Azerbeidzjan bevestigt arrestatie oud-leider van enclave Nagorno-Karabach

Militaire interventie Azerbeidzjan verdenkt oud-seperatistenleider Haroutiounian ervan „een oorlog te hebben geleid”, waarbij hij illegaal „huurlingen” zou hebben geworven in strijd met „internationale humanitaire principes”.
De afgelopen dagen kwam een exodus op gang uit Nagorno-Karabach.
De afgelopen dagen kwam een exodus op gang uit Nagorno-Karabach. Foto Anatoly Maltsev/EPA

Azerbeidzjan heeft de voormalige president van de etnisch-Armeense enclave Nagorno-Karabach gearresteerd. De afgetreden leider van het seperatistische bestuur, Araïk Haroutiounian, zit in hechtenis vast. Azerbeidzjan verdenkt hem ervan „een oorlog te hebben geleid”, waarbij hij illegaal „huurlingen” zou hebben geworven, wat in strijd is met „internationale humanitaire principes”, aldus de Azerbeidzjaanse aangklager donderdagochtend tegen persbureau AFP.

Lees ook dit interview: ‘Exodus uit Nagorno-Karabach is etnische zuivering’

Eerder hekelde Jerevan andere arrestaties van voormalig leiders en functionarissen van het bestuur van Nagorno-Karabach. De arresatie van Haroutiounian volgt op een politieke ontmanteling van de enclave: vorige week gaf de regionale Karabachse defensiemacht zich over aan Azerbeidzjan. Daarnaast tekende de president van de etnisch-Armeense regering een decreet waarin hij besloot tot opheffing van zijn eigen regering per januari volgend jaar.

Hoewel Nagorno-Karabach internationaal erkend is als onderdeel van Azerbeidzjaans grondgebied, werd het gebied de facto autonoom bestuurd door seperatisten, die zich tijdens de val van de Sovjet-Unie in de jaren negentig onafhankelijk verklaarden. Na de inval hebben de Azerbeidzjaanse autoriteiten sinds begin deze week de macht en controle over het gebied.

De naderende machtsovername heeft een exodus van etnische Armeniërs op gang gebracht. In het gebied woonden tot voor kort zo’n 120.000 Armenen, maar zij zijn inmiddels vrijwel allemaal, vaak onder schrijnende en chaotische omstandigheden, vertrokken uit vrees voor vervolging onder Azerbeidzjaans bewind.