Voor de vijf choreografen van Song of the Dark Forest was het werken aan de voorstelling om meer dan één reden een uitdaging. Normaal gesproken werken Miller de Nobili, Diego Sinniger de Salas en YoY Performing Arts als drie choreografische entiteiten. Ze hebben een eigen stijl – hedendaags met urban-invloeden – waarbij ze hun eigen muziek kiezen. In de hedendaagse dans zijn dat vaak elektronische soundtracks; sferische geluidsdecors waarin ritme of melodie van ondergeschikt belang zijn.
In Song of the Dark Forest, dat vrijdag in première gaat bij het Scapino Ballet Rotterdam, stond de muziek al vast: begeleid door het DoelenEnsemble zingt de Oekraïense bariton Andrii Ganchuk liederen van Russische componisten als Sjostakovitsj, Moessorgski en Tsjaikovski. De regie van het verhaal, over een frontsoldaat die zweeft tussen leven en dood, is in handen van Serge van Veggel. Hij bepaalde welke choreograaf met welke compositie moest werken.
De choreografen, allen winnaars van de Scapino Productie Prijs, gingen de uitdaging aan om binnen alle lagen in de voorstelling hun weg te vinden, ook waar ze juist een stapje terug moesten doen. Over werkelijk álles moest worden overlegd, al ging het maar over de seconden waarin de musici hun partituurbladen moeten omslaan.
Mediterrane types
Diego Sinniger de Salas, grinnikend: „Het was een grote nachtmerrie! Zeker als er een paar mediterrane types bij zitten die bij elk meningsverschil exploderen. Of meteen roepen dat hun kunst de nek wordt omgedraaid.” Roberto Doveri van YoY giechelt.
Sinniger de Salas: „Maar uiteindelijk wil je het allemaal zo goed mogelijk doen, dus je móet luisteren om samen iets tot stand te brengen. Een mooie les voor het ego.” Doveri beaamt: „Als je denkt dat jouw ideeën ook altijd in de voorstelling zullen komen, kun je niet samen creatief zijn. Je moet een verbinding vinden tussen drie verschillende choreografische stijlen.”
Zani zag hoe iedereen zijn eigen sleutel tot de muziek moest vinden, door de complexiteit van de composities of de afwezigheid van duidelijke cues. „Daar hebben we ons laten leiden door de zanger en de tekst. Maar niet steeds. Soms vond Serge [het nodig dat de dans met de tekst correspondeerde, vaak konden we het abstracter maken.”
Miller bevestigt dat bariton Andrii Ganchuk fungeerde als brug tussen verschillende visies en ego’s. Miller: „Aanvankelijk hadden we allerlei krankzinnige, creatieve ideeën voor hem. Toen die volgens Serge [Van Veggel, regisseur] niet mogelijk waren, wilden we helemaal níets meer met de zanger. Maar omdat Andrii heel open en letterlijk aanraakbaar is, hebben we hem vaak in scènes kunnen opnemen.”
Emma Zani en Roberto Doveri van YoY Performing Arts vertrekken normaliter vanuit een beeld, daarna worden choreografie en compositie tegelijkertijd gecreëerd, in een voortgaande dialoog van artistieke talen. Zani: „Heel anders dan hier.” Maria Chiara de’ Nobili: „Hier was de muziek ook heel dominant. Maar we hebben niet gestreefd naar de perfecte puzzel, eerder naar contrasten.”
‘Echte instrumenten’
Klassieke muziek is niet hun eigen keuze, maar aspecten ervan vinden ze aantrekkelijk. Miller de Nobili gebruikt vaak ambient van dezelfde componist. Alexander Miller: „Ik hou erg van echte instrumenten. Dat geluid bereik je niet met een computer. Maar ja, meestal is ons budget niet toereikend.”
Sinniger de Salas: „Voor hiphop kun je elke soort muziek gebruiken. Hiphop is steeds meer onderdeel van de gevestigde danswereld en dus gelden dezelfde voorwaarden: een goede muzikale dramaturgie, een bepaalde textuur.”
Een echte fan van klassieke zang is Sinniger de Salas niet, maar hij waardeert de rijke, multidisciplinaire aanpak van deze productie: „Ik ben zó moe van hedendaagse dans op een leeg toneel, met alleen een tafel en een stoel.” De’ Nobili krijgt „kippenvel” van de zang in dit werk. „We zoeken naar die subtiele, meer menselijke verrijking.”
Lees ook
‘Bij Van Manen, dé choreograaf van Nederland, is geen ruimte voor medelijden’
Die subtiliteit is des te wenselijker met het oog op de zwaarte van de oorlogsthematiek. Het idee voor de voorstelling is opgekomen na de inval van Rusland in Oekraïne. Nog geen drie weken geleden kwam daar de geweldsexplosie in Israël en de Gazastrook bij. De’ Nobili: „De materie is ontzettend gevoelig en complex, en wij willen recht doen aan die complexiteit. Wij maken deze voorstelling vanuit een geprivilegieerde positie. Wat weten wij er werkelijk van, van oorlog? Daar zijn we ons terdege bewust van.”