Schrijver Georgi Gospodinov: ‘Het besef van vrijheid is een spier die je iedere dag moet trainen’

Als Georgi Gospodinov in de schrijverslounge van zijn Amsterdamse hotel zijn notitieschrift op tafel legt en laat zien dat dit nummer 88 is, verklapt hij het geheim van zijn poëtische schrijfstijl. „Ik ben begonnen als dichter en schrijf nog altijd poëzie, zoals in dit schrift. Daarom beschouw ik mezelf als een dichter die romans schrijft.”

Die romans zijn inmiddels wereldwijd bekroond. Voor Schuilplaats voor andere tijden kreeg hij dit jaar de International Booker Prize, waardoor het op alle bestsellerlijsten belandde. „Ik was niet alleen de eerste Bulgaarse schrijver die voor deze prijs werd genomineerd en hem daarna kreeg, maar ook de eerste Balkanschrijver. Daardoor besefte ik hoeveel andere Balkanschrijvers die dag blij moeten zijn geweest. Ook had ik niet verwacht dat zoveel gewone mensen in vreugde zouden ontsteken. Zo stond er in Sofia drie dagen na de toekenning van de prijs een enorme rij van viereneenhalf uur voor de boekhandel waar ik zat te signeren. Zelfs toen het donker werd en het begon te regenen, bleven de mensen wachten tot ze aan de beurt waren. Men verlangde, zoals iemand me toen zei, naar iets lichts na de twee duistere jaren vol politieke onrust. Dat ze vanwege een in hun taal geschreven boek, en niet vanwege een of andere beroemde sporter, massaal blijk gaven van die blijdschap was heel bijzonder.”


Lees ook
Hoe het gif van de nostalgie door Oost-Europa sijpelt

Viering van de ‘Dag van de heilige Cyrillus en Methodius’ en van de ‘Dag van de Bulgaarse Educatie, Cultuur en Slavische Literatuur’ in de Bulgaarse hoofdstad Sofia, op 24 mei 1974.

Hoe ging het die dag met de verkoop van uw boek?

„Het was meteen uitverkocht. Sommigen maakten er zelfs grappen over omdat mijn roman over een nostalgisch verlangen naar de tijd van het communisme gaat. Toen stond je voor alles urenlang in de rij en kon je slechts met veel moeite, en vaak onder de toonbank, een bepaald boek bemachtigen.”

Wat betekende de prijs voor u als schrijver?

„Voor het eerst besefte ik dat mijn boek deel uitmaakt van de Europese literatuur. En die heeft als specifieke eigenschap dat je er ideeën, essays en serieuze onderwerpen in kunt behandelen. Ik beschouw een roman als een laboratorium waarin je zowel de belangrijkste onderwerpen van onze tijd als je eigen obsessies kunt verkennen. De plot is daarbij niet zo belangrijk.”

U bent opgegroeid onder het communisme. Hoe heeft u dat ervaren?

„In mijn jeugd geloofde niemand er nog in. Het was een schizofrene tijd. Naar buiten toe gedroeg je je zoals het regime het wenste, in de keuken was je jezelf.

„Ik was twintig toen de Muur viel en geloofde dat alles in een à twee jaar ten goede zou veranderen. Een vriend dacht dat het een half jaar zou duren. Maar dat het zou gaan zoals nu blijkt, hadden we niet verwacht. Mijn ouders waren daarentegen veel sceptischer.”

Heeft het er ook niet mee te maken dat, zoals Nobelprijslaureaat Svetlana Aleksijevitsj zegt, iemand die uit een strafkamp komt niet weet wat vrijheid is?

„Jazeker. Na de val van de Muur wisten we niet eens hoe we moesten demonstreren. Onze lichamen stonden stijf van de angst. In 2013, tijdens het laatste van de grote protesten van dat jaar in Sofia, had iedereen zijn kinderen meegenomen om ze te leren hoe ze dat wel moesten doen.”

In uw tweede roman ‘De wetten van de melancholie’ is de erfenis van de Tweede Wereldoorlog een belangrijk onderwerp. Wat betekent die voor u?

„In Bulgarije heeft de Tweede Wereldoorlog veel langer doorgewerkt dan in het Westen, omdat het totalitaire systeem van de nazi’s werd voortgezet door dat van de communisten.

„Wij weten daardoor iets wat men in de westerse literatuur soms is vergeten en dat is dat totalitaire regimes de natuurlijke stroom van de tijd onderbreken.”

