De raad van commissarissen (rvc) van Ajax heeft Danny Blind voorgedragen als nieuw lid, heeft Ajax maandag bekendgemaakt in een persbericht. De voetbalclub uit Amsterdam gaat Blind voordragen tijdens de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders. Het is de bedoeling dat hij tot en met 2027 aanblijft.
Met Blind lijken de Amsterdammers de zoveelste Ajax-grootheid te gaan toevoegen aan de raad van commissarissen, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dramatische prestaties van de club. De bestuursraad stelt de directie samen en houdt vervolgens toezicht op haar prestaties. Eerder deze maand werd Louis van Gaal toegevoegd aan het bestuursorgaan — officieel in een adviserende rol. Daarna keerde ook Michael van Praag terug als bestuurder.
De raad van commissarissen staat voor de zware taak om een directie samen te stellen die Ajax weer overeind kan helpen. Op dit moment staan de Amsterdammers een-na-laatste in de Eredivisie, nadat ze gisteren tegen FC Utrecht voor de achtste wedstrijd op een rij niet wonnen.
Stuurloos Ajax
Ajax is nu zo goed als stuurloos. Vlak na de transferzomer ontsloeg de rvc technisch directeur Sven Mislintat, toen bleek dat hij trainer Maurice Steijn en de scouting onvoldoende bij transfers had betrokken en zijn aankopen geen verpletterende indruk maakten. Daarna stapte ook rvc-voorzitter Pier Eringa op. Vorige week viel met Klaas Jan Huntelaar nog een technische man weg. Hij heeft last van een burn-out. Hoeveel tijd Steijn nog krijgt om wedstrijden te gaan winnen, is nog maar de vraag.
Danny Blind (62) heeft veel en brede ervaring in het voetbal. Niet alleen speelde hij bijna vijfhonderd wedstrijden voor Ajax: hij was er ook jeugdtrainer, assistent-trainer, hoofdtrainer, hoofd jeugdopleidingen en zat tussen 2018 en 2021 al eerder in de raad van commissarissen. Twee jaar geleden verruilde hij Ajax voor de KNVB om assistent van Van Gaal te worden op het WK in Qatar. Daarna wilde hij niet tot de rvc terugkeren.
Lees ook Ajax vervalt in chaos in slotfase tegen FC Utrecht en staat nu zeventiende
Sinds de introductie van de Wet betaalbare huur deze zomer zijn per saldo meer dan drieduizend huurwoningen van de markt verdwenen. Met name het aanbod van duurdere huurwoningen is afgenomen. Dat komt hoogstwaarschijnlijk doordat ze verkocht zijn, dan wel tegen een lagere prijs verhuurd moeten worden als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving op de huurmarkt.
Dit blijkt uit een analyse van huurgegevens van het tweede en derde kwartaal van dit jaar. De gegevens zijn gedeeld door Rent.nl, een online dienst die gebruikers op nieuw beschikbare huurwoningen op andere platformen wijst. Er bestaat geen centraal register voor huurwoningen; de cijfers geven volgens Rent.nl het meest nauwkeurige beeld van de huurmarkt tot nu toe en liggen in lijn met eerdere schattingen.
De daling van het aantal huurwoningen is slecht nieuws voor de vrije huursector in Nederland. Die is met een aandeel van ongeveer 8 procent van de totale woningvoorraad – zo’n 700.000 woningen – internationaal gezien al klein. De afgelopen jaren is de vrije huursector juist wat gegroeid, maar die trend lijkt voorlopig te zijn gekeerd.
„Recente signalen duiden erop dat de vrije huursector krimpt”, mailt een woordvoerder van De Nederlandsche Bank (DNB) nu in een reactie: „Deze cijfers bevestigen dat beeld.” DNB maakt zich al jaren zorgen over de vrije huur. Deze sector is namelijk een vluchtheuvel voor mensen die geen huis kunnen of willen kopen. Een robuuste vrije huursector is daarnaast belangrijk voor de economie, omdat mensen makkelijker kunnen verhuizen voor een nieuwe baan. DNB-president Klaas Knot hield daarom onlangs een pleidooi voor het terugdraaien van de Wet betaalbare huur.
