Opinie | Tata-rapport van RIVM zaait onnodig onrust

Volksgezondheid Door conclusies uit gezondheidsdata uit te vergroten lijken risico’s groter dan ze zijn, schrijven en . Context relativeert.

Vorige maand verscheen het langverwachte rapport van het RIVM over de gezondheidsschade die Tata in de omgeving veroorzaakt. Rode draad in het rapport en de daarop volgende publiciteit: omwonenden van Tata Steel hebben een lagere levensverwachting en een grotere kans op longkanker.

Wij menen dat dat deze conclusies uit hun verband zijn gerukt. Daardoor leiden ze tot onnodige ongerustheid en een overtrokken negatief beeld van de regio IJmond als leefomgeving van Tata. Ook komt het staalbedrijf onterecht in een kwaad daglicht te staan. Het RIVM heeft daar zelf hard aan meegewerkt door de geïsoleerde presentatie van de onderzoeksresultaten.

Dat luchtverontreiniging slecht is voor de gezondheid staat buiten kijf. Het gaat hier met name over fijnstof en stikstofdioxide. Daarom geldt (internationale) normering en worden al sinds de jaren tachtig in heel Europa verbeterprogramma’s uitgevoerd, zo ook voor Tata. Het resultaat is dat heel Nederland, dus ook de IJmond, voldoet aan de Europese normen. Die normen zijn gebaseerd op uitgebreide risicoanalyses. De strenge norm voor deze stoffen houdt al 35 jaar in dat het risico één sterfgeval op 1 miljoen mensen mag zijn.

Veel grote Nederlandse steden hebben meer last van luchtverontreiniging dan de omgeving van Tata Steel. Zo is de concentratie van fijnstof en stikstofdioxide in de binnenstad van Rotterdam het dubbele van die in de IJmond. Tata is verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de bijdrage in IJmond. Dus de concentratie in Rotterdam is het achtvoudige van de bijdrage van Tata in de IJmond.

Longkanker

De bewering van het RIVM dat een inwoner van Wijk aan Zee (2.200 inwoners) 4 procent meer risico op longkanker loopt als gevolg van de uitstoot van Tata vergt ook context. Het klinkt namelijk dramatisch, maar als we dat projecteren op het totaal aantal nieuwe longkankergevallen in Nederland in verhouding totale bevolking, resulteert dat in een vergroot risico in Wijk aan Zee van minder dan een duizendste extra longkankergeval per jaar. Dat risico is sowieso in steden aanzienlijk groter. Daarbij blijft het goed te beseffen dat roken de grootste oorzaak van longkanker vormt (in zo’n 85 procent van de gevallen).

De levensverwachting van inwoners van Wijk aan Zee is volgens het RIVM 2,5 maand korter als gevolg van de uitstoot van Tata. In het iets verder weg van het Tata-complex gelegen Heemskerk (39.000 inwoners) zou de levensverwachting nog een halve maand korter zijn. Ook deze cijfers krijgen pas betekenis als je ze vergelijkt met situaties elders in het land. Landelijk gezien scoort de levensverwachting in de IJmond gemiddeld. In de grote steden, grote delen van Brabant en het noorden des lands leef je door de bank genomen korter, aldus het RIVM en het CBS.

Het lijkt opmerkelijk dat de ongeveer negenduizend werknemers van Tata juist 2,5 jaar langer dan gemiddeld leven. Dat levert immers een stevige discrepantie op met de onderzoeksresultaten van het RIVM. Levensverwachting is de resultante van verschillende factoren, van kansen en risico’s. Het hebben van werk speelt daarin de belangrijkste rol: de levensverwachting van mensen met werk is 14 gezonde levensjaren langer dan mensen zonder werk. Dan zijn pas stevige aantallen. Het laat zich raden wat sluiting van Tata voor consequenties zou hebben.

Lees ook: Bewezen schadelijk, maar ingrijpen bij Tata Steel blijft lastig

Altijd risico’s

Tegenwoordig kunnen we ook kijken naar het algemeen welbevinden van mensen, met behulp van bijvoorbeeld de brede welvaartsindicator. Uitgebreid onderzoek van Rabo Research met de Universiteit Utrecht laat zien dat IJmond een gemiddelde brede welvaart kent. De Amsterdamse regio en het grootste deel van Zuid-Holland scoren lager.

Door risico’s enorm uit te vergroten en de context weg te laten, wekt het RIVM-rapport de suggestie dat Tata in zijn eentje moet zorgen voor een risicoloze omgeving en dat nalaat. Leven en de daarvoor noodzakelijke (economische) activiteiten zullen echter altijd risico’s met zich meebrengen. Het is nooit óf gezondheid óf economie, maar altijd een weging van verschillende factoren. Deze maatschappelijke discussie moeten we voeren, voordat we zomaar om strengere regelgeving voor Tata vragen, bovenop de geldende Europese regelgeving. Dat is ook van belang voor de vraag hoe wij in dit land met de industriële bedrijvigheid en haar omgeving in de toekomst denken om te omgaan.