Wat doen sociale media tegen de verspreiding van nepnieuws rond de verkiezingen?

Niet alleen voor de politieke partijen zijn de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 november een test, maar ook voor de sociale media. Voor het eerst moeten platforms als Facebook, YouTube, TikTok en X (voorheen Twitter) in Nederland voldoen aan de nieuwe regels van de Europese Unie voor het bestrijden van nepnieuws.

Slowakije was eind september het eerste EU-land dat naar de stembus ging sinds in augustus de zogeheten Europese Wet inzake digitale diensten (Digital Services Act, DSA) van kracht werd. Ondanks de nieuwe regels werd er nog volop desinformatie verspreid. Nu is Nederland aan de beurt.

Afgelopen jaren is keer op keer gebleken dat op sociale media tijdens oorlogen, crisissituaties, en vaak ook rond verkiezingen, op grote schaal onjuiste en misleidende berichten worden verspreid. Soms met grote gevolgen, zoals de bestorming van het Capitool in Washington op 6 januari 2021 na de massaal verspreide leugen dat niet Biden maar Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen had gewonnen.

director YouTubeDavid Wheeldon Verkiezingen zijn belangrijk voor ons, ook Nederlandse

In de EU riskeren socialemediabedrijven nu hoge boetes (tot 6 procent van de mondiale jaaromzet) als aangetoond kan worden dat ze niet genoeg hebben gedaan om te voldoen aan hun nieuwe verplichtingen, waaronder het aanpakken van nepnieuws. „Verkiezingen, ook de Nederlandse, zijn belangrijk voor ons”, benadrukt David Wheeldon, bij YouTube senior director government affairs and public policy voor Europa, Midden-Oosten en Afrika, dan ook met klem. „Tot op het niveau van de ceo heeft het prioriteit.”

Maar wat doet YouTube eigenlijk, om te voorkomen dat kiezers op het platform zand in de ogen wordt gestrooid? „Gebruikers komen naar YouTube voor betrouwbare informatie. Voor ons is het daarom van wezenlijk belang dat soort informatie, van gezaghebbende bronnen, prominent te presenteren.

„Daarnaast hebben we de richtlijnen waar onze gebruikers zich aan moeten houden. Bij verkiezingen kunnen altijd explosieve situaties ontstaan, en dan is cruciaal dat we op die richtlijnen kunnen terugvallen: bijvoorbeeld dat content die technisch is gemanipuleerd verboden is, net als je voordoen als iemand anders, het misleiden van kiezers over hoe je moet stemmen, of andere verstoringen van het democratische proces.”

Berichten die in strijd zijn met de regels kunnen worden verwijderd, makers en hun kanalen van het platform worden verbannen. „In Slowakije hebben we deze zomer veertien kanalen gesloten, die deel waren van een gecoördineerde misleidingscampagne.”

Vlees en bloed

Het toezicht is bij YouTube (net als bij andere grote platforms) in handen van zowel technologie als mensen van vlees en bloed. Hoeveel mensen het bedrijf hiervoor inzet, wil Wheeldon „nog niet” zeggen. „Dat komt in onze rapportage aan de EU”, die de online platformen jaarlijks moeten uitbrengen.

Meer dan 90 procent van de video’s die YouTube vanwege schending van de richtlijnen verwijdert, is opgespoord door automatische systemen. Ruim driekwart daarvan is niet meer dan tien YouTube-gebruikers onder ogen gekomen, zegt Wheeldon. Maar hij erkent dat misinformatie (alle onjuiste informatie) en desinformatie (opzettelijk onjuist) niet helemaal buiten de deur gehouden kunnen worden. „Maar we doen er onze uiterste best voor.”

Maar is het dan niet vreemd dat YouTube in juni bepaalde dat onjuiste berichten over de zogenaamde fraude bij presidentsverkiezingen van 2020, voortaan niet meer van het platform worden verwijderd?

