in het buurthuis, een voormalige protestantse kerk vlak bij Nulland, een wijk in Kerkrade.
De kerkzaal is gevuld met gepensioneerden, vrijwilligers en werklozen met een uitkering. Voor de meesten is het een vaste prik om er een bakje koffie voor vijftig cent te drinken. Vandaag is de lunchdeal een heldere groentesoep met een luxe omelet. Achter in de zaal, verstopt in een hoek, zitten Halbach en Curfs druk te discussiëren. Ze zijn net klaar met eten.
De vingers en hals van Halbach glinsteren van de gouden sieraden. En zijn overhemd zit netjes vast in zijn pantalon. Curfs zit er casual bij met een crèmekleurige pet op en een trui aan. Ze wonen in de buurt, vertellen ze. Curfs is gepensioneerd, heeft op een schip gewerkt en was internationaal chauffeur. Halbach heeft in het speciaal onderwijs gewerkt en is arbeidsongeschikt verklaard. Hij wijst naar zijn hoofd. „Komt door het tumortje dat ik had”, zegt hij lacherig.
Net zoals dat Wilders minder Marokkanen wil, wil ik minder politiek!
Jo Curfs
De twee vrienden gaan allebei op de partij van Geert Wilders stemmen, de PVV. Volgens Halbach is Wilders geen racist. „In de partij hebben ze ook Turkse en Marokkaanse jongens zitten.” Maar of het nou echt beter zal gaan met Nederland als de PVV aan de macht komt? Dat is maar een illusie, vindt Halbach. „Ik stem op hem om een beetje tegengas te geven.” Curfs knikt. „Net zoals dat Wilders minder Marokkanen wil, wil ik minder politiek!”, zegt hij met zijn vuist op tafel slaand.
Volgens de mannen zal het beter gaan met Nederland, als de politiek voorrang geeft aan het eigen volk en de grenzen sluit. „Ik voel me niet meer thuis in Nederland”, zegt Curfs. Op de markt hoort hij iedereen in het Pools, Turks of Marokkaans praten. En om de hoek van het buurthuis staan vaak 13-jarige Turkse en Marokkaanse jongens, vertelt hij. „Die vallen ons lastig!”
Ook vindt hij het raar dat er extra woningen worden gebouwd voor de „zogenaamde” Oekraïense vluchtelingen. Zo zou zijn Oekraïense buurvrouw hebben „gelogen” tegen de
politie door te zeggen dat ze is aangerand door zijn buurman. „Daar is helemaal niets van waar. Ik zag het met mijn eigen ogen!”
Wilders
Hij slaat met zijn hand in de lucht, draait met zijn ogen en slaakt een diepe zucht. Het is Halbach gelukt zijn vriend te kalmeren. „Het is oké dat mensen in nood worden opgevangen, maar vol is vol!”, zegt hij. „Ik ben geen racist hoor, maar ik begrijp die gelukszoekers niet.” Hij herhaalt meermaals dat hij geen racist is en „we ze niet moeten behandelen als beesten”. „Maar als ik naar mijn flat loop lijkt het wel alsof ik in Afrika woon!”
Curfs doet zijn pet af en houdt het hoog boven zijn hoofd. „Weetje waar mijn pet ook van omhoog gaat?”, zegt hij. „Die hele MeToo en woke gebeuren.” Curfs spreekt woke uit als „wok”. Laatst liep er een 24-jarige dame op straat met een kort rokje, vertelt hij. „Whoesj de wind blies het rokje omhoog. Ik had het wel geweten, hoor.” Ze geven elkaar een knipoog en lachen erom. „Ik zal blijven omkijken naar vrouwen, al mocht de politie me willen meenemen naar het bureau!”, zegt hij met een harde stem. „O ja, en de negerzoen (de oude benaming van een gebakje dat nu chocozoen heet) moet ook gewoon terugkomen.”
Halbach sluit zich aan bij Curfs. „Ik kan niet eens meer tegen een jonge dame zeggen dat ze er goed uitziet en de politie staat al voor m’n deur.” Hij kan er „helemaal niet tegen” dat hij wordt beperkt in zijn meningsuiting. Zijn gezicht wordt langzaam rood. „We moeten nu even stoppen, de adrenaline raast door mijn lichaam.”