Scherpe daling
Uit de gegevens van Rent.nl blijkt dat uit het aanbod in de duurdere huursector (maandhuur boven de 1.158 euro) ongeveer vierduizend woningen verdwenen, een daling van een kwart. Daar staat tegenover dat er bijna negenhonderd woningen met een middenhuur (tussen 880 en 1.158 euro) bij zijn gekomen, een stijging van bijna 20 procent. Deze groei kan erop duiden dat duurdere huurwoningen tegen een lager bedrag worden verhuurd – een rechtstreeks gevolg van de Wet betaalbare huur. Met name in Diemen, Delft, Den Haag en Hilversum daalde het aantal duurdere huurwoningen scherp.
De bijna 74.000 advertenties op Rent.nl tonen dat het aantal aangeboden huurwoningen na 1 juli sterk is afgenomen. Dat is voor een deel een seizoenseffect; het aanbod van huurwoningen daalt van het tweede op het derde kwartaal altijd, door de zomervakantie. De percentages zijn hiervoor gecorrigeerd op grond van het fluctuerende aanbod uit het verleden. Zo nam bij de middenhuur het aanbod met bijna 24 procent af, terwijl dit in andere jaren bijna 37 procent was. Hierdoor bleven in dit middensegment negenhonderd woningen behouden voor de verhuur, die anders verloren zouden zijn gegaan.
De markt voor duurdere huur is ruim drie keer zo groot als die voor middenhuur. Bij deze huurwoningen was de daling dit jaar met 43 procent sterker dan in voorgaande jaren (gemiddeld ruim 25 procent). Daardoor verdwenen dit kwartaal vierduizend woningen extra uit het aanbod.
De gevolgen zijn goed te zien in bijvoorbeeld Amsterdam. In het middensegment verloor Amsterdam in het derde kwartaal een kleine honderd van de bijna achthonderd woningen die in het tweede kwartaal werden aangeboden, een verlies van ongeveer 12 procent. Met een daling als die in andere jaren zou Amsterdam bijna driehonderd middeldure huurwoningen zijn kwijtgeraakt. De Wet betaalbare huur lijkt Amsterdam dus tweehonderd van die woningen te hebben opgeleverd, goed voor een kwart van het aanbod in het tweede kwartaal.
Van de bijna 6.000 dure woningen die in het tweede kwartaal werden aangeboden, raakte Amsterdam er in het derde kwartaal zo’n 2.500 kwijt. De normale daling zou 1.500 woningen zijn geweest. Amsterdam raakte dus zo’n duizend duurdere woningen kwijt, vijf keer zoveel als er aan middeldure woningen bij kwamen.
„De middenhuur is over het algemeen qua aanbod toegenomen. Dat is een effect dat de overheid met de Wet betaalbare huur voor ogen had”, zegt Bart Kappenburg van Rent.nl. „Tegelijkertijd is er in het duurdere – en veel grotere – segment een enorme verschraling opgetreden. Netto is het aanbod op de huurmarkt er enorm op achteruitgegaan door de nieuwe wetgeving.”
Stapeling aan wetten
De afgelopen jaren is een flink pakket aan wet- en regelgeving doorgevoerd dat de geliberaliseerde huurmarkt weer aan banden moest leggen. Zo werd in sommige steden een opkoopbescherming ingevoerd, werd vermogen in box 3 zwaarder belast en ging de overdrachtsbelasting voor beleggerswoningen scherp omhoog. Ook werden vaste huurcontracten de norm en werden huurprijzen in de ‘middenhuur’-sectie gereguleerd middels een puntenstelsel.
Dat laatste werd ook geregeld in de Wet betaalbare huur. Daardoor worden, naast sociale huurwoningen, ook middenhuurwoningen voortaan gereguleerd volgens het woningwaarderingsstelsel en een huurplafond dat past bij het aantal punten.
Leeuwendeel verkocht
Met name particuliere verhuurders waren mordicus tegen de wet. Zij kondigden aan hun huurwoningen in de verkoop te zullen zetten (uitponden) zodra het lopende huurcontract met een huurder afloopt.
