Geslepen messen in het Capitool

Nieuwskijken In een nieuwe rubriek over (non-) fictie bij de feiten: de eenzame strijder.

James Stewart als Jefferson Smith in Mr. Smith Goes to Washington van Frank Capra (1939).
James Stewart als Jefferson Smith in Mr. Smith Goes to Washington van Frank Capra (1939).

In de Amerikaanse iconografie is de wreker een essentiële hoofdpersoon. John Wayne belichaamde dat archetype in de western. Humphrey Bogart in de hardboiled detective-films. Julia Roberts (Erin Brockovich) en Meryl Streep (Silkwood) speelden vrouwen die alleen en moedig misstanden van het bedrijfsleven aan de kaak stelden.

Zou Matt Gaetz ’s ochtends in de spiegel kijken en aan John Wayne denken? De Republikeinse afgevaardigde kwam deze week als winnaar tevoorschijn uit een ogenschijnlijk ongelijke strijd. Hij kondigde zondag aan dat hij zijn eigen partijleider, Speaker of the House Kevin McCarthy, zou proberen af te zetten. Het leek David tegen Goliath. Maar hé, dat dachten ze ook van Jefferson Smith.

Washington is in de Amerikaanse cultuur een strijdtoneel dat zich kan meten met het Wilde Westen. Zoals hebzuchtige grootgrondbezitters aan de frontier hun goddelijke gang gaan, totdat John Wayne of Clint Eastwood langskomt, zo heersen corrupte politici in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden van Hollywood. Van The Velvet Paw (1916, verloren gegaan) tot Oppenheimer is de politiek voorgesteld als een arena met doorgestoken kaarten, geslepen messen en verborgen pistolen.

Met Smith winnen de zachte krachten

Politieke corruptie is nooit naïever bestreden dan in Mr. Smith Goes to Washington van Frank Capra. De eenzame strijder kreeg nooit een eerzamer gezicht dan dat van James Stewart als Jefferson Smith. De film uit 1939 past in een reeks van optimistische speelfilms als Mr. Deeds goes to Town (1936), Meet John Doe (1941) en It’s a Wonderful Life (1946).

Door de machinaties van slappe politici en een machtige zakenman wordt Jefferson Smith aangewezen als tijdelijk senator naast een ervaren collega. Smith is een idealistische padvindersleider. De corrupte zakenman denkt dat hij aan het bleue boertje geen kind zal hebben. De corrupte senator wrijft in zijn handen: „Een jonge patriot die Lincoln en Jefferson citeert, wordt losgelaten op onze hoofdstad.”

In het begin loopt padvinder Smith vol bewondering langs de eerbiedwaardige instellingen van Washington, het Capitool, het standbeeld van Abraham Lincoln. Hij valt voor de charmes van de dochter van de corrupte senator. Hij lijkt geknipt voor de rol van jaknikker.

Maar als Smith de bouw van een padvinderskamp voor stadse bleekneusjes voorstelt op een stukje land waar de zakenman een profijtelijke dam wil bouwen, dan begint het gevecht. Met zijn sarcastische maar gevoelige secretaresse (Jean Arthur) verweert Smith zich tegen de lastercampagne van de media van de zakenman – klinkt bekend? Het mondt uit in een fameuze ontknoping. Om zijn punt te maken houdt Smith een eindeloze toespraak, een filibuster, waarin hij ingeslapen mede-senatoren de waarden van vrijheid en gemeenschapszin voorhoudt. Het brengt de corrupte senator tot inkeer en alles komt goed.

Met Smith winnen de zachte krachten, verslaat idealisme cynisme. Het lijkt zo níét op wat Matt Gaetz deze week presteerde, dat je de vergelijking onweerstaanbaar is. Smith vecht uit eerbied voor zijn land en het instituut waartoe hij geroepen is. Gaetz zoekt volgens zijn eigen Republikeinse collega’s de publiciteit in de hoop gouverneur van Florida te kunnen worden. Politiek nihilisme, twitterde eentje.

Nee, Matt Gaetz lijkt in niets op James Stewart. Hij heeft meer weg van Charles Bronson in de -Death Wish-films.

De Republikein Matt Gaetz kwam in opstand tegen zijn eigen partijleider