N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Dilemma Enerzijds moet de Israëlische premier het verlangen naar vergelding stillen, anderzijds moet hij het gevoel van veiligheid herstellen. Maar wat Netanyahu ook onderneemt, het zal ook pijn doen aan de Israëlische kant.
De grote broer van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu liet in 1976 als militair het leven op een Oegandees vliegveld bij de spectaculaire bevrijding van meer dan honderd hoofdzakelijk Israëlische gijzelaars uit de handen van Palestijnse militanten.
In 1985 liet Israël 1.150 Palestijnse gevangenen gaan in ruil voor de vrijlating van drie Israëlische militairen. Ook de prijs van een Israëlisch mensenleven is kennelijk onderhevig aan inflatie, want toen de Palestijnse fundamentalistische beweging Hamas in 2006 één Israëlische soldaat naar de Gazastrook had ontvoerd, kostte dat Israël uiteindelijk de vrijlating van 1.027 Palestijnse gevangenen.
Dode Israëliërs hebben ook een prijs. Toen in 2014 drie Israëlische tieners uit de nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever waren ontvoerd en vermoord, revancheerde Israël zich onder meer met het ruim vijftig dagen bombarderen van Gaza, waarbij het Palestijnse dodental opliep tot boven de tweeduizend.
Met deze acties liet de Israëlische staat telkens aan zijn bevolking zien: een Israëlisch mensenleven is ons heel veel waard. Dát was de premisse waardoor alle Israëliërs hun 18-jarige kinderen naar het leger konden sturen. Ouders lenen hun kostbaarste bezit uit, maar Israël is er verdomd zuinig op.
Sterker: dit is in feite de moderne en seculiere belofte van ‘het beloofde land’, Israëls raison d’être: dat het land, na alle historische pogroms tegen Joden, een veilige haven voor hen zal zijn. Daarom riep Netanyahu in 2015, na aanslagen op Joodse doelwitten in Kopenhagen en Parijs, Joden uit Europa op naar Israël te emigreren. Daar zouden ze wél veilig zijn, was de suggestie.
Het is bovendien al decennia de persoonlijke verkiezingsbelofte van Netanyahu – en de reden dat hij ondanks alle aanklachten tegen hem, wegens corruptie, telkens weer herkozen werd. Hij, Mr. Security, garandeerde zijn kiezers veiligheid.
In ruil daarvoor moeten burgers in Israël voor lief nemen dat een deel van de hoge belastingen niet alleen in de zakken van corrupte politici verdwijnt, maar ook in toenemende mate naar de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever vloeit, en naar het levensonderhoud van de niet-werkende ultra-orthodoxen, die met bijbelstudie het land denken te dienen. Met hun politieke vertegenwoordigers heeft Netanyahu vorig jaar namelijk de meest rechtse coalitie ooit gevormd.
Maar ook onder eerdere regeringen moesten Israëliërs hard werken voor de hoge kosten van het dagelijks leven. Daartegen was in 2011 wel veel straatprotest, maar uiteindelijk slikte men de situatie. Het beschermen van de Joodse bevolking, te midden van al die Arabische landen, was nu eenmaal een kostbare zaak. Dienen, betalen, beschermen, loyaliteit – het was allemaal onderdeel van het ‘sociaal contract’, de stilzwijgende afspraak tussen regering en burgers.
Lees ook: Festivalgangers in de woestijn dachten eerst nog dat ze vuurwerk hoorden
Kritiek
Afgelopen weekeinde werd op huiveringwekkende wijze duidelijk dat de staat en premier Netanyahu hun deel van de deal niet zijn nagekomen. Sinds Hamas zaterdag Israël aanviel, zijn daar zeker 1.300 Israëlische burgers en militairen gedood, meer dan drieduizend gewond geraakt en ongeveer honderd mensen ontvoerd naar de Gazastrook.
Dansende jongeren op een muziekfestival in de open lucht, weerloze bejaarden en kinderen in hun eigen huis – ze werden zonder pardon beschoten, vermoord of meegesleurd. In Israëlische media circuleren foto’s van bloedbaden en horrorverhalen, van mensen die doodsangsten hebben uitgestaan en vanuit de bosjes, of hun slaapkamer, slachtpartijen hebben gezien.
De Israëlische inwoners van de getroffen kibboetsen in de woestijn rond de Gazastrook hadden subsidie gekregen om in dat afgelegen gebied te wonen en landbouw te bedrijven, waarmee de staat die grond onomstotelijk als Israëlisch markeerde. De bewoners kregen ook schuilkelders, hekken en camerabewaking, tegen mogelijke mortiergranaten of infiltratie van Palestijnen.