De cijfers van Rent.nl wijzen op een toenemende verkoop, al zal een deel van de duurdere woningen inmiddels tegen een lagere prijs worden verhuurd, vermoedt Kappenburg: „De huizen die net boven de middenhuur zaten, met een eigenaar die financiële ruimte had wat rendement in te leveren.” Het leeuwendeel van de woningen is waarschijnlijk verkocht.
Maar hoe groot de ‘uitpondgolf’ in werkelijkheid is, blijft bij afwezigheid van een centraal huurregister uiteindelijk giswerk. Bij het Kadaster wordt wel onderzoek gedaan naar het aan- en verkoopgedrag van beleggers. „In het begin van dit jaar zagen we dat investeerders zowel meer kochten als verkochten. Maar inmiddels zien we toch dat er meer huurwoningen aan eigenaars-bewoners worden verkocht en dus van de huurmarkt verdwijnen”, aldus woningmarktonderzoeker Paul de Vries.
Omdat er nog tijdelijke huurcontracten van kracht zijn, met een looptijd van twee of drie jaar, kan het zijn dat er nog een „na-ijl-effect” zichtbaar blijft. „Bij het aflopen van een contract verwacht ik namelijk dat het huurobject vaak in de verkoop gaat als het qua rendement niet meer uit kan door de verplichte nieuwe gereguleerde huurprijs”, aldus Kappenburg. „De totale huurmarkt gaat hiermee dus alleen nog maar verder krimpen en dat is zeer zorgwekkend.”
<dmt-util-bar article="4873678" headline="Sinds strengere regulering van de huurmarkt zijn er 3.000 huurwoningen minder” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/19/sinds-strengere-regulering-van-de-huurmarktzijn-er-3-000-huurwoningen-minder-a4873678″>
Miljardair en bitcoinfan Howard Lutnick is door aankomend president Donald Trump voorgedragen als minister van Handel. Hij krijgt een belangrijke rol bij het invoeren van de importtarieven die Trump heeft beloofd tijdens zijn verkiezingscampagne.
De 63-jarige Lutnick is nu topman van effectenmakelaar en investeringsbank Cantor Fitzgerald. Samen met Linda McMahon is hij voorzitter van het transitieteam van Trump. In die rol is hij verantwoordelijk voor het voordragen van kandidaten voor belangrijke posten.
„Importtarieven zijn een geweldig middel voor de president”, zei Lutnick in september in een interview met CNBC. „We moeten Amerikaanse arbeiders beschermen”. Trump beloofde tijdens de campagne tarieven van 10 tot 20 procent op de import uit alle landen in te voeren en voor import uit China zelfs van 60 procent. Veel economen zijn sceptisch over die protectionistische maatregel van Trump, maar in Lutnick heeft hij een enthousiaste medestander gevonden.
De aankomend minister van Handel is in tegenstelling tot veel andere bankiers op Wall Street erg te spreken over de cryptomunt bitcoin. „Ik ben een fan van crypto, maar laat me heel precies zijn: van bitcoin, alleen van bitcoin”, zei hij vorig jaar in een podcast van CNBC. „Die andere munten zijn helemaal niks”.
11 september
Lutnick kreeg na de aanslagen van 11 september 2001 nationale bekendheid, omdat twee derde van het personeel van zijn bedrijf Cantor Fitzgerald daarbij om het leven kwam. De kantoren van het bedrijf waren gevestigd op de 101e tot 105e verdieping van de door een vliegtuig getroffen en later ingestorte noordelijke toren van het World Trade Center in New York.
Hij werd ook genoemd als mogelijke minister van Financiën, maar die cruciale rol zal waarschijnlijk worden vervuld door iemand die beter valt in financiële kringen en geen negatieve reactie zal veroorzaken op de door Trump uiterst belangrijk geachte aandelenmarkten.
