Invloedrijk grondlegger van de Iraanse new wave-film van de jaren zeventig

Necrologie

Dariush Mehrjui (1939-2023) De Iraanse filmmaker Dariush Mehrjui en zijn vrouw, scenarist Vahideh Mohammadifar, zijn afgelopen weekend door messteken om het leven gebracht en gevonden in hun huis buiten Teheran.

De Iraanse filmregisseur Dariush Mehrjui, zijn vrouw Vahideh Mohammadifar en hun dochter Mona in Teheran, Iran, in 2013.
De Iraanse filmregisseur Dariush Mehrjui, zijn vrouw Vahideh Mohammadifar en hun dochter Mona in Teheran, Iran, in 2013. Foto Amir Kholousi / AP

De schok die door de internationale filmcommunity ging was groot, toen afgelopen weekend het nieuws bekend werd dat de Iraanse filmmaker Dariush Mehrjui en zijn vrouw, scenarist en kostuumontwerper Vahideh Mohammadifar door messteken om het leven gebracht waren en gevonden zijn in hun huis buiten Teheran. Mehrjui wordt beschouwd als de grondlegger van de Iraanse new wave van de jaren zeventig. Met klassiekers als The Cycle (1977) en The Tenants (1986) leverde hij scherpe sociale portretten af en met het titelpersonage van Hamoun (1990) schiep hij een van de meest geliefde Iraanse filmfiguren. Dariush Mehrjui was niet alleen belangrijk binnen Iran en voor de Iraanse diaspora, maar van invloed op filmmakers wereldwijd. De Oscarwinnende hedendaagse regisseur Asghar Farhadi verwerkte in zijn film The Salesman (2016) een eerbetoon aan wat waarschijnlijk Mehrjuis beroemdste en invloedrijkste film is: The Cow uit 1969.

Symbolisch

The Cow was dankzij IFFR-oprichter Huub Bals al in 1972 op het filmfestival van Rotterdam te zien, dat Mehrjui en de generaties na hem altijd trouw is blijven programmeren – reden waarom wij in Nederland zo’n rijkgeschakeerd beeld van de Iraanse cinema hebben gekregen. The Cow is een symbolische en expressionistische vertelling over een man die na de dood van zijn koe niets liever wil dan diens plaats innemen. Mehrjui maakte de film toen hij net terug in Iran was, nadat hij in 1959 naar de Verenigde Staten was gegaan om film te studeren in Californië. De Franse filmmaker Jean Renoir (bekend van onder andere La grande illusion (1937) en Les règles du jeu (1939), door critici beschouwd als twee van de beste films ooit gemaakt) was daar een van zijn docenten.

Dankzij Renoir maakte Mehrjui kennis met twee van de belangrijkste filmstromingen van de twintigste eeuw: het naoorlogse Italiaanse neorealisme en de Franse nouvelle vague van de jaren vijftig en zestig. Én met de Europese auteursfilmers Bergman en Fellini, wiens dynamische mise-en-scène van grote invloed werd op de signatuur van Mehrjui’s films: kleurrijk en expressief, met vaak extreme close-ups en jump cut-montages.

Doorgeschoten modernisering

Dariush Mehrjui werd op 8 december 1939 in een gegoede middenklassefamilie in Teheran geboren. Al tijdens zijn studie in de Verenigde Staten ontpopte hij zich tot een hartstochtelijke promotor van de Perzische cultuur, onder andere door het uitgeven van het literaire tijdschrift Pars Review.

Misschien dat hij daarom zo kritisch keek naar de ontwikkelingen die zijn land doormaakte. Een rode draad in zijn werk is een scherpe blik op wat hij als doorgeschoten stedelijke modernisering beschouwde, maar conservatief was hij niet. Even vaak kaartte hij archaïsche structuren en de achtergestelde positie van vrouwen op het platteland aan. Het bracht hem met zo’n beetje elke censor van de opeenvolgende regimes in conflict. The Cow werd weliswaar door het regime van de Sjah financieel ondersteund, maar ook meteen verboden.

Ook in het postrevolutionaire Iran was het voor Mehrjui niet altijd makkelijk zijn films van de grond te krijgen, reden waarom hij in 1981 naar Frankrijk emigreerde.

De ironie wil dat Ayatollah Khomeini The Cow op televisie zag en er zo van gecharmeerd was dat Mehrjui in 1985 weer terug kon komen.

Weer in zijn thuisland maakte hij The Tenants, een sociale komedie over een verlopen appartementsgebouw dat mensen van allerlei maatschappelijke klassen en achtergronden herbergt. Die film kreeg dan weer kritiek van filmmakers met een religieuze achtergrond.

Desondanks was de film een grote hit bij het publiek. Zijn volgende box office-succes was Hamoun, een filosofische komedie met een voor zijn films zo kenmerkende tragikomische intellectueel in de hoofdrol.

Censor

Hij vertelde ooit in een interview dat de censor altijd op de achtergrond meekeek. Bij elke nieuwe film vroeg Mehrjui zich daarom eerst af: hoe ver kan ik gaan? En dan: is het het waard om dit verhaal binnen de gegeven beperkingen te vertellen? In de jaren negentig maakte hij een reeks vrouwenportretten die een voor een in de ban werden gedaan, maar hij bleef het proberen.

Dat hij binnen die restrictieve filmcultuur uiteindelijk toch artistiek hoogwaardige en bij het publiek geliefde films kon maken, was volgens hemzelf omdat zijn films een filosofisch hart hadden. Ze keken naar individuen, niet naar systemen, en hadden altijd oog voor de menselijke natuur.

Op het moment van zijn dood waren er geen politieke controverses rondom Merhjui bekend, anders dan bij andere filmmakers in Iran die gevangen zitten, filmverboden of huisarrest opgelegd hebben gekregen. Mehrjui en Mohammadifar laten drie kinderen na.