Opinie | Relativeer het belang van de aandeelhouders

Willen we écht dat bedrijven meer dienstbaar worden aan het maatschappelijke belang, dan moet de politiek actiever ingrijpen in de manier waarop bedrijven in Nederland worden georganiseerd en bestuurd. Het was een terechte oproep die drie hoogleraren recent deden in NRC. Dat hun pleidooi werd ondersteund door 68 collega-wetenschappers uit allerlei disciplines laat zien dat de tijd rijp is voor verandering.

Als het gaat om de maatschappelijke bijdrage van bedrijven richt het politieke debat zich op dit moment nog te veel op de kleine maatregelen, op de reparaties van misstanden, terwijl er nauwelijks wordt gesproken over de structurele oplossingen die nodig zijn om te voorkomen dat die misstanden überhaupt ontstaan. Het resultaat hiervan is dat we ieder jaar bij de behandeling van de begroting dezelfde taferelen zien: politici die vol ongeloof vragen hoe het toch kan dat de lonen al geruime tijd achterlopen op de bedrijfswinsten, dat de natuur steeds verder achteruitgaat en dat de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit tegenvalt, om vervolgens maatregelen te treffen die deze problemen opnieuw niet fundamenteel oplossen.

Herbezinning

Het is precies om die reden dat de wetenschappelijke bureaus van GroenLinks, D66 en PvdA recent een manifest hebben gelanceerd waarin wij de politiek oproepen om in te grijpen in de manier waarop bedrijven in Nederland worden georganiseerd en bestuurd. De maatschappelijke verwachtingen van het bedrijfsleven zijn enorm, net als de maatschappelijke uitdagingen. Dat vraagt om een politieke herbezinning op taak en doelstelling van het bedrijf: houden we vast aan het klassieke aandeelhoudersmodel met zijn fixatie op financiële kortetermijnwinst, of zoeken we naar nieuwe modellen waarin de focus ligt op de maatschappelijke bijdrage van het bedrijf?


Lees ook
Sta bedrijven niet langer toe de belangen van de samenleving in de wind te slaan

Foto Ramon van Flymen/ANP

Wat hierbij voorop moet staan is het besef dat bedrijven geen natuurlijk gegeven zijn, maar een juridisch construct. De onderneming in zijn huidige vorm, in het bijzonder de kapitaalvennootschap met rechtspersoonlijkheid, is het gevolg van politieke keuzes. Het zijn keuzes die grotendeels hebben bepaald hoe de ondernemingen in ons land zich verhouden tot de samenleving. De wederkerige relatie tussen bedrijf en samenleving was vroeger een vanzelfsprekendheid: de juridische en economische voordelen die een bedrijf geniet, werden lange tijd expliciet door de overheid verleend op voorwaarde dat dit de samenleving als geheel ten goede kwam. Nu de maatschappelijke bijdrage van het bedrijfsleven achterblijft bij de winsten, is het aan de politiek om die relatie te herstellen.

Als wetenschappelijke bureaus ondersteunen wij dan ook nadrukkelijk de voorstellen die de wetenschappers doen in hun stuk, zoals de maatschappelijke zorgplicht voor bestuurders en commissarissen, het instellen van een maatschappelijke raad voor grote bedrijven en het stimuleren van nieuwe bedrijfsmodellen. Tegelijkertijd denken we dat de politiek nog ambitieuzer zou kunnen zijn. Allereerst is het wat ons betreft belangrijk dat we het aanmoedigen van nieuwe bedrijfsmodellen concreet maken, bijvoorbeeld door deze bedrijven voorrang te geven in het inkoopbeleid waarmee (semi-) publieke instellingen jaarlijks zo’n 100 miljard (!) euro uitgeven. Het verleggen van deze geldstromen kan een wereld van verschil maken.

Nu de maatschappelijke bijdrage van het bedrijfsleven achterblijft bij de winsten, moet de politiek ingrijpen

Een tweede punt is wat ons betreft de positie van de mensen die de waarde van bedrijven daadwerkelijk creëren: werkenden. Er ligt inmiddels voldoende onderzoek dat aantoont dat meer zeggenschap voor werkenden over het reilen en zeilen van bedrijven leidt tot bedrijven die financieel stabieler zijn, duurzamer opereren en meer investeren in onderzoek en ontwikkeling. Daarnaast hebben deze werkenden meer plezier in hun werk, zijn ze nauwer betrokken bij de onderneming en hebben ze veel minder stress over hun inkomen.

Werknemersvergadering

Wat ons betreft leggen we daarom vast dat werkenden in grote bedrijven zeggenschap krijgen over belangrijke beslissingen zoals fusies, overnames, reorganisaties en de besteding van de winst. Daarnaast stellen wij voor dat de helft van de Raad van Commissarissen – die nu nog vooral door aandeelhouders wordt benoemd – voortaan wordt gekozen door werknemers. Op deze manier maken we de ondernemingsraad een volwaardige ‘werknemersvergadering’, waarmee we naast de aandeelhoudersvergadering en de maatschappelijke raad (een stakeholdersvergadering) de verschillende belanghebbenden een evenwichtige stem in de bedrijfsvoering geven.

Nu een steeds groter deel van onze samenleving roept om een correctie van het huidige kapitalisme, is de politiek aan zet om de bedrijven in ons land te ondersteunen in de transitie naar een duurzamer, eerlijker en meer maatschappelijk verankerd bedrijfsmodel. Alleen als de politiek de kaders verzet waarbinnen onze ondernemingen opereren, kunnen we gezamenlijk de focus verschuiven van winst voor enkelen naar waarde voor ons allemaal.