Een mops met te veel testosteron

Bij de dierenarts In zijn praktijk in Amsterdam-Zuidoost praat dierenarts met baasjes over hun zieke huisdier. Deze keer: de masturberende mopshond.


Beeld Getty Images, bewerking NRC

De telefoon gaat vanochtend aan de lopende band. Mijn collega en ik slagen er niet in de consulten binnen de tijd af te ronden. De assistenten werken onder druk. Geen tijd voor geintjes nu.

Mijn volgende cliënt is een expat, een jongeman met een mopshond. Ik probeer snel in te schatten in welke mate ze de werkdruk zullen verhogen. Expats zijn doorgaans op zoek naar de beste zorg voor hun huisdier. De mopshond behoort echter tot de zwakste rassen: benauwd, allergie, oogontstekingen, oorontstekingen en mag niet meer gefokt worden in Nederland. Hij draagt bij het binnenkomen de hond op zijn arm en houdt hem dicht tegen zich aan. Ik weet ongeveer wat ik kan verwachten.

Papiertje

Hij begroet mij met zachte stem, plaatst de hond voorzichtig op de behandeltafel en haalt een papiertje tevoorschijn. Ik heb al honderden van deze papiertjes gezien. Ze worden volgeschreven door eigenaren die alle details van de gezondheid van hun huisdier willen bespreken. En niets willen vergeten.

Kalm leest hij de gezondheidsproblemen van de hond voor. De hond is nog jong, maar de lijst is eindeloos. Terwijl ik beleefd luister, zie ik achter de man de drukte in de praktijk verontrustende vormen aannemen. Passerende assistenten kijken mij aan met blikken die zeggen: met al je ervaring zou dit toch echt sneller moeten kunnen. Wil je echt dat het hier compleet uit de hand loopt?

De problemen die de man blijft opsommen naderen de limiet van mijn mentale opslagcapaciteit. Ik roep een assistente, die verstoord opkijkt van een beeldscherm. „Kan je de anamnese voor mij noteren?” vraag ik.

Ze gaat met pen en papier bij de dichtstbijzijnde tafel staan en kijkt mij afwachtend aan.

De problemen die de man blijft opsommen naderen de limiet van mijn mentale opslagcapaciteit

„Continue please”, zeg ik tegen de man.

„He masturbates four to five times a day”, zegt hij met een onbewogen gezicht.

Ik haal diep adem. „Masturbeert vier tot vijf keer per dag”, dicteer ik.

De assistente kijkt mij verbaasd aan, probeert in te schatten of ik een grapje maak.

„Masturbeert vier tot vijf keer per dag,” herhaal ik met een zuinige glimlach.

De man knikt. We zijn bij het einde van de probleemlijst gekomen.

„The masturbating… Is this a problem for you?”, vraag ik.

„No.”

„Because for the dog this is not a problem.” Ik kan even niets verzinnen dat slimmer of medischer klinkt. Vanuit mijn ooghoek zie ik mijn assistente glimlachen.

„Of course not”, antwoordt de man en lacht. De hond kwispelt en springt tegen zijn baas op.

Heel even is er geen probleem, geen diagnose, geen behandeling, geen kosten en is de mops een gewone hond met een beetje te veel testosteron.

„Het is geen probleem”, zeg ik tegen de assistente. Ze knikt bedachtzaam en schrijft door.

Vanuit de wachtkamer klinkt het geblaf van honden die elkaar willen aanvliegen. Ik som in hoog tempo op wat ik de mops te bieden heb voor zijn echte problemen: dieet, voedingssupplementen en medicatie. De eigenaar is bereid alles te proberen.