Column | Europa speelt geen rol in het Midden-Oosten

De inval van Vladimir Poetin in Oekraïne zette in Brussel iets in gang waarin veel Europa-gezinde politici al lang niet meer geloofden. De EU speelde van de ene dag op de andere een vooraanstaande rol in een groot internationaal conflict. Ze was eensgezind. Ze sloeg nieuwe wegen in. Ze groeide uit boven zichzelf. Zeker, de druk was groot, de crisis was dichtbij en dat zet aan tot daden, maar de EU kon de uitdaging aan. Ondanks de verschrikkingen van de oorlog glom Brussel een beetje van trots. Dit was het geopolitieke moment van de EU, ronkten de denktanks.

En toen meldde zich Hamas. De terreurdaad van de militante beweging zette een meervoudige crisis in gang, waarin oorlog tussen Hamas en Israël, een gijzelcrisis, humanitaire rampspoed en het gevaar van een regionale brand samenklonteren.

De VS kwamen meteen in actie. Bidens hoogste diplomaat deed Israël twee keer aan en reisde door de regio. Anderhalve week na de aanslagen meldde de Amerikaanse president zich in Tel Aviv. Europa kwam ook meteen in actie. Men ruziede over geld. Over competenties. Over de juiste politieke lijn.

De Oekraïneoorlog is tot vervelens toe een wake-up call voor Europa genoemd. Brussel moest nu wel inzien dat de EU in een vijandige wereld alleen overeind blijft met meer slagvaardigheid. Maar de echte wake-up call kwam pas op 7 oktober: een complex conflict dat ook in de lidstaten zelf politiek gevoelig ligt en het risico op aanslagen meteen verhoogde. Op die uitdaging heeft de EU na drie weken nog steeds geen goed antwoord.

De inval van Poetin in februari 2022 was een schok, maar de EU wist vrij snel wat haar te doen stond. De EU ging op grote schaal de levering van wapens aan een land in oorlog financieren. De EU stuurde geld om de Oekraïense overheid overeind te houden. De EU omhelsde Oekraïne en buurlandje Moldavië als mogelijke toekomstige lidstaten.

Nu de reactie op Hamas. Eerst wilde de Hongaarse Eurocommissaris Olivér Várhelyi de hulp aan Gaza bevriezen. Hij werd binnen een dag teruggefloten, nadat VN-chef António Guterres had geprotesteerd. Drie dagen later stapte Commissievoorzitter Ursula von der Leyen op het vliegtuig naar Tel Aviv zonder duidelijk mandaat op zak. Ze zegde Israël alle steun toe, maar had weinig oog voor de Palestijnse kant van de zaak. De regeringsleiders gaven die zondag nog een verklaring uit om dat beeld te corrigeren en belegden inderhaast een top per video, óók om VDL terug te fluiten. Over haar solo-actie werd nog dagen nagekaart. Zelfs een week na het bezoek zei een doorgaans behoedzaam formulerende diplomaat pissig dat het EU-buitenlandbeleid in de hoofdsteden wordt gemaakt en uitgedragen door buitenlandchef Borrell en Michel, de voorzitter van de vergadering van regeringsleiders. „De rest zijn persoonlijke verklaringen.”

De derde week na de aanval werd gekenmerkt door de vraag hoe de EU moest oproepen tot een onderbreking in de gevechten. De roep van Guterres voor een humanitair staakt-het-vuren was voor Europa te ambitieus omdat men Israël niet wilde weerhouden van een aanval op Hamas. De meeste EU-landen wilden niet verder gaan dan de roep om humanitaire pauzes – en zelfs daar moest een weekje over vergaderd worden.

De inval van Poetin was in zekere zin eenvoudig. Er was een duidelijke dader en een slachtoffer. Er waren belangrijke internationale regels overtreden. De agressor mag niet winnen omwille van Oekraïne én om te voorkomen dat andere autoritaire leiders op gevaarlijke ideeën komen als ze zien dat Poetin niet bestraft wordt. Steun voor Oekraïne wordt onder de Europese kiezers bovendien breed gedragen. De marsroute voor politici was duidelijk. En grote broer VS wees de weg. Eitje, dus.

Het Oekraïne-sjabloon paste niet op de nieuwe situatie. Geconfronteerd met een complexer conflict verzandde Europa in ouderwets gehannes. Toch kon je aan Joe Biden zien dat het wel degelijk mogelijk was om steun, rouw, waarschuwende woorden in één boodschap te verpakken.

De politieke rol van de EU in het Midden-Oosten is in de afgelopen decennia steeds marginaler geworden. Als bemiddelaar speelde de EU geen rol meer. Dat lag aan de EU, maar ook aan de strijdende partijen. De EU moet, na de fase van de hete strijd, terugkeren in het gebied – al was het maar uit eigen belang om migratie en terreur te verhinderen. De EU moet ook leren dat gehannes niet het antwoord kan zijn op een crisis. De consensus-machine Brussel is simpelweg te traag voor deze gevaarlijke tijd.

Redacteur geopolitiek Michel Kerres schrijft hier om de week over de kantelende wereldorde.