Liveblog Amerikaanse politiek
Donald Trump bevestigt zijn plannen om het leger in te zetten voor massadeportaties van migranten
Anderhalf uur nadat Rosanne Hertzberger en Femke Zeedijk hun vertrek uit de Tweede Kamerfractie van NSC bekend hadden gemaakt, zit Hertzberger achter een tosti en een kop thee in een café in Den Haag. Ze had op een chaotisch persoploopje gezegd dat „we de aanhoudende neiging van de PVV om minderheden te beledigen niet normaal mogen vinden”. En dat „helaas bij meer partijen de remmen los zijn”. Zeedijk had gezegd: „Voor mij heeft discriminatie een gezicht gekregen. Ik trek hier mijn grens. Dit is niet wie ik ben.”
Rosanne Hertzberger (40) wil met NRC over haar afwegingen praten. Hertzberger, van huis uit microbioloog en tussen 2009 en 2023 columnist van NRC, heeft in haar periode als Kamerlid een proces doorgemaakt, dat afgelopen vrijdag tot een climax kwam. „Het was een glijdende schaal, al maandenlang”, zegt ze.
Wanneer nam u het besluit uit de fractie te stappen?
„De afgelopen weken werd het alleen maar erger. Afgelopen vrijdag, toen Nora vertrok, dacht ik: dit kan niet zonder consequenties blijven. Ik kan niet stil blijven.”
Op vrijdag nam staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) ontslag vanwege, zoals zij het noemde, „de polariserende omgangsvormen” in het kabinet.
U bedoelt dat haar aftreden een gevoel bevestigde dat u al had?
„Ja. Ik was altijd al een van de mensen in de fractie die de grootste problemen had met de samenwerking met de PVV. Ik heb dat intern vaak gezegd, en in de zomer twee keer in het openbaar. Rond de beëdiging van het kabinet, schreef ik op LinkedIn dat de PVV gewoon doorgaat met ophitsen, en dat we daar waakzaam voor moeten zijn.”
Achahbar stapte op, maar NSC bleef in de coalitie zitten. Stond u alleen op die dag?
„Vrijdag en in het weekend hebben we als fractie online vergaderingen gehad. Iedereen mocht wat zeggen. Toen ik aan de beurt was, zei ik: ‘Ik vind dat we zo niet verder kunnen. We zitten op alle manieren in de knel.’ En daar waren ze het mee eens hoor, dat het echt onacceptabel was wat er met onze staatssecretaris was gebeurd. Maar in de fractie zagen ze tóch weer kansen op verbetering. En ze zeiden: ‘We zijn op zo veel fronten goed bezig, moeten we dat dan opgeven?’”
Was dat de reden dat de fractie ervoor koos toch door te gaan?
„Er heerste een gevoel van: wij moeten ons sterk houden. We zijn ook hard nodig.”
Was u teleurgesteld door het gebrek aan bijval? In de fractie heeft altijd verzet geleefd tegen samenwerking met de PVV.
„Er zitten grijstinten in. Iedereen denkt er natuurlijk ook nét iets anders over. Ik was altijd een van de meest stellige fractieleden, samen met Femke. Er zijn er ook die heel kritisch zijn, maar er niet de conclusie aan wilden verbinden die wij trokken.”
Heeft u geprobeerd die critici alsnog over te halen?
„Ik wilde dat we met zijn allen naar de uitgang gingen. Of dat er op zijn minst zicht zou komen op een uitweg. Ik heb tot maandagavond geprobeerd te zoeken naar gezamenlijkheid. Maar die kwam niet. Ze hebben me aangehoord, maar zaten er toch positiever in.”
Waarom stapt u nu op, en niet al eerder? Zoals u net zei, heeft u deze grote bezwaren altijd al gehad.
„Ik heb het ook heel lang een kans willen geven.”
Je kunt niet over vermeende gendefecten bij minderheden praten, dat is heel problematisch
De PVV heeft nooit een geheim van haar agenda gemaakt. Kon u dit op voorhand niet voorspellen?
„Ik heb me die vraag ook vaak gesteld, en intern hadden wij die discussie ook toen de PVV die grote verkiezingswinst boekte. Hadden wij tegen Nederland moeten zeggen: wij gaan onder geen beding met de PVV samenwerken, ondanks haar grote democratische mandaat? Kunnen we het niet tóch proberen, met rechtsstatelijke waarborgen, met goede afspraken vooraf? Het is een proces van acceptatie geweest, het is in stapjes gegaan. Ook bij mij.”