‘Schuilplaats voor andere tijden’ gaat over het gevaar van het verlangen naar vroegere tijden, in het geval van Bulgarije naar die van het communisme. Hoe verklaart u die nostalgie?

„De Brexit en de verkiezing van Donald Trump in de VS lieten zien dat er iets grondig mis was met dat terug verlangen naar vroeger. Ik heb twintig jaar onder het communisme geleefd en herinner me nog goed hoe dat systeem beloofde dat we het in de toekomst beter zouden krijgen, want die ideologie ging tenslotte over de stralende toekomst van het socialisme. Terwijl ze je nu een stralend verleden beloven. Het in stelling brengen van nostalgie kan daarom heel gevaarlijk uitpakken. Niet voor niets werd dat verlangen door een zeventiende-eeuwse Zwitserse arts een ziekte genoemd. Het is geen onschuldig gevoel, zeker niet als je het als propaganda gebruikt. Als je vraagt waarom dat juist nu gebeurt, is dat omdat we een gebrek aan toekomst hebben. Want als je niet gelooft dat het in de toekomst beter wordt, dan is de enige uitweg een terugkeer naar het verleden.

„Maar het is onmogelijk om een hele samenleving terug naar dat verleden te brengen. Als je daarvoor kiest, moet je eerst wel alles over dat verleden weten. Want als populisten je beloven dat je groot en welvarend zult zijn zoals in de jaren zestig, vergeten ze daarbij te vertellen dat je dan niet meer vijfentwintig bent, zoals toen. Je kunt dus niet opnieuw jong worden, maar wel het totalitaire systeem van weleer herinvoeren.”

Schrijft u juist daarom over de nostalgie van de oudere generaties?

„Ja, en daarom heb ik het ook over de communistische strafkampen en alles wat verboden was. Want als je ze het hele plaatje voorhoudt, dan moet ieder weldenkend mens toch inzien dat het idioot is wat die populisten beloven? Als je terug verlangt naar de mooie kanten van het verleden, dan moet je ook de minder mooie accepteren.”

Het is dus een kwestie van een goed geheugen dat het verschil maakt?

„In mijn boek schrijf ik dat als er minder geheugen bestaat er des te meer verleden is. Het geheugen lijkt er niet meer toe te doen. Zo hebben we de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in een hoekje geparkeerd, nu de generatie die hem heeft meegemaakt niet meer leeft. En dat speelt ons nu parten, want die Tweede Wereldoorlog is nog altijd belangrijk, ook voor de jongere generaties. Zie de huidige oorlog in Oekraïne die er in zekere zin een herhaling van is. Daarom is het geheugen zo belangrijk. Net als het besef van vrijheid is het een spier die je moet trainen, elke dag.”

Maar wat moeten we doen om iedereen van het belang van onze herinneringen te overtuigen?

„We moeten elkaar opnieuw persoonlijke verhalen vertellen, over de Tweede Wereldoorlog, over de tijd daarna, over hoe we toen leefden. Reflectie speelt daarbij een belangrijke rol, omdat je alleen daarmee goed van kwaad kunt onderscheiden. In Duitsland heeft de Vergangenheitsbewältigung daarvoor gezorgd, maar in Rusland wordt nog altijd niet in het openbaar gesproken over de verkrachtingen door het Rode Leger in het Duitsland van 1945 of over de Stalinterreur. Daar bestaat alleen het gevoel van: ‘Wij zijn de overwinnaars in de Tweede Wereldoorlog.’

„Als Dostojevski zegt dat zonder God alles mogelijk is, zeg ik dat zonder herinnering alles mogelijk is. Maar aangezien mensen steeds ouder worden, zullen ze meer vergeten, En dat is een serieus probleem aan het worden.”

Uw hoofdpersoon Gaustin, die in zijn ‘kliniek voor het verleden’ een baanbrekende behandeling van Alzheimerpatiénten heeft ontwikkeld, neemt in ‘Schuilplaats voor andere tijden’ meerdere gedaantes aan. Hij is de verteller, hij is u, hij is een oude vriend van u. Hij kan eigenlijk iedereen zijn. Waarom heeft u daarvoor gekozen?

„Het is ieders diepste wens om eens iemand anders te kunnen zijn en ergens anders te leven. Gaustin is zo iemand. Hij wisselt van tijd zoals wij van treinen wisselen. Ik had nu eenmaal iemand nodig die in verschillende verledens kon leven. In De wetten van de melancholie , waarin hij ook een rol speelt, bevindt hij zich de ene keer in 1937, de andere keer in 1967 of de jaren negentig. Gaustin komt trouwens voor het eerst voor in mijn gedichten en korte verhalen.