Dienen, betalen, beschermen, loyaliteit – het was allemaal onderdeel van het ‘sociaal contract’ dat nu verbroken is
Maar vorige week zaterdag was het Israëlische leger in geen velden of wegen te bekennen. Sommige mensen moesten acht uur wachten in hun schuilkelder, tot ze eindelijk werden ontzet. Daarop klinkt nu veel kritiek. Het leger was te druk, aldus critici, met het beschermen van de Israëlische kolonisten in de illegale nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever, die daar in steeds grotere getalen steeds vaker de confrontatie met Palestijnen zoeken.
Over de prioriteiten van de Israëlische regering en het leger was vóór vorig weekeinde al veel woede. Dit jaar gingen tot tienduizenden Israëliërs bijna veertig weken lang elke zaterdag de straat op om tegen de regering van Netanyahu te protesteren. Meer dan tienduizend reservisten verklaarden dat ze niet meer zouden komen opdagen als het leger beroep op hen zou doen.
De veertigste straatdemonstratie is afgezegd vanwege de aanval van Hamas, en nagenoeg alle reservisten melden zich, vanwege de uitzonderlijk gruwelijke situatie, nu toch. Bijna 360.000 reservisten hebben zich al verzameld rond de Gazastrook en de grens met Libanon.
Toch is de kritiek niet geheel verstomd. Er zijn te weinig scherfvesten voor de reservisten, ze krijgen te weinig te eten en drinken. „Ons defensiebudget is 70 miljard shekel [ruim 16 miljard euro, red], waar geven ze het aan uit?”, vraagt een voormalig reservist op Facebook, die zelf maar eten is gaan brengen naar zijn opgeroepen oude strijdmakkers. „Aan snoepzakjes voor de synagogen”, reageert een ander. Aan caravans voor de kolonisten, zegt weer een ander.
Als de gebeurtenissen van vorige week zaterdag één ding laten zien, is dat hoe kapot het land is. In Israël wordt al gesproken over ‘ons eigen 9/11’, ‘ons Tsjernobyl’ en ‘de donkerste dag in de Joodse geschiedenis sinds de Holocaust’. Zeker is dat Israël na 7 oktober 2023 nooit meer hetzelfde zal zijn.
Lees ook dit interview met Hamas-kenner Jeroen Gunning: ‘Voor Hamas was het nu of nooit’
Demasqué
Een week later verkeert de bevolking nog in psychologische shock. Dat is niet verwonderlijk, want Israël is een klein land, met zo’n negen miljoen inwoners. Dus iedereen kent wel iemand (die iemand kent (die iemand kent)) die direct getroffen is. Op televisie smeken ouders wanhopig om vrijlating van hun ontvoerde kinderen. Op sociale media verschijnen nog elke dag nieuwe horrorbeelden.
Bijvoorbeeld een filmpje van Shiri Bibas, een dertigjarige kleuterjuf uit de kibboets Nir Oz, tussen schreeuwende Palestijnen, met twee roodharige zoontjes van nul en drie jaar in haar armen. De angst spat van haar gezicht. Ze zijn spoorloos. Net als haar man. Én haar ouders.
Ook schokkend voor veel Israëliërs is hoe Hamas het Israëlische leger heeft vernederd. De vernedering voelt nog pijnlijker dan in 1973, toen Israël werd overrompeld door de legers van Egypte en Syrië. Nu is Israël te grazen genomen door een stelletje tunnelgravers op sandalen.
Het is ook de ontmaskering van een veiligheidsdoctrine. Israël dacht de Palestijnen zo goed onder de duim te hebben, dat zijn jongeren lekker konden feesten op amper vijf kilometer van het grenshek met de overbevolkte Gazastrook – waarachter ruim twee miljoen mensen afgesloten en in grote armoede leven. Met betrekking tot Gaza repten politici wel eufemistisch over ‘het maaien van het gras’ – elke paar jaar een reeks bombardementen om de slagkracht van Hamas in te perken. Even zelfverzekerd als achteloos spraken Israëliërs al niet meer over ‘het conflict’ met de Palestijnen, maar over ‘de situatie’ – als een status quo.
Het demasqué volgt bovendien op de ontsteltenis eerder dit jaar, toen het grote publiek ontdekte dat de regering niet alleen de ultra-orthodoxen en de kolonisten bevoordeelt boven de seculiere bevolking, maar ook via juridische hervormingen de rechtsstaat probeert te ontmantelen. Veel Israëliërs met Europese voorouders vroegen dit jaar een buitenlands paspoort aan.
