Kiezen tussen boeren en natuur? Zonde om het zo plat te slaan

Zo simpel is het niet De strijd om ruimte is veel breder: wat voor land willen we zijn in 2050.

Illustratie Leonieke Fontijn

Bij de verkiezingen in maart leken de complexe keuzes die Nederland moet maken regelmatig te versmallen tot: ben je voor boeren of voor de natuur? Deze verkiezingen lijken over veel meer onderwerpen te gaan. Terecht natuurlijk. Maar het zou zonde zijn als er helemaal geen discussie losbarst over ruimte. En dan niet over de vraag of boeren moeten inschikken of de natuur, maar over wat voor land we willen zijn in 2050. Want de strijd om ruimte is veel breder.

Het is ongelooflijk wat we allemaal in dit kleine land doen. We zijn dichtbevolkt, hebben relatief veel zware industrie. We hebben de grootste zeehaven van Europa, een van de grootste luchthavens. We hebben hoogwaardige landbouw en de grootste chipmachinefabrikant ter wereld. We houden en slachten honderden miljoenen dieren per jaar waarvoor we veel voer importeren. We importeren, exporteren en distribueren als een malle en dan zijn we ook nog vooral een grote diensteneconomie.

Kan dat allemaal nog? We lopen tegen grenzen aan. We stoten veel stikstof uit, de kwaliteit van onze wateren verslechtert. We willen huizen bouwen op slappe grond en in diepe polders. We willen meer dieren slachten en planten in kassen kweken dan we handen hebben. We halen mensen uit andere landen om dat werk te doen, voor wie we weinig huizen hebben.

Je komt de strijd om ruimte overal tegen. BBB vierde deze week dat in de provincie Overijssel op landbouwgrond geen zonneparken meer mogen komen. Er moeten een miljoen woningen bij, maar waar? Om klimaatverandering op te vangen en te beperken staat Nederland voor een ‘wederombouw,’ zei demissionair minister Hugo de Jonge (CDA) in NRC, vergelijkbaar met de wederopbouw na WOII. Groot verschil: toen was er ruimte en gingen mensen erop vooruit. Nu is ruimte schaars en zal niet iedereen de wederombouw als een verbetering zien.

In 2050 willen Nederland en de Europese Unie klimaatneutraal zijn en circulair. Dat laatste betekent: weinig afval produceren, veel hergebruik. In 26 jaar. Nu zijn we nog vooral bezig met van het klimaatvriendelijker maken van wat er al is. Maar dat gaat schuren en botsen, waarschuwen adviesorganen zoals het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het College van Rijksadviseurs. Dan lopen we risico keuzes te maken waar we later spijt van krijgen, maar dan zijn de huizen en industrieterreinen al gebouwd.

Was het voorheen: laat duizend bloemen bloeien. Nu is het: welke bloemen kunnen waar bloeien?

Want veel wordt – tijdelijk of permanent – schaarser dan we gewend zijn. Elektriciteit, arbeidskrachten, grondstoffen, ruimte, zelfs water. Bedrijven kunnen er niet op blijven rekenen dat er alle dagen van het jaar voldoende drinkwater voor hun bedrijfsprocessen zal zijn, waarschuwde het kabinet eerder al. Denk aan het spoelwater en koelwater dat de industrie en datacentra gebruiken. Dat gebeurt nu met drinkwater, maar dat knelt.

Een klimaatneutraal energiesysteem neemt meer ruimte in, natuurvriendelijkere landbouw en een circulaire economie ook: voor reparatie van spullen, voor het recyclen van producten. Er verdwijnt ook bedrijvigheid, kolenoverslag bijvoorbeeld, maar de nieuwe economie zal een tijd ruimte moeten vinden naast de oude. Aanpassen aan een grilliger klimaat vergt ook ruimte. Onze complexe watermachine was altijd gericht op het afvoeren van water. Nu moet die machine in droge zomers ook water vasthouden. Er moet ruimte komen voor meertjes en overstromende rivieren, voor extra groen zodat de bodem makkelijker water opneemt.

Vier keer Nederland

Struikel de toekomst niet in, maar bedenk wat je wil, adviseren experts. Maar weten wat je wil is moeilijk. Gaan we landbouw en natuur scheiden of verweven, vroeg de Wageningen Universiteit deze week. Verweven betekent minder productieve landbouw. Willen we dus dat boeren vooral voor Nederland produceren of toch ook voor Europa? De landbouw is cruciaal omdat het nu relatief veel grond inneemt.

Zijn de vele doorreizigers op Schiphol van groot belang voor het vestigingsklimaat of valt dat wel mee?

Zijn de vele doorreizigers op Schiphol van groot belang voor het vestigingsklimaat of valt dat wel mee? Is het logisch dat de glastuinbouw hier blijft nu we geen goedkoop gas meer hebben? Dit zijn zeer politieke vragen. Je kan het op zijn beloop laten, maar wie weinig ruimte heeft kan die beter slim en dubbel benutten. Bedrijven bij elkaar zetten, waterslurpers naast een rivier, energieslurpers dicht bij een energiebron.

Een fascinerende denkoefening deed planbureau PBL. Het doordacht vier Nederlanden in 2050, allen klimaatneutraal maar volgens andere politieke smaken. Een natuurland en een multinational-land, een land waar regio’s veel zelf bepalen en een digitaal land. (Puzzel op de PBL-website zelf mee.) In alle scenario’s werden Schiphol en de agrarische sector kleiner. Kan niet anders, zei het planbureau, willen we de klimaatdoelen halen. En bij elk scenario was een ingrijpende consequentie onvermijdelijk. Zo geeft het multinational-land grote bedrijven alle ruimte, maar dat kan alleen als er een ‘true price’ wordt ingevoerd, waarbij de klimaatschade en de milieukosten van producten worden belast. Groenland heeft veel meer natuur, maar dat kan alleen door de consumptie van burgers dwingend te beperken.

Wie moet inschikken? Wie mag zich breed maken? Dit zijn de transition twenties, het decennium waarin het grondwerk wordt gelegd voor de groene ombouw van Nederland, waarin we weten dat veel anders moet, maar nog moeten uitvinden én uitvechten hoe. Laat daar de verkiezingen vooral ook over gaan.