N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Fotograaf en activist Nan Goldin bestreed de Sackler-familie, die rijk werd met verslavende pijnstillers en goede sier maakte door musea geld te geven. „Wat is de vraag? Of ik nog wel van mensen houd?”
„De wereld is so fucked up dat een vrouw me laatst transfoob noemde. Ik heb geen idee wat ik had gezegd, maar mensen vinden het gewoon heerlijk om anderen kapot te maken via sociale media. En dan denken ze dat dat activisme is.”
Aan het woord is de beroemde Amerikaanse kunstenaar Nan Goldin. Ze weet niet alleen hoe je de wereld van transgenders fotografeert, maar ook hoe je actie voert. Nan Goldin veranderde met haar foto’s de esthetiek van de kunstfotografie. Al vaker hadden fotografen zich gericht op de rauwheid van de samenleving, maar de foto’s van Goldin waren meer een soort snapshots, waarbij ze zich niet leek te bekommeren om compositie of scherpte. Wat de toeschouwer zag – ze presenteerde haar snapshots vanaf het begin al in slideshows – was hoe ze alledaagsheid combineerde met intimiteit. De geportretteerden zie je terwijl ze in bed liggen, seks hebben, onder de douche staan, op de wc zitten of high de wereld inkijken. Ook de transgenderwereld, waarin ze eveneens veel vrienden had, wist ze intiem vast te leggen.
Die directheid en rauwheid is een van de redenen dat ze al vaak hoog op lijstjes met invloedrijke en belangrijke kunstenaars stond. Nadat ze de strijd aan was gegaan met onethische filantropen die geld doneerden aan musea haalde ze vorig jaar zelfs de Time 100, waarin elk jaar de invloedrijkste personen ter wereld worden uitgelicht. Time koos haar vooral om haar acties tegen de financiële banden van musea met de Sackler-familie, eigenaren van farmaceutisch bedrijf Purdue Pharma.
Vorig jaar verscheen de documentaire All the Beauty and the Bloodshed, van regisseur Laura Poitras, over Nan Goldin en de door haar opgerichte groep P.A.I.N., waarmee ze streed tegen de Sacklers – die goede sier maakten met hun filantropie terwijl hun pijnstiller OxyContin een ongekende verslavingscrisis veroorzaakte. Zo’n half miljoen mensen stierven er jaarlijks door.
Goldin zelf was ook jarenlang verslaafd. In het kunsttijdschrift Artforum beschreef ze in 2018 indrukwekkend hoe ze geleidelijk aan steeds meer pijnstillers ging slikken en hoe de verslaving langzaam maar zeker zijn vernietigende werk deed. Haar magnum opus The Ballad of Sexual Dependency (1981–2022) is een serie over haar verslaving en de vrienden die ze kwijtraakte aan een overdosis of aids.
Na het succes van All the Beauty and the Bloodshed, die op het filmfestival van Venetië de Gouden Leeuw kreeg, richtte ze zich op haar overzichtsexpositie This Will Not End Well, die in verschillende Europese musea te zien zal zijn – vanaf deze zaterdag in het Stedelijk Museum Amsterdam. Naast de Ballad wordt de serie The Other Side (1992–2021) getoond, een hommage aan haar trans vrienden sinds 1972. Haar werk Sirens (2019–2020), over de extase van drugsgebruik, en Memory Lost (2019–2021), over het zwarte gat van verslaving en afkicken, zijn er eveneens te zien. Sisters, Saints and Sibyls (2004–2022) gaat over haar jeugd en over haar zus, die zelfmoord pleegde op haar achttiende. Drie dagen na het gesprek zegt ze op de persconferentie dat dit haar laatste retrospectief zal zijn.
Goldin zit aan vijf dagen voor de opening van de expositie op het dakterras van het Stedelijk, met een pakje sigaretten en blikjes cola zero op tafel. Voor iemand die net die ochtend is aangekomen uit New York is ze opvallend goedgehumeurd, soms meewarig lachend omdat een vraag al zó vaak is gesteld door interviewers, en nu dus ook weer. Tegelijkertijd probeert elke interviewer grip te krijgen op een fascinerend en autobiografisch oeuvre, waarmee de kunstenaar de angst voor haar eigen verleden door middel van foto’s wil omzeilen.