En onder al deze schrik, onder al dit leed, zit natuurlijk de moeder aller trauma’s, de Holocaust. Het gevoel van: zie je wel, ze willen ons uitmoorden. Daarom roepen geëmotioneerde Israëliërs nu niet alleen: ‘Bevrijd alle gijzelaars’, maar ook: ‘Maak Gaza met de grond gelijk’.
Dat is het duivelse dilemma van Benjamin Netanyahu. Enerzijds moet hij het Israëlische verlangen naar vergelding stillen, anderzijds moet hij het gevoel van veiligheid, het sociaal contract, herstellen. En wat Netanyahu ook onderneemt, het zal niet alleen Hamas, en de Gazaanse bevolking, maar ook aan de Israëlische kant pijn doen. Gaza platgooien met uitzondering van gijzelaars gaat niet.
Lees ook: ‘Er staat ons in Gaza nog iets gruwelijks te wachten’
Wraak
Om tegemoet te komen aan de roep om wraak, van zijn bevolking en zijn coalitiepartners, moet Netanyahu Hamas wel een flinke opdoffer verkopen. Dat is niet zo moeilijk. Israël is militair veel sterker dan Hamas en van de (westerse) internationale gemeenschap kreeg hij de voorbije week vrij spel. Israël heeft het ‘recht zichzelf te verdedigen’, declameerde een koor van wereldleiders. De Verenigde Staten kwamen Israël, dat al zwaarbewapend is, voor de zekerheid nog wat extra munitie brengen.
Maar Netanyahu moet het internationale draagvlak niet verspelen. Dat zal afnemen naarmate het aantal Palestijnse burgerdoden toeneemt. Vrijdagmiddag telde Gaza al 1.800 doden. EU-buitenlandchef Josep Borrell wees er de afgelopen week ook op dat Israël internationale afspraken overtreedt door de Gazaanse bevolking elektriciteit, voedsel en water te ontzeggen. Een andere internationale complicatie is dat een deel van de gijzelaars een andere of dubbele nationaliteit heeft (onder meer Thais, Duits en Frans en Mexicaans).
Het ruilen van gevangenen zou voor Israël een te grote knieval zijn. Met de historische ruilratio redt Israël dat niet
En de Amerikaanse president Joe Biden wil, behalve Israël onvoorwaardelijk steunen, ook heel graag relaties in het Midden-Oosten normaliseren. Zo drong hij de voorbije maanden aan op verzoening tussen Israël en Saoedi-Arabië. Dat moet, net als Arabische landen waarmee Israël al akkoorden gesloten heeft (Jordanië, Egypte, Verenigde Arabische Emiraten), wel rekening houden met zijn bevolking, die sterk met de Palestijnse zaak sympathiseert.
Bovendien moet Netanyahu ervoor waken dat hij Gaza zo hard treft dat Hezbollah of Iran zich genoodzaakt voelt in de strijd te stappen. Evenzo wil hij de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever niet inspireren tot een nieuwe intifada of geweld tegen kolonisten. Tegelijk gelooft Israël in afschrikking door keihard militair optreden.
En Netanyahu heeft natuurlijk óók rekening te houden met zijn eigen bevolking, die heus het land wil verdedigen, maar niet wil leven onder luchtalarmen, noch meer kinderen wil offeren. Dus Netanyahu moet wraak nemen, voorkomen dat zoiets nog eens gebeurt, én de gijzelaars bevrijden. Maar hoe?
Lees ook: Waar was de diplomatie? Na de aanval is iedereen weer bij de les
Opties
Een spectaculaire bevrijdingsactie zoals in 1976 is in elk geval geen optie. Gaza is geen Oegandees vliegveld, het is een dichtbevolkt labyrint vol boobytraps. Want Hamas is niet alleen een strijdgroep uit Gaza, maar bestuurt ook alles in Gaza – van scholen en moskeeën tot de politie.
Israël weet nog niet hoeveel gijzelaars er precies zijn, maar als dat straks duidelijk is, zouden ze nog in Gaza moeten worden gelokaliseerd. Waarschijnlijk zijn ze over de Gazastrook verspreid, en zitten ze onder de grond in het enorme tunnelcomplex dat Hamas daar heeft gegraven. Israël ging altijd prat op zijn spionagetechnologie, maar Hamas heeft Gilad Shalit, die uiteindelijk werd geruild tegen 1.027 Palestijnse gevangenen, ook vijf jaar lang verborgen weten te houden. Net zoals de goed gecoördineerde aanval van vorig weekeinde onder de radar bleef.
