N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Komend jaar, zo voorspellen de trendwatchers, keert de jaren negentig heroin chic look à la Kate Moss terug. Kim Kardashian heeft haar plastische chirurgen al ingelicht en de dochter van la Moss liep nog magerder dan mama over de catwalk. We mogen ons in 2023 weer spiegelen aan vrouwen die in de mooiste kleding, uitgemergeld en met ingevallen wangen dodelijk verveeld en bozig uit hun ogen kijken. Ik kijk in angst en afgrijzen terug.
Een cijfer op een weegschaal. Een kledingmaat. Een vetrolletje meer of minder. Hoeveel vrouwen hebben zich niet voorgenomen om in 2023 af te vallen? Zeker, ook mannen willen slank zijn, maar de realiteit is dat lichaamsgewicht voor de man een heel andere geschiedenis, context en maatschappelijke lading heeft. Natuurlijk zijn er extremen: vrouwen met serieuze gewichtsproblemen of dunne vrouwen die daar helemaal niets voor of tegen kunnen doen. Daar gaat dit essay niet over.
Het gaat over je buurvrouw, je werkgever, je zus, je beste vriendin. Over Susan Sontag, Virginia Woolf, Lady Gaga, Lady Di. Over hoe we als vrouw zo verschillend zijn en toch verstrikt in dezelfde leugen. Een obsessie die dermate genormaliseerd is in onze westerse samenleving dat ze als onschuldig, vanzelfsprekend en zelfs als sociaal wenselijk wordt beschouwd.
Het naoorlogse westerse ideaalbeeld van het vrouwenlichaam valt in drie woorden samen te vatten: less is more. Minder, slanker, dunner graag. Na een commercieel gedreven opleving van de maatje-meer-reclames, zijn we weer waar we gebleven waren. De soepele terugkeer van heroin chic verraadt dat de body positive movement van de afgelopen jaren niets dan een vernislaagje is geweest, een zwakke pleister op een stinkende wond.
De glans van slank lijkt onweerstaanbaar, haast een religie. Kate Moss heeft ooit gezegd: „Nothing tastes as good as skinny feels.”
Studies naar het eetgedrag van vrouwen wijzen allemaal hetzelfde uit: ongeveer driekwart (driekwart, ja) van alle vrouwen zijn op één of andere wijze dagelijks bezig met hun gewicht en hebben daardoor een verstoorde verstandhouding met eten. We denken na over maaltijden in termen van ‘zondigen’ en ‘belonen’. Dunne vrouwen, dikke vrouwen; het maakt geen donder uit. Het mechanisme vindt voor elk lichaamstype wel wat om ontevreden over te zijn. De één maakt zich druk om tien kilo, de ander om driehonderd gram, maar het resultaat is hetzelfde: een sluimerende stress, angst, schaamte en schuldgevoelens. Ons lijf moet anders en er moet vooral iets af.
Stel je een tafel voor in een restaurant waaraan vier vrouwen zitten: drie ervan zijn niet enkel aan het genieten, maar ook aan het dubben, vechten, tellen. Ze laten hun zelfbeeld en gevoel van eigenwaarde bepalen door een getal. Drie op de vier vrouwen houdt zich bezig met calorie-inname, diëten, pillen, vasten, laxeren of overgeven. Ze zijn er een leven lang zoet mee, zonder ooit het gewicht te verliezen dat ze willen verliezen, terwijl er onderweg oneindig veel verloren gaat. Boos over datgene wat hen door de dieetcultuur is afgenomen, worden ze niet. De, eh, balans wordt zelden opgemaakt.
