Fotograaf Ad van Denderden onderzoekt, bestudeert, praat, kijkt, snuffelt en wacht

Recensie Beeldende kunst

Fototentoonstelling De overzichtstentoonstelling ‘Onderweg’ van Ad van Denderen, in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, toont zijn scherpe oog voor vorm, structuur en compositie én de intensieve en betrokken werkwijze die Van Denderen karakteriseert.

Punta Paloma, Spanje, 2001.
Punta Paloma, Spanje, 2001. Foto Ad van Denderen

Zo’n drie weken lang lag Ad van Denderen in de duinen aan het strand van Punta Paloma, het zuidelijkste puntje van Spanje, waar Afrikaanse vluchtelingen met regelmaat de Straat van Gibraltar overstaken. Vanaf een uur of twee tot een uur of half zes ’s ochtends, als de zon weer bijna opkwam, lag hij in het zand met zijn kleinbeeldcamera te wachten of hij een bootje hoorde aankomen. Overdag, zo vertelde hij een aantal jaren geleden tegen NRC, liep hij dan even langs de haven om de vissers te vragen hoe de stroming was. Was die te sterk, dan kwam er sowieso niemand. Toen hij na 21 nachten eindelijk een motor hoorde ronken op zee, rende hij het strand op en fotografeerde de tientallen vluchtelingen die vanuit een rubberbootje aan land kwamen. „Een onwerkelijk tafereel, die mensen die midden in de nacht over die donkere zee komen aanvaren. Er werd niet veel gesproken, ik weet nog wel dat ik binnen een uur al mijn sigaretten had uitgedeeld.”

De foto’s van die vroege ochtend in 2001 – vage schimmen wadend in het water, verschrikte gezichten, drijfnatte kleding – hangen in de overzichtstentoonstelling van Ad van Denderen (Zeist, 1943), dit najaar in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. Indringend, dichtbij, wanhoop én hoop samengebald in een paar beelden. Nu, ruim twintig jaar later, zijn foto’s van migranten overal en uitgebreid aanwezig in de media. Toen Van Denderen er mee begon, eind jaren 80, was migratie qua omvang nog beperkt, werd het door de meeste mensen nog niet als een probleem beschouwd en was er in de pers en in het publieke debat nog nauwelijks aandacht voor.

Vasthoudendheid

De foto’s die hij maakte in Punta Paloma zijn een goed voorbeeld van zijn gedrevenheid en vasthoudendheid; Van Denderen is niet iemand die even langskomt bij een nieuwsgebeurtenis, foto’s maakt en weer verder trekt. Hij gaat doorgaans meerdere malen naar eenzelfde plek of regio, onderzoekt, bestudeert verschillende invalshoeken, praat, kijkt, snuffelt, wacht – desnoods 21 nachten lang. Een man van de lange adem: voor zijn serie Go No Go (waar bovengenoemde foto’s onderdeel van zijn) reisde hij tussen 1986 en 2001 vijftien jaar langs de randen van Europa, en deed dat vervolgens nog eens vier jaar lang voor So Blue So Blue (2003-2007, nu in kleur). Hij reisde meer dan tien keer naar Israël, wat resulteerde in Peace in the Holy Land (1997), Martyr-ship (2004) en Stone (2017), en bezocht Afrika voor de eerste keer in 1984 tijdens een 12.000 kilometer lange reis van Caïro naar Kaapstad, waarna hij er meerdere malen terugkeerde: Welkom, Zuid-Afrika (1991), Welkom Today (2017).

Het is die intensieve en betrokken werkwijze die Van Denderen karakteriseert, naast zijn scherpe oog voor vorm, structuur en compositie – hij is opgeleid als grafisch vormgever – en zijn vermogen om zichzelf steeds weer opnieuw uit te vinden. Zijn werk ontwikkelde zich van journalistiek naar meer klassieke reportage naar series waarin de samenhang tussen de foto’s steeds losser werd, waardoor de individuele foto’s meer op zichzelf kwamen te staan. En vanaf het moment in 1967 dat hij zijn lens voornamelijk richtte op wantoestanden in de wereld, bleef hij onderzoeken hoe hij zijn werk het beste tot zijn recht kon laten komen. In de tentoonstelling in Rotterdam staat een zestien meter lange vitrine met daarin een aantal van de tijdschriften waarin zijn buitenlandreportages lange tijd ruim baan kregen – 24 pagina’s in Avenue, 17 pagina’s in Vrij Nederland, het waren in die tijd geen uitzonderingen. Hij experimenteerde met zijn boeken – zo was Go No Go geen klassiek fotoboek, maar bevatte het ook beelden van toeristische folders die het land waaruit mensen wegvluchtten promoten als exotisch paradijs. Het contrast met de rennende, drijfnatte, wanhopige migranten die elders hun heil zoeken akelig zichtbaar makend.

Onderzoekende aard

Hans Gremmen, die als grafisch vormgever in 2017 het fotoboek Stone met Van Denderen maakte, en die nu tekende voor de vormgeving van de zalen, slaagt erin diens rijke oeuvre van bijna zes decennia tot z’n recht laten komen. In de verscheidenheid aan presentatievormen in de tentoonstelling zien we die onderzoekende aard van Van Denderen terug – er zijn foto’s in lijsten, als print aan de muur gehangen, als een soort slideshow geprojecteerd op een groot scherm, gigantische formaten in een lichtbak. In de vitrine liggen tijdschriften, notitieboeken, contactsheets, maquettes, dummy’s en al zijn boeken – voor wie meer wil zien dan de strakke selectie van zo’n 200 foto’s aan de wanden. De gedachte achter de titel, Onderweg, die natuurlijk ook staat voor Van Denderends reisdrift, komt ook terug in de belettering: Gremmen koos voor de Highway Gothic, het lettertype voor bewegwijzering dat oorspronkelijk in de Verenigde Staten en later in meerdere landen werd gebruikt op de grote verkeersborden – een slim en grappig detail.

Ook voor wie van Denderen tijdens zijn carrière al redelijk goed heeft gevolgd zijn er verrassingen. Door te kijken met de ogen van nu naar de foto’s van toen, koos Van Denderen soms voor beelden die hij eerder niet afdrukte. Vond hij die unheimische beelden van schimmen van rennende migranten in de duinen twintig jaar geleden misschien te vaag? Passen ze nu wellicht beter bij zijn gedachte dat een beeld ook op zichzelf mag staan, meer vorm dan verhaal mag hebben? En wie kende er nou die foto’s die hij eind jaren zeventig maakte in twee Amsterdamse gevangenissen, aan het Kleine-Gartmanplantsoen en de Havenstraat, vlak voordat die zouden verhuizen naar de nieuwgebouwde Bijlmerbajes? Het was een van zijn eerste grote documentaire projecten; een prachtig tijdsbeeld van typische jarenzeventigmannen met jarenzeventigkleding – gemaakt volgens de Van Denderen-methode: hij liet zich twee weken lang opsluiten om te ervaren hoe dat nou voelde: gevangenschap. Het antwoord kennen we niet. Het indrukwekkende oeuvre dat hij vervolgens opbouwde, voortdurend onderweg, steeds opnieuw op reis, doet vermoeden dat dat niet heel goed bevallen moet zijn.

Lees ook: ‘Rubberbootje in de nacht’