Een grootscheeps grondoffensief met gevechten van deur tot deur, zal Israël heel veel soldatenlevens kosten (en Gaza heel veel burgerdoden). Daarom was Israël daar, sinds Hamas in 2007 in Gaza de macht greep, altijd zeer terughoudend mee. Gaza wordt een grote gehaktmolen, vrezen Israëlische reservisten. En Hamas waarschuwde al met het live uitzenden van executies van gijzelaars zodra Israël voet in Gaza zet.
Het ruilen van gevangenen zou voor Israël een te grote knieval zijn. Met een paar ontvoerde Israëliërs was het een ander verhaal. Maar met de historische ruilratio, ook zonder inflatie, redt Israël het niet. Er zitten zo’n 4.500 Palestijnen in Israëlische gevangenissen. Die allemaal vrijlaten zou Hamas te veel in de kaart spelen.
Bovendien zijn Netanyahu’s coalitiepartners tegen. Er is achteraf veel kritiek geweest op de ruil rond Gilad Shalit, omdat vrijgelaten Palestijnen weer aanslagen zouden zijn gaan plegen. Eén van hen, Yahya Sinwar, is nu de belangrijkste Hamas-leider in Gaza.
En alleen een ruil van vrouwen en kinderen? Het is onduidelijk hoeveel vrouwen en kinderen Hamas heeft ontvoerd, maar volgens ngo Addameer zitten er 33 Palestijnse vrouwen en 170 Palestijnse minderjarigen in Israëlische gevangenissen. Qatar en Egypte zouden willen bemiddelen bij een akkoord over hun lot, zoals bij eerdere ruilen en wapenstilstanden gebeurde. Maar Hamas zegt niet te willen onderhandelen zolang Gaza onder vuur ligt. En Israël zegt niet te kunnen onderhandelen met een partij die zich zo beestachtig gedraagt als Hamas.
Erfenis
Doorgaan met bombarderen – met kans dat daarbij ook gijzelaars omkomen – is voorlopig voor Netanyahu de veiligste optie. Maar de vraag is, net als bij alle andere opties: creëert Israël zo niet meer vijandige strijders dan het verslaat?
De vraag is ook wat Israël wil met Hamas. Alleen snoeien, of met wortel en tak uitroeien? Om Hamas echt kapot te krijgen is volgens kenners een grondinvasie de enige manier. Maar al zou Israël bereid zijn daarvoor de prijs te betalen, dan nog haalt dat niet de angel uit de Palestijnse drang tot zelfbeschikking. Na Hamas staat er allicht een volgende strijdgroep op.
Evenzo is het opstappen van Benjamin Netanyahu volgens zijn critici de enige manier om het sociaal contract tussen de Israëlische overheid en haar burgers te herstellen. Dat zal hij vermoedelijk ook wel moeten, zodra is bewezen dat zijn veiligheidsdiensten de voorbije weken hebben gefaald.
Maar waar laat dat Israël? Ook zonder Netanyahu blijft het land verdeeld en getraumatiseerd. En het onontwarbare dispuut met de Palestijnen over grond blijft onbeslecht. De enige echte uitweg uit dat drama lijkt een vredesakkoord, met een levensvatbare Palestijnse staat. Maar daarvoor zijn er, behalve Hamas en Netanyahu, nog andere kolossale obstakels.
Hoe dan ook moet Netanyahu eerst nog een poos vechten, vindt zowat iedereen in Israël, hijzelf incluis. Niet alleen om weerstand te bieden aan de acute dreiging, ook uit lijfsbehoud. Hoe langer de oorlog duurt, des te langer Netanyahu kan blijven zitten en zijn aanklachten wegens corruptie kan ontlopen. Hij heeft ook iets van een overwinning nodig om de schade aan zijn erfenis nog enigszins te beperken.
Enkele uren na de omvangrijke invasie van Hamas schreef voormalig defensieminister en oud-legerchef Moshe Yaalon op Facebook dat Netanyahu moet vertrekken omdat hij verantwoordelijk is voor het bloedbad van vorige week, door het „disfunctioneren van de overheidssystemen, die de afgelopen jaren zijn geërodeerd en verrot”.
Liever zou Yaalon hebben gewacht tot na de oorlog met deze oproep, schreef hij daarbij. Maar Netanyahu is zijn ogen „moreel ongeschikt om deze oorlog te voeren”. „In een normaal land zouden ze Netanyahu er binnen drie uur hebben uitgeschopt”, schreef een andere Israëliër op Facebook. Maar ja, dit is Israël.