„In Schuilplaats voor andere tijden speelt hij de rol van een man die geobsedeerd raakt door zijn macht om het verleden voor anderen terug te kunnen halen, als een tovenaar. Toen hij zijn ‘kliniek voor het verleden’ begon, was die alleen toegankelijk voor zieken, maar geleidelijk aan stelde hij die ook open voor mensen die een schuilplaats in het verleden zochten. „Na die kliniek ontstonden er hele steden voor iedereen die in het verleden wilde leven. Ziek of niet-ziek. Het zal niet lang meer duren voordat zoiets in werkelijkheid ook in de VS en Europa zal gebeuren voor mensen die in een bepaald decennium uit het verleden willen leven.”

De huidige oorlog in Oekraïne komt ook voort uit nostalgie, om precies te zijn die van Poetin. Er worden in Rusland zelfs opnieuw Stalinbeelden onthuld. Wat vindt u daarvan?

„In Rusland is zelfs een Fantasy-genre populair waarin de hoofdpersonen vanuit de huidige tijd terugkeren naar die van Stalin, om de dictator vervolgens te redden.

„Maar inderdaad, de oorlog in Oekraïne is een oorlog van het verleden. Poetin wil terug naar die tijd. Hij wil niet meer in 2023 leven omdat Rusland van alles is kwijtgeraakt: de Sovjet-Unie, zijn invloed in Oekraïne, de legende van de overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Hij begrijpt de huidige wereld niet meer en wil terug naar de tijd dat zijn land nog sterk en machtig was. Het probleem is echter dat hij niet alleen Rusland naar het verleden wil laten terugkeren, maar ook de andere landen in Oost-Europa. Het is als in Don Juan, waarin de Stenen Gast iedereen met zich mee de hel insleept die zijn uitgestoken hand pakt.”

Hoe kun je dat verlangen naar het verleden neutraliseren?

„Ik kom net van het Humanities Festival in Wenen, waar het onder meer ging over meritocratie en de strijd tussen verschillende sociale lagen van de samenleving. Om een einde aan die strijd te kunnen maken zouden er meer mogelijkheden moeten komen voor jonge mensen om gratis te studeren en om goede, goedkope woonruimte te vinden. Ook moeten mensen weer met elkaar in gesprek gaan, want dat gebeurt niet meer. In Thomas Manns De toverberg, een boek dat net als Prousts Op zoek naar de verloren tijd heel belangrijk voor mijn roman is geweest omdat ze ook over tijd gaan, staat een hoofdstuk over dat onvermogen om met elkaar te converseren en een basale empathie met elkaar te hebben. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je aan je vijand over je vrouw of dochter begint te vertellen, die vijand ineens niet meer agressief is.

„Maar we hebben ook een gebrek aan educatie, niet alleen op de universiteit, maar ook in de vorm van wat ik emotionele geletterdheid noem.”

Kunt u dat laatste uitleggen?

„Neem propaganda aan de ene kant en literatuur aan de andere. Bij propaganda zijn je angsten, je verdriet, je gevoel van achterstelling vooral instrumenteel. Literatuur houdt zich weliswaar met hetzelfde bezig, maar probeert hier empathie uit te putten met anderen, terwijl propaganda je van je menselijke waarden berooft. Daarom is literatuur een natuurlijk tegengif tegen propaganda. En waar propaganda je binnen drie minuten de wereld en de mensheid tweedimensionaal kan uitleggen, kan literatuur je een veel complexere verklaring geven en emoties bij je wekken.

„Door middel van literatuur kunnen we iets ontwikkelen wat we nu nodig hebben: empathie niet alleen met mensen, maar ook met dieren, de natuur en het klimaat. Daarom is het belangrijk dat de exacte wetenschappen en de humaniora de handen ineen slaan en niet alleen aan hun afzonderlijke onderzoeksresultaten denken. Het gaat nu eenmaal niet om het getal alleen.

„Het is een goed teken dat de natuurkunde, de theologie en de neurologie zich zijn gaan interesseren voor de literatuur, zo ontstaat eindelijk het besef dat wetenschap en kunst alleen samen een oplossing voor de problemen van deze tijd kunnen vinden.”


Lees ook
Ook in een gekooide minotaurus weet hij zich te verplaatsen

Ook in een gekooide minotaurus weet hij zich te verplaatsen