Chocoladebaby’s en onbedoelde satire op de Erasmusbrug


Karin Amatmoekrim

Op een van de mooiste plekken van Paramaribo, aan de Fort Zeelandiaweg met haar witgeschilderde koloniale gebouwen, kijkt een granieten koningin Wilhelmina kalm uit over het brede water van de Surinamerivier. Ooit stond ze op het centrale gouvernementsplein van de stad. Tweeënvijftig jaar lang had de Nederlandse vorstin vanaf die plek op haar sokkel over haar Surinaamse onderdanen gewaakt – voordat ze daags voor de onafhankelijkheid in 1975 zonder pardon naar dit stille plekje langs de rivier werd verplaatst.

Achteraf kunnen mensen zeggen dat Wilhelmina werd weggestuurd, afgedankt zo je wil, nu Suriname op eigen benen stond. Maar de verwijdering van de vorstin was zeer tegen de wil van de bevolking; dagblad De West werd overstelpt met boze telefoontjes van lezers die zich afvroegen waarom het beeld zonder aankondiging was verwijderd. Logisch, want het standbeeld was destijds betaald door de Surinaamse bevolking zelf. Maar liefst 18.000 gulden werd door de mensen bij elkaar gebracht opdat er een beeld gemaakt kon worden dat „de trouwe liefde van Suriname’s bevolking voor haar Vorstin” zou reflecteren. Doordat het Nederland lukte om door te dringen in de harten van zijn onderdanen was er generaties lang sprake van een nationale identiteit die zich ver buiten Nederland, tot aan de kolonies, uitstrekte. De liefde was misschien ongelijkwaardig en vol van tegenstrijdigheden, maar daarom niet minder oprecht. En Surinamers voelden zich, in die verre kolonie, wel degelijk Nederlanders.

Ik denk hieraan terwijl ik in een café in Paramaribo rum drink en de krant uit Nederland lees. Er staat dat leden van een nationalistische groepering uit Venlo onderling gemene berichten uitwisselen. Het is dezelfde groep die zinsnedes als ‘Vrolijk Blank 2023’ op de Erasmusbrug tijdens de jaarwisseling heeft geprojecteerd. Ook delen ze ontwerpen met elkaar waarin zwarte poppetjes met witte poppetjes leiden tot zwarte baby’s. ‘Rassenmenging is blanke genocide!’ waarschuwen ze. Het is onbedoeld grappig, als je het mij vraagt. Een vorm van satire, bijna.

Ik denk aan de opmerkingen die mijn nieuwe witte verkering opving nadat mensen om hem heen hoorden dat hij met een Surinaamse vrouw was; dat hij nu zeker chocoladebaby’s zou gaan maken, en ik moet nog harder lachen (hoewel het zou kunnen dat de Borgoe met cola die ik drink me milder heeft gemaakt). Ik weet niet of het nu per se een goed ding is geweest dat Wilhelmina de kolonies heeft weten te betrekken bij Nederland, door mensen te laten geloven dat ze misschien niet etnisch maar in elk geval cultureel iets met elkaar gemeen hadden, maar ze had in elk geval wel goed begrepen hoe dat werkt, het aankweken van een nationaal bewustzijn.

En bij mijn derde glas rum word ik overvallen door medelijden. Arme, arme nationalisten. Ze hebben geen idee van de satire waarin ze zichzelf vastdraaien, noch van de lachwekkendheid van hun ideeën. Ze gaan een strijd aan die allang verloren is, en ik heb het gevoel dat ik sorry moet zeggen namens alle mensen zoals ik die zich Nederlands durven noemen.

Dus bij deze: sorry. Sorry voor het gegeven dat wij hebben overgenomen wat ons jarenlang is bijgebracht; namelijk dat we bij jullie horen. En sorry voor alle mooie chocoladebaby’s die we samen met jullie eigen afvalligen hebben voortgebracht. Hoe dan ook, nog even op de valreep: een heel vrolijk blank nieuwjaar toegewenst! De rest van ons zal even zo vrolijk verder gaan met mooie witte en gele, bruine en chocolade baby’s maken. Proost!

Karin Amatmoekrim is schrijver en letterkundige. Ze schrijft om de week op deze plek een column.