Zwarte rotsen, zombies en de suggestie van een pijnbank bij kanshebbers Prix de Rome

Tien jaar geleden vereenzelvigde hij zich nog met de slang: zo’n schubbig reptiel dat slim is, altijd het hoofd koel houdt, zijn huid als een nieuwe jas ververst, en overal komt. Voor de Nederlandse kunstenaar, schrijver en dichter Michael Tedja (1971) was de slang de ideale metafoor voor zijn artistieke praktijk. Op een kolossaal retrospectief in het Cobra Museum in Amstelveen in 2013 liet Tedja zien wat hij in zijn mars had: schilderijen, installaties, kunstkritiek, poëzie en experimentele romans (waarvoor hij in 2021 de Sybren Poletprijs voor experimentele literatuur kreeg). Hij produceerde series van honderden werken die allemaal met elkaar te maken hadden. Het resultaat: waanzinnige overdaad, gepresenteerd door een kunstenaar die nooit stopte met werken en niet altijd even streng koos.

Nu, een decennium later, heeft Tedja zijn slang-hoedanigheid afgeworpen en is hij één van de beste genomineerden voor de Prix de Rome, de oudste kunstprijs van Nederland. De Prix de Rome is in 1808 ingesteld en belooft een bedrag van 40.000 euro aan de winnaar plus een residentie naar keuze. Tedja is een van de 321 internationale in Nederland wonende kunstenaars die genomineerd zijn voor deze tweejaarlijkse prijs. De genomineerden ontvangen een geldbedrag om in vijf maanden tijd een nieuw werk te maken.

Tedja’s werk in de grote zaal van het Stedelijk Museum Amsterdam, overdonderd en ontroert. Die emoties worden veroorzaakt door (opnieuw) de omvang van de presentatie, maar vooral ook door de zorgvuldige selectie en de inhoud van het werk. Die inhoud is wreed, uitbundig en geheimzinnig.

Michael Tedja,How to Study the Sea Poetically, 2023. Papier, karton, acrylverf.
Foto Johannes Schwartz

Tedja stelt twee uit meerdere werken bestaande assemblages ten toon. How to Study the Sea Poetically (2023) bestaat uit zestig felgekleurde, abstracte schilderijen, waartussen een gedicht is geweven dat in een horizontale golfbeweging gelezen moet worden. In de dichtregels klinkt een herinnering aan de slang van destijds. ‘Changes can be applied/ only when you leave yourself/ you can enter as new’. En dat is wat Tedja doet: de meterslange vertelling van het gedicht combineert schitterend met de abstracte schilderijen.

In Vertical Reality (2023), zijn tweede bijdrage, is het vertrekpunt engagement. Het werk bestaat uit figuratieve collages, houten latten, schilderijen, een video, en een installatie met ebbenhouten beelden die lijken op door slavenhouders gebruikte pijnbanken. Onder en naast deze beelden liggen tafels met meters grote, inktzwarte boeken. Ze bevatten werken op papier, zegt Tedja, maar de boeken blijven gesloten. Als kijker kun je gissen.

Ghita Skali,Relentless Putridity, 2023.
Foto Johannes Schwartz

Twee jongere kunstenaars

Naast Tedja zijn twee jongere kunstenaars genomineerd. Ghita Skali (1992) heeft zich voor haar bijdrage verdiept in de geschiedenis van de Prix de Rome en bekritiseert daarmee – net als Alexis Blake, de vorige winnaar van de Prix de Rome – het systeem van competitie in de kunst. Tot begin twintigste eeuw, zo ontdekte Skali, moesten genomineerde kunstenaars achter gesloten deuren aan hun inzending werken. Voedsel en water kregen ze via een luik in de deur aangereikt.

Die geschiedenis heeft Skali verbeeld in een half openstaande deur met luik en een stenen muur daarachter gemetseld. Hoeveel deuren je ook opendoet, zo impliceert de kunstenaar, je loopt altijd tegen een muur op. Relentless Putridity (2023) is een precieuze, maar ook wat navelstaarderige installatie. En niet onbelangrijk: waarom zou je inzenden als je tegen het systeem van competitie bent?

Josefin Arnell,Buurthuis 2 – A fantastical horror community production!, 2023. Video, kleur, 5.1 geluid, 16 min.
Bruikleen kunstenaar en galerie Stigter van Doesburg.

Zombiefilm

De derde genomineerde is Josefin Arnell (1984), die met een wat onvaste camera een grappige, geëngageerde zombiefilm presenteert. In Buurthuis 2 – A fantastical horror community production! (2023) heeft Arnell het netwerk van buurthuis De Witte Boei in de wijk Wittenburg in Amsterdam verleid om mee te werken aan een horror-komedie die losjes kritiek bevat op de gentrificatie van Amsterdam.

De sterrollen zijn weggelegd voor zombie Sabine Beilfuss, die haar scherpe tanden graag in vrouwenvlees zet, en voor de bewegende, vloeistof opborrelende gehaktballen tijdens de buurtlunch. De vijftien minuten durende film bevat veel knipogen naar het zombie-genre en is vooral veelbelovend.

Vulkanisch eilandje

De vierde genomineerde is Jonas Staal (1981), die net als Tedja een relatief oudgediende is in de beeldende kunst. Het is dankzij het opheffen van de leeftijdsgrens van veertig jaar dat Staal en Tedja deze editie konden inzenden. En wat een geluk, want ook Staal verdient de prijs dit jaar.

Staals Empire’s Island (2023) is, net als het werk van Tedja, indrukwekkend, conceptueel perfect doordacht, prachtig om te zien en geëngageerd. Staal heeft in bibliotheken en musea een schat aan archiefmateriaal opgedoken rondom vier eeuwen exploitatie van het vulkanische eilandje Ascension in de Atlantische Oceaan.

Jonas Staal,Empire’s Island, 2023. Video, geluid, kleur, 20 min, 34 sec.
Beeld Bruikleen kunstenaar en Het Scheepvaartmuseum

Aan de hand van een maquette, een twintig minuten durende video en een dagboek van de eerste bewoner van Ascension – een wegens sodomie verbannen achttiende-eeuwse Nederlandse zeeman – verbeeldt Staal hoe de zwarte rotsen van Ascension de voedingsbodem werden van de toekomstfantasieën van westerse overheersers.

Of het nu Charles Darwin was, die in de negentiende eeuw van het eiland een groen paradijs wilde maken en daarmee inheemse planten verdrong, de Britten en Amerikanen die in de Tweede Wereldoorlog van het eiland een Amerikaanse militaire basis maakten, of zoals nu, de steenrijke Amerikanen die met planetaire onderzoekstations het eiland vullen.

Staal toont dat Ascension, zoals zo veel plekken op aarde, door westerlingen is beschouwd als een ‘terra nullius’. Je kon ermee doen wat je wilde, je kon iedere realiteit, iedere geschiedenis wegdromen, desnoods met geweld. Het mooie van Staals presentatie is dat de kunstenaar niet langer uitgaat van de toekomstfantasieën die westerlingen op het eiland projecteren. Niet wat willen wij met die rotsen, maar wat wil het eiland zelf?