Zijn antieke klokken versierd met tot slaaf gemaakten een probleem?

Drie Zwart empire klokken.


Foto R. Gerritsen

Interview

Tentoonstelling Zwart goud Gouden empire-klokken die slavernij verheerlijken, kunnen die nog wel worden geëxposeerd? Ja, zeggen twee kunsthistorici met koloniale roots.

Antieke, verguld bronzen klokken met verbeeldingen van tot slaaf gemaakten, op blote voeten, halfnaakt, zeulend met een baal koffiebonen of tabak op hun rug. Hoe kunnen zulke staaltjes ongemakkelijke kunstnijverheid in het Black Lives Matter-tijdperk nog met goed fatsoen tentoongesteld worden?

Dat is de vraag die de kunsthistorici Alette Fleischer en Bart Krieger een jaar geleden voorgelegd kregen van de Nederlandse eigenaar van de Parnassia Collectie, ’s werelds mooiste verzameling vuurvergulde empire pendules, staande klokken die omstreeks 1800 in Parijs werden gemaakt en die destijds bij de allerrijksten van Europa op de schouw te pronk stonden.

Zo’n tentoonstelling kan volgens Fleischer en Krieger zeker. Hoe precies zullen ze vrijdag uitleggen op het symposium Decolonizing the pendule au Bon Sauvage, door hen georganiseerd in afstemming met historisch archief en cultureel centrum The Black Archives en het Rijksmuseum. Een dag later, op zaterdag, opent in het pop-upmuseum Once Upon a Time, naast het Van Gogh Museum in Amsterdam, de expositie Zwart goud, met veertig extravagante Zwarte klokken uit de Parnassia Collectie, waaronder de hoogst zeldzame, allereerste Zwarte pendule die rond 1784 werd gecreëerd, de Zwarte Diana. „Zwarte met een hoofdletter Z”, zegt Krieger, „want het gaat over Blackness, dat in Amerika ook altijd met een hoofdletter geschreven wordt.”

De opening zal worden voorafgaan door een plengoffer met water van een winti-priesteres. Het reinigingsritueel is een van de aanbevelingen uit een begeleidende boekpublicatie van Fleischer en Krieger. Een jaar lang deden beide kunsthistorici onderzoek naar de Zwarte klokken. Een studie die resulteerde in tal van nieuwe inzichten over de betekenis van de pendules. Dit boek, Gilded Splendor getiteld, biedt volgens hen de noodzakelijke context voor de expositie.

Bart Krieger en Alette Fleischer . Foto Taco D Smit

Fleischer en Krieger kennen elkaar van hun studie kunstgeschiedenis. Ze doen beiden al lange tijd onderzoek naar de representatie van Zwarte mensen in de kunst. Fleischer stond veertien jaar terug bijvoorbeeld aan de wieg van de tentoonstelling Black is beautiful in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Krieger stelde als conservator diverse tentoonstellingen over Zwarte beeldende kunst samen en is verbonden aan het Suriname Museum in oprichting.

Hun persoonlijke achtergrond hielp ook om de Zwarte stem bij de klokken voor het voetlicht te krijgen, zegt Fleischer. Haar ouders en grootouders zijn in Indonesië geboren. „Bij mij zit altijd een beetje sambal.”

„Die peper heb ik ook”, zegt Krieger met een lach. Hij is de zoon van een Afro-Surinaamse vader en Nederlandse moeder. Hun Nederlandse nationaliteit noemt hij een voordeel. „Wij zaten niet vast in de oude Franse kunsttraditie. We konden onbeschaamd tegen schenen schoppen.”

Het eerste voorstel van de Nederlandse kunsthistorici is om te breken met de gangbare, Franse benaming voor dit soort klokken: pendule au bon sauvage. Krieger: „Edele wilden, zo praten we anno nu toch niet meer?”

Hij wijst op de recent verschenen tweedelige catalogus over de Parnassia Collectie. De Franse auteur, een tachtig-plus penduledeskundige, rangschikte de klokken met sjouwende tot slaaf gemaakten onder de noemer au travail. „Aan het werk?” zegt Krieger op verbaasde toon. „Het gaat om slavernij. Het is belangrijk om meteen de woorden aan te pakken. De gangbare benamingen zijn niet gekozen vanuit het perspectief van de afgebeelde mensen. Noem het gewoon Zwarte klokken.”

Als je de Zwarte klokken wegstopt, verbloem je ze en praat je er nooit meer over

Dialoog

„Tentoonstellen of niet tentoonstellen, dat is de kwestie”, stellen Fleischer en Krieger in hun boek. Exposeren herhaalt de pijn verbonden aan het slavernijverleden. Maar door af te zien van een expositie vermijd je de dialoog over een gevoelig historisch onderwerp, zegt Fleischer. „Als je de klokken wegstopt, verbloem je ze en praat je er nooit meer over.”

