Marokkaanse regering wil band met Israël niet verbreken, ook al dringt de eigen bevolking daar op aan

‘Het volk wil een einde aan de normalisatie met Israël’, scanderen honderdduizenden zondag betogers in de Marokkaanse hoofdstad Rabat. Nu Gaza wordt gebombardeerd door Israël en een grondoffensief aanstaande lijkt, willen de Marokkaanse demonstranten dat hun regering per direct de recent aangehaalde banden met Israël verbreekt. „Marokko staat achter de Palestijnen. Hun leed is ons leed”, zegt Ranya Hamdi, die gehoor heeft gegeven aan de oproep van verschillende pro-Palestina-organisaties in de stad, in een gesprek via Facetime.

De demonstratie was in eerste instantie verboden door de overheid, maar dat verbod hield de Marokkanen niet tegen om de straat op te gaan. Met Palestijnse vlaggen en spandoeken loopt de menigte zingend door Rabat. „Het volk wil de bevrijding van Palestina”, scanderen ze terwijl er op maat wordt meegeklapt.

Jarenlang steunde Marokko zichtbaar de Palestijnen. De voormalige koning Hassan II (die regeerde van 1961 tot 1999) richtte samen met staatshoofden van andere Arabische landen het Al-Quds-Comité op, een organisatie die zich onder meer inzet voor de bescherming van de Al-Aqsa-moskee in Jeruzalem. Marokko wordt, als voorzitter van de groep, gezien als de beschermer van de heilige moskee.

Door deze positie kwam de klap bij de bevolking extra hard aan toen de Marokkaanse regering in 2020 de diplomatieke banden met Israël aanhaalde. Hoe kan je de banden met Israël aanhalen, vinden de meeste Marokkanen, een land dat nog maar een paar maanden geleden tijdens de Ramadan geweld gebruikte tegen Palestijnen bij de Al-Aqsa-moskee in Jeruzalem?

Abraham-akkoorden

Met de toenadering tot Israël voegde Marokko zich – na Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten, die met Israël de zogenoemde Abraham-akkoorden sloten – bij het rijtje Arabische landen waarmee Israël de relaties heeft hersteld. Een „historische” gebeurtenis volgens de Israëlische veiligheidsadviseur Meir Ben Shabbat, een Jood van Marokkaanse komaf, die samen met prominente Amerikanen Arabische landen afreisde om handen te schudden en de Abraham-akkoorden te bezegelen.


Lees ook
Toenadering tussen de Arabische wereld en Israël loopt averij op

Betogers steken een T-shirt in brand bij protesten in de Libische hoofdstad Tripoli op 27 augustus, na de ontmoeting tussen de Libische minister van Buitenlandse Zaken Najla al-Mangoush en haar Israëlische ambtgenoot Eli Cohen in Rome.

„Een schande”, zegt demonstrant Ranya Hamdi over de toenadering tot Israël. „De Arabische wereld laat haar eigen mensen in de steek. Voor wat? Handelsakkoorden? Geld? Hoe kunnen mensen nog slapen, terwijl ze bloed aan hun handen hebben? Dit bloedbad in Gaza is niet iets van de afgelopen week. Dit gebeurt al 75 jaar en de wereld kijkt toe. Ik schaam me als mens.”

In Marokko woonde van oudsher een grote Joodse gemeenschap, maar na de vestiging van de staat Israël 75 jaar geleden emigreerde een groot deel naar ‘het beloofde land’. De emigratie zorgde ervoor dat Marokko lang normale betrekkingen had met Israël. Maar dat veranderde na de tweede intifada, in 2000, toen Marokko de relatie beëindigde uit solidariteit met de Palestijnen. Maar na ruim twintig jaar zijn die banden recent dus weer hersteld.

Afgelopen zomer werd de transactie voor het zogenoemde ‘vredesplan’ voltrokken. In ruil voor de normalisering en het herstel van diplomatieke banden door Marokko, erkent Israël voortaan de Westelijke Sahara als Marokkaans grondgebied. Een belangrijke opsteker voor Rabat, omdat de Marokkaanse aanspraak op het gebied internationaal omstreden is.

Israël heeft ook toegezegd een consulaat te openen in Dakhla, een stad in het zuiden van de Westelijke Sahara. Verder werken de inlichtingendiensten van beide landen nu nauw samen en wordt het toerisme voor Israëliërs beter gefaciliteerd. Marokko hoopt nu ook dat Israël geld gaat investeren in het land.

Eigen strijd

„Het is niet goed wat er nu gebeurt in Palestina”, zegt een 36-jarige man uit Casablanca die niet met zijn naam in de krant wil, per telefoon. Hij is opgeleid als ICT-er, maar heeft alleen werk gevonden als taxi-chauffeur. „Wij hebben hier onze eigen strijd te voeren. We hebben net een aardbeving gehad, de bevolking van de Rif is altijd nog onderdrukt, er is honger en critici verdwijnen in de cel. Er is van alles mis in Marokko, dus om nu massaal te gaan protesteren vind ik hypocriet”, zegt hij aan de telefoon. Het is een geluid dat onder jongeren vaker wordt gedeeld, vooral op sociale media.

Met de oorlog bevindt Marokko zich nu in een moeilijke positie: de Westelijke Sahara of de Palestijnen? Volgens columnist Reda Dalil van het Marokkaanse blad TelQuel kunnen de Marokkaanse autoriteiten „het gevoel van de bevolking ten gunste van de Palestijnen” niet negeren. Maar de regering lijkt vooralsnog geen gehoor te geven aan de roep van het volk om de diplomatieke banden met Israël te verbreken.

De grote meerderheid in Marokko blijft zich uitspreken voor de Palestijnse zaak. „Wie nu nog zwijgt, staat aan de verkeerde kant van de geschiedenis”, zegt Montassir Azzrak via Facetime tijdens de betoging in Rabat, terwijl hij met een Palestijnse vlag wappert. „Onze vrijheid is niet compleet zonder de vrijheid van de Palestijnen, zei Nelson Mandela, toch?”