De stem van King Krule is een orkaan met rafelrand

De Britse zanger Archy Marshall is ondoorgrondelijk. Op het podium staat Marshall, alias King Krule, in het halfdonker, ontwijkt contact met het publiek en zingt diep gebogen over de microfoon. In Paradiso, Amsterdam, waar hij maandagavond het eerste van twee uitverkochte concerten gaf, was de sfeer in de zaal verwachtingsvol.

Maar hoe is de stemming op het podium? Al lijkt Marshall verlegen, zijn vocale expressie is oorverdovend. Met zijn typerende snerende Zuid-Londense tongval grauwt en fulmineert hij zijn gedachten van zich af. Zijn stem is groots als een orkaan met een rafelrand, maar heeft een holle kern. Daardoor klinkt hij soms ook machteloos.

De 29-jarige Marshall was een wonderkind dat niet naar school wilde, maar opbloeide op de muzikale Brit School (waar ook Amy Winehouse en Adele zaten). Hij maakte een succesvol debuutalbum op zijn negentiende. Zijn muzikale oriëntatie is breed, de liedjes zijn gedrenkt in zowel punk als jazz en een ‘ruig’ soort ambient.

De nummers, die worden omhuld door galm en echo hebben een claustrofobische klank, alsof Marshall ze uit een vochtige kelder heeft bevrijd. In het rauwe ‘A Lizard State’ bijvoorbeeld hoor je hectische drums, schonkige saxofoonpartijen en zweverige gitaarlijnen, met elkaar verbonden door Marshalls ronkende stem. Het geheel is desoriënterend en grootsteeds, het onderliggende gevoel zowel drukbezet als eenzaam.

De nummers hebben een claustrofobische klank, alsof Marshall ze uit een vochtige kelder heeft bevrijd

Hamburgerfobie

Live laat hij zich begeleiden door vijf muzikanten, van wie vooral drummer George Bass opvalt door de polyritmische accenten in het opgewonden ‘Hamburgerphobia’. Het zijn deze ritmes en ook het saxofoonspel van Ignacio Salvadores die de duistere sfeer doorbreken.

De band speelde een selectie van alle vier albums van King Krule, waaronder het onlangs verschenen Space Heavy en debuut 6 Feet Beneath The Moon (2013). Het trage middenstuk met onder andere ‘Seagirl’ en ‘Flimsy’ was sfeervol maar ook onsamenhangend. De focus werd scherper tijdens het uptempo gedeelte, met daarin de punky publieksfavoriet ‘Easy Easy’.

Toch bleef er afstandelijkheid. Nummers stopten abrupt, tussendoor waren er lange pauzes, tegen het publiek werd geen woord gezegd. Archy Marshall is verbeten, zonder de oorzaken daarvan te willen delen. Misschien is hij vooral geconcentreerd, bezig de best mogelijke performance te geven, zonder zich te laten afleiden door luchthartigheid of gepraat. De enige die de serieuze sfeer doorbrak was Salvadores die, als hij niet op zijn saxofoon hoefde te blazen, als een stuiterbal over het podium sprong.