Wat ze als kunsthistorici naar eigen zeggen hebben gedaan, is de klokken „dekolonialiseren”. Met nieuwe ogen hebben ze de pendules bestudeerd en beschreven vanuit een meervoudig perspectief. Fleischer: „We willen laten zien: dit was de tijd, dit gebeurde in Europa, Haïti, Mauritius en andere Franse koloniën.”

Ook belangrijk, vult Krieger aan, is wat de klokken niet laten zien. „De afschaffing van de slavernij, het verbreken van de ketenen, wordt op de klokken niet verbeeld.” De pendules, zegt hij, „toonden wat de notabelen met de dikste portemonnees en belangen in de koloniën graag wilden zien. Het is goed om te beseffen dat slavernij zich niet alleen ver weg afspeelde, maar dat in Europa genoeg objecten waren die met de verbeelding van verhalen, ideologieën en filosofieën destijds het bedje hebben gespreid voor de continuering van de transatlantische slavernij.”

Klok met drager met een zak koffiebonen, (Parijs 1806-1810, gepatineerd en vuurverguld brons). Voorbeeld van het type Zwarte empire klok met tot slaaf gemaakten die dwangarbeid verrichten. Foto R. Gerritsen

De twee kunsthistorici deden met hulp van oude emblemataliteratuur allerlei iconografische ontdekkingen. Die resulteerden in een categorisering van de Zwarte klokken. Een driedeling: sommige pendules personifiëren bijvoorbeeld ideologieën, continenten of koloniën. Andere verbeelden de idylle van de bon noir, de Zwarte die zorgeloos in harmonie met de natuur leeft. En dan zijn er nog de ‘geketenden’, de klokken met tot slaaf gemaakten die dwangarbeid verrichten.

Enquête

Een enquête die Fleischer en Krieger hielden onder 27 kunsthistorici, activisten en handelaren bood een verrassende uitkomst. Witte respondenten gaven in meerderheid aan de Zwarte klokken niet in huis te willen hebben. Ze waren ook sceptisch over een tentoonstelling. De geënquêteerden met een gekleurde achtergrond toonden zich juist enthousiast over de schoonheid van de klokken en gaven aan die graag te willen zien.

Krieger: „Dat wit verstijft is een reactie op het Zwarte activisme. Ze worden wakker geschud. Daarom spreken we ook van wokeness. Zwarte mensen zijn al hun hele leven vertrouwd met het witte perspectief en hoeven niet wakker geschud te worden. Ze kunnen makkelijker genieten van de Zwarte figuren op de klokken.”

Hun onderzoek heeft al het nodige losgemaakt, vertelt Alette Fleischer. Ze zochten contact met beheerders van de Nederlandse en Britse koninklijke collecties, omdat daar ook Zwarte klokken in zitten die nu niet publiekelijk worden getoond. De bereidheid tot dialoog op Noordeinde en bij Windsor Castle bleek groot, zegt Fleischer: „Het zijn objecten die als moeilijk worden ervaren. Daarom is er interesse in de wijze waarop wij context bieden.”

Op de tentoonstelling die zaterdag opent is een bijna compleet overzicht te zien van wat destijds aan Zwarte klokken op de markt kwam. De onderzoekers hebben de klokkenverzamelaar kunnen overtuigen dat zijn plan om de Zwarte klokken in aparte zalen van het pop-upmuseum te tonen voor verbetering vatbaar was. De Zwarte klokken worden geëxposeerd tussen ‘witte’ empire klokken. Krieger: „De tijd van apartheid ligt achter ons.” Op de wanden hangen toelichtende teksten en er is een audiotour met meer uitleg over de Zwarte klokken.

De klokkenverzamelaar, een oud-ondernemer die anoniem wil blijven, vertelt hoe de gespecialiseerde Parijse kunsthandel La Pendulerie zijn Zwarte klokken heeft opgesteld: in een kelder. „De eigenaar vreest geloof ik voor zijn ruiten als hij ze in het zicht etaleert”, zegt hij.

Toen hij zijn verzameling in mei voor het eerst aan een groot publiek wilde tonen, adviseerden geraadpleegde musea hem zijn Zwarte klokken eerst nog even achter te houden. Hij zegt blij te zijn met het onderzoek van Fleischer en Krieger. „Ik verzamel al dertig jaar. Tien jaar geleden dacht ik anders over mijn Zwarte klokken dan nu. Ik realiseerde me onvoldoende wat ze voorstelden. Maar toen vond ik ze mooi, en nu nog steeds. Mijn doel met deze expositie is de discussie openbreken.”

Al even enthousiast reageert de oud-ondernemer op de aanbeveling van Fleischer en Krieger om een paar van zijn Zwarte klokken uit te lenen aan instellingen die zich bezighouden met dekolonisatie, slavernij en discriminatie. „Als de veiligheid gewaarborgd is vind ik dat een goed idee.”

De pendulesexpositie Once Upon a Time – Zwart goud is van 29 okt. t/m 29 jan. te zien op Museumplein 4 in Amsterdam. Inl. once-upon-a-time.amsterdam Het boek Gilded Splendor van Bart Krieger en Alette Fleischer is een uitgave van LM Publishers (128 blz. €24,50)