Wat had NSC, de partij van goed bestuur, bij deze samenwerking te winnen?
„Pieter [Omtzigt] had al langer ideeën over meer licht, meer lucht in de politiek. Die is er wel gekomen. Met een extraparlementair kabinet, veel mensen van buiten, onder wie de premier. Dat is een unicum. Daar waren we blij mee. Maar toen de PVV met ministers Reinette Klever en Marjolein Faber kwam, heb ik intern wel gezegd: jongens, deze mensen hebben zich wel heel extreem uitgelaten.”
Juist de extraparlementaire constructie die NSC zo graag wilde, heeft de PVV in de kaart gespeeld, omdat Wilders de handen vrij heeft in de Tweede Kamer.
„Ja.”
Denkt u dan niet: wat hebben we gedaan?
„Het heeft voor- en nadelen. Net als dat instappen in de coalitie een dilemma voor ons was. Dingen zijn nooit zwart-wit.”
U was al lange tijd ongelukkig in de coalitie, maar nam uw besluit pas na het vertrek van Nora Achahbar. Waarom?
„Nora zou nooit zomaar opstappen. Ze was in de perfecte positie om echt iets aan de hersteloperatie na het toeslagenschandaal te doen. En het is heel ironisch dat de Marokkaans-Nederlandse staatssecretaris zich niet weet te handhaven op precies dit dossier. Het dossier waarvan we weten dat de Belastingdienst er discriminerende en racistische werkwijzen op nahield. Het maakt uit wie ons land bestuurt. En dat zíj dit wilde doen. Dat heeft bij mij heel zwaar gewogen.”
Lees ook
Dat ‘powerwoman’ Achahbar als enige opstapte, verbaast Marokkaanse Nederlanders niets: ‘Racisme aankaarten is heel gevaarlijk’
Femke Zeedijk zei dat discriminatie een gezicht heeft gekregen. Bent u het daarmee eens?
„Dat weet ik niet. Maar er zijn voor en achter de schermen echt ontoelaatbare uitspraken gedaan. Dat een staatssecretaris [PVV’er Chris Jansen] nog altijd achter de ‘minder Marokkanen’-uitspraak staat. Jurgen Nobel [staatssecretaris van Participatie en Integratie, VVD] die echt zijn boekje te buiten was gegaan.”
Nobel zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden” niet onderschrijven.
Weet u wat er tijdens de ministerraad vorige week gezegd is?
„Nee. Maar over alles wat er gezegd is, waren Nora, maar ook andere NSC-bewindspersonen echt geschokt. En ik geloof Nora. Trouwens: de NSC’ers in de fractie geloven haar óók. Als de uitspraken die in het kabinet zijn gedaan voor haar de druppel waren, dan trek ik die afweging niet in twijfel.”
Om welke uitspraken ging het?
„Ik heb het bewindspersonen gevraagd, maar kreeg geen antwoord. Ze zijn roomser dan de paus, hè? Ze klappen niet uit de school over de ministerraad. Maar ze waren visueel geschokt. Laat ik het daarop houden.”
Vindt u het belangrijk om te weten wat daar precies gezegd is?
„Iedereen concentreert zich nu op wat er in de ministerraad is gezegd, en of dat racistisch was. Maar kijk naar wat er vóór de schermen gebeurt. PVV’ers hebben openlijk gezegd dat antisemitisme in het dna van moslims zit. Je kunt niet over vermeende gendefecten bij minderheden praten, dat is heel problematisch. Dat weet ik als lid van de Joodse gemeenschap maar al te goed.”
Is het racistisch, vindt u?
„Daarin ben ik dan weer heel erg NSC: ik voel me juridisch niet onderlegd om dat oordeel te geven. Maar de uitspraken die zijn gedaan kwetsen mensen, hitsen mensen tegen elkaar op. In een commentaar van NRC werden uitspraken van kabinetsleden ‘kroegpraat’ genoemd. Dat is een belediging voor de kroeg. Het is het landsbestuur, het Catshuis. Alleen al die plek, die verantwoordelijkheid, geeft een extra gewicht aan woorden.”
De bewindspersonen van NSC waren geschokt, maar bleven wel zitten.
„Ik had liever gezien dat we met zijn allen waren gegaan. Maar ter verdediging van mijn collega’s: er zit voor sommige NSC’ers een groot verschil tussen ontoelaatbare uitspraken en ontoelaatbare wetten.”
Kunt u dat uitleggen?
„Vanaf het begin zeggen we tegen elkaar: we laten ons niet de hele tijd afleiden door de chaos, door een nieuwe tweet van Wilders. We gaan niet steeds vergaande uitlatingen recenseren. We gaan niet op alles slaan. Er is een rechtsstaatverklaring, we concentreren ons op goede wetten. Het gevolg is dat we dat benoemen te wéínig hebben gedaan.”
Bij VVD en BBB zie je een mate van radicalisering met weinig remmingen. Het ging véél te hard
Het geloof dat gehecht wordt aan wetten, woorden en verklaringen, is dat niet typisch NSC?
„Ik ben daar ook een beetje een droogkloot in. Er is een verschil tussen wat je zegt en wat uiteindelijk de wet wordt. Pieter zal altijd zeggen, en terecht, dat de Belastingdienst de wet met voeten heeft getreden. Wettelijke kaders zijn belangrijk, als die worden geschonden, gaan dingen mis. Daarom zochten we ook houvast bij de rechtsstatelijke basislijn die we met de drie coalitiepartijen afspraken.”
Zoals Pieter Omtzigt het ook wil.
„Pieter is een belangrijke leermeester. Voor mij ook. Wetten doorspitten, wegblijven bij de waan van de dag. Maar het buitenkantje, hè? Daar zijn we niet zo goed in, daarin zijn we het tegendeel van populistisch. Successen vieren we ook veel te weinig. Ik heb het nog altijd over ‘we’, merk ik.”
In uw verklaring heeft u het ook over ‘basale normen van fatsoen’ die worden geschonden, onder meer door ‘hoe je spreekt over collega’s’.
„Het is niet de kern geweest, maar ik heb het buitengewoon giftige klimaat en de vijandigheid in de coalitie mee laten wegen in mijn besluit. Je ziet hoe de andere coalitiepartijen kwaad spreken over elkaar en ons achter de schermen, tegen de media. Daar heeft iedereen in de fractie last van. Als je voortdurend onder vuur ligt, altijd alleen maar in het defensief bent, dan is het heel lastig het tij te keren.”
U doelt op de VVD, waar bij NSC veel onvrede en wantrouwen over heerst?
„Mag ik het omfloerst zeggen? Ik merkte dat sommige partijen in de coalitie constructiever in de wedstrijd zitten dan andere partijen.”
Dat is wel heel omfloerst.
„De wil om samen te werken, om het echt samen te doen, ontbreekt soms in de coalitie.”
Bij PVV, VVD én BBB bedoelt u?
„Ja. En het werkte dan zo dat NSC altijd de partij wordt die moeilijk doet. Bij VVD en BBB zie je, en daar maakte ik me zorgen over, een mate van radicalisering. Ik heb weinig remmingen gezien. Het ging veel te hard, echt véél te hard.”
Woog voor u mee dat alles gebeurde in de nasleep van de rellen in Amsterdam, waarbij geweld werd gebruikt tegen Israëlische voetbalsupporters?
„Amsterdam was zo’n griezelige gebeurtenis. De schrik in mijn Joodse gemeenschap zit er enorm in. Kinderen die naar een andere school moeten, mensen die niet meer over straat durven. Wij zijn zo kwetsbaar, zo zichtbaar. Dus het was goed dat we daar als coalitie hard op reageerden, maar de andere drie partijen gingen helemaal los in hun reacties. In taal, in hoe groepen tegenover elkaar werden geplaatst. Hoe er in zondebokkentaal over andere bevolkingsgroepen werd gesproken. Taal maakt uit.”
Lees ook
Twee NSC-Kamerleden opgestapt, maar Van Vroonhoven houdt vol: ‘NSC is stabiel’