Opinie | Het kabinet moet het internationaal recht hoog houden

Vorige week vrijdag onthield Nederland zich bij een spoedsessie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van stemming over een resolutie die oproept tot het beschermen van burgers en een staakt-het-vuren in Gaza. Het kabinet is hiermee „terug bij ‘onvoorwaardelijke steun’ aan Israël”, stelde het hoofdredactioneel commentaar van NRC (30/10). Het kabinet roept slechts op tot „humanitaire pauzes”, zodat noodhulp veilig in Gaza kan aankomen.

Nu de internationaalrechtelijke basis voor deze kabinetspositie steeds moeilijker houdbaar wordt door het disproportionele geweld van Israël, moet er wel een ijzersterk binnenlands mandaat zijn om voet bij stuk te houden. Met zwakke steun in de samenleving én de demissionaire status van het kabinet, is dat mandaat er nauwelijks.

Nederland profileert zich graag als een land van vrede en recht. Dat twee toonaangevende internationale rechtbanken, het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof, in Den Haag gevestigd zijn, is een bron van trots. Net als het feit dat wij een van de weinige landen ter wereld zijn die in onze Grondwet hebben opgenomen dat Nederland zich actief inzet voor de bevordering van de internationale rechtsorde.

Precies die toewijding aan de internationale rechtsorde zet het kabinet nu bij het grofvuil. Want de internationaalrechtelijke basis voor het recht op zelfverdediging is vele malen wankeler dan bewindslieden zo stellig doen voorkomen, en is volgens meerdere experts zelfs afwezig. Israëls recht om zijn burgers te beschermen tegen Hamas gaat veel minder ver dan onder zelfverdediging het geval zou zijn, aangezien Israël een bezettende macht is, zo schreef bijvoorbeeld hoogleraar internationaal recht André Nollkaemper in NRC (17/10).

Vergeldingsacties

Na de ‘carte blanche’ die Nederland aan Israël gaf, kijken we drie weken later naar in as gelegde gebieden waarin de bevolking langzaam verpulverd wordt. Er zijn meer dan drieduizend kinderen gedood. Het heeft er alle schijn van dat Israël met zijn vergeldingsacties op allerlei punten het oorlogsrecht schendt. Francesca Albanese, Speciaal Rapporteur van de VN, beschrijft dat het bombarderen van burgerdoelen, het inzetten van witte fosfor, het gebruik van uithongering, het afsluiten van drinkwater, elektriciteit, gas en communicatie als wapen tegen de burgerbevolking, overtredingen van het internationaal recht zijn.

Israëlische politici zeggen zelf dat het doel van de acties is om Gaza „geheel te elimineren” (minister van Defensie Yoav Gallant), „de Gaza-strook van de aardbodem te vegen” (Nissim Vaturi, parlementslid van Netanyahu’s Likoed-partij). De intentie die hieruit spreekt, is uiterst zorgelijk. Als de intentie om een volk te vernietigen op etnische gronden wordt vastgesteld, gaat dat in tegen het Genocideverdrag van 1948 – één van de zwaarste overtredingen van het internationaal recht.

De internationale gemeenschap laat voortschrijdend inzicht zien: terwijl de represailles escaleren heeft de secretaris-generaal van de VN, António Guterres, Israël op de vingers getikt. In de bijeenkomst van de de Algemene Vergadering van de VN hebben 120 landen, waaronder Frankrijk, België en zelfs het neutrale Zwitserland, en Nederland dus niet, in een resolutie opgeroepen tot een onmiddellijk eind aan het geweld. De aanklager van het Internationaal Strafhof is naar de regio gevlogen om de oorlogsmisdaden in Gaza te onderzoeken.


Lees ook
Zorgvuldig wikt de EU haar woorden over de oorlog tussen Israël en Hamas

De Palestijnse advocaat Jehad Al-Kafarnah rouwt om zijn hoogzwangere vrouw en hun ongeboren kind.

Controversiëel standpunt

Het conflict komt voor Nederland op een troebel moment in de binnenlandse politiek. Rutte is een afzwaaiende premier, die naar eigen zeggen voorsorteert op een toppositie bij de NAVO. De ministersploeg is demissionair en Hanke Bruins Slot is nog geen twee maanden minister van Buitenlandse Zaken. Coalitiepartijen VVD, CDA en ChristenUnie blokkeren het terugroepen van de Tweede Kamer van reces voor een spoeddebat, aangevraagd door SP en D66. De integriteit van ons land, in een periode van een dergelijk machtsvacuüm, zou niet moeten afhangen van de grillen van de demissionaire premier of de politieke keuzes van een minister die haar inwerkdossier nog niet uitgelezen heeft.

Daarbij zijn er sterke signalen dat de samenleving iets anders wil. Uit een opiniepeiling van I&O Research vorige week bleek dat slechts 15 procent van de Nederlandse bevolking Israël onvoorwaardelijk steunt en slechts een kwart van de Nederlanders achter de initiële kabinetsreactie stond. Ook de nu bijna dagelijkse demonstraties laten zien dat de steun in de Nederlandse samenleving ontbreekt. Dus hoeveel democratische legitimiteit heeft het demissionaire kabinet voor zijn controversiële standpunt?

Juist in een overgangsperiode zou het kabinet moeten varen op de stabiele basis waarop wij ons land bouwen: onze grondwet, en onze zelfverklaarde toewijding aan vrede en recht. Om een historische misstap te voorkomen, moet Nederland bijsturen en oproepen tot een staakt-het-vuren.