Wie denkt dat curvy zangeressen als Beyoncé een positief effect hebben op de nieuwe generatie, heeft het mis. Tijdens de pandemie is het aantal meisjes met een eetprobleem schrikbarend gegroeid. Op TikTok gaan volop hashtags rond die ongezond afvallen promoten met namen als #thinspo of #whatieatinaday. De gewichtsdoctrine begint steeds vroeger, meisjes in groep 8 zijn al volop aan het diëten en toen mijn dochter me vertelde dat iemand haar uitlegde hoe je een vinger in je keel kunt steken, werd ik witheet. Daarna voelde ik me machteloos en nam ik me voor om dit stuk te schrijven.
Rijkelandenfrats
Het is een lastig onderwerp omdat het makkelijk kan worden afgedaan als ‘triviaal’. Gewicht lijkt een luxeprobleem, een rijkelandenfrats. Er zijn zoveel belangrijker zaken: ons klimaat gaat naar de knoppen, de wereld staat in brand en dan maak jij je druk over lichaamsgewicht?
Die laatste zin wil ik terugkaatsen. Lees haar opnieuw, niet als commentaar op dit stuk, maar als commentaar door dit stuk. Die vraag is moeilijk te beantwoorden. De obsessie van de hedendaagse westerse vrouw met haar gewicht is namelijk in hoge mate irrationeel.
Dat een ‘ideaal gewicht’ geluk zal brengen is een sprookje waar bijna elke vrouw ergens in gelooft. Een schrijnende manifestatie van de waarde die vrouwen toekennen aan hun gewicht, is de schoolreünie. Een recent onderzoek bestudeerde de criteria waarop vrouwen elkaar beoordelen, en wanneer ze hun oud-klasgenoten als ‘succesvol’ beschouwden. Wat bleek? Niet de klasgenoten met de indrukwekkendste carrières of de hoogste maatschappelijke posities werden benijd (zoals bij mannen het geval is) maar de vrouwen die het dunst waren.
Een succesvol leven is voor de meeste vrouwen een slank leven. Het is treurig om te lezen, maar de ongemakkelijke waarheid. De glans van slank lijkt onweerstaanbaar. Het is haast een religie. Of, zoals heroin-chic-mama Kate Moss ooit heeft gezegd: „Nothing tastes as good as skinny feels.”
En we zijn terug bij heroin. Karl Marx karakteriseerde religie als de opium van het volk en een sta-in-de-weg van revolutie. Welnu, dieetregels, kledingmaten, streefgewichten: ze zijn de opium van de hedendaagse vrouw. Haar verslaving wordt gevoed en onderhouden door een economisch systeem waaraan ze niet alleen als afnemer, maar ook als verstrekker deelneemt. Hele sectoren zijn afhankelijk van haar onzekerheid over haar gewicht. Alles van tijdschriften tot koolhydraatarm brood is er om haar verslaving te faciliteren. En het mag wat kosten.
Een keuze is het allang niet meer. Tot in de haarvaten van de westerse samenleving is de gewichtsdoctrine doorgedrongen. Elke dag worden vrouwen er onophoudelijk door gewenkt, gepord, belaagd: van de billboards op het station tot het tijdschrift in de trein, van de gesprekken met collega’s op het werk tot de serie ’s avonds op de bank. Overal wordt ingefluisterd: wees slank, dan doe je ’t goed. Onder elke mollige vrouw schuilt een ranke deerne – nog zo’n leugen. Because you’re worth it! Maar je bent pas écht wat waard als je het ideaal waarmaakt. En wie slaagt daarin?
Lees ook: Nederland heeft te weinig regels voor gezonder eten
Geniepige gewichtsdoctrine
Een ideaal klinkt als iets onbereikbaars, maar het geniepige van de gewichtsdoctrine is dat het doel volkomen haalbaar wordt geacht. Het pad naar slank lijkt geplaveid door recepten, regels, cijfers, calorietabellen. Zo beschouwd heeft de doctrine iets weg van die ouderwetse grijpers op de kermis. Je ziet het horloge liggen, kijkt naar de grijper en voor je het weet stop je er nog een muntje in.