„Dat is een lastige kwestie”, zegt Wheeldon. „We hebben twee fundamentele doelstellingen: we willen dat YouTube voor makers en gebruikers een veilige omgeving is, maar we willen ook dat het een platform is voor discussie en debat. We beseffen dat het verbod dat sinds december 2020 gold bepaalde misinformatie inperkte, maar het kon ook het onbedoelde effect hebben dat het politieke uitingen inperkte. We moesten een balans vinden tussen politieke meningsuiting en veiligheid op ons platform – en we denken dat we die zo hebben gevonden. Maar ons beleid blijft voor verkiezingen overal in de wereld recht overeind.”

Trusted flagger

In Nederland kan ook de overheid een rol bij spelen bij het tegengaan van de verspreiding van nepnieuws op sociale media, zij het een bescheiden rol. Google (moederbedrijf van YouTube), TikTok, Meta (met Facebook en Instagram), en Snapchat hebben het ministerie van Binnenlandse Zaken de status van ‘trusted flagger’ gegeven. Een trusted flagger kan niet alleen – net als andere gebruikers – bij de online platforms aan de bel trekken als er mogelijk nepnieuws wordt verspreid. Maar die melding zal door de sociale media ook met voorrang worden behandeld.

Het ministerie benadrukt overigens dat hiervan slechts „zeer terughoudend” gebruik wordt gemaakt. En „alleen wanneer er een risico bestaat voor de organisatie, uitvoering en integriteit van het verkiezingsproces”. Het platform bepaalt vervolgens wat er met de melding wordt gedaan. Het ministerie „kijkt niet naar, en doet geen uitspraken over andere onderwerpen gerelateerd aan de verkiezingen, zoals verkiezingsbeloften”.

Demissionair staatssecretaris Van Huffelen (D66), coördinerend bewindspersoon op het gebied van digitalisering, laat via een woordvoerder weten dat ze verwacht dat de platformen zich aan hun verplichtingen onder de DSA houden. En ze wijst erop dat de Europese Commissie hen onlangs nog per brief op hun verantwoordelijkheden heeft gewezen.

TikTok

TikTok is in de eerste plaats gericht op vermaak, zegt Thierry Marchand, manager public policy voor TikTok in Nederland. Maar voor steeds meer gebruikers is het snel groeiende platform – „zeker als er verkiezingen zijn” – ook een bron van nieuws. „Tussen die twee kanten van TikTok moeten we een evenwicht vinden.”


Lees ook
Hoe Nederlandse complotdenkers en virussceptici sociale media telkens te slim af zijn

Hoe Nederlandse complotdenkers en virussceptici sociale media telkens te slim af zijn

Marchand wijst erop dat voor het herkennen van nepnieuws kennis over de lokale context essentieel is. „Context is alles. Bij verkiezingen werken wij daarom samen met lokale experts, in Nederland met de factcheckers van het Duitse persbureau DPA, dat ook voor de Nederlandse markt feitenchecks uitvoert.”

Daarnaast is TikTok in gesprek met de site Nieuwscheckers.nl, voor de levering van voorlichtingsvideo’s over hoe TikTok-gebruikers nepnieuws kunnen herkennen en zelf nieuws kunnen checken. Bovendien krijgt wie in de TikTok-app op z’n telefoon zoekt op trefwoord ‘verkiezingen’, boven in het scherm een verwijzing naar een website met allerlei informatie en links naar nieuwscheckers, dpa-factchecking en de door Binnenlandse Zaken gesubsidieerde site isdatechtzo.nl.

Marchand: „Verkiezingen zijn een groot publiek belang, nu in dit land en volgend jaar met de Europese verkiezingen in heel Europa. Dus willen wij ook aan bijdragen aan de mediawijsheid van onze gebruikers, of ze nu 18 of 50 jaar zijn, dat ze leren te onderscheiden wat betrouwbare informatie is en wat niet.”