Wie het standpunt over migratie (een „richtgetal” van maximaal netto 50.000 immigranten) van Pieter Omtzigts Nieuw Sociaal Contract (NSC) op waarde wil schatten, kan in het langverwachte verkiezingsprogramma het beste beginnen in het hoofdstuk over bestaanszekerheid. En dan blijkt dat de maatregelen die de partij hierin voorstelt hoogstwaarschijnlijk niet gaan meehelpen de migratie omlaag te drukken.
NSC wil namelijk het minimumloon nauwelijks verhogen, met als argument dat we al in de top drie van Europa staan. Maar voor Nederlanders is het te laag, waardoor veel bedrijven met laagbetaalde arbeid (distributie, horeca, slachterijen, tuinbouw) de afgelopen twintig jaar zich, bewust, steeds afhankelijker hebben gemaakt van arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten die overigens vooral uit de Europese Unie komen en daarom geen vergunning nodig hebben om hier aan de slag te gaan.
Hoewel het verkiezingsprogramma ook belooft flexibele arbeidskrachten een sterkere positie te geven, is het zeer de vraag of dat, gecombineerd met een laag loon, meer Nederlanders op de toch al krappe arbeidsmarkt zal verleiden om zich bij nacht en ontij op geïsoleerde industrieterreinen te melden bij het zoveelste distributiebedrijf, bouwplaats of slachthuis, met opjaagsystemen en soms dagelijks wisselende roosters. Terugdringen van de ongelijke fiscale behandeling van uitzendkrachten en zzp’ers en het aanpakken van malafide uitzendbureaus, een ander voornemen, is mooi, maar ook dat lost het probleem van de grote tekorten bij dit soort bedrijven niet op.
Lees ook
Wat Omtzigt wil: strenger met migratie, soepeler met stikstof en belasting voor de koning
Daarvoor zou je niet alleen de arbeidsomstandigheden sterk moeten verbeteren en dit soort werk beter moeten belonen, maar je ook afvragen hoeveel laagwaardige economische activiteiten je eigenlijk wil hebben. Bovendien zal de arbeidsmarktcontrole fors moeten worden uitgebreid. En daar horen we niets over. In het NSC-programma staan interessante paragrafen over een innovatief vestigingsklimaat en industriebeleid, maar als het over de „brede welvaart” gaat, lezen we alleen iets over het tegengaan van brievenbusfirma’s, en daar werken geen migranten.
Magische grens
Zelfs als al deze plannen ertoe zouden leiden dat het aantal migranten uit de EU (een saldo van 51.000 in 2022) fors zou afnemen, dan nog is dat onvoldoende om onder die magische 50.000-grens te blijven. Want juist die innovatieve bedrijven waar Omtzigt op inzet, profiteren namelijk van hooggeschoolde arbeidsmigranten van buiten de EU. Werkers met vooral technische kennis waaraan in Nederland een groot gebrek is. In 2022 ging het om meer dan 30.000 mannen en vrouwen (‘expats’) die bedrijven als ASML tot wereldspelers maken. Aan die knop kun je draaien, in tegenstelling tot die van de EU-migranten, maar dan snijden we wel heel diep in ons economische vlees.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over asielzoekers die als vluchteling worden erkend en zich hier permanent vestigen. Sinds de eeuwwisseling ging het gemiddeld om 20.000 asielzoekers per jaar, van wie zo’n driekwart een status kreeg. Tellen we die op bij de 30.000 expats en minstens 30.000 arbeidsmigranten uit de EU, dan zit je al op een saldo van minimaal 75.000 immigranten. Om nog maar niet te spreken over buitenlandse studenten en nieuwkomers die zich in het kader van gezinshereniging bij hun hier werkende partner voegen.
Omtzigt verwacht veel van veranderingen in de asielprocedure en pleit voor een „tweestatusstelsel”, dat een onderscheid maakt tussen mensen die vluchten voor vervolging en oorlogsontheemden, waarbij van de laatsten wordt verwacht dat zij op den duur weer terugkeren. In het verleden en elders is echter gebleken dat dit vooral meer bureaucratie en duizenden procedures bij de rechter zal opleveren, en dus veel geld gaat kosten. Het is veelzeggend dat de Duitse coalitie om die redenen van dat systeem af wil.
Bovendien zijn ook hier, net als bij de intra-Europese arbeidsmigratie, de handen van Omtzigt gebonden. Mensen hebben namelijk het recht asiel aan te vragen en de soms sterke schommelingen worden primair veroorzaakt door wat er in de grensregio’s van Europa gebeurt. Soms komen er heel weinig asielzoekers, zoals in het eerste decennium van deze eeuw. En soms heel veel, zoals na het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië. Een eigen asielpolitiek voeren kan alleen als je uit de EU stapt, dan wel bij toetreding tot de EU hebt bedongen dat je dit zelf mag bepalen, zoals Denemarken in 1973 heeft gedaan.
Vertrouwen neemt af
Kortom, zo’n streefgetal geeft de kiezer wellicht het gevoel van controle, maar het resultaat is dat diezelfde kiezer onherroepelijk teleurgesteld zal worden, wat het vertrouwen in de politiek (het handelsmerk van Omtzigt) alleen maar zal doen afnemen. Zoals mijn collega-hoogleraar Hein de Haas donderdag in NRC terecht opmerkte: streefgetallen zijn „primair voor de bühne”.
Als je echt substantieel minder migranten wil, dan zal het mes in een groot aantal economische sectoren moeten, en moeten de arbeidsvoorwaarden aan de onderkant van de arbeidsmarkt sterk worden verbeterd. En juist daarvoor biedt het verkiezingsprogramma van NSC weinig aanknopingspunten.