Pas als de zaal eindelijk helemaal aandachtig is, geeft pianist Bertrand Chamayou alles

Bij de 35-jarige zeer gelovige pianist Olivier Messiaen moeten de herinneringen aan het Duitse kamp waarin hij als Frans soldaat gevangen gehouden werd nog vers zijn geweest, toen hij in 1944 zijn enorme pianowerk Vingt regards sur l’Enfant-Jésus componeerde: het kind Jezus op twintig manieren beschouwd. Vanuit ‘de Vader’ (1), vanuit ‘de hoogten’ (8), vanuit ‘de tijd’ (9), vanuit ‘de engelen’ (14) en vanuit ‘de stilte’ (17), om er een paar te noemen. Bij religieuze muziek denk je misschien aan pracht, praal en perfectie, maar muziekvernieuwer Messiaen niet. Hij ‘leed’ aan synesthesie; zag kleuren bij geluid, en boetseerde met akkoorden en zelfverzonnen toonladders kleurvelden die alleen hij kon zien. Dat levert zelden zoete, hapklare klanken op. Het betekent grote contrasten, wilde ritmes en een uitgebreid pallet aan klankkleuren. Messiaens mystieke geloof speelt zich af in een wereld die imperfect, wild en dissonant is.

De pianist die zich eraan waagt, schrijft zich in voor een tour de force van twee uur die om alle uitersten vraagt. Bertrand Chamayou zette ‘Vingt regards’ in 2022 op cd, en speelde het zaterdag in het Amsterdamse Muziekgebouw.

Het publiek in de zaal begint onrustig. Gehoest, snoeppapiertjes, een rommelige tas die doorzocht wordt, zelfs iemand die luidop sist dat-ie ‘niets kan zien’. Er zijn musici die de aandacht opeisen door dan intenser te gaan spelen. Chamayou doet dat niet. Op de toch al dun klinkende vleugel speelt hij met een opvallend lichte spanning. ‘Wil je mee in het verhaal, dan moet je zélf instappen’, lijkt hij te zeggen. Een beetje als de schoolleraar die niet tiert, maar net zo lang zwijgend wacht tot de klas stil is. Pas als Chamayou na een paar ‘regards’ de hele zaal scherp heeft, trekt hij de spanning aan. Fascinerend en effectief.

Het is ongelofelijk hoe hij zich fysiek, maar ook geestelijk een weg door de muziek baant. Waar schoonheid doorklinkt, is het de zacht aangeslagen dissonante toon waarmee hij je toch op je hoede houdt. Geweldig subtiel laat hij de vrije ritmes van Messiaen weifelend klinken in de ‘Aanschouwing van de Maagd’ (4). ‘De kus van het Kind Jezus’ (15) klinkt na grote vertellingen in de stukken ervoor teder en troostrijk, maar toch óók licht wrang. Een hoogtepunt is de chaos aan noten die de materie voor de schepping voorstellen in ‘Par Lui tout a été fait’ (‘Door Hem werd alles geschapen’) (6); Chamayou dwingt ze langzaam maar zeker in een gareel, maar weet het ondertussen zo te laten klinken alsof de noten grote weerstand bieden. Alleen met de grootste krachtsinspanning van ‘Hem’ lukt het blijkbaar om orde te scheppen. Dat de vleugel het soms maar net lijkt te houden, met een paar midden-hoge tonen die bij de hardste aanslagen gaan wapperen, helpt daarbij.

Stukken als Vingt regards vragen ook het uiterste van je als luisteraar. De verplichting om de twee uur uit te zitten breekt je af – maar het zijn de goeie musici als Chamayou die je gaandeweg weer opbouwen; deels als jezelf, deels als een Picasso. Dat is uitputtend, maar na een paar uur beduusde hersteltijd ook geweldig opwekkend.


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek