Tv-recensie | De enige oneliner rolde uitgerekend uit de mond van Omtzigt

Hoi Pieter, dag Dilan, hé Frans en há Caroline. Presentator Twan Huys had alle partijleiders al eens op zijn podium gehad, vandaar de warme verwelkoming voor alle vier bij het eerste verkiezingsdebat voor de landelijk verkiezingen van 22 november. Twee ‘oude’ partijen met nieuwe gezichten: Dilan Yesilgöz voor VVD en Frans Timmermans voor GroenLinks-PvdA. Twee (vrij) nieuwe partijen met toch al vertrouwde gezichten: Caroline van der Plas voor BBB en Pieter Omtzigt voor NSC. Omtzigt had eerder gezegd weinig te voelen voor die televisie-debatten waar het gaat om one-liners en snedigheden over en weer. Hij was, zei hij, meer een man voor de inhoud. Maar dit debat leek hem van tevoren óf inhoudelijk genoeg óf hij kan het zich niet permitteren niet te komen. Enfin, hij zat er.

En het werd een behoorlijk inhoudelijk debat, met goede vragen van studenten, een strakke leiding van Twan Huys en tamelijk wat sneren en afkeurend gesnuif over en weer. Vooral – dat moet gezegd – van Dilan Yesilgöz die aftrapte met de grap die ze een paar weken geleden ook maakte toen ze te gast was bij College tour. Haar eerste stem ging naar de SP, toen ze 18 was en nog dacht dat ze links was. „Het kan dus allemaal nog goed komen,” riep ze de studenten toe.

De eerste vraag kwam van een student rechtswetenschap. Over Israël en Gaza, en of Israël daar het internationaal oorlogsrecht schond. Frans Timmermans antwoordde met een volmondig ‘ja’. Direct gevolgd door: „Maar ook door Hamas.” Caroline van der Plas hield het bij de veroordeling van de terreurdaden van Hamas en Pieter Omtzigt haalde het conflict naar Nederland. Of liever: daar waarschuwde hij voor. „Wat daar gebeurt resulteert hier in toenemende haat tegen joden.”

De rechtenstudent pakte de draad van zijn vraag op en noemde daarbij Israël tussen neus en lippen door een „zelfverklaarde democratie.” Hij was de eerste, maar zeker niet de enige student van de avond die retorisch nogal begaafd was. Ik geef het je te doen, voor zo’n publiek coherent een relevante vraag stellen. Ik zag niet precies wie er allemaal „nou, nou, nou” riepen vanaf het podium ter verdediging van de democratische staat Israël, maar volgens mij was het unisono.

Door naar een geschiedenisstudent die zijn ziel in de zaal blootlegde. Ruim een jaar geleden constateerde de huisarts „acute suïcidaliteit” bij hem. Hij heeft, zei hij, anderhalf jaar moeten wachten voor hij bij een psycholoog terecht kon. Caroline van der Plas beantwoordde zijn vraag met dezelfde openhartigheid. Haar oudste zoon, zei ze, zat in een soortgelijke situatie. Dus natuurlijk vindt zij dat er meer geld moet naar de geestelijke gezondheidszorg. Pieter Omtzigt zag (weer) kans voor een dichtbij-huis-opmerking. „Het zou ook helpen als de opleiding voor psychologen in het Nederlands zou zijn.”

De enige oneliner rolde uitgerekend uit de mond van Omtzigt, als hij moet zeggen of hij beschikbaar is als premier of niet. „Het stoel is niet het doel”. Duidelijk wordt dat kernenergie Timmermans splitst van de andere drie. Zij willen het wel, hij niet. Timmermans probeerde nog een handreiking naar de BBB, toen hij zei dat ze er ‘samen’ vast uitkomen met de stikstofcrisis als het om woningen bouwen gaat. Maar Van der Plas sloeg de hand hardhandig weg. „Stikstof is het probleem niet.” Pieter Omtzigt werd op de man af gevraagd met wie van de drie op het podium hij zichzelf in een coalitie ziet. Zijn antwoord duurde net zo lang als dat van Yesilgöz op dezelfde vraag, en er kwam niks. „Als er straks net zoveel geluld wordt in de coalitie heb ik er helemaal geen zin meer in”, zegt Caroline van der Plas. Zij zegt: „Ik wil met Pieter.” En met wie wil Frans? Niet met de VVD. En aan het gezicht van Yesilgöz gezien is dat volkomen wederzijds.