Door Nina Stefanovski
Borgharen, Maastricht
Woningnood is ook langs de Maas het gesprek van de dag
Iedereen in Borgharen weet nog goed hoe het water uit de Maas hun dorp overspoelde. Tijdens een overstroming in 1993 en vlak daarna weer in 1995 werd Borgharen compleet afgesloten van de buitenwereld door het water. Op foto’s zijn daken van een paar huizen nog net boven het wateroppervlak te zien. Niemand kon Borgharen in of uit. Het leger moest de bewoners evacueren. In 2011 gebeurde dit weer.
Borgharen hoort sinds 1970 bij de gemeente Maastricht, maar de inwoners van Borgharen spreken van een dorp. Iedereen kent elkaar. Ze maken een praatje op straat, zwaaien even naar elkaar. De bewoners spreken van „de tijd voor” en „de tijd na” de annexatie van 1970. Wilde je een uitbouw of een nieuwe schutting? Dan liep je „voor de annexatie” met een tekening even langs bij de ambtenaar die je kende in het dorp. Na de annexatie moest je naar „de stad” om bij de gemeente iets te regelen. Maar in de stad, in Maastricht, daar kennen ze je niet.
Vanwege de geïsoleerde ligging en het omliggende water van de Maas is nieuwbouw in Borgharen beperkt mogelijk. De laatste grote nieuwbouwwijk stamt uit de jaren ’70. De circa 1.700 inwoners van Borgharen krijgen weinig nieuwkomers. Soms loopt er een student rond die in de stad studeert en in Borgharen op kamers woont. Na een jaar verdwijnt die meestal weer, geruisloos.
Voor het morele kompas moet je bij Pieter Omtzigt zijn
Bezoekers van buurthuis De Huiskamer
In het buurthuis ‘De Huiskamer’ staat de koffie klaar. Een vaste kern van zo’n vijftien overwegend grijzende bewoners gaat aan de lange houten tafel zitten. Er staat een kleinere tafel in de hoek waar een kaartclub geconcentreerd zit te spelen. De bewoners organiseren activiteiten samen, zoals bloemschikken, samen wandelen of een lunch voorbereiden. De Huiskamer is een plek om lief en leed te delen. De bewoners praten over de laatste roddels uit het dorp en over de griepprik die ze straks allemaal gaan halen. In een hoek van de kamer staan plastic tassen bollend vol met oude winterjassen. Die hebben de bewoners samen ingezameld voor de mensen „in de stad” die geen winterjas kunnen betalen. Een organisatie brengt de oude jassen naar een nieuwe eigenaar in de stad. Wie zijn die mensen die zo’n jas niet kunnen betalen? De Huiskamerbezoekers willen het graag weten, om te helpen. Maar ze kennen die mensen in de stad niet.
De brug maakt zo’n herrie
In de Huiskamer praten de bewoners over de bus die nog maar een keer per uur naar de stad rijdt. En over de brug bij Itteren die nog steeds zo’n herrie maakt als er auto’s overheen rijden.
Woningnood is ook in Borgharen onderwerp van gesprek. Starterswoningen zijn er nauwelijks en kinderen vertrekken uit het dorp, weg van hun ouders. En waar moeten de bewoners uit De Huiskamer straks zelf gaan wonen als ze hulpbehoevend worden?
Hoe de problemen moeten worden opgelost, dat weten ze niet. Frans Timmermans heeft ervaring, zegt iemand. Maar voor het „morele kompas” moet je bij Pieter Omtzigt zijn, zegt een ander. Goede mensen moet je helpen, zegt iemand. Maar je kunt niet iedereen helpen, zegt een ander, want Nederland is best wel vol.
De meeste voorzieningen zijn geleidelijk aan uit het dorp verdwenen. Vroeger zaten er meerdere bakkers, buurtsupers en cafés in het dorp. Nu rest er nog een kroeg, een nagelsalon en een „friture”. Voor de boodschappen gaan de bewoners naar de supermarkt net buiten het dorp. Eenzaam zijn ze hier niet. Je kunt altijd even een „tas koffie” drinken in De Huiskamer. Maar hoe moet dat straks? Als ze hulpbehoevend worden? Moeten ze dan naar een seniorenflat in de grote stad, waar ze niemand kennen?
Door Jet Schouten
- Infographics
- Nicoline Emmer, Fokke Gerritsma, Rik Wassens
- Bron infographics
- Kiesraad/CBS
- Eindredactie
- Jaap Bloembergen en David Garvelink