De zaak
In Maastricht telt het mooie, maar compacte Onze Lieve Vrouweplein zes horecagelegenheden, die allemaal graag een terras hebben, liefst zo uitgebreid mogelijk. Voor de verdeling van de terrassen in de stad heeft de gemeente een Terrasverordening opgesteld. Horecaondernemers moeten zich melden als ze een terras willen. Voldoen ze aan de criteria – zo moet er loodrecht voor het pand ruimte zijn voor een terras – dan kunnen ze samen een plan maken voor de verdeling. Als ze dat plan unaniem onderschrijven, stelt B&W het terrasindelingsplan vast en verdeelt de burgemeester de vergunningen. Bij gebrek aan unanimiteit beslist B&W dat de beschikbare ruimte in gelijke delen wordt verdeeld.
Dit laatste gebeurde eind 2020 voor de terrassen op het Onze Lieve Vrouweplein, en dat was tegen het zere been van twee horecaondernemers. Zij hadden er voorheen grotere terrassen. De voorwaarde van unanimiteit vinden ze onredelijk, evenals de alternatieve verdeling in gelijke delen. Het terrassenbeleid hield voorheen rekening met de individuele belangen van partijen en het terras mocht in een volgende periode nooit met meer dan een tiende worden verkleind. En dan liggen de terrassen nu ook nog niet recht voor de gevels van hun panden.
De uitspraak: afgewezen – hoger beroep loopt
De rechtbank Limburg maakt in twee uitspraken korte metten met de bezwaren van de twee horecaondernemingen. Bij schaarse vergunningen is het vaste rechtspraak dat potentiële gegadigden gelijke kansen moeten hebben. Daarom moet de verdeling openbaar en transparant zijn, en tijdig aangekondigd. Opdat de beschikbare ruimte optimaal wordt benut, is de verdeling in gelijke delen „niet onevenredig”. De gemeente heeft de Terrasverordening volgens de regels opgesteld die de rechtspraak vereist. Aan het voorheen geldende terrasbeleid kunnen partijen geen rechten ontlenen. En B&W heeft voldoende gemotiveerd waarom de terrassen nu niet recht voor de gevels kunnen liggen.
Het commentaar
Alexander Kreutzkamp (Stassen Kreutzkamp Advocaten) stond de twee horecaondernemers bij. Hij is in het geheel niet overtuigd door de rechter. „Want gelijke kansen is heel iets anders dan gelijke delen. Bij een goede evenredigheidstoets kijk je ook met een scheef oog naar de regels zoals die voorheen golden, en dan ga je niet met meer dan 10 procent omlaag. En het is een illusie dat je met zulke conflicterende belangen altijd tot een unaniem gedragen voorstel kunt komen. Daarom vinden wij dat B&W ook een meerderheidsvoorstel kan overnemen. Wij hadden zo’n voorstel, en daarin lagen de terrassen wél recht voor de gevels.” Een van zijn twee cliënten gaat in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De gemeenteraad van Maastricht heeft begin 2020 de Terrasverordening vastgesteld, omdat duidelijk was geworden dat terrasvergunningen vielen onder de rechtspraak voor schaarse vergunningen in het algemeen, zoals bijvoorbeeld voor gokgelegenheden.
„Wij waren een van de eerste gemeenten die een terrasverordening maakten. Ook andere gemeenten waren benieuwd of onze Terrasverordening standhoudt bij de rechter. Tot nu toe is dat dus zeker het geval”, vertelt Stefan Gybels, woordvoerder van de burgemeester. „Wij zagen de druk op de openbare ruimte toenemen. Terrassen worden populairder, mensen willen steeds meer buiten zitten.”
Dat wil nog niet zeggen dat er ook steeds meer conflicten zijn en juridische procedures worden aangespannen. „Op sommige pleinen zijn de ondernemers er onderling uitgekomen. We hebben weleens procedures over terrassen, maar dat kan ook te maken hebben met de omgeving die overlast vreest.”
Dan heb je de rechter die kan zeggen wie gelijk heeft, zegt Dirk Beljaarts, algemeen directeur van Koninklijke Horeca Nederland. Zijn organisatie met 20.000 leden en 240 lokale afdelingen „zit vaak aan tafel als in gemeenten wordt overlegd over de verdeling van de publieke ruimte”. Dan zal het ook gaan over uitbreiding van de totale terrasruimte. „Maar in elke stad is wel discussie over evenementen, terrassen of bijvoorbeeld de hoogte van de afscheiding tussen terrassen. Dat gaat non-stop door.” Wat niet wil zeggen dat horecaondernemers onderling geen unanimiteit kunnen bereiken. „Die uitspraak laat ik voor rekening van de advocaat.”
De leden kunnen met de organisatie bellen voor advies, als er kwesties zijn met de gemeente. „Maar wij gaan natuurlijk niet tussen horecaondernemers in staan, als ze onderling een conflict hebben.”
In coronatijd kregen horecaondernemers in veel gemeenten meer ruimte voor hun terrassen, soms met evenveel maar soms ook met meer stoelen. Na die periode gingen veel gemeenten „het weer volgens het boekje doen”, zegt Beljaarts. „Terwijl ze voorheen keken maar wat er wél kan.” Hij hoopt dat gemeenten weer vaker dat perspectief hanteren, zodat „ondernemen mag lonen”.
Of de ene ondernemer aan het Onze Lieve Vrouweplein daarvoor toch nog weer meer ruimte krijgt dan de andere, zal de Raad van State volgend jaar uitmaken.