N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Beeldende kunst
Marinetti en het futurisme Op de tentoonstelling ‘Marinetti en het futurisme’ in Rijksmuseum Twenthe is het verbond tussen futurisme en fascisme de rode draad. Marinetti, grondlegger van het futurisme, blijkt de voorloper van Mussolini die een eeuw geleden de macht greep in Italië.
De oude Italiaanse bourgeoisie is te ruiken in het Rijkmuseum Twenthe in Enschede. Vier verstuivers met geuren die de Italiaanse futuristen een eeuw geleden verspreidden op hun tumultueuze, Dada-achtige soirées staan daar op de tentoonstelling Marinetti en het futurisme: manifest voor een nieuwe wereld. Elke bevolkingsgroep had een eigen geur volgens de futuristen en de gehate gegoede burgerij rook naar een mengsel van oude urine, schimmel en wierook, zo valt te lezen in de zaaltekst bij de verstuivers. De speciaal voor de tentoonstelling gereconstrueerde geur van de Italiaanse burgerij blijkt die van een muffe put. Gelukkig is er ook ozon te ruiken, de geur van de futuristen zelf (en van onweer).
De futuristische parfums zijn lang niet het enige opmerkelijke onderdeel van de tentoonstelling over het Italiaanse futurisme, de eerste avant-gardistische beweging in de moderne kunst die Filippo Tomasso Marinetti (1876-1944) in 1909 begon. Zo ligt er ook La Cucina Futurista uit 1932, het kookboek van Marinetti. Pasta was niet het juiste voedsel voor viriele strijders en goede minnaars, vond de voorman van het futurisme, het Italiaanse volksvoedsel maakte een mens lethargisch. Marinetti’s kookboek staat vol recepten voor potente vechtjassen, met namen als Stalen Kip, Oorlog in Bed en Opgewonden Varken. Laatstgenoemd gerecht bestaat uit met eau de cologne overgoten salami, opgediend in hete koffie.
Verbond met Mussolini
Toch is Marinetti en het futurisme ook een gewone futurisme-tentoonstelling. Zo zijn er de gebruikelijke, dynamische, half of geheel abstracte schilderijen te zien van bekende futuristische schilders van het eerste uur als Umberto Boccioni en Giacomo Balla. Ook geeft de tentoonstelling in vijf zalen een goed overzicht van de latere ontwikkeling van de futuristische schilderkunst, van de machine-schilderijen van Fortunato Depero uit de jaren twintig tot de late ‘aeropittura’-schilderijen, waaronder het geweldige Duikvlucht op de stad uit 1938 van Tullio Crali.
Maar het ongewone overheerst in Rijksmuseum Twenthe. Dit komt vooral doordat, anders dan gebruikelijk op exposities over het futurisme, Marinetti en zijn engagement met het fascisme niet is weggemoffeld. Integendeel: als enige constante van het futurisme dat pas ophield te bestaan met Marinetti’s dood in 1944 in de nazi-fascististische Republiek van Salò (zie inzet), is Marinetti de hoofdfiguur van de tentoonstelling. Zijn verbond met Benito Mussolini, die precies honderd jaar geleden op 28 oktober de macht greep in Italië, is de rode draad.
De Nieuwe Mens
Dat Marinetti in kunstmusea vrijwel nooit in de schijnwerpers stond, komt niet alleen doordat hij geen schilder was en als literator en performancekunstenaar avant la lettre niet veel meer heeft nagelaten dan manifesten, literaire werken, geluidsfragmenten en een kookboek.
Een andere, belangrijkere, reden is dat kunsthistorici niet goed raad weten met het verbond tussen futurisme en fascisme, legt kunsthistoricus Joery de Winter uit in zijn bijdrage aan de catalogus. Als moeder van alle 20ste-eeuwse avant-gardes heeft het futurisme nog altijd de reputatie van een progressieve beweging die aan het begin staat van de modernistische kunst – en dit valt niet te rijmen met het reactionaire, rancuneuze fascisme. Maar nu steeds meer historici erkennen dat fascisme niet een anti-modernistische beweging was maar onderdeel van de ‘moderniteit, vervalt de ongerijmdheid van het ‘futurofascisme’.
Dat het futurisme van begin af aan ook een politieke, protofascistische beweging was, blijkt al in het begin van de tentoonstelling. Daar hangt het eerste Futuristisch Manifest dat Marinetti als geboorteakte van zijn beweging op 20 februari 1909 publiceerde op de voorpagina van het Franse dagblad Le Figaro. „Wij willen de oorlog verheerlijken – enige hygiëne van de wereld –, militarisme, patriottisme, de verwoestende daden der anarchisten, de mooie ideeën waarvoor men sterft, en de minachting voor de vrouw”, luidt het negende punt van het manifest.
Marinetti’s manifest was een oproep om de oude wereld van stoffige musea en academies op te blazen en te vervangen door een nieuwe wereld die in het teken staat van de schoonheid van snelheid en machines: „Een ronkende auto die als hij rijdt op een machinegeweer lijkt, is mooier dan de Nikè van Samotrake.” Later werd het ook de ambitie van de futuristen om de Nieuwe Mens te creëren en zelfs het „universum te reconstrueren”.
Genocidale oorlogen
In filmfragmenten, posters en kunstwerken keert Marinetti’s verhouding tot het fascisme steeds terug op de expositie. Eerst richtte hij in 1918, het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog waarin hij enthousiast ten oorlog was getrokken en gewond was geraakt, zijn eigen politieke partij op. Al een jaar later fuseerde de Futuristische Politieke Partij met Mussolini’s Fasci di Combattimento, de voorloper van de Nationale Fascistische Partij.
Toch was Marinetti volgens de makers van de tentoonstelling nooit een orthodoxe fascist. Toen Mussolini in de jaren twintig onder invloed van zijn minnares Margherita Sarfatti de voorkeur gaf aan de neo-realistische schilderkunst van de Novecento-beweging als de kunst van het fascisme boven het futurisme, nam Marinetti zelfs enige afstand van Mussolini. Maar nadat hij in 1929 was toegetreden tot het fascistische establishment door zijn lidmaatschap van de Koninklijke Academie die hij twintig jaar eerder nog wilde opblazen, wist hij de positie van het futurisme in de Italiaanse kunstwereld weer te versterken.
In de jaren dertig stelde Marinetti zich vierkant op achter Mussolini en bejubelde hij de genocidale, koloniale oorlogen die Italië in Noord-Afrika voerde als „futuristische oorlogsesthetiek”. Dit had gevolgen voor het futurisme, zo is te zien aan het einde van de tentoonstelling. Daar gaat de aeropittura-kunst, waarin de sensatie van het vliegen wordt verbeeld, over in de geweld en oorlog verheerlijkende aeropittura di guerra. Hiermee bleven de futuristen trouw aan het eerste van de vele futuristische manifesten, waarin Marinetti in 1909 schreef: „Vanuit Italië lanceren wij dit manifest van meeslepend en brandstichtend geweld.”