Voor zeventigplussers, fietskoeriers en plattelanders kan de elektrische fiets een uitkomst zijn, maar voor alle anderen is het een kortzichtige vergissing met ernstige gevolgen. Vaak gaat het over de verkeersmaatregelen die de toegenomen onveiligheid moeten beperken, of over fietsschaamte. Laten we het nu eens hebben over hoe stom de meeste elektrische fietsers zijn.
Om te beginnen gebruiken alle elektrische fietsen energie die elektriciteitscentrales voor ongeveer 85 procent uit fossiele brandstoffen halen. Ze kunnen dus beter ‘kolengestookte fietsen’ worden genoemd. Ze produceren ter plekke niet de uitlaatgassen van een scooter of auto met brandstofmotor, maar die CO2-uitstoot wordt slechts verplaatst naar elders, en die fossiele brandstoffen… nou ja, dat verhaal is bekend. En dan moeten ook al die accu’s nog worden geproduceerd waarin de stroom wordt bewaard. Daarbij komt veel CO2 vrij, en het vereist schaarse grondstoffen, die ook nog eens op erg onprettige wijze worden gewonnen, buiten Europa.
Forensentraject
De fossiel gedreven fietsen zijn dus beter voor de directe omgeving, en ze zullen ook minder energie gebruiken dan de scooters en de veel zwaardere auto’s. Maar er wordt alleen enige vooruitgang geboekt als autoritten en scooterritten worden vervangen door ritten op de elektrische fiets. Gezien de massale toename van de elektrische fiets, terwijl er ook meer auto’s worden verkocht, lijkt het daar niet op. Er wordt meestal weinig bagage vervoerd, vaak fladdert een linnen tasje aan de rechterschouder: je vermoedt geen dagelijks forensentraject.
Terwijl een gemiddelde Nederlander een half uur per dag met enige inspanning zou moeten bewegen, brengt de fiets met motor vooral vervetting en stilstand teweeg. Want een béétje met de benen bewegen kost geen inspanning, en meestal functioneert die beweging alleen maar als schakelaar om de motor aan te zetten of sneller te laten draaien. Gezeten op een fatbike, de zwarte laagzitter op brede banden, kún je zelfs geen inspanning verrichten omdat je zadel te laag staat.
Dan moet je ook nog de hogere snelheid zien te hanteren – en de andere verkeersdeelnemers moeten erop bedacht zijn dat er ‘fietsers’ met dertig kilometer per uur stilletjes kunnen komen aanstormen.
Heeft dan die grotere snelheid misschien toch het voordeel dat je sneller bent waar je wezen wilt? Zou niet vooral de stress toenemen door de strakkere planning van je afspraken? Als je weet dat je in een kwartiertje aan de andere kant van de stad kunt zijn, dan moet je daar ook steeds opnieuw in dat kwartiertje zijn. Als dus je elektrische fiets niet je auto vervangt, als je elke dag onvoldoende beweegt, en als je die elektrische motor vooral krachtig laat draaien, dan ben je stom bezig, en schaad je het milieu.
Hippe Van Moofs
En die ‘gewone’ elektrische fietsen dan, waaronder de (ooit) hippe elektrische Van Moofs? Vorig jaar werden er 486.000 van verkocht, net iets meer dan de helft van alle nieuwe fietsen. Ze worden zeker in de stad meestal bereden door mensen die in de kracht van hun leven zijn: de tieners tot en met de veertigers die bulken van spierkracht en conditie. Gezien die ‘fiets’ en hun kleding, houding, kapsels, zonnebrillen en tasjes hebben ze een paar duizend euro te besteden, en lijken ze ook enige opleiding te hebben genoten. Hadden zij niet beter kunnen weten?
Lees ook
Fietsen van VanMoof vandaliseren is contraproductief
Maar de stompzinnigste aller fossiel gedreven fietsgekken zijn de ouders die hun kind (10-18 jaar) een elektrische fiets geven, of meegeven. Die bederven niet alleen het milieu, de planeet en de verkeersveiligheid van anderen, die brengen zelfs hun kinderen in gevaar, evenals hun gezondheid en waarschijnlijk ook hun ontspannen levensinstelling. Hoe kunnen ouders dat doen? Ik heb het weleens zo’n ouder gevraagd. Het antwoord: sociale druk. Andere kinderen hebben het, je kind zeurt erom, en dan kun je niet achterblijven. Je bent dus te slap.
Al die jonge, sterke, veelal goed opgeleide stedelingen op hun fossiele fietsen verkiezen gemak en snelheid boven gezondheid en veiligheid van henzelf en anderen en hun kinderen en de planeet. Als zij al dergelijke keuzes maken, hoe krijgen we dan ooit het klimaat onder controle? Hoe beheersen we dan ooit de consumptie en de economische groei?