De titel ‘This Will Not End Well’ klinkt weinig geruststellend.
„Dat is ook niet de bedoeling. Laten we wel wezen: het loopt voor niemand goed af, tenzij je de dood omarmt. Ik vind het zelf een erg grappig, het is een inside joke. Iemand zei het eens tegen me tijdens een ruzie: ‘This will not end well’. Toen dacht ik: hé, een geschikte naam voor de expositie. De expositie gaat dus over sterfelijkheid, daar ontkomt niemand aan.”
Over ‘The Ballad of Sexual Depency’ stelde u dat het een dagboek was om controle te krijgen over uw leven.
„Dat schreef ik in 1984! Mensen citeren me elk keer alsof er van me verwacht wordt dat ik nu precies hetzelfde voel als toen.”
Nee, dat niet, maar waar zat die controle toen in?
„Controle over mijn geheugen. Ik wilde mijn eigen geschiedenis onthouden. Ik wilde van alles doen zonder het te hoeven onthouden. Ik dronk veel, gebruikte drugs en ik wilde niet tegengehouden worden door herinneringen. De foto’s houden het geheugen vast.”
En hoe kijkt u nu naar die serie? Met verdriet of melancholie?
„Met melancholie ook wel. Soms ga ik zitten en tel de mensen die dood zijn. Ik zeg hallo tegen ze. De slideshow is een soort album van verlies.”
In de film ‘All the Beauty and the Bloodshed’ zegt u dat u uw vrienden zo portretteerde dat ze zich mooi zouden voelen. Was dat ook het geval bij uw zelfportretten, bij bijvoorbeeld de foto ‘Nan one month after being battered’, die u nam nadat u door uw vriend in elkaar was geslagen?
„Die foto maakte ik omdat ik wilde dat de mishandeling werd vastgelegd, om te voorkomen dat iemand zou zeggen dat het niet was gebeurd. Ik maakte de foto ook om mezelf eraan te herinneren dat ik niet naar hem moest terugkeren.”
Op enkele zelfportretten staat u voor de spiegel. Ze zijn anders dan de andere portretten, het lijkt op die foto’s alsof u zichzelf bekritiseert, of vragen stelt aan uw spiegelbeeld.
„Kijk jij nooit zo in de spiegel? Oké, ik kijk ook niet vaak meer in de spiegel, maar toen wel. Je wil kijken of je uiterlijk overeenkomt met hoe je denkt dat je eruitziet. Soms kijk je en denk je: ja, dat klopt. Ik denk dat ik op de foto’s probeer te zien of het innerlijk overeenkomt met het uiterlijk.”
Is dat de reden dat er veel spiegels zijn in uw werk?
„Weet je, ik denk daar nooit over na. Mijn vriend David Armstrong zei ook zoiets in 1992. Hij zei: je hebt vaste motieven, zoals vrouwen in badkuipen, spiegels. Dat was mij nooit opgevallen. Ik fotografeerde ze omdat ze er waren. Ik denk niet over de symbolische betekenis van een spiegel. Ik analyseer mijn werk niet op die manier.”
Ergert het u als anderen dat wel doen?
„Het is een beetje vreemd wat mij betreft. Interessant, hoor. Ik bedoel: ga je gang, maar weet dat ik zo niet naar mijn werk kijk.”
In uw werk worden schoonheid, verdriet en verlies gecombineerd. Hoe moeilijk is het om in foto’s te balanceren tussen schoonheid en ellende?
„Ik vind ellende niet lelijk. Ik denk dat iets desastreus en beeldschoon tegelijk kan zijn. Er kan schoonheid zitten in verdriet.”
Waar zit de schoonheid in ‘Nan one month after being battered’?
„Ik had lippenstift op… een mannelijke fotograaf, ik geloof dat het Larry Clark was, zei dat de foto geënsceneerd was. Dat kon hij zien omdat ik lippenstift op had. Ik denk dat het juist verdrietig is dat ik lippenstift heb opgedaan, alsof ik er nog steeds goed probeerde uit te zien, terwijl mijn gezicht in elkaar was geslagen. Het is een verdrietige foto.”
