Het waren ijzingwekkende verhalen. Tijdens zijn bezoek aan Israël en de Westelijke Jordaanoever, afgelopen maandag, sprak demissionair premier Mark Rutte met nabestaanden van de aanslagen van 7 oktober en de bombardementen op de Gazastrook. Een Palestijnse vrouw vertelde hoe er bij één luchtaanval vijf familieleden waren omgekomen. Een huilend Joods meisje vertelde over haar opa, die de Holocaust had overleefd: ze was bang dat zoiets nog een keer kon gebeuren.
Rutte wilde eerst zeker weten dat hij dan ook kon spreken met de Palestijnse president, Mahmoud Abbas. Dat laatste was een harde voorwaarde, zei Rutte toen hij zondagavond de Israëlische premier Benjamin Netanyahu aan de lijn had. We will fix this, zei Netanyahu.
Ruttes boodschap voor Netanyahu was zorgvuldig afgestemd met de bondgenoten. Den Haag belde de afgelopen weken voortdurend met Washington, Londen, Parijs en Berlijn. Ook met Tel Aviv was er intensief contact. Daarbij verschoof de aandacht steeds meer naar de nijpende humanitaire situatie in Gaza. Het Westen wil dat Israël de aanvoer van eerste levensbehoeften weer op gang laat komen. Vrijdagavond breidden de grondtroepen van het Israëlische leger hun operaties uit en legden bommen de volledige telecommunicatie met de Gazastrook plat.
Lees ook
Huiswerk voor de EU: word weer geloofwaardig als bemiddelaar
Tijdens zijn ontmoeting met Netanyahu in Jeruzalem benadrukte Rutte nog iets anders: het militair oppermachtige Israël mag zich niet laten meeslepen in een nietsontziende vergeldingsoorlog waarbij tienduizenden Palestijnse burgers omkomen. Zelfs de steun van Nederland – een van Israëls trouwste bondgenoten – zou dan niet meer vanzelfsprekend zijn.
Achter gesloten deuren wordt de westerse toon tegen Netanyahu harder, zeggen bronnen in Den Haag. Maar dat wil zeker niet zeggen dat de grote landen aandringen op een staakt-het-vuren, zoals António Guterres, de secretaris-generaal van de VN, deze week deed. Het opschorten van de gevechten is voor Israël onbespreekbaar. „Als je begint over een staakt-het-vuren is het gesprek meteen afgelopen”, aldus een ingewijde.
Ook het Westen wil geen-staakt-het-vuren, zeggen bronnen Van Washington tot Berlijn is de communis opinio dat Hamas moet worden vernietigd, of in ieder geval een grote slag moet worden toegebracht. In het Westen heerst grote zorg over de groeiende dreiging die uitgaat van Hamas, de Libanese islamitische beweging Hezbollah en – op de achtergrond – Iran. Daardoor kan zelfs het voorbestaan van de staat Israël in gevaar komen, mocht de oorlog escaleren.
Andere brandhaarden
De crisis kan ook effect sorteren op andere brandhaarden – van Oekraïne tot Taiwan. „Landen als China en Rusland kijken hoe het Westen reageert, of wij onze bondgenoot blijven steunen”, zegt een ingewijde. Het militaire machtsvertoon van de VS, dat al twee vliegdekschepen naar de oostelijke Middellandse Zee heeft gedirigeerd, is een duidelijk signaal aan Teheran: bemoei je er niet mee.
Ook Europese landen bezinnen zich op hulp. De Franse president, Emmanuel Macron, opperde dat de internationale coalitie tegen Islamitische Staat een rol zou kunnen spelen in de strijd tegen Hamas – al hebben Europese diplomaten de indruk dat Parijs ook nog niet goed weet hoe, want westerse militaire inmenging is niet aan de orde. Een groepje landen rond Duitsland kijkt verder in de toekomst: wat moet er gebeuren als Hamas is uitgeschakeld? De EU-leiders omarmden in Brussel het pleidooi van de Spaanse premier, Pedro Sánchez, voor een nieuwe een internationale vredesconferentie op basis van een tweestatenoplossing.
Lees ook
Rutte wil uitstralen Israël ‘stevig’ toe te spreken
Intussen moeten Europese leiders hun woorden wegen – in Brussel werd er dagenlang gesoebat over de vraag of er een ‘s’ kon worden toegevoegd aan het woord ‘humanitaire pauze’ (die duidelijk moet worden onderscheiden van een staakt-het-vuren). De vrees Israël te schofferen is groot. Ook demissionair premier Rutte moest zich deze week in de Tweede Kamer in allerlei bochten wringen toen hem gevraagd werd om zich duidelijk uit te spreken tegen het groeiend aantal burgerslachtoffers in Gaza.
Het tekent de dilemma’s waarvoor de Europese leiders zich gesteld zien. Europa kan moeilijk wegkijken van de humanitaire nood in Gaza. De verontwaardiging over het lot van de Palestijnen in Europese samenlevingen groeit, en ook in de niet-westerse wereld wordt de Europese stellingname met argusogen bekeken. Sinds de Russische inval in Oekraïne hebben EU-leiders veel energie gestoken in de zogeheten Global South om steun te vergaren voor het vervolgen van de Russische president Poetin. Nu de EU haar ‘onvoorwaardelijke’ steun voor Israël heeft uitgesproken, kan het opgebouwde krediet zo verdampen.
In het Europees Parlement waarschuwde Human Rights Watch-directeur Tirana Hassan donderdag met klem voor „de prijs van dubbele standaarden” als Europa verzuimt het militaire optreden van Israël te veroordelen. Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, is doordrongen van dat gevaar. Terwijl hij veel tijd en moeite steekt om landen ervan te overtuigen dat Europa gelooft in een „wereld gebaseerd op principes”, zo zei Michel, proberen „sommigen in de wereld […] twijfel te zaaien over onze geloofwaardigheid”. Het is niet moeilijk te raden waar Michel op doelde: Rusland en China grijpen elke kans aan om het Westen van hypocrisie te beschuldigen. „De totalitaire landen kijken mee”, stelt een ingewijde. „Dit is een heel gevaarlijke periode. Voor ons, maar vooral voor Israël.”