Na zoveel jaren zijn we niet alleen verslaafd aan het horloge, maar wellicht ook aan het spel. Verslaafd aan de verslaving. De (over)focus op gewicht biedt ons ook een comfortabele zekerheid. Ze levert een doel op en een glashelder onderscheid tussen goed en slecht. Ze biedt houvast, ondanks het feit dat ze dwingend, zelfs beklemmend is.
Want ook het effect van de gewichtsdoctrine is vergelijkbaar met opium: verdovend. Een verstoorde relatie tot eten maakt vrouwen zwakker. In de meest letterlijke zin: voedsel is energie. Vrouwen die minder eten of diëten, ontzeggen zichzelf voedingsstoffen, bouwstoffen, een gezonde balans van vitamines en mineralen. Gedurende een dieetperiode zullen ze niet optimaal functioneren. Natuurlijk propageer ik geen ongezonde eetgewoonten of grenzeloos vreten. De lokroep van vet en suikerrijk eten is, ironisch genoeg, juist dankzij de gewichtsdoctrine buitenproportioneel groot. Wat verboden is, verleidt en blijft in je hoofd.
Ook op dat gebied verzwakt de gewichtsdoctrine de vrouw: wie tijd investeert in het nadenken over gewicht (hoe kort of lang, hoe bewust of terloops ook), wie gedachten stopt in calorieën tellen en zich zorgen maakt over kilo’s, kan op dat moment niet aan constructieve, werkelijk zinvolle dingen denken. Brain trash. Gewichtsgedachten zijn regelrechte ballast voor elk weldenkend brein.
Collectief onderpresteren
Als we echt eens durven uit te zoomen en de gevolgen van de gewichtsdoctrine op maatschappelijke schaal bekijken, doen vrouwen zichzelf grandioos tekort. We zorgen er zélf voor dat we niet alleen als individu, maar ook collectief onderpresteren. We houden ons massaal een ideaal gewicht voor dat ónder het gezonde, wetenschappelijk bepaalde BMI zit. Waarom? Durven we niet te slagen? Het heeft iets bitters: de afgelopen decennia hebben vrouwen volop aan invloed en macht gewonnen, maar toch proberen drie op de vier vrouwen zichzelf uit alle macht ‘lichter’ te maken. Alsof we die gewonnen ruimte ergens moeten compenseren…
Juist omdat de gewichtsdoctrine zich laat gelden in ontelbare aspecten van ons dagelijkse leven, is het verdomd moeilijk om haar los te laten. Misschien zelfs ondenkbaar. De doctrine is als het ware één geworden met ons lijf, ons zelfbeeld. Generaties vrouwen zijn grootgebracht door moeders die zich aan de doctrine hielden en haar daardoor propageerden. Want, maak je geen illusies, onze dochters hebben heus wel in de gaten dat mama zich druk maakt over haar figuur. Dat mama op dieet is – het zoveelste. Dat mama droevig naar haar weegschaal kijkt. Met andere woorden: zonder het te willen, indoctrineren we de volgende generatie zelf.
Misschien zijn we bang voor het onbekende. Wat als? Wat als het merendeel van die drie kwart vrouwen vandaag nog beslist om ermee te kappen? Wat als we weigeren het spel nog te spelen, onze weegschaal bij het vuilnis flikkeren en ervoor kiezen onze tijd aan leukere, zinvolle dingen te besteden? Zijn we het eigenlijk niet aan onze dochters verplicht? Zou het niet mooi zijn als zij konden opgroeien zonder de verstikkende, verdovende effecten van een doctrine die ons kleiner houdt dan we zouden kunnen zijn?
Immers, als we de balans wél opmaken, kunnen we niet anders dan vaststellen dat de kosten van verslaving bij lange na niet opwegen tegen de baten – wat mama Moss ook beweert. To hell with heroin chic. Ik gun 2023 een overvloed aan heroines; heldinnen die met hun hart, hun ziel en hun hele lijf geloven dat ze nooit meer minder moeten zijn. #moreismore