U hebt altijd gezegd dat u geen foto’s maakte van mensen van wie u niet hield. U bent nu gestopt met fotograferen om zich te richten op film. Houden de twee met elkaar verband?
„Wat is de vraag? Of ik nog wel van mensen houd?”
Ik wilde iets subtieler zijn, maar daar komt mijn vraag wel op neer, ja.
„Misschien, een paar mensen.”
Niet genoeg om ze te fotograferen?
„Dat weet ik niet. Mensen worden ouder en laten zich niet meer zo makkelijk fotograferen. En veel van de mensen die ik fotografeerde zijn dood. Er zijn wel gezichten die ik zou willen fotograferen, maar dat werkt niet. Als ik mensen vraag om langs te komen, dan leidt dat tot niets, ik ben niet goed in portretfotografie. Ik woonde onlangs met Thora Siemsen, en van haar nam ik prachtige foto’s. Met die foto’s keer ik een beetje terug naar de vroege jaren.”
De catalogus bij deze expositie is opgedragen aan uw zus. Hoe was het om ‘Sisters, Saints, and Sibyls’ te maken?
„O, God, dat was waarschijnlijk de pijnlijkste serie om te maken. Veel van All the Beauty and Bloodshed komt eruit voort. Ik maakte de serie in 2004 met een vriend. Het is zwaar voor me om nu naar te kijken.”
U houdt zo de herinnering aan uw zus levend. Wilt u haar hiermee ook een stem geven?
„Ja, precies, om haar een stem te geven, haar verhaal te vertellen. Om de geschiedenis niet te vervalsen, mooier te maken, om het echte verhaal te vertellen. En om het stigma op zelfmoord en psychische ziektes te doorbreken. Het werk refereert aan taboes op drugsgebruik. Ik vind het belangrijk deze onderwerpen bespreekbaar te maken. Ik denk dat ik altijd heb gewild dat mijn werk een therapeutische waarde heeft voor anderen, of op z’n minst dat ze over de onderwerpen wilden praten.”
U maakte verslaving ook bespreekbaar in de film waarin u de Sackler-familie aanpakt.
„Ja, daar zijn we enorm trots op: met twaalf mensen de straat op” – de demonstranten gingen voor dood in de hal of voor de ingang van musea liggen, op spandoeken stond Shame on Shackler – „en dan zo’n grote invloed hebben op de onethische filantropie die musea aannemen.”
Denkt u dat musea beter af zouden zijn als ze gesubsidieerd worden door de staat?
„Ja, absoluut, maar dat gaat in Amerika niet gebeuren. Hier in Europa heb je nog deels subsidie van de staat, dus dan hoeven musea minder snel dergelijke toxische bedrijven aan zich te binden. Maar in Amerika draait het alleen maar om zulke verbintenissen.”
Neemt dat probleem toe in Amerika?
„Alle problemen nemen in Amerika toe. Overal wordt alles slechter, maar Amerika is een verloren zaak. Het land is kapot, Trump wordt herkozen en dan hebben we een dictatuur. Vanuit Europa lijkt het al slecht wat er in Amerika gebeurt, maar in werkelijkheid is het nog veel erger.”
U gaat ervan uit dat Joe Biden de verkiezingen verliest?
„Wie is Biden? Ik begrijp niet waarom er geen andere kandidaat is voor de Democraten. Waar is Bernie Sanders – he was the real hope! Waar is Kamala Harris? Ze was onze hoop als nieuwe president, een briljant redenaar. Ze was de enige aansprekende figuur op links, of hoe je de Democraten ook wilt noemen. De Democraten wilden goede sier maken met een zwarte vrouw als vicepresident, en toen hebben ze haar weggestopt, gaven haar niets te doen. Ik zie dit als een Shakespeareaans drama.”
Jheronimus Bosch is een van uw favoriete schilders. Waarom?
„Omdat hij de hel afbeeldt. En er zit schoonheid in zijn werk. Zijn verbeeldingskracht is onbegrensd. Zijn schilderijen zijn pijnlijk om naar te kijken.”
Zit er genoeg realiteit in zijn werk?
„Realiteit? Geen idee, dat